• No results found

ROODE KRUIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ROODE KRUIS "

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SlAIUl[N

VU DE VEREEIIGIIG

/

I '

HET NnERlANDSCH-INDISCHE

ROODE KRUIS

+

HAWILTON-BATAVIA·C.

(2)

-

SIAIUI[N

VAN OE VEREENIGlIG

HEl UD[RLANDSCH-INDISCH[

ROOD[ KRUIS

(3)

Extra-Bijvoegsel der Javasche Courant van 15/8-1939 No. 65

No. 84

1939

-

STATUTEN VAN VEREENIGINGEN

UITI'REKSEL uit het Register der besluiten. van den Directeur van Justitie van 24 Juli 1939 No. A 43/23/12.

DE DIRECTEUR VAN JUSTITIE.

Gelet op enz. ;

Gelezen het verzoekschrift, gedagteekend Batavia- Centrum 23 Juni 1939, van Mr. H. J. Spit en Mr.

J. A. J. Meyerl voorzitter en secretaris en als zoodanig ten deze gemachtigden van de na te melden bij Gou- vernementsbesluit van 12 November 1920 No. 2 als rechtspersoon erkende vereeniging j

Nog gelet op artikel 4 van het Koninklijk besluit van 28 Maart 1870 No. 2 (Indisch Staatsblad No. 64). zooaIs bet laatstelijk is gewijzigd bij de ordonnantie van 18 October 1937 (Staatsblad No. 572), zoomede op artikel 3 van het Gouvernementsbesluit van gelijken datum No. 18 (Staatsblad No. 573) ;

Heeft besloten:

Goedkeuring te verleenen op de gewijzigde statu- ten 0) van de vereeniging: ,,Afdeeling Nederlandsch- Indië van de Vereeniging Het Nederlandsche Roode Kruis", thans genaamd "Het Nederlandsch-Indische Roode Kruis" te Batavia, gelijk die bij het verzoek- schrift zijn overgelegd.

Uittreksel, enz.

Stemt overeen met voors. Register:

Het Hoofd van Afdeeling All, G. C. TWIJSEL,

.. ) luidt.nde thans als volgt z.o.z.

(4)

ST A TUTEN van de vereentgmg "Het Neder- landsch-Indische Roode Kruis".

Artikel 1.

1. De vereeniging "Het Nederlandsch- Indisch e R 0 0 d e Kr u i s" - hierna te noemen de vereeniging - is een onderdeel van de te 's-Gra- venhage gevestigde vereeniging "Het Nederlandsche Roode Kruis" en is gevestigd te Batavia.

2. Zij omvat het geheele grondgebied van Neder- landsch-lndië.

3. Zij staat onder leiding van een bestuur, ge- naamd: "Centraal Comité van het Nederlandsch-lndi- sche Roode Kruis", hierna te noemen het "Centraal Comité".

Artikel 2.

De vereeniging - aanvankelijk goedgekeurd bij be- sluit van den Gouverneur-Generaal van 21 October 1873 No. 3 als Centraal Comité in Neder1andsch-lndië van de Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog - is aangegaan voor onbepaalden tijd, met dien verstande, dat zij eindigt wanneer de vereeniging ,,Het Nederlandsehe Rnode Kruis" moeht ophouden te be.taan.

Artikel 3.

1. De statuten van de vereeniging ,,Het Nederland- sche Roode Kruis", zooals deze laatstelijk zijn goedge- keurd bij Koninklijk besluit van 4 April 1934 No. 74, of nader gewijzigd zullen worden, zijn voor de vereeni- ging bindend, voor zoover daarvan niet in de volgende artikelen is afgeweken, onverminderd de goedkeuring

4

der overheid in de gevallen waarin die mocht worden vereischt.

2. De statuten van de vereeniging "Het Neder- landsch-lndisehe Roode Kruis" vormen de "afzonder- lijke regeling", bedoeld in artikel 57 van de statuten der vereeniging ,,Het Nederlandsche Roode Kruis".

1. Van het doel en de middelen.

Artikel 4.

Voor zoover de omstandigheden dit mogelijk maken, werkt de vereeniging mede tot bereiking van het doel der vereeniging "Het Nederlandsche Roode Kruis":

zoowe\ in tijd van vrede als in tijd van oorlog de menschheid te dienen door hulp te verleenen aan zie- ken, gewonden, zwakken en hulpbehoevenden en door mede te werken aan alle maatregelen, waardoor men- schelijk leed kan worden voorkomen en verzacht.

Artikel 5.

De vereeniging tracht dit doel te bereiken door:

a. uitvoering te geven aan de bepalingen, vervat in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 28 Maart 1925, Nederlandsch Staatsblad 1925 No. 126;

b. bij rampen hulp ti> verleenen met a\1e haar ten dien- ste staande middelen, onder meer door het beschik- baar stellen van haar personeel en materieel, voorts door alle pogingen aan te wenden om die middelen te verkrijsen, die noodig zijn om den ontstanen nood te lenigen;

c. het verrichten van maatschappelijk werk, waaronder te rekenen de verbetering van den gezondheidstoe- stand en de preventieve bestrijding van ziekten ; d. naar -vermogen mede te werken in de internationale

organisatie van het Roode Kruis;

5

(5)

e. het aanwenden van alle middelen, waardoor de be- langstelling voor haar streven opgewekt en wakker gehouden wordt, het vermeerderen van haar leden- tal, het vormen van kapitaal, voorts zich de noodige hulpmiddelen te verschaffen, die noodig zijn om haar practische waarde te verhoogen.

H. Van het Jeugd Roode Kruis.

Artikel 6.

De vereemgmg heeft een Jeugd-afdeeling, genaamd

"Het Nederlandsch-Indische Jeugd Roode Kruis", waarvan doel en inrichting zijn vastgelegd in een af- zonderlijk reglement.

lIl. Van d e l ede n.

Artikel 7.

1. De leden worden onderscheiden in gewone leden, buitengewone leden leden van verdienste en eere- leden.

2. Het ge won e l i d m a a t s c hap kan wor- den verkregen na aanmelding bij het bestuur der plaatselijke afdeeling van de vereeniging of, indien ter plaatse geen afdeeling gevestigd is, bij den correspon- dent der vereeniging te dier plaat!e.

Indien ter plaatse nOch een afdeeli.'lg noch een cor- respondentschap is gevestigd, behoort de aanmelding te geschieden bij de meest nabij gevestigde afdeeling of den dichtstbij wonenden correspondent.

3. Over de toelating als gewoon lid beslist het be- stuur der betrokken afdeeling, dan wel, in het andere geval, de correspondent.

4. Gewone leden betalen een contributie van ten minste één gulden per kalenderjaar en hebben stem- recht.

6 ·

5. Tot b u i ten g e won e led e n kunnen door het afdeelingsbestuur worden benoemd zij, die zich verbinden, met hun kennis, ervaring of nijverheid, door persoonlijke diensten als geneeskundige, verple- ger of verpleegster van zieken, helper of helpster in ziekenhuizen, barakken enz. of bij vervoer, mede te werken tot bereiking van het doel der vereeniging. Zij behoeven geen contrihutie te betalen en· hebben dus geen stemrecht. Een buitengewoon lid kan niet tevens gewoon lid zijn.

6. Led e n van ver die n s t e zijn leden, die door het dagelijksch bestuur van de vereeniging, al dan niet op voordracht van een afdeelingsbestuu'r, als zoodanig zijn benoemd wegens hun verdiensten ten op- zichte van de vereeniging.

7. Personen, die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt tegenover het Roode Kruis, kunnen door het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis al dan niet op aanbeveling van het Centraal Comité, voor een benoeming tot "E ere li d van het N ede r- landsche Roode Kruis" aan Hare Majesteit de Koningin worden voorgedragen.

8. Alle leden moeten den leeftijd van 18 jaren heb- ben bereikt.

Artikel 8.

1. Het gewone lidmaatschap eindigt : a. door overlijden;

b. door niet betaling der jaarlijksche contributie;

c. door opzegging ten minste drie maanden vóór den aanvang van het nieuwe kalenderjaar;

d. door een besluit van het afdeelingsbestuur, behou- dens beroep op de algemeene vergadering der af- deeling.

7

f

(6)

2. Het buitengewone lidmaatschap eindigt:

11. door overlijden;

b. door beëindiging der verbintenis, bedoeld bij arti- kel 7, lid 5;

c. door opzegging ten minste drie maanden VÓÓr den aanvang van het nieuwe kalenderjaar;

d. door een besluit van het afdeelingsbestuur, behou- dens beroep op de algemeene vergadering der af- deeling.

IV. Don a te u rs.

Artikel 9.

1. Donateurs zijn desverlangd zij, die jaarlijks min- stens vijf en twintig gulden of ineens een som van twee honderd vijftig gulden of meer aan de vereeniging bij- dragen.

2. Donateurs worden benoemd hetzij door het Cen- traal Comité, hetzij door het bestuur eener afdeeling, al naarmate zij hun gift gestort hebben in de alge- meene kas van de vereeniging dan wel in de kas van een der afdeelingen.

V. Van de afdeelingen.

Artikel 10.

1. 10 elke plaats van Nederlandsch-1odië kan, onder goedkeuring van het Centraal Comité, een afdeeling worden opgericht, die binnen zes maanden na de op- richting rechtspersoonlijkheid dient aan te vragen.

Zulk

eén

afdeeling draagt den naam: ,,Afdeeling ... . ... van het Nederlandsch-1odische Roode Kruis."

2. Een afdeeling zal uit ten minste 20 gewone leden moeten bestaan; hare statuten en reglementen behoe- ven de goedkeuring van het Centraal Comité, zoo ook

8

de later daarin aan te brengen wijzigingen en aanvul- lingen.

3. Het dagelijksch bestuur van de afdeeling wordt benoemd door het Centraal Comité op aanbeveling van de algemeene vergadering der afdeeling. Benoeming ter vervulling van vacatures in en ter uitbreiding van het dagelijksch bestuur met nieuwe leden geschiedt eveneens" door het Centraal Comité op voordracht van het d~gelijksch bestuur der afdeeling. Overige leden van het afdeelingsbestuur worden benoemd door het dagelijksch bestuur der afdeeling. Het afdeelingsbe- stuur draagt den naam: "Plaatselijk Comité van het Nederlandsch-1odische Roode Kruis te ... ".

..

4. De afdeelingen regelen, onder goedkeuring van het dagelijksch bestuur der vereeniging, de wijze, waarop zij zullen werken.

5. De afdeelingsbesturen mogen de bezittingen der afdeeling niet vervreemden of bezwaren zonder goed- keuring van het Centraal Comité.

6. Zij dragen jaarlijks vÓÓr 15 Maart aan het Cen- traal Comité 10% der over h~t afgeloopen kalender- jaar ontvangen contributiën van de gewone leden af.

7 . Vóór het einde van ieder jaar wordt door de af- deelingsbesturen een begrooting v?"r het volgende

kalenderjaar opgemaakt, welke zij aan de goedkeuring van het dagelijksch bestuur der vereeniging onder- werpen.

8. Uitgaven, de begrooting te boven gaande, mogen niet worden gedaan zonder goedkeuring van het da- gelijksch bestuur der vereeniging.

9. Het Centraal Comité is bevoegd bestaande afdee- lingen op te heffen. Indien een afdeelingsbestuur in zijn verplichtingen nalatig is, is het dagelijksch bestuur

9

(7)

der vereeniging bevoegd namens die afdeeling alles te doen, wat het afdeelingsbestuur had behooren te doen.

Indien een afdeelingsbestuur volhardt in nalatigheid, kan het Centraal Comité overgaan tot ontzetting van dit afdeelingsbestuur uit zijn functie. Op gelijke wijze is het Centraal Comité gerechtigd een of meer leden van een afdeelingsbestuur uit hun functie te ontzetten.

10. De afdeelingen zijn bevoegd zich door twee be- stuursleden dan wel twee te Batavia woonachtige le- den der vereeniging, te doen vertegenwoordigen ter algemeene vergadering te Batavia.

11. In tijd van oorlog volgen de afdeelingen de aan- wijzingen van het Centraal Comité.

Artikel 11.

De afdeelingen trachten het doel van het Roode Kruis te bereiken door reeds in tijd van vrede:

Ie. bijeenkomsten te houden, de behoeften te leeren kennen van den geneeskundigen dienst bij leger en vloot, en in verband daarmede zich op de hoogte te stellen van de gewenschte verbeteringen in de middelen van vervoer en verpleging van gewonden en zieken;

2e. zich te verzekeren van geneeskundigen, voorts man- nelijke en vrouwelijke personen aan te werven en op te leiden, geschikt en bereid om in tijd van oor- log persoonlijke diensten ten behoeve van gewonde en zieke krijgslieden te verleenen;

30. vervoer- en verplegingsmiddelen, kleederen, onder- goed, linnengoed enz. bijeen te brengen en zich te verzekeren van de beschikkingen, in tijd van oor- log, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstan- digheden, over gebouwen of lokalen ter verpleging van gewonden en zieken;

10

l

4e. gelden te verzamelen ter bestrijding van de uitga- ven, die voor een en ander noodzakelijk zijn;

5e. nieuwe leden van de afdeeling te verwerven;

6e. mede te werken bij de hulpverleening ingeval van rampen;

7e. zoodanig maatschappelijk werk te verrichten, dat de belangstelling der bevolking in haar streven levendig gehouden en haar bloei bevorderd worde;

8e. de oprichting te bevorderen van een plaatselijke afdeeling van het Jeugd Roode Kruis en aan de werkzaamheden van een zoodanige afdeeling aan- dacht te besteden.

Artikel 12.

De inrichting van gebouwen of lokalen voor nood- ziekeninrichtingen heeft plaats overeenkomstig een leiddraad, door het Centraal Comité vast te stellen.

Artikel 13.

De aanwerving, opleiding, oefening, uit- en toerus- ting van leden van transportcolonnes geschiedt naar regelen door het Centraal Comité vast te stellen.

Artikel 14.

De opleiding van helpsters geschiedt overeenkomstig voorschriften door het Centraal Comité vast te stellen.

Artikel 15.

Bij plaatselijke rampen binnen haar gebied zijn de afdeelingen bevoegd terstond de vereischte hulp te verleenen, met inachtneming van door het Centraal Comité vastgestelde algemeene regelen, en behoudens latere verantwoording van het verrichte aan het da- gelijksch bestuur der vereeniging. Bij andere rampen

1 1

(8)

volgen zij de aanwijzingen van het dagelijksch bestuur del' vereeniging.

Artikel 16.

1. Het verrichten van maatschappelijk werk be- hoort tot de taak der afdeelingen. Zij houden daarbij rekening met de door liet Centraal Comité ~an 'te ge- ven algemeene beginselen.

2. Wanneer echter de vereeniging op zich neemt de materieele, maatschappelijke en andere hulp, noodig tot lotsverbetering van gewonden en invaliden, ge- schiedt dit maatschappelijk werk onder leiding van het Centraal Comité.

Artikel 17.

1. Het afdeelingsbestuur bestaat uit ten minste drie leden. Zij moeten Nederlanders of Nederlandsche on- derdanen zijn.

2. Ter algemeene vergadering van de afdeeling wordt door een te houden stemming beslist wie bij het Centraal Comité zal worden voorgedragen voor be- noeming tot lid van het dagelijksch bestuur. De leden van het dagelijksch bestuur bepalen zelven in onder- ling overleg met welke functie zij zich zullen belasten;

de voorzitter evenwel wordt door het Centrl.lal Comité aangewezen. Zij kunnen zich adviseerende leden toe- voegen.

3. In het bestuur zal als lid zitting moeten hebben de plaatselijke leider van het Jeugd Roode Kruis.

4. Het bestuur beheert de bezittingen van de ver- eeniging, welke aan de afdeelingen zijn toevertrouwd en is VOOr dat beheer aansprakelijk jegens de afdeeling en het Centraal Comité.

12

..

; I

5. De afdeelingsbesturen geven aan het Centraal Comité zoomede aan den hoofdcommissaris van het Nederlandsch-Indische Roode Kruis, bedoeld in arti- kel 41 dezer statuten, alle gevraagde voorlichting en medewerking.

6. Van beslissingen van het dagelijksch bestuur der vereeniging kunnen de afdeelingsbesturen in beroep komen bij het Centraal Comité.

Artikel 18.

1. Jaarlijks wordt voor 1 Maart een vergadering van de afdeeling gehouden, in welke door het bestuur verslag van den toestand der afdeeling en tevens re- kening en verantwoording over het afgeloopen kalen- derjaar wordt gedaan.

2. Door een of meer personen, staande buiten het afdeelingsbestuur, en die op verzoek van dat bestuur reeds voor het plaats hebben der vergadering de reke- ning en verantwoording hebben onderzocht, wordt daaromtrent verslag uitgebracht.

3. In deze vergadering worden de afgevaardigden en hunne plaatsvervangers aangewezen voor de alge- meene vergadering van de vereeniging te Batavia.

4. Behalve de vergaderingen, welke door het be- stuur worden bijeengeroepen, kunnen 10 leden van de afdeeling bij het bestuur schriftelijk een vergadering aanvragen, met opgave van een toegelicht voorstel, welke vergadering binnen 14 dagen, nadat de aanvrage daartoe bij het bestuur is ingekomen, moet gehouden worden.

Artikel 19.

De afdeelingsbesturen zenden jaarlijks voor den 15den Maart aan het dagelijksch bestuur der vereeni-

13

(9)

ging een door voorzitter en secretaris geteekend verslag over het afgeloopen kalenderjaar. Dat verslag moet een duidelijk beeld geven van den toestand der afdee- ling: een overzicht van hetgeen is verricht en tot stand gebracht, een opgave van het aantal gewone en buiten- gewone leden der afdeeling en de samenstelling van . het bestuur; verder een overzicht van de geldmiddelen en van het personeel en materieel, waarover de afdee- ling de beschikking heeft.

Artikel 20.

Het vereenigingsjaar loopt voor het eerste jaar: van de oprichting der afdeeling tot en met den 31sten De- cember van dat jaar, vervolgens valt het samen met het kalenderjaar.

Artikel 21.

1. Indien het aantal leden van een afdeeling - met inbegrip van het bestuur - gedurende drie achtereen- volgende kalenderjaren minder dan 20 bedraagt, kan de afdeeling door het dágelijksch bestuur der vereeniging worden ontbonden, waarna het bestuur der afdeeling zich belast met de vereffening.

2. Wanneer een afdeeling wordt ontbonden, wor- den alle bezittingen dier afdeeling, welke ook, overge- dragen aan het dagelijksch bestuur der vereeniging, waartoe het afdeelingsbestuur een volledig overzicht van den toestand indient.

VI. Van de onderafdeelingen.

Artikel 22.

Indien een afdeelingsbestuur het gewenscht adJ.t, biLnen het ressort van de afdeeling de in artikel 11 bedoelde taakuitoefening te decentraliseeren, kan het, na verkregen machtiging van het dagelijksch bestuur der vereeniging, binnen zijn ressort onderafdeelingen

14

,

,

'/

in het leven roepen, welke gevestigd kunnen zijn op alle plaatsen buiten de plaats van vestigiog der af- deeling.

Artikel 23.

1. DE onderafdeelingen staan onder de leiding van een bestuur, dat den naam dràagt: "Sub-Comité van het Nederlandsch-Indische Roode Kruis te ... ".

2. Dit bestuur bestaat uit ten minste 3 en ten hoog- ste 5 leden, die allen worden benoemd door het da- gelijksch bestuur van de afdeeling.

3. De onderafdeelingen regelen, onder goedkeuring van het dagelijksch bestuur der afdeeling, de wijze waarop zij zullen werken.

Artikel 24.

De Sub-Comité's staan onder leiding en toezicht van het dagelijksch bestuur der afdeeling en leggen aan laatstgenoemd bestuur verantwoording af over hunne werkzaamheden. Zij staan niet in rechtstreeksch con- tact met het Centraal Comité of het dagelijksch be- stuur der vereeniging, doch hebben zich in alles te wenden tot het dagelijksch bestuur der afdeeling.

Artikel 25.

De bij een onderafdeeling aangesloten leden der ver- eeniging zijn leden van de afdeeling, waaronder de onderafdeeling ressorteert.

VIl. Van decor r esp on d en ten.

Artikel 26.

1. In plaatsen, waar geen afdeeling bestaat, doch het belang van het Roode Kruis het wenschelijk maakt

een vertegenwoordiger te hebben, kunnen - indien deze plaatsen liggen buiten het ressort van een bestaan- de afdeeling - door het dagelijksch bestuur der ver-

15

(10)

eemgmg c!lrrespondenten worden benoemd.

Zij voeren den titel: "Correspondent van het Neder- landsch-Indische Roode Kruis te ... ".

2. De correspondenten trachten de bereiking van het doel der vereeniging zooveel mogelijk te bevorde- ren, met name door het werven van leden en dona- teurs en het aanmoedigen van het geven van geschen- ken. Indien zij een voldoende aantal leden hebben ge- worven, bevorderen zij de oprichting van een afdeeling, na omtrent de wenschelijkheid daarvan overleg te hebben gepleegd met het dJ,gelijksch bestuur der ver- eeniging.

3. Zij maken alle ontvangen bijdragen over aan het dagelijksch bestuur der vereeniging. De door hen in het belang van hun werkzaamheden gemaakte onkosten worden door het dagelijksch bestuur vergoed.

4. Bij oprichting in hunne woonplaats van een af- deeling vervalt he correspondentschap.

VITI. Van het bestuur.

Artikel 27.

1. Het Centraal Comité bestaat uit tenminste 10 leden, van wie één tevens secretaris is. Zij moeten Nederlanders of Nederlandsche onderdanen zijn.

2. De voorzitter en de leden van het Centraal Comité worden benoemd door den Gouverneur-Gene- raal. Benoeming ter vervulling van vacatures in en ter uitbreiding van het Centraal Comité met nieuwe leden geschiedt door den Gouverneur-Generaal op voordracht van het Centraal Comité.

3. Voorzitter, penningmeester, secretaris, benevens vier andere leden van het Centraal Comité moeten gevestigd zijn te Batavia en vormen tesamen het da-

16

\

j

gelijksch bestuur. Indien meer dan de laatstgenoemde vier leden te Batavia woonachtig zijn, beslist het Cen- traal Comité bij gewone meerderheid van stemmen wie in het dagelijksch bestuur zitting nemen. De overige leden worden zoo veel mogelijk gekozen uit vertegen- woordigers van de afdeelingsbesturen.

4. Het dagelijksch bestuur wijst uit zijn midden een vice-voorzitter aan, die bij ontstentenis van den voor- zitter bevoegd is in diens plaats op te treden.

5. De beslissingen van het dagelijksch bestuur moe- ten door ten minste drie leden worden genomen.

6. Een van de leden van het Centraal Comité, bij voorkeur een arts, treedt op als leider van het Jeugd Roode Kruis.

Artikel 28.

1. In geval van oorlog pleegt het Centraal Comité overleg met r.et hoofdbestuur. Leidt dit overleg tot het besluit om hulp te verleenen, dan berust de uitvoe- ring bij het Centraal Comité.

2. Wanneer de aanwezige middelen ontoereikend zijn kan het dagelijksch bestuur zich tot het hoo~dbe­

stuur van het Nederlandsche Roode Kruis wenden ter erlang;"g van ondersteuning.

3. In geval van oodag in Nederlandsch-Indië, zoo ook in tijden van oproer, verzet en andere buitenge- wone omstandigheden, die het noodzakelijk doen zijn dat de wapenen in Nederlandsch-Indië worden opge- vat, regelt het dageliJksch bestuur in overleg met de Commandanten van Land- en Zeemacht de onder den Militair Geneeskundigen Dienst te verleenen hulp.

4. Bij rampen van algemeenen aard besEst het Cen- traal Comité omtrent de ter beschikking te stellen hulp.

17

(11)

Artikel 29.

1. Het Centraal Comité is gerechtigd in naam der vereeniging ,,Het Nederlandsch-IndiSche Roode Kruis"

te handelen, haar aan derden en derden aan haar te verbinden, mitsgaders

zoo

eischend als verwerend in rechten op te treden.

2. De onderteekening van bindende stukken ge- schiedt door den voorzitter en den secretaris. Bij ent- stentenis van den voorzitter teekent in diens plaats de vice-voorzitter; bij ontstentenis van den secretaris tee- kent diens plaatsvervanger.

Artikel 30.

1. Het· Centraal Comité stelt vast de ontwerpen van nieuwe statuten of van wijzigingen van de bestaan- de statuten, die aan het hoofdbestuur ter goedkeuring worden aangeboden.

2. Het bevordert zooveel mogelijk, dat in vredestijd alles gedaan wordt om de vereeniging en hare afdee- lingen voor te bereiden op hetgeen in tijden van oor- log of andere buitengewone omstandigheden van haar gevorderd zal worden.

3. Het onderhoudt de betrekkingen met het hoofd- bestuur in Nederland en verleent daaraan, waar het noodig is, inlichting en raad.

4. Het onderhoudt de betrekkingen met Roode Kruis-organisaties in het Buitenland voor zoover het betreft bijeenkomsten en gedachtenwisselingen van regionalen aard.

5. Het dient dé voordrachten voor benoeming van zijn leden in bij den Crl>uverneur-Generaal.

6. Het maakt het jaarlijks verschijnende verslag der verrichtingen openbaar door den druk en biedt dit

18

den Gouverneur-Generaal, het hoofdbestuur den af- deelingsbesturen en den correspondenten aar:.

Artikel 31.

1. Het dagelijksch bestuur heeft, behoudens verant- woording aan het Centraal Comité, de dagelijksche lei- ding van de vereeniging en is belast met de uitvoering van de besluiten van het Centraal Comité.

2. Behoudens in gevallen, waar het gaat om prin- cipieele of uiterst belangrijke aangelegenheden neemt het dagelijksch bestuur een beslissing. In de genoemde gevallen slechts wanneer deze van spoedeischenden aard zijn. Het kan de voorbereiding van vraagstukken opdragen aan een commissie, uit zijn midden te benoe- men. Aan de vergaderingen van zulke commissies kan ook worden deelgenomen door andere leden van het dagelijksch bestuur.

3. Het geeft verslag \'an zijn verrichtingen aan hel Centraal Comité en doet, zoo noodig, voorstellen.

4. De leden van het dagelijksch bestuur hebben het recht de hulp en voorlichting van leden der vereeni- ging of anderen in te roepen.

5. In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden wordt alle bevoegdheid, in deze statuten toegekend aan de afdeelingen en het Centraal Comité, aan het dagelijksch bestuur gegeven, hetwelk gemachtigd is een gedeelte van die bevoegd- heid over te dragen hetzij aan de in deze statuten ge- noemde organen, hetzij aan anderen.

Artikel 32.

1. De voorzitter leidt en regelt de werkzaamheden van het Centraal Comité en van het dagelijksch he- stUUl".

19

(12)

2. Hij leidt de bestuurs- "n de algemeene verga- deringen van de vereeniging en teekent met den secretaris de notulen.

3. Hij is bevoegd de leiding der vergaderingen en de regeling der werkzaamheden aan den vice-voor- zitter op te dragen.

4. Hij onderteekent met den secretaris de bindende stukken.

5. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen dool' den vice-voorzitter.

Artikel 33.

1. De voorzitter doet de leden schriftelijk tot de vergadering van het Centraal Comité oproepen.

2. Geen besluit kan genomen worden over een onderwerp, dat niet in den oproepingsbrief is vermeld, indien minder dan de helft der leden aanwezig is. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schrif- telijk. Besluiten over zaken worden genomen bij meer- derheid van stemmen; bij staking van stemmen beslist de voorzitter. lndien bij keuze van personen bij eerste stemming geen volstrekte mt'erderheid is verkregen, dan heeft nogmaals een vrije stemming plaats. Mocht wederom geen volstrekte meerderheid verkregen zijn, dan heeft een herstemming plaats tusschen de twee candidaten, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben vereenigd. lngeval bij herstem- ming de stemmen staken, beslist het lot. Blanco stem- biljetten tellen niet mede; de meerderheid der uitge- brachte stemmen beslist.

Artikel 34.

1. De secretaris opent alle inkomende stukken. Hij teekent de notulen met den voorzitter evenals de bin-

20

dende stukken, bedoeld in artikel 29.

2. Hij stelt het jaarverslag samen, dat uiterlijk 15 April aan de goedkeuring van het Centraal Comité dient te worden onderworpen en na verkregen goed- keuring door den voorzitter mede wordt onderteekend.

3. Hij is bevoegd zelfstandig correspondentie te voeren voor zoover daarin geen beslissingen worden genomen.

4. Hij beheert het archief in de boekerij van de vereeniging.

5. Bij afwezigheid van den secretaris worden diens werkzaamheden, zoo noodig, tijdelijk verricht door een van de leden van het dagelijksch bestuur.

6. Aan de secretaris kunnen worden toegevoegd een of meer adjunct-secretarissen, die bij ontstentenis van den secretaris in diens plaats tredEn.

Artikel 35.

1. De penningmeester is belast met het in ontvangst nemen der gelden voor de vereeniging bestemd; de uit- betaling van gelden VOOr rekening van de vereeniging;

de belegging van gelden aan de vereeniging toebehoo- rende; de bewaarneming van de eHecten van de ver- eeniging.

2. Hij houdt geregeld boek van alle ontvangsten en uitgaven. en doet aan het Centraal Comité jaarlijks voor 1 Maart rekening en verantwoording van zijn geldelijk beheer over het verstreken dienstjaar:

Artikel 36.

Het Centraal Comité benoemt uit zijn midden een commissie, bestaande uit drie leden, die in het bizon- der belast is met het transportwezen; zij wijzen uit hun midden een voorzitter aan, die den titel voert van

21

(13)

c 0 m mis s a 1" i s voo r tra n spo r t w e ze D. Deze commissie heeft tot taak :

het verzamelen van gegevens omtrent tran.portper- soneel en de .hulpmiddelen, welke in oorlogstijd ter beschikking van den Militair Geneeskundigen Dienst gesteld zullen worden;

het hepalen, in overleg met de betrokken militaire autoriteiten, op welke wijze bij eventueele mobilisatie het beschikbaar gesteld personeel en materieel in wer- king wordt gebracht;

het regelen, met het Legerbestuur, van de wijze, waarop distinctieven, Roode Kruis-armbanden, identi- teitsbewijzen enz. worden aangeschaft, gereed gemaakt en opgelegd;

het bevorderen van de vorming van goed geoefend en uitgerust personeel en van de aanschaffing van materieel tot vervoer van zieken en gewonden;

het geven van advies in alle zaken, kleeding, uitrus- ting en materieel betreffende.

Artikel 37.

Het Centraal Comité benoemt uit zijn midden een commissie, bestaande uit drie leden, die in het bizonder belast is met het ziekenhuiswezen; zij wijzen uit hun midden een voorzitter aan, die den titel voen van co m mis sar i s voo r zie ken b u i s w e zen.

Deze commissie heeft tot laak:

het. in overleg met de betrokken militaire autoritei- ten, nemen van de voorbereidende maatregelen om volledig ingerichte en wat personeel en materieel be- treft goed uitgeruste noodziekeninrichtingen gereed te bebben;

het bevorderen van de opleiding tot Roode Kruis-

22

verpleegsters en -verplegers, -helpstels en -helpers;

het vormen van mobiele geneeskundige formaties.

Artikel 38.

Het bestuurslid, in het bizonder belast met de alge-

meene leiding van het Jeugd Roode Kruis, voert den

titel van commissaris voor het Jeugd R 0 0 de K r u i s en heeft tot taak, zorg te dragen voor strikte toepasing van het reglement voor het Ne- derlandsch-Indische Jeugd Roode Kruis, en de daarin omschreven doelstellingen zoo goed mogelijk tot ver- wezenlijking te brengen.

Artikel 39.

Het bestuurslid, in het bizonder belast met de pro- paganda, voert den titel van c 0 m mis sar i 5 voo r pro p a g a n d a en heeft tot taak:

het voordragen van correspondenten in plaatsen, waar naar zijp. meening behoefte aan een zoodanigen functionaris bestaat;

het onderhouden van regelmatig contact met en het verstrekken van raad en voorlichting aan de corres- pondenten;

het stimuleeren van de oprichting en het activeeren van de werkzaamheid van nieuwe afdeelingen zoome- de het onderhouden van regelmatig contact met be- staande afdeelingen;

het voorbrengen van voorstellen ter verbreiding van de belangstelling voor het Roode Kruis en het werk der vereeniging.

Artikel 40.

Het Centraal Comité vergadert ten minste tweemaal per jaar. Voorts, zoo dikwijls de voorzitter dit noodig oordee1t of op gemotiveerd verzoek van vijf zijner leden.

23

(14)

IX. Van de gedelegeerden bij het Lege r.

Artikel 41.

1. In geval van mobilisatie wordt aan den Inspec- teur van den Militair Geneeskundigen Dienst, aan het Hoofdkwartier van het Veldleger, zoomede aan door den Legercommandant nader aan te wijzen onderdee- len van het Leger, een gedelegeerde van het Roode Kruis toegevoegd.

2. De gedelegeerde, toegevoegd aan den Inspecteur van den Militair Geneeskundigen Dienst, draagt den titel van hoofdcommissaris van het Nederlandsch-In- dische Roode Kruis en heeft onder dien Inspecteur, de algemeene leiding van de vrijwillige hulpverleening.

3. De gedelegeerde, toegevoegd aan het Hoofdkwar- tier van het Veldleger, draagt den titel van commis- saris van het Nederlandsch-Indische Roode Kruis bij het Veldleger en heeft, onder den Legerarts, de alge- meene leiding van de vrijwillige hulpverleening.

4. De overige gedelegeerden dragen den titel van commissaris van het Nederlandsch-Indische Roode Kruis met toevoeging van de benaming van het onder- deel, waarbij zij in dienst zijn gesteld; zij hebben onder den arts van het betrokken onderdeel, de algemeene leiding van de vrijwillige hulpverleening.

Artikel 42.

De gedelegeerden worden door den Gouverneur- Generaal, op voordracht van het dagelijksch bestuur der vereeniging, dat daaromtrent vooraf overleg pleegt met den Legercommandant, benoemd.

24

X Van het Informatiebureau en de b ij zon der e c 0 m mis s i e, a I s bed 0 e I d bij Kon i n k I ij k bes I u i t van 28 M a art 1925.

Artikel 43.

In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten- gewone omstandigheden zal de vereeniging in werking hebben een bureau en een bizondere commissie (com- mission spéciaIe) , als genoemd sub I c ~n cl van arti- kel 3 van het Koninklijk besluit van 28 Maart 1925 (Nederlandsch Staatsblad 1925 No. 126).

Vorenbedoeld bureau en commissie vormen tesamen het Informatiebureau, onder een Directeur van het Informatiebureau, hetwelk zijn taak verricht in samen- werking met het Hoofd der 1ste Afdeeling van het Departement van Oorlog.

De bizondere commissie wordt, overeenkomstig het gestelde sub IV van artikel 3 van bovengenoemd Ko- ninklijk besluit, door het Centraal Comité der vereeni- ging in vredestijd ingesteld.

In deze commissie hebben zitting een hoofd en twee commissieleden, benoemd door het Centraal Comité der vereeniging.

XI. Van de geldmiddelen.

Artikel 44.

1. Het Centraal Comité heeft de beschikking over een bij de Javasche Bank berustend kapitaal.

2. De rente van dat kapitaal, alsmede de bijdragen, bedoeld in artikel 7 dezer statuten, worden door het Centraal Comité gebruikt ter bestrijding van de uit- gaven van eigen huishouding, en in het algemeen voor alle uitgaven, welke in het belang van de vereeniging noodig zijn.

25

(15)

3. Voor noodzakelijke groote uitgaven kan het ka- pitaal worden aangesproken.

XII. Van de algemeene vergadering.

Artikel 45.

De algemeene vergadering bestaat uit de leden van het Centraal Comité, de correspondenten en de afge- vaardigden der afdeelingen.

Artikel 46.

1. Het Centraal Comité kan desgewenscht een al- gemeene vergadering bijeenroepen, welke wordt ge- houden te Batavia. Indien tenminste drie afdeelingen een met redenen omkleed verzoek daartoe indienen, is het Centraal Comité verplicht tot de bijeenroeping van een algemeene vergadE'ring over te gaan.

2. In deze al~meene vergadering worden aige- meene vraagstukken betreffende de werkzaamheden van de vereeniging en hare afdeelingen behandeld en de richtlijnen voor de naaste toekomst vastgesteld.

3. De oproepingsbrief, bevattende de agenda, wordt tenminste een maand vóór den dag der vergadering gezonden aan de leden van het Centraal Comité, de afdeelingsbesturen en de correspondenten.

Artikel 47.

1. Iedere afdeeling en correspondent is bevoegd tenminste tien dagen vóór den dag der vergadering, schriftelijk voorstellen in te dienen bij het Centraal Comité, dat die voorstellen alsnog op de agenda plaatst.

2. De aanvullingsagenda wordt tenminste vijf da- gen vóór den dag der vergadering aan de leden van het Centraal Comité en aan de afdeelingsbesturen gezonden.

26

Artikel 48.

1. De leiding van de vergadering berust bij den voorzitter, die bevoegd is deze geheel of voor een deel op te dragen aan den vice-voorzitter.

Z. Bij afwezigheid van den voorzitter treedt de vice- voorzitter op, bij afwezigheid ook van dezen, de oudste in jaren der aanwezige leden van het dagelijksch be- stuur.

Artikel 49.

De secretaris van het Centraal Comité draagt zorg voor de notulen der algemeene vergadering, welke voor goedkeuring onderteekend worden door den voor- zitter of dengene, die hem vervangen heeft en tevens door den secretaris.

XIII. Van het bij wonen der algemeene vergaderingen van het

Nederlandsche Roode Kruis.

Artikel 50.

De twee afgevaardigden, die de vereeniging het recht heeft ter algemeene vergadering te zenden, hebben dezelfde rechten als de afgevaardigden der afdeelingen van het Nederlandscbe Roode Kruis.

27

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

COl'nelis Batavia Batavia BataVia Batavia BataVia Batavia Batavia Bandoeng Buitenzorg (?) Kediri (?) Balikpapan Soerabaja Batavia Bandoeng ( ?) Semarang Soerabaja

hulpverleening in oorlogstijd: de z.g.oorlogstaak. hulpverleening in tijd van vrede: de vredestaak. Nóg vaart gelukkig een stroom van alschuw door de wereld voor wat

Published by OCP Publications For Europe: Small Stone Media

Heer Jezus, door Uw pijn en nood mocht Gods straf verdwijnen.. Heer Jezus, door genade groot bleef Gods

EGYPTE • Vorige eeuw streden christenen (Kopten) en moslims zij aan zij voor de onafhankelijk- heid, vandaag staat de samenho- righeid zwaar onder druk door het

Die bronzen sculptuur stelt een levensgrote man voor – de kunstenaar zelf – die een kruis balanceert op zijn uitgestoken hand.. Het werk is aangekocht door een

Hij vertelt hoe zijn echtgenote zich erdoor gesteund weet om als vrijwilliger in een parochie om te gaan met spanningen en samen te werken in respect voor

In het vica- riaat van Noord-Arabië zijn er welgeteld vijf kerkgebouwen, maar het aantal christenen blijft er aangroeien, niet zozeer door evangelisatie –