Vraag nr. 510
van 25 augustus 1998
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS
Dorekensveld en Bosveld Wemmel – Plannen van aanleg
Sinds geruime tijd circuleren geruchten en docu- menten rond een APA (algemeen plan van aanleg) en twee BPA's (bijzondere plannen van aanleg) in de gemeente Wemmel, namelijk BPA Dorekens- veld en BPA Bosveld.
De geplande wijzigingen van het gewestplan zijn onder meer :
– een nieuwe oprit voor de Ring ;
– omzetten van woonuitbreidingsgebied en woon- gebied in landelijk woongebied om het aanbod te vergroten en de prijzen betaalbaar te houden voor de autochtone bevolking (o.a. 66 percelen met een oppervlakte van +/- 21 are)
– omzetten van bufferzone in woongebied ; – omzetten van agrarisch-, natuur- en recreatiege-
bied in een zone voor de vestiging van groot- winkelbedrijven ;
– omzetten van agrarisch gebied in zone voor gemeenschapsvoorzieningen (nieuw openbaar centrum met bibliotheek, muziekacademie en multifunctionele zaal) buiten de kern van de gemeente ;
– enzovoort.
In februari '98 werden deze plannen besproken in de Regionale Commissie van Advies voor de Ruimtelijke Ordening van Vlaams-Brabant. De commissieleden stelden verschillende procedure- fouten in de dossiers vast en brachten het gemeen- tebestuur hiervan op de hoogte. Zij raadden het gemeentebestuur aan de procedure te herbegin- nen. Het advies werd uitgesteld tot de vergadering van 23 maart '98.
Op de zitting van 10 maart '98 heeft het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wemmel het bewuste APA en beide BPA's zoals ingediend bij de Regionale Commissie voor Advies, ingetrokken. Ondertussen werd de lokale Commissie voor Advies voor Ruimtelijke Orde- ning nieuw leven ingeblazen. Vermoed wordt dat daardoor de controlefunctie van de verschillende provinciale diensten omzeild wordt, waardoor het APA en de BPA's rechtstreeks vanuit de gemeente op de tafel van de minister terechtkomen.
Het gaat onder meer over vrij drastische ingrepen in de open ruimte en groene gordel rond Brussel.
Heel wat van de voorstellen in het APA zondigen tegen de regels van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
1. Wat is de stand van zaken van deze dossiers ? 2. Blijft de provincie in deze zaak een verantwoor-
delijk beleidsorgaan ?
Zo ja, in welke fase van het dossier ?
Zo neen, werd de minister reeds betrokken in deze plannen, of gebeurt dit enkel op laatste ogenblik ? Het probleem is dat dan reeds vele kosten gemaakt en verwachtingen geschapen zijn. Daardoor blijft weinig ruimte over voor overleg en meer voor bitsige confrontaties, een te vermijden probleem in deze gemeente met een delicaat statuut.
3. Heeft de minister terzake reeds een standpunt bepaald en bekendgemaakt ?
Antwoord
1. Zoals vermeld in de parlementaire vraag wer- den met betrekking tot het APA en beide BPA's verschillende procedurefouten vastgesteld.
Op de zitting van 10 maart 1998 heeft het colle- ge van burgemeester en schepenen het APA en de BPA's nr. 4 "Dorekensveld" en nr. 5 "Bos- veld" ingetrokken, waarna de procedure opnieuw is aangevat. Overeenkomstig artikel 18 van het decreet betreffende de ruimtelijke orde- ning, gecoördineerd op 22 oktober 1996, zond de gemeente Wemmel op 30 april 1998 een voorontwerp van APA naar de verschillende adviserende diensten, waaronder de administra- tie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monu- menten en Landschappen.
De verschillende afdelingen van Arohm advi- seerden het APA als geheel ongunstig, met als belangrijkste reden de manifeste onverenig- baarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De beide BPA's werden voorals- nog niet ter advies voorgelegd.
2. De provincie is een belangrijk beleidsorgaan in de totstandkoming van een gemeentelijk plan van aanleg. In de procedure voor opmaak van gemeentelijke plannen van aanleg voorziet het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, in twee
adviesmomenten op provinciaal niveau, indien de gemeente beschikt over een eigen gemeente- lijke commissie van advies.
Tijdens de voorontwerpfase dient de gemeente advies te vragen aan de door de Vlaamse rege- ring aangewezen besturen en openbare instel- lingen. In het besluit van 2 februari 1994 bepaal- de de Vlaamse regering dat het provinciebe- stuur behoort tot deze adviserende besturen.
Op 19 mei 1998 gaf de provincie, als adviserend bestuur, een overwegend ongunstig schriftelijk advies met betrekking tot het APA van Wem- mel.
Conform artikel 21 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, brengt de bestendige deputatie advies uit binnen een periode van 30 dagen met betrekking tot een ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg. Dit advies is één van de over- wegingselementen in de uiteindelijke besluit- vorming, die moet leiden tot een ministerieel besluit terzake.
3. De administratie Ruimtelijke Ordening, Huis- vesting, Monumenten en Landschappen heeft met betrekking tot het APA van Wemmel een duidelijk standpunt ingenomen.
Als geheel wordt het APA van Wemmel ongun- stig benaderd vanwege de talrijke tegenstrijdig- heden met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaan- deren. Er is geadviseerd de ruimtelijke knelpun- ten van de gemeente te behandelen binnen een gemeentelijk structuurplanningsproces, tenein- de in gezamenlijk overleg met alle betrokken partners een verantwoorde ruimtelijke afweging te maken voor een aantal lokale problematie- ken. Het is echter uitgesloten dat een gemeente- lijk initiatief kan leiden tot bestemmingswijzi- gingen met een ongunstige impact op regionale of Vlaamse schaal.
Een eventueel gemeentelijk ruimtelijk struc- tuurplan zal zich, overeenkomstig het subsidia- riteitsbeginsel, bovendien inhoudelijk moeten inpassen binnen de structuurplanning op Vlaams en provinciaal niveau.
