Vraag nr. 82 van 5 februari 1999
van de heer FILIP DEWINTER
Prins van Luikschool (Kongo) – Subsidiëring
De Vlaamse school, de Prins van Luikschool, in Kinshasa (Kongo) bestaat al meer dan 35 jaar. Elk jaar ontving deze school subsidies van de Belgische Coöperatie via de Belgische ambassade. Ten gevol- ge van de plunderingen in 1991 werden de subsi- dies van 11.931.000 frank voor het schooljaar 1991-1992 echter bevroren. Door de aanhoudende spanningen (de plunderingen in 1993 en de oorlog met Kabila in 1997) is er vanaf het schooljaar 1990-1991 tot op heden geen enkele subsidie meer uitgekeerd aan de school.
Deze subsidiestop vanaf 1991 heeft nare gevolgen voor de leerlingen, de leerkrachten en de ouders : de ouders betalen zelf het onderwijs (zo'n 120.000 frank per leerling per schooljaar), het middelbaar onderwijs werd afgeschaft, een deel van de leer- krachten werd ontslagen, de overblijvende leraars zijn nog nauwelijks te betalen, slechts 24 leerlingen en 4 leraars blijven er vandaag nog over, een ver- lies van 1.334.424 frank bezwaart het schooljaar 1998-1999, ...
1. Zijn de geblokkeerde subsidies afkomstig uit de Belgische of de Vlaamse subsidiepot ?
Indien het om Belgische subsidies gaat, heeft de minister dan reeds contact opgenomen met de bevoegde Belgische instantie om de juiste in- houd van dit dossier te kennen en om een de- blokkering van de subsidies te verkrijgen ? Wat is de juiste reden voor het blokkeren van de subsidies ?
Indien het om Vlaamse subsidies gaat, kan de minister mij dan de juiste inhoud van dit dossier schetsen ? Wat is de juiste reden voor het blok- keren van de subsidies ? Wanneer zal er einde- lijk een deblokkering gebeuren ?
2. Zal er opnieuw middelbaar onderwijs worden verstrekt aan de voornoemde school en zullen er opnieuw een aantal leraren worden aange- worven ? Zullen de ouders de reeds betaalde onderwijskosten kunnen recupereren ?
Antwoord
1. De subsidiërende overheid van de Prins van Luikschool in Kinshasa is nooit het Onderwijs-
departement, maar wel het Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking (ABOS) ge- weest. Als inrichtende macht van de school, pre- cies zoals voor andere Belgische scholen in Afri- ka, trad een VZW op.
Wel werden destijds de studies, georganiseerd op basis van leerplannen van het gemeen- schapsonderwijs (voorheen : rijksonderwijs), door het Onderwijsdepartement geïnspecteerd en erkend.
2. De Prins van Luikschool werd tot 1990 gesubsi- dieerd door het ABOS. De blokkering van de subsidies was het gevolg van de beslissing van de "consul exécutif du Zaïre" op 22 juni 1990, die bepaalt dat "een einde wordt gemaakt aan elke (ontwikkelings)hulp betaald door België evenals aan elke hulp verleend door niet-gou- vernementele organisaties die door België gefi- nancierd worden".
Het is mij niet bekend of de school thans nog functioneert.
3. Vermits ik als minister van Onderwijs geen in- richtende macht van scholen ben, beschik ik niet over beslissingsbevoegdheid of initiatief- recht, waarop de vraag alludeert, ten aanzien van de Prins van Luikschool.