• No results found

Artikelsgewijze wijzigingen verordeningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Artikelsgewijze wijzigingen verordeningen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 Artikelsgewijze wijzigingen verordeningen

Maatregelenverordening WWB Asten 2013

De Maatregelenverordening WWB Asten 2012 1e wijziging wordt als volgt gewijzigd:

A In het tweede lid van artikel 1 ‘Begripsomschrijving’ komt onderdeel n

‘Benadelingsbedrag’ te vervallen en komt in plaats daarvan een nieuw onderdeel n met als opschrift: Recidiveboete.

Onderdeel n luidt als volgt:

Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de wet.

B Onder vernummering van de onderdelen o tot en met r tot de onderdelen p tot en met s wordt in het tweede lid van artikel 1 ‘Begripsomschrijving’

een nieuw onderdeel o ingevoegd met als opschrift: beslagvrije voet.

Onderdeel o luidt als volgt:

Beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

C In het tweede lid van artikel 3 ‘Berekeningsgrondslag’ komt onderdeel c te vervallen. Onderdeel d wordt vernummerd tot onderdeel c en daarin wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 16.’ gewijzigd in ‘als bedoeld in artikel 13.’.

D In het tweede lid van artikel 5 ‘Horen van belanghebbende’ komen de onderdelen c en d te vervallen.

E Onderdeel b van het eerste lid van artikel 6 ‘Afzien van het opleggen van een maatregel’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden.

F In het eerste lid van artikel 8 ‘Recidive en cumulatie’ komt in de laatste zin de zinsnede ‘, of een schriftelijke waarschuwing, bedoeld in artikel 11, derde lid, en artikel 13, tweede lid.’ te vervallen.

G Hoofdstuk 3 ‘Niet nakomen van de inlichtingenplicht’ en hoofdstuk 4 ‘Het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht’ en de daarin opgenomen bepalingen komen te vervallen.

H Hoofdstuk 5 tot en met hoofdstuk 9 worden vernummerd tot hoofdstuk 3 tot en met hoofdstuk 7.

I In het tot hoofdstuk 3 vernummerde hoofdstuk 5 ‘Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ wordt artikel 15 ‘Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ vernummerd tot artikel 11.

J Na artikel 11 wordt in hoofdstuk 3 een nieuw artikel 12 ingevoegd met als opschrift: Maatregel bij verlies van een passende en toereikende

voorliggende voorziening door toepassing van een bestuurlijke boete, luidende:

(2)

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 11 wordt, indien

belanghebbende(n) geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht, gedurende een tijdvak van drie maanden gerekend vanaf de start van de verrekening, in de eerste maand een maatregel opgelegd van 100% van de

bijstandsnorm.

2. In de tweede en derde maand van het tijdvak van drie maanden als bedoeld in het eerste lid, wordt de maatregel gematigd tot 20% van de bijstandsnorm. Artikel 2, vierde lid, van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Asten 2013 is hierbij van

overeenkomstige toepassing.

K In het tot hoofdstuk 4 vernummerde hoofdstuk 6 ‘Zeer ernstige gedragingen’ wordt artikel 16 vernummerd tot artikel 13.

L In het tot hoofdstuk 5 vernummerde hoofdstuk 7 ‘Overige verplichtingen’

worden de artikelen 17 tot en met 20 vernummerd tot de artikelen 14 tot en met 17.

M In het tot hoofdstuk 6 vernummerde hoofdstuk 8 ‘Regels bestrijding misbruik’ wordt artikel 21 vernummerd tot artikel 18.

N In het tot hoofdstuk 7 vernummerde hoofdstuk 9 ‘Slotbepalingen’ worden de artikelen 22 en 23 vernummerd tot de artikelen 19 en 20.

Wijzigingen in de Algemene toelichting op de verordening:

In de Algemene toelichting komt onder het kopje ‘De relatie met het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ 2004)’ de tekst van de 2e alinea te vervallen in verband met de inwerkingtreding van de “Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW-wetgeving”.

In de 5e alinea wordt in de 1e zin de zinsnede ‘De in hoofdstuk 5 en 6 opgenomen gedragingen’ gewijzigd in ‘De in hoofdstuk 3 en 4 opgenomen gedragingen’. In de laatste zin wordt de zinsnede‘, bedoeld in het derde lid van artikel 15’ gewijzigd in

‘, bedoeld in het derde lid van artikel 11’.

Wijzigingen in de Artikelsgewijze toelichting op de verordening:

Onderdeel B

In de toelichting op artikel 1 ‘Begripsomschrijving’ wordt onder lid 2 in de 2e alinea ‘onderdeel o’ gewijzigd in ‘onderdeel p’.

Onderdeel E

In de toelichting op artikel 6 ‘Afzien van het opleggen van een maatregel’ komt onder het eerste lid de laatste alinea te vervallen.

Onderdeel G

Hoofdstuk 3 ‘Niet nakomen van de inlichtingenplicht’ en hoofdstuk 4 ‘Het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht’ en de daarin opgenomen bepalingen komen te vervallen. Zo in de toekomst schending van de

inlichtingenplicht wordt geconstateerd, levert dit een beboetbare gedraging op.

De in de verordening opgenomen bepalingen rond de maatregel vanwege schending inlichtingenplicht komen daarom te vervallen.

(3)

Onderdeel H

In de toelichting wordt hoofdstuk 5 tot en met hoofdstuk 9 vernummerd tot hoofdstuk 3 tot en met hoofdstuk 7.

Onderdeel I

In de toelichting op het tot artikel 11 vernummerde artikel 15 ‘Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ wordt onder lid 2+3 in de 2e alinea in de 2e zin de zinsnede ‘is uitgewerkt in artikel 19 van deze verordening.’ gewijzigd in ‘is

uitgewerkt in artikel 16 van deze verordening.’.

Onder lid 7 wordt in de 5e alinea de zinsnede ‘zoals verwoord in artikel 15, eerste lid,’ gewijzigd in ‘zoals verwoord in artikel 11, eerste lid,’.

Onderdeel J

Deze bepaling houdt verband met het wegvallen van rechten op passende en toereikende voorliggende voorzieningen (denk bijv. aan de WW) zodra aldaar een bestuurlijke boete wordt opgelegd vanwege het herhaaldelijk schenden van de inlichtingenplicht.

Door de “Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving” wordt ook het sanctieregime in de overige sociale zekerheidswetten aangescherpt. In wezen wordt een vergelijkbaar boeteregime ingevoerd (boete ter hoogte van de te veel ontvangen uitkering en bij recidive 150% daarvan) zij het dat de

uitvoeringsorganisaties (UWV, SVB en Gemeente (voor wat betreft de IOAW en IOAZ)) het uitstaande boetebedrag voor een termijn van vijf jaren in beginsel dienen te verrekenen zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. Dit houdt in dat belanghebbenden zodra de verrekening wordt geëffectueerd in beginsel geen beschikking hebben over hun uitkering en indien andere middelen ontbreken, zullen zij dan een beroep moeten doen op de bijstand.

In beginsel wordt het feit dat het recht op een passende en toereikende

voorliggende voorziening teloor is gegaan, aangemerkt als tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Een en ander levert daarom maatregelwaardig gedrag op, op basis waarvan de bijstand kan worden verlaagd. De huidige

maatregelenverordening mist echter een bepaling die volledig is toegesneden op deze situatie. Het hier voorgestelde artikel wil in die leemte voorzien. Het artikel is daarbij zo geredigeerd dat belanghebbende in beginsel in een feitelijk met de recidiverende bijstandsgerechtigde vergelijkbare situatie terecht komt.

Specifiek is voor de effectuering van de verrekening en niet voor de datum van oplegging van de boete gekozen als startpunt van de drie maandentermijn. Een en ander houdt verband met het feit dat de verrekeningstermijn in deze vijf jaren bedraagt. Ook wanneer de boete wordt opgelegd op een tijdstip dat hij niet afhankelijk is van enige uitkering is de kans dat hij vanwege de verrekening op een bepaald moment rechten niet te gelde kan maken reëel.

Opgemerkt zij nog dat de bepaling in welke situaties worden benoemd op basis waarvan de verrekening enkel met in achtname van de beslagvrije voet wordt toegepast (artikel 3 van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Asten 2013), niet van overeenkomstige toepassing is verklaard. Dit houdt verband met het feit dat het hier niet om verrekenen maar om het verlagen van de bijstand gaat. Bij verlaging van de bijstand is artikel 18, eerste lid, van de Wet werk en bijstand van toepassing. Dat houdt in dat de verlaging zal moeten worden afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbende. In dat kader kan ook rekening worden gehouden met situaties die om een beperktere verlaging vragen.

(4)

Onderdeel K tot en met N

In de toelichting worden de artikelen 16 tot en met 23 vernummerd tot de artikelen 13 tot en met 20.

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2013

De Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2012 wordt als volgt gewijzgd:

A In het tweede lid van artikel 1.1 ‘Begripsomschrijving’ wordt onderdeel e

‘Uitkeringsnorm’ gewijzigd en komt te luiden:

Uitkeringsnorm: de op belanghebbende van toepassing zijnde netto grondslag, bedoeld in artikel 5, vierde of zesde lid, IOAW, en de netto grondslag, bedoeld in artikel 5, vierde lid, IOAZ.

B In het tweede lid van artikel 1.1 ‘Begripsomschrijving’ komt onder

vernummering van de onderdelen i tot en met n tot de onderdelen h tot en met m, onderdeel h ‘Benadelingsbedrag’ te vervallen.

C In het eerste lid van artikel 1.2 ‘Het opleggen van een maatregel’ wordt in de eerste zin de zinsnede ‘een verplichting als bedoeld in artikel 13

IOAW/IOAZ’ gewijzigd in ‘een verplichting als bedoeld in artikel 13, tweede en vierde lid, IOAW/IOAZ’ en wordt de zinsnede ‘-anders dan de

verplichting, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel c IOAZ-‘ gewijzigd in ‘-anders dan de verplichting, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel a en c, IOAW/IOAZ-‘. Het tweede lid komt te vervallen alsmede de

nummering voor het eerste nu enige lid.

D In het derde lid van artikel 1.4 ‘Hoogte en duur van de maatregel’ komt in de laatste zin de zinsnede ‘, of een schriftelijke waarschuwing, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, en artikel 4.3, tweede lid.’ te vervallen.

E In het tweede lid van artikel 1.6 ‘Horen van belanghebbende’ komt onderdeel c te vervallen.

F Onderdeel b van het eerste lid van artikel 1.7 ‘Afzien van het opleggen van een maatregel’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden.

G In de aanhef van artikel 2.1 ‘Indeling in categorieën’ wordt de zinsnede

‘bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel c IOAW/IOAZ’ gewijzigd in

‘bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel a en c, IOAW/IOAZ’.

H In het tweede lid van artikel 2.1 ‘Indeling in categorieën’ krijgt onderdeel a een andere inhoud en komt te luiden:

het niet dan wel niet tijdig voldoen aan een oproep om in verband met de arbeidsinschakeling op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen.

I Het tweede en derde lid van artikel 2.2 ‘De hoogte en duur van de

maatregel’ komen te vervallen alsmede de nummering voor het eerste nu enige lid.

J Het opschrift van artikel 3.2 wordt gewijzigd in ‘Niet verkrijgen of aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid’.

(5)

K In het eerste lid van artikel 3.2 ‘Niet verkrijgen of aanvaarden van

algemeen geaccepteerde arbeid’ wordt de zinsnede ‘een uitkering ontvangt op basis van de IOAW en hij weigert hem aangeboden algemeen

geaccepteerde arbeid te aanvaarden.’ gewijzigd in ‘een uitkering ontvangt op basis van de IOAW/IOAZ en hij door eigen toedoen geen algemeen geaccepteerde arbeid verkrijgt, of weigert hem aangeboden algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden.’.

L Het tweede lid van artikel 3.2 ‘Niet verkrijgen of aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

De hoogte van de maatregel is gelijk aan het gestelde in artikel 2.2 onderdeel b.

M Hoofdstuk 4 ‘Niet nakomen van de inlichtingenplicht’ en de daarin opgenomen bepalingen komen te vervallen.

N Hoofdstuk 5 ‘Overige gedragingen die leiden tot een maatregel’ wordt vernummerd tot hoofdstuk 4 en artikel 5.1 wordt vernummerd tot artikel 4.1.

O Hoofdstuk 6 ‘Regels bestrijding misbruik’ wordt vernummerd tot hoofdstuk 5 en artikel 6.1 wordt vernummerd tot artikel 5.1.

P Hoofdstuk 7 ‘Slotbepalingen’ wordt vernummerd tot hoofdstuk 6 en artikel 7.1 wordt vernummerd tot artikel 6.1.

Wijzigingen in de Artikelsgewijze toelichting op de verordening:

Onderdeel B

In de toelichting op het tweede lid van artikel 1.1 ‘Begripsomschrijving’ wordt onderdeel i vernummerd tot onderdeel h en onderdeel k tot onderdeel j.

Onderdeel F

In de toelichting op artikel 1.7 ‘Afzien van het opleggen van een maatregel’ komt het 2e gedeelte van de tweede alinea te vervallen.

Onderdeel G

In de toelichting op artikel 2.1 ‘Indeling in categorieën’ wordt in de eerste zin van de eerste alinea de zinsnede ‘verband houden met het niet aanvaarden’ gewijzigd in ‘verband houden met het niet verkrijgen of aanvaarden’.

Onderdeel I

De bestaande toelichting van artikel 2.2 ‘De hoogte en de duur van de maatregel’

wordt gewijzigd in: In dit artikel is de hoogte van de maatregel in procenten van de grondslag van de twee categorieën van artikel 2.1 opgenomen.

Onderdeel M

Hoofdstuk 4 ‘Niet nakomen van de inlichtingenplicht’ en de daarin opgenomen bepalingen komen te vervallen. Zo schending van de inlichtingenplicht wordt geconstateerd, levert dit een beboetbare gedraging op. De in de toelichting opgenomen bepalingen rond de maatregel vanwege schending inlichtingenplicht komen daarom te vervallen.

(6)

Onderdeel N tot en met P

In de toelichting worden de hoofdstukken 5, 6 en 7 vernummerd tot de

hoofdstukken 4, 5 en 6 en de artikelen 5.1, 6.1 en 7.1 worden vernummerd tot de artikelen 4.1, 5.1 en 6.1.

Toeslagenverordening WWB Asten 2013

De Toeslagenverordening WWB Asten 2012 1e wijziging wordt als volgt gewijzigd:

A. Het eerste lid van artikel 2 ‘Toepasselijkheid’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

De bepalingen in deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder maar jonger dan de AOW-leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen in deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder maar jonger dan de AOW-leeftijd zijn.

Wijzigingen in de Algemene toelichting op de verordening:

In onderdeel 2 ‘Norm, toeslag en verlaging’ van de algemene toelichting op de verordening wordt onder het kopje ‘Norm’ in de eerste zin de zinsnede ‘tot 65 jaar’ gewijzigd in ‘tot de AOW-leeftijd’.

In onderdeel 3 ‘De Toeslagenverordening’ van de algemene toelichting op de verordening wordt onder het kopje ‘Categorieën’ in de laatste zin de zinsnede

‘jonger dan 65 jaar’ gewijzigd in ‘jonger dan de AOW-leeftijd’.

Wijzigingen in de Artikelsgewijze toelichting op de verordening:

Artikel 2. Toepasselijkheid

In de eerste alinea van de toelichting wordt in de eerste zin de zinsnede ‘de leeftijdscategorie van 21 tot 65 jaar’ gewijzigd in ‘de leeftijdscategorie van 21 jaar tot de AOW-leeftijd”.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Lees deze Privacy Policy aandachtig door, want het bevat essentiële informatie over hoe uw persoonsgegevens worden verwerkt en welke cookies worden gebruikt.. Door het verstrekken

Indien de gebruikte installaties en het gebruikte materieel onvoldoende worden opgeborgen of opgeruimd in samenwerking met de gebruikers, zullen aan deze de

beperken. De centrales zijn geschikt voor het opwekken van elektriciteit met behulp van andere brandstoffen dan kolen. Zo blijkt uit onder andere de vergunningen van de

De opleiding tot accountant omvat bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen vakgebieden en voldoet aan de eindtermen, bedoeld in artikel 45, tweede lid, onderdeel a, die

Op basis van dit besluit dient degene een bouwwerk gebruikt, tenzij het betreft een gebruik uitsluitend als woonfunctie als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van het Bouwbesluit

Een verzoek om herziening van, dan wel een bezwaarschrift tegen, een aanslag onroerende-zaakbelastingen die is bekendgemaakt en verenigd in één geschrift met een in artikel 22,

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap ingevolge artikel 91, eerste

Het NMI deelt uw persoonsgegevens alleen met derden indien dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst met de klant en de nakoming door de klant van zijn ver-