J. Ruysseveldt 1
Fiscale aspecten bij internationale
successieplanning
MD Seminars – 1 april 2021
Inleiding
Agenda
Analyse criteria waarop erf- en schenkbelastingen worden gehanteerd?
Welke bepalingen geven aanleiding tot mogelijks dubbele belasting of soms vrijstelling?
Algemeen overzicht van tarieven, vrijstellingen en
verminderingen inzake erf- en schenkbelastingen: België (vanuit Vlaamse invalshoek), Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, Monaco, Italië,
Groothertogdom Luxemburg, Portugal, Oostenrijk, Gibraltar
1
Inleiding
Inleiding: aanknopingspunten (criteria) om erf- en schenkbelasting te heffen
Hoofdcriterium: woonplaats of nationaliteit
Woonplaats
Nationaliteit
Al dan niet tijdsgebonden
Secundair criterium: ligging goederen
Vastgoed
Situsgoederen
Conflicten: dubbele belastingen
Via verdagen
Via eenzijdige verrekenregels
J. Ruysseveldt 3
1. België
1.1. Hoofdcriterium: erflater is ‘rijksinwoner’
Successierecht
indien erflater in België zijn fiscale woonplaats (domicilie) of zijn zetel van zijn vermogen heeft (art. 1.1.0.0.2, lid 1, 18° VCF)
Regionale materie (vanuit Vlaamse invalshoek)
Belasting op wereldvermogen
min bestaande schulden (art. 2.7.3.1.1. lid 1 VCF)
Begrip rijksinwoner
Feitelijk criterium + beoordeling in de tijd (lokalisatiecriterium) – zie hierna enkele toepassingen
Begrip ‘domicilie’
‘feitelijke verblijfplaats’: wettelijke woonplaats is niet determinerend – zie hierna
Begrip ‘zetel van zijn vermogen’
plaats van waaruit erflater zijn goederen beheerde en er toezicht over hield
ligging zelf van goederen is zonder enig belang
nationaliteit erflater is irrelevant
3
België
Regionale materie (Vlaamse Gewest)
Lokalisatiecriterium
Voormeld onderscheid tussen successierecht en recht van overgang heeft ook zijn impact op toewijzing van belasting aan respectieve gewesten
Elk gewest heeft zijn eigen en dus ook verschillende tarieven, vrijstellingen en verminderingen
Voor successierecht (rijksinwoner) wordt belasting geheven op plaats waar erflater, op ogenblik van zijn overlijden, zijn domicilie of fiscale woonplaats had
Voor heffing successierecht is laatste hoofdverblijfplaats van erflater niet sluitend
Heeft erflater in de 5 jaren voorafgaand aan zijn overlijden zijn fiscale woonplaats in verschillende gewesten gehad, dan zal aangifte moeten ingediend worden in het gewest waar de erflater gedurende die periode het langst zijn fiscale woonplaats heeft gehad
Art. 7 Bijz. W. 13 juli 2001 tot wijziging van art. 5 § 2 Bijz. W. 16 januari 1989
J. Ruysseveldt 5
België
Begrip rijksinwoner – Feitenkwestie - Toepassingen
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Rb. Brussel 31 oktober 1991 - Is niet-rijksinwoner, op basis van volgende feiten:
wettelijke domicilie erflater en echtgenote was in Monaco; geschrapt uit bevolkingsregisters van gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe
hoewel erflater eigenaar was van zijn huis gelegen te Sint- Lambrechts-Woluwe had hij geen genot meer, aangezien woning vóór zijn uitschrijving naar Monaco in huur werd gegeven voor een termijn van 9 jaar aan bvba van twee zonen
uitkering in België aan erflater van zelfstandigenpensioen op binnenlandse postrekening, is niet relevant r.h.m. gering belang van deze inkomsten - het is zeker niet v/d inkomsten van zijn pensioen dat erflater met zijn echtgenote in Monaco leefde
bewering dat erflater de zetel van zijn vermogen in België had behouden en dat hij zonder onderbreking het centrum van zijn bedrijvigheid had behouden in zijn huis gelegen aan de Laudylaan te Sint- Lambrechts-Woluwe werd niet bewezen daar fiscus geen enkel document kon voorleggen uit Sint-Lambrechts-Woluwe
erflater en zijn echtgenote vervulden sedert meerdere jaren hun aangifteplicht voor inkomstenbelastingen in de hoedanigheid van niet-verblijfhouders
5
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Rb. Nijvel, 4 november 2004 - Is rijksinwoner, op basis van volgende feiten:
Erflater was ingeschreven in bevolkingsregisters v/e gemeente van het Rijk
Erflater had in België aangifte in personenbelasting ingediend voor inkomsten die hij ontvangen had tijdens de jaren voorafgaand aan zijn overlijden
De officiële akten vermeldden Belgische gemeente als woonplaats
Volgende feiten waren voor rechtbank niet doorslaggevend om te besluiten tot het niet- rijksinwonerschap van erflater:
betalen van facturen i.v.m. water, gas, elektriciteit, telefoon, verzekeringen m.b.t. huis in Frankrijk
bezit wagen in Frankrijk
bezit Franse kiezerskaart
J. Ruysseveldt 7
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Luik, 24 april 1996 - Is niet-rijksinwoner, op basis van volgende feiten (inkomstenbelasting):
betrokkene is ingeschreven in bevolkingsregister van Monaco
is in bezit van Monegaskische verblijfsvergunning en rijbewijs
betrokkene huurde in Monaco achtereenvolgens verschillende appartementen en is aangesloten op telefoon-, water-, gas- en elektriciteitsnet
feit dat betrokkene in België een woning behoudt en rekening heeft bij Belgische bank, is voor het hof niet bepalend. Vaststelling dat Belgische rekening slechts gebruikt wordt voor het doen van noodzakelijke verrichtingen, is volgens hof een indicatie dat betrokkene zijn patrimoniale belangen niet vanuit België beheert
omstandigheid dat beroepswerkzaamheid van belastingplichtige zich verder hoofdzakelijk in België situeert, is voor het hof geen beletsel om de delocalisatie te aanvaarden
7
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Antwerpen, 20 juni 2000 - Is niet-rijksinwoner, op basis van volgende feiten (inkomstenbelasting):
Domiciliëring van betrokkene in Spanje
Schrapping uit bevolkingsregister in België
Het ontbreken van beroepsactiviteit in België
Geen bezit van financiële rekeningen in België
Betalen van belasting in Spanje en het sinds zijn vertrek niet meer belast zijn in België gedurende meerdere jaren
Het sinds zijn vertrek niet meer opgeroepen worden in België om zijn kiesverplichtingen te voldoen
J. Ruysseveldt 9
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Gent, 24 juni 2008 - Is rijksinwoner, op basis van volgende feiten (inkomstenbelasting)
Uitschrijving uit Belgische bevolkingsregisters en indiening van belastingaangifte in Frankrijk door Belgisch koppel niet voldoende om te besluiten tot Frans rijksinwonerschap
Echtgenoten reageerden onmiddellijk op post ontvangen op hun Belgisch adres
Man was directeur van bedrijf met vestiging in België, waardoor hij permanent bereikbaar diende te zijn voor zijn Belgische cliënten
Echtgenoten hadden verschillende Belgische bankrekeningen
Echtgenoten konden geen bewijs leveren van uitgaven in Frankrijk
9
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Luik, 30 november 2005 - Is rijksinwoner, op basis van volgende feiten:
Erflater, die altijd Belgische nationaliteit behouden had en die zich na steeds in het buitenland gewerkt en gewoond te hebben een klein jaar vóór zijn overlijden opnieuw in België vestigt, toch als rijksinwoner beschouwd
Lijst rekeningen aangehouden door echtgenoten bij bank vermeldt adres te Luik
Franse fiscale overheden bevestigen bij brief van 26 april 2004 dat geen enkele aangifte was ingediend voor inkomsten van na 2000 bij andere Franse territoriale dienst
Aangifte inzake Franse vermogensbelasting ingediend voor het jaar 2000 niet enkel de waarde van de in Frankrijk gelegen goederen aangeeft maar ook deze van de buiten Frankrijk gelegen goederen
Zetel van vermogen van erflater overgebracht naar België op de dag dat hij zich, in juli 2000, gevestigd heeft te Luik
Op ogenblik van zijn overlijden dient hij dus als een rijksinwoner te worden beschouwd
J. Ruysseveldt 11
België
Begrip rijksinwoner - Feitenkwestie
Beoordeling rijksinwoner gebeurt op het ogenblik van overlijden
Antwerpen, 27 februari 2007 – Is rijksinwoner, op basis van volgende feiten:
Erflater en zijn echtgenote kochten op 25 januari 2000 vastgoed te Poppel, waar het echtpaar op 16 juni 2000 gedomicilieerd werd
De erflater overleed te Poppel op 18 juni 2000. In notariële erfrechtverklaring te Nederland staat vermeld dat erflater vóór zijn overlijden te Poppel woonde
Inzake inkomstenbelastingen werd voor de inkomsten van 2000 voor beide echtgenoten een aangifte ingediend in België
Sedert datum van inschrijving bleef echtgenote onafgebroken wonen te Poppel. De echtgenote diende in de hoedanigheid van enige erfgename een aangifte van nalatenschap in waarbij de overledene als rijksinwoner werd bestempeld
11
België
Begrip rijksinwoner
Vlaamse belastingadministratie
Bewijs is voldoende indien erflater op datum overlijden volgens gegevens van bevolkingsregister ingeschreven is in Belgische gemeente
standpunt nr. 15123 van 2 september 2015
J. Ruysseveldt 13
België
1.2. Secundair criterium: ligging goederen
Indien hoofdcriterium (rijksinwoner) niet van toepassing is
Recht van overgang (art. 2.7.3.1.1., lid 2 VCF)
voor niet- rijksinwoner: op waarde onroerende goederen die in Vlaamse Gewest gelokaliseerd zijn en na aftrek schulden (vermeld in art. 2.7.3.4.1, 2delid VCF).
lokalisatiecriterium(art. 2.7.3.2.2 VCF): → indien vastgoed in meerdere gewesten gelegen is
Gewest bevoegd waar onroerende goederen met ‘hoogste’ federaal KI zijn gelegen
Voorbeeld : erflater laat volgende goederen aan zijn kinderen na:
villa te Antwerpen (KI: 2.000 €)
grond te Luik (KI: 500 €)
appartement te Brussel (KI: 1.500 €)
In dit voorbeeld heeft villa te Antwerpen hoogst federaal KI (2.000 €)
Bijgevolg: nalatenschap gelokaliseerd in Vlaamse Gewest voor alle onroerende goederen
13
J. Ruysseveldt 15
België
1.2. Secundair criterium : ligging van goederen
Recht van overgang
Schulden aftrekbaar indien aangevers bewijs leveren dat ze specifiek werden aangegaan om deze onroerende goederen te verwerven of te behouden(art.
2.7.3.4.1, 2delid VCF)
Europees Hof van Justitie (zaak ‘Eckelkamp’) op 11 september 2008
Vlaamse Gewest: decreet 19 december 2008
Brusselse Gewest: ordonnantie 26 augustus 2010 (art. 27 W.Succ.)
Waalse Gewest: decreet 30 april 2009 (art. 1, 2° en 18 en art. 27bis W.Succ.)
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Voorbeeld 1:
Indien woonstaat van erflater (bv. Nederland) successierecht heft over alle goederen in de nalatenschap ongeacht hun aard en ligging, inclusief het in België gelegen onroerend goed en
België heft recht van overgang over het in België gelegen onroerend goed
Voorbeeld 2:
Indien het in buitenland gelegen onroerend goed (bv. Spanje) deel uitmaakt van de nalatenschap van rijksinwoner en wanneer de staat van ligging van het onroerend goed overgaat tot de heffing van een recht vergelijkbaar met het Belgische recht van overgang
15
J. Ruysseveldt 17
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Oplossingen tot vermijding dubbele belasting
Bilaterale overeenkomsten: met Zweden (1956) en Frankrijk (1959)
Voor vastgoed passen deze verdragen het principe van heffingsbevoegdheid v/h land van de ligging van het onroerend goed toe
Voor Zweden is er niet langer successierecht per 1 januari 2005
Eenzijdige nationale verrekenregels
(credit method) Voor wat vererving vastgoed betreft heeft in principe het land van ligging van het onroerend goed voorrang bij het heffen en zal de woonstaat een vrijstelling, teruggave of verrekening verlenen (mits progressievoorbehoud)
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Eenzijdige verrekenregel in België
= correctie taxatie op wereldvermogen v/d rijksinwoner waarbij buitenlandse
onroerende goederen voor 2
demaal belast worden → vermijden dubbele taxatie
art. 2.7.5.0.4, lid 1 VCF (Vlaamse Gewest) art. 17 W.Succ. (Brusselse en Waalse Gewest)
“Als actief nalatenschap v/e rijksinwoner onroerende goederen bevat die in het buitenland liggen en die in dat land aanleiding geven tot het heffen van erfbelasting, wordt het verschuldigde successierecht, in de mate waarin het de belastbare waarde van die goederen treft, verminderd met het bedrag van de in dat land geheven belasting, omgerekend in euro, op datum van betaling van die belasting”
17
J. Ruysseveldt 19
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Eenzijdige verrekenregel in België
art. 2.7.5.0.4, lid 1 VCF (Vlaamse Gewest) art. 17 W.Succ. (Brusselse en Waalse Gewest)
Beperking:
aftrek mag nooit bedrag te boven gaan van erfbelasting dat voor dezelfde goederen verschuldigd zou zijn geweest
Voorbeeld (vastgoed in Spanje)
Indien in Spanje betaalde successiebelasting meer bedraagt dan in België berekende belasting voor dat bepaalde goed, dan is surplus niet in België aftrekbaar.
Indien de belasting in Spanje lager is dan de Belgische belasting, dan blijft het verschil verschuldigd.
Besluit: Belgische staat ziet af van belasting in geval de in het buitenlands geheven belasting meer of minstens evenveel bedraagt dan het in België berekende successierecht
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Verrekening via art. 2.7.5.0.4 VCF (1) enkel voor successierecht dat in buitenland verschuldigd is op het aldaar gelegen vastgoed
Buitenlands vastgoed
Ook voor r.h.m. ficties in interne wetgeving van desbetreffend land → zgn.
(fictieve) situsgoederen
Dit zijn goederen die in het buitenland (civiel- of fiscaalrechtelijk) als onroerende goederen worden aangemerkt (Adm. Besl. 20 maart 2008, niet gepubliceerd)
Toepassingen:
aandelen vastgoedvennootschappen krachtens art. 1655ter Franse CGI (Code général des impôts) als onroerende goederen beschouwd
aandelen in Nederlandse vastgoedlichamen. De in NL betaalde rechten mogen in België worden verrekend in nalatenschap v/e Belgisch rijksinwoner (zie hierna)
Niet voor alle situsgoederen
Toepassing: de in Spanje betaalde rechten op Spaanse banktegoeden, geven geen aanleiding tot verrekening van Belgische successierechten - Gevolg: dubbele heffing
Arrest 12 februari 2009 (Margareta Block/Finanzamt Kaufbeuren, zaak C- 67108) inzake dubbele heffing in Duitsland en in Spanje + zie ook Antwerpen 27 maart 2018
Deze heffing: niet in strijd met Europese recht: elke lidstaat heeft haar fiscale autonomie zolang er op Europees niveau geen sprake is van harmonisatie van deze materie
19
J. Ruysseveldt 21
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Eenzijdige nationale verrekenregel in België
Verrekening via art. 2.7.5.0.4 VCF (2) enkel voor buitenlands successierecht dat in buitenland verschuldigd is op aldaar gelegen vastgoed. Zijn aldus niet
aftrekbaar: betaling op de in Spanje opeisbare meerwaardebelasting bij overlijden van eigenaar v/e onroerend goed daar het niet om een erfbelasting gaat
kadastrale belasting en hypothecaire belasting geheven in Italië n.a.v. de verandering van titularis van onroerende rechten, daar zij niet beantwoorden aan het begrip erfbelasting
Zie (federale) beslissing van 8 mei 2019 - EE/L/II/071
België
1.3. Dubbele belastingheffing
Eenzijdige nationale verrekenregel in België
Gevolg: wel dubbele belasting voor de in het buitenland met successierechten belaste roerende goederen
Correctie voor buitenlandse geheven vermogens- of verkrijgbelasting
Federale beslissing van 7 april 1967 en 21 november 1968
Indien buitenlandse geheven successiebelasting de aard heeft v/e rechtstreekse vermogensbelasting op globale nagelaten massa mag deze belasting in min worden gebracht v/d waarde v/d in het buitenland belaste roerende goederen om
heffingsgrondslag in België te bepalen
Toepassingen: successiebelasting in Spanje, ‘Estate Duty’ in de Commonwealth of Australia; ‘Death Duty’ in Nieuw-Zuid-Wales; ‘Estate Duty’ of ‘Capital Transfert Tax’ in Groot-Brittannië; ‘Estate Federal Tax’ in U.S.A.; ‘Estate Tax Return’ in Canadese staat.
Standpunt Vlabel (29 september 2015)
Britse ‘Inheritance Tax’ = schuld van nalatenschap → belasting mag als specifiek passief v/d in het buitenland voor de taks in aanmerking komende goederen in min worden gebracht
21
J. Ruysseveldt 23
België
1.4. Schenkingsrecht / schenkbelasting
Hoofdcriterium ‘rijksinwoner’ in beginsel niet van toepassing voor heffing schenkingsrecht
Het Belgisch schenkingsrecht ontstaat uit registratierecht
Enkel registratie bij fiscale administratie v/e titel van schenking, veroorzaakt verschuldigd zijn van Belgisch schenkingsrecht → Geen registratie, geen schenkbelasting
Toepassing art. 19 W.Reg. → Er is verplichte registratie voor volgende schenkingsoperaties:
naar vorm: notariële akte (art. 19, 1° W.Reg.) binnen 15 dagen en de in het buitenland verleden notariële akte die titel vormt voor schenking van roerende goederen door rijksinwoner (art. 19, 6° W.Reg.) binnen de 4 maanden
art. 2 Wet 13 december 2020, B.S., 15 december 2020, vanaf 15 december 2020
naar inhoud: akten waarbij eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen vastgoed wordt overgedragen of aangewezen (art. 19, 2° W.Reg.)
België
1.4. Schenkingsrecht / schenkbelasting
Schenking roerende goederen kan zonder afrekening in schenkingsrecht
Op rechtstreekse (bv. handgift) of onrechtstreekse (bv. bankgift/kwijtschelding, …) wijze of voor een buiten België gevestigde notaris (bv. Nederlandse notaris) tot 15 december 2020
Zolang buitenlandse notariële akte niet spontaan in België wordt geregistreerd, blijft heffing van schenkingsrecht achterwege.
Zolang er geen geschreven document inzake hand- of bankgift spontaan wordt geregistreerd, kan hand- of bankgift gebeuren zonder schenkingsrecht. Wel is er voor een niet geregistreerde schenking gedurende een periode van 3 jaar een risico op successierecht indien de schenker binnen voormelde termijn van 3 jaar als rijksinwoner overlijdt (art. 2.7.1.0.5 VCF, oud art. 7 W.Succ.).
Schenking vastgoed kan uitsluitend voor Belgische notaris met afrekening van Belgisch schenkingsrecht
(art. 19, 2° W.Reg.).
Wel rekening houden met lokalisatiecriterium inzake schenkingen - infra
23
België
Lokalisatiecriteria
Schenker is rijksinwoner Gewestelijke bevoegdheid
A.1. Schenking (roerende of onroerendegoederen) door natuurlijk persoon
Gewest waar schenker fiscale woonplaats heeft op ogenblik van schenking
Indien tijdens periode van 5 jaar vóór schenking de schenker zijn fiscale woonplaats in minstens 2 gewesten heeft gehad dan is gewest heffingsbevoegd waarin hij gedurende die 5 jaar het langst zijn fiscale woonplaats heeft gehad
A.2. Schenking (roerende of onroerende goederen) gedaan door een rechtspersoon
Gewest waar schenker zijn zetel van werkelijke leiding heeft op ogenblik van schenking
Indien tijdens periode van 5 jaar vóór schenking de schenker zijn zetel van werkelijke leiding in minstens 2 gewesten heeft gehad dan is gewest heffingsbevoegd waarin hij gedurende die 5 jaar het langst zijn zetel van werkelijke leiding heeft gehad
J. Ruysseveldt 25
België
Lokalisatiecriteria
Schenker = niet-rijksinwoner Gewestelijke bevoegdheid
B.1. Schenking v/e in België onroerend goed
gedaan door natuurlijk persoon Gewest waar onroerend goed gelegen is B.2. Schenking v/e in België gelegen onroerend
goed gedaan door rechtspersoon
Gewest waar onroerend goed gelegen is B.3. Schenking v/e roerend goed (schenker is
natuurlijke persoon of rechtspersoon en begiftigde is rijksinwoner)
Gewest waar begiftigde (natuurlijke persoon) zijn fiscale woonplaats heeft op ogenblik schenking Gewest waar begiftigde (rechtspersoon) zijn zetel van werkelijke leiding heeft op ogenblik schenking Indien tijdens periode van 5 jaar vóór schenking begiftigde zijn fiscale woonplaats of zetel van werkelijke leiding in minstens 2 gewesten heeft gehad dan is gewest heffingsbevoegd waarin hij gedurende die 5 jaar het langst zijn fiscale woonplaats of zetel van werkelijke leiding heeft gehad
B.4. Schenking v/e roerend goed (schenker is natuurlijke persoon of rechtspersoon en begiftigde is niet-rijksinwoner)
Kijken naar kantoor waar akte aan formaliteit wordt onderworpen. In dat geval bepaalt de ligging van het kantoor het bevoegde gewest.
25
J. Ruysseveldt 27
2. Nederland
2.1. Hoofdcriteria: (fictief) rijksinwoner in hoofde van de erflater
1
stebasiscriterium: feitelijk rijksinwoner in hoofde van erflater
Rijksinwoner als criterium voor heffing successierecht
(zoals België)
Over gehele nalatenschap ongeacht de ligging
Feitencriterium
2
debasiscriterium: fictief rijksinwoner in hoofde van erflater
Nederlands successierecht over nalatenschap v/e erflater die op datum van overlijden niet langer Nederlands rijksinwoner is, maar dat binnen een bepaalde termijn vóór het overlijden wel was
Voor bepaling van termijn waarbinnen Nederlands successierecht is verschuldigd, is nationaliteit erflater op datum van overlijden doorslaggevend
Nederland
2
debasiscriterium: fictief rijksinwoner (vervolg)
Hypothese 1: erflater heeft niet langer Nederlandse nationaliteit op datum overlijden
Hij is fictief rijksinwoner ingeval van overlijden binnen het jaar na de emigratie
Voorbeeld: er is Nederlands successierecht verschuldigd over nalatenschap v/e erflater die op datum van overlijden noch Nederlands rijksinwoner, noch Nederlands onderdaan is, maar binnen het jaar vóór overlijden wel Nederlands rijksinwoner was.
Hypothese 2: erflater heeft op datum van overlijden Nederlandse nationaliteit
Hij is fictief rijksinwoner ingeval van overlijden binnen de tien (10) jaar na emigratie
Voorbeeld: er is Nederlands successierecht verschuldigd over nalatenschap v/e overleden Nederlands onderdaan die op datum van overlijden niet langer Nederlands rijksinwoner is maar dat binnen de 10 jaar voor overlijden wel was
27
J. Ruysseveldt 29
Nederland
2.2. Secundair criterium: (fictieve) ligging van de goederen
1
stesecundair criterium: werkelijke ligging van vastgoed
Er is recht van overgang voor de in Nederland gelegen onroerende goederen, vererfd in nalatenschap v/e niet-rijksinwoner
(zie België).
1 januari 2010: recht van overgang afgeschaft
2
desecundair criterium: situsgoederen
Naast onroerende goederen zijn er ook roerende goederen die voor taxatie in aanmerking komen (situsgoederen)
Voorbeeld : aandelen in kapitaal v/e vennootschap, die als vaste activa in Nederland gelegen vastgoed aanhoudt, worden onder bepaalde voorwaarden als vastgoed beschouwd
Bezitsvoorwaarde: bezittingen van vennootschap bestaan voor meer dan 50% uit onroerende zaken en minstens 30% van bezittingen moet bestaan uit in Nederland gelegen onroerende zaken.
Doelvoorwaarde: de onroerende zaken zijn minimaal 70% dienstbaar zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van de onroerende zaken.
Nederland
Tarieven en vrijstellingen
Vrijstellingen:
Echtgenoot/partner tot 661.328 €
Kinderen en kleinkinderen tot 20.946 €
Gehandicapte kinderen tot 62.830 €
Ouders tot 49.603 €
Anderen tot 2.208 €
Begrip ‘partner’
echtgenoot, geregistreerde partner (bij gemeente) of samenwoner waarmee akte bij notaris is opgesteld en waarin wederzijdse zorgplicht werd opgenomen. Naast akte moeten samenwonenden min. 6 maanden meerderjarig zijn en min. 6 maanden gezamenlijke huishouding hebben (2 jaar bij schenkingen)
een kind of ouder kan geen ‘partner’ zijn
Broers en zussen
Geen aparte tarief: vallen onder ‘andere verkrijgers’
29
J. Ruysseveldt 31
Nederland
Tarieven voor erf- en schenkbelasting
Bedrag boven vrijstelling (in €) Tarief
Partners (Groep 1) 0 € - 126.723 € 10%
126.723 € en meer 20%
Kinderen (Groep 1) 0 € - 126.723 € 10%
126.723 € en meer 20%
Klein-, achterkleinkinderen (Groep 1A)
0 € - 126.723 € 18%
126.723 € en meer 36%
Anderen (Groep 2) 0 € - 126.723 € 30%
126.723 € en meer 40%
Nederland
2.3. Dubbele belastingheffing
Voorbeeld: er is dubbele heffing indien Nederlands onderdaan 8 jaar, na het verlaten van Nederland, als Belgisch rijksinwoner overlijdt: voor België is de erflater een feitelijk rijksinwoner en voor Nederland blijft hij een fictief Nederlandse rijksinwoner.
Er is geen dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland, maar wel eenzijdige nationale verrekenregels
In theorie voorkomt men hierdoor dubbele heffing
In de praktijk uitzonderlijk omdat elke staat het verschuldigd successierecht volgens eigen specifieke tarieven, vrijstellingen en waarderingsregels berekent en omdat de verrekenregels op verschillende wijzen worden beperkt
Nederlandse verrekenregels voorzien in beginsel in verrekening via vermindering van eigen belasting.
Nederland laat België in principe voorgaan voor wat heffing van eigen Belgische successierecht betreft en heft slechts eigen successierecht indien en in de mate dat dit Belgisch successierecht overtreft
Besluit: Gelet op de ‘10 jaar’ is een vestiging in België onvoldoende. Enkel door afstand van Nederlandse nationaliteit ingevolge naturalisatie tot Belg wordt periode binnen dewelke Nederland vooralsnog successierecht heft, herleid tot één (1) jaar.
31
J. Ruysseveldt 33
Nederland
2.4. Schenkbelasting
Criteria van feitelijk en fictief rijksinwoner ook gehanteerd in hoofde van schenker voor heffing van schenkingsrecht → Gevolg: er is Nederlands schenkingsrecht, indien:
Nederlands rijksinwoner zich verarmt zonder enige tegenprestatie vanwege begunstigde
Nederlands onderdaan die zich zonder enige tegenprestatie verarmt, op datum van schenking niet langer Nederlands rijksinwoner is, maar dat binnen de 10 jaar welke voorafgaan aan de schenking wel was.
Wanneer schenker Nederlandse nationaliteit niet (langer) heeft op de datum van de schenking, blijft heffingstermijn op basis van fictief rijksinwoner beperkt tot schenkingen binnen het 1stejaar na het metterwoon verlaten van Nederland.
Andere bepaalde vrijstellingen inzake schenking
5.515 € voor kinderen
26.457 € voor kinderen tussen 18 en 40 jaar (algemeen)
verhoogd tot 103.643 € voor aankoop vastgoed
Nederland
2.4. Schenkbelasting
In Nederland gelegen vastgoed
Geen ‘recht van overgang’ voor de overdracht van in Nederland gelegen vastgoed (sinds 1 januari 2010)
Wel overdrachtsbelasting
Vanaf 1 januari 2021: 8% overdrachtsbelasting
voorheen 2%, enkel nog voor ‘eigen woning’
Ook voor verkrijging aandelen in zgn. vastgoedvennootschap
Om vastgoedvennootschap te zijn, moet worden voldaan aan een bezit- en doelvoorwaarde (supra)
33
J. Ruysseveldt 35
3. Frankrijk
3.1. Hoofdcriteria: rijksinwoner in hoofde van erflater of erfgenaam
Frankrijk combineert criterium rijksinwoner in hoofde van erflater en erfgenaam
voor nalatenschappen opengevallen sinds 1 januari 1999
Geviseerde erfgenamen is iemand die op duurzame wijze feitelijk rijksinwoner van Frankrijk is: wie niet gedurende ten minste zes (6) jaren in de loop van de tien (10) jaren voorafgaand aan het openvallen v/d nalatenschap feitelijk rijksinwoner was, wordt niet geacht duurzaam feitelijk rijksinwoner te zijn
3.2. Secundair criterium: ligging van de goederen
Recht van overgang wordt gevestigd over in Frankrijk gelegen vastgoed vererfd in nalatenschap v/e niet-rijksinwoner
Frankrijk
Tarieven en vrijstellingen (erf- en schenkbelasting)
Echtgenoten en partners
Partners: enkel voor hen met wie erflater/schenker samenlevingsovereenkomst (of Pacte civil de solidarité - “PACS”) heeft/had gesloten.
Vrijstelling successierecht
Voor schenking: abattement van 80.724 € op deel dat echtgenoot/partner bij schenking verkrijgt
Erfgenamen/begiftigden in rechte lijn
Abattement (voetvrijstelling) van 100.000 € (vanaf 17 augustus 2012) op deel dat volgende erfgenamen/begiftigden in rechte lijn verkrijgen: kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders v/d overledene/schenker.
Tussen broers en zussen: voetvrijstelling van 15.932 €
zowel successie als schenking
tussen ooms, tantes en neven, nichten: voetvrijstelling van 7.967 €
zowel successie als schenking
tussen anderen: voetvrijstelling van 1.594 €
enkel voor successie
35
J. Ruysseveldt 37
Frankrijk
Tarieven: erfgenaam/begiftigde in rechte lijn
Bedrag boven abattement (100.000 €) Tarief
Tot 8.072 € 5%
Tussen 8.072 € en 12.109 € 10%
Tussen 12.109 € en 15.932 € 15%
Tussen 15.932 € en 552.324 € 20%
Tussen 552.324 € en 902.838 € 30%
Tussen 902.838 € en 1.805.677 € 40%
Boven 1.805.677 € 45%
Frankrijk
Tarieven: echtgenoot/partner (schenkingen)
Bedrag boven abattement Tarief
Tot 8.072 € 5%
Tussen 8.072 € en 15.932 € 10%
Tussen 15.932 € en 31.865 € 15%
Tussen 31.865 € en 552.324 € 20%
Tussen 552.324 € en 902.838 € 30%
Tussen 902.838 € en 1.805.677 € 40%
Boven 1.805.677 € 45%
37
J. Ruysseveldt 39
Frankrijk
3.3. Dubbele belastingheffing
Voorbeeld
Duurzaam Frans rijksinwoner is erfgenaam v/e Belgisch rijksinwoner
Naar intern Belgisch recht is er Belgisch successierecht verschuldigd op basis van het feitelijk ‘rijksinwoner- zijn’ van de erflater op datum van overlijden.
Naar intern Frans recht is Frans successierecht verschuldigd over de nalatenschap op basis van het duurzaam ‘rijksinwoner - zijn’ van de erfgenaam.
Er is verdrag tussen Frankrijk en België (20 januari 1959) tot vermijding van een dubbele heffing van successierecht:
In dit geval krijgt België heffingsbevoegdheid
Anders voor schenking (geen verdrag)
Frankrijk
3.4. Schenkingsrecht
Voor schenkingen wordt criterium rijksinwoner in hoofde van schenker gecombineerd met evaluatie v/h criterium van duurzaam rijksinwoner zijn in hoofde van begiftigde (zie 3.1.)
Begiftigde die niet gedurende ten minste zes (6) jaren in de loop van de tien (10) jaren voorafgaand aan het doen van de schenking feitelijk rijksinwoner waren, worden niet geacht duurzaam feitelijk rijksinwoner te zijn.
Gevaar voor dubbele belastingheffing
Er is geen dubbelbelastingverdrag
Voorbeeld
Duurzaam Frans rijksinwoner krijgt aandelen patrimoniumvennootschap v/e Belgisch rijksinwoner via Belgische notariële akte
Ingevolge registratie is Belgisch schenkingsrecht (3%) verschuldigd over de schenking
Ingevolge interne Franse wetgeving wordt Frans progressief schenkingsrecht geheven
39
J. Ruysseveldt 41
Frankrijk
Tarieven en vrijstellingen (vervolg inzake schenkingen)
Ook hier abattement van 100.000 € per hoofd (zie successierecht)
Geen vrijstelling voor echtgenoten en partners (PACS), wel abattement
R.h.m. progressievoorbehoud
indien schenking minder dan 15 jaar plaatsvond (vanaf 17 augustus 2012)
Let op: aandelen Franse vastgoedvennootschappen
, maar ook: Aandelen in buitenlandse vennootschap (société à prépondérance) = onroerend, indien:
participatievoorwaarde: schenker woonachtig buiten Frankrijk en minstens 50% van aandelen bezit (art. 750ter, 2deal. CGI);
activavoorwaarde: actief vennootschap omvat hoofdzakelijk vastgoed (art. 750ter, 4deal. CGI).
Berekening belastbare grondslag voor schenking in blote eigendom
R.h.m. volgende percentages (art. 669 CGI)
Frankrijk
AGE de l'usufruitier
VALEUR de l'usufruit
VALEUR de la nue-propriété Moins de :
21 ans révolus 90 % 10 %
31 ans révolus 80 % 20 %
41 ans révolus 70 % 30 %
51 ans révolus 60 % 40 %
61 ans révolus 50 % 50 %
71 ans révolus 40 % 60 %
81 ans révolus 30 % 70 %
91 ans révolus 20 % 80 %
Plus de 91 ans révolus 10 % 90 %
41
Spanje
Voorbeeld : schenking vastgoed gelegen in Frankrijk
Ouder (56 j.) schenkt vastgoed aan haar dochter voor 1.250.000 €
Stap 1: Bepaling belastbare grondslag: schenking aan dochter is procentueel vruchtgebruik in hoofde van mama (56 j.) gelijk aan 750.000 €, zijnde waarde volle eigendom 1.250.000 € x 60% → blote eigendom = 500.000 €
Stap 2: Frankrijk kent vrijstelling van 100.000 € per erfgenaam
Netto belastbare grondslag = 400.000 €
J. Ruysseveldt 43
Bedragen Tarief Rechten Gecumuleer
d Vrijstelling 100.000 EUR
100.000 – 108.072 EUR 5% 403,60 €
108.072 – 112.109 EUR 10% 403,70 €
112.109 – 115.932 EUR 15% 573,45 €
115.932 – 400.000 EUR 20% 56.813,60 € 58.194,35 EUR
4. Duitsland
4.1. Hoofcriteria: (fictief) rijksinwoner in hoofde van erflater of erfgenaam
Combinatie van criterium van rijksinwoner in hoofde van erflater met dat van erfgenaam (zie Frankrijk).
Duits successierecht (Erbschaftsteuer) is zowel verschuldigd indien erflater op datum van overlijden Duits rijksinwoner is, als wanneer erfgenaam op datum van overlijden Duits rijksinwoner is
Zoals Nederland hanteert Duitsland ook criterium van fictieve rijksinwoner
Na verlaten van Duitsland worden Duitse onderdanen voor heffing van het Duits successierecht vooralsnog gedurende periode van vijf (5) jaar fictief geacht inwoner van Duitsland te zijn.
Duitse nationaliteit wordt geëvalueerd op datum van overlijden.
43
J. Ruysseveldt 45
Duitsland
4.2. Secundair criterium: ligging van de goederen
Recht van overgang wordt gevestigd over in Duitsland gelegen onroerende goederen die worden vererfd in de nalatenschap van een niet-rijksinwoner.
Duitsland
Vrijstellingen €
Categorie
1 Echtgenoten en levenspartners 500.000
1 Kinderen, stiefkinderen 400.000
1 Kleinkinderen 200.000
1 Ouders, grootouders (door erfopvolging) 100.000 2 Ouders, grootouders (bij schenking), broers en
zussen, e.a.
20.000
3 Alle andere 20.000
45
J. Ruysseveldt 47
Duitsland
Tarieven
Waarde belastbare verkrijging tot en met €
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
75.000 7% 15% 30%
300.000 11% 20% 30%
600.000 15% 25% 30%
6.000.000 19% 30% 30%
13.000.000 23% 35% 50%
26.000.000 27% 40% 50%
Boven 26.0000.000 30% 43% 50%
Duitsland
4.3. Dubbele belastingheffing.
Voorbeeld
Duits onderdaan verlaat Duitsland en overlijdt 3 jaar later als Belgisch rijksinwoner.
België heft op basis van het criterium van feitelijk ‘rijksinwoner zijn’ van de erflater op datum van overlijden
Duitsland heft op basis van het criterium van fictief ‘rijksinwoner zijn’ van de erflater op datum van overlijden
Gevolg: dubbele heffing successierecht over wereldwijde nalatenschap.
België en Duitsland hebben geen bilaterale overeenkomst tot vermijding van dubbele heffing van het successierecht
Enkel eenzijdige nationale verrekenregels kunnen een effectieve dubbele heffing (gedeeltelijk) vermijden
47
J. Ruysseveldt 49
Duitsland
4.4. Schenkingsrecht
Ook Duitse schenkingsrecht wordt niet alleen geheven als schenker op de datum van de schenking Duits rijksinwoner is, maar ook als begiftigde op datum schenking rijksinwoner is
Inzake schenkingen geldt hetzelfde criterium van fictief ‘rijksinwoner zijn’ als inzake successierecht (zie 4.1.)
Na verlaten van Duitsland wordt Duitse onderdaan voor heffing van het Duitse schenkingsrecht vooralsnog gedurende periode van vijf (5) jaar bij fictie geacht Duits inwoner te zijn
Duitse nationaliteit wordt geëvalueerd op datum van schenking
5. Spanje
5.1. Hoofdcriterium: rijksinwoner in hoofde van erfgenaam
In tegenstelling tot bv. België, Nederland… hanteert Spanje het begrip ‘rijksinwoner’ in hoofde van erfgenaam
Er is Spaans successierecht (impuesto de sucesión) op wereldvermogen
Beoordeling Spaanse rijksinwoner gebeurt op basis van feitelijke criteria
Beoordeling gebeurt niet op datum van overlijden
In Spanje wordt nagegaan of verkrijger meer dan 183 dagen per jaar fysiek in Spanje verbleef
49
J. Ruysseveldt 51
Spanje
5.2. Secundair criterium: ligging van de goederen
Erfgenamen die niet-rijksinwoners zijn van Spanje zijn eveneens onderworpen aan Spaanse successierechten t.a.v. bepaalde goederen die gelokaliseerd worden in Spanje (situsgoederen)
Het betreft:
in Spanje gelegen vastgoed onderworpen aan recht van overgang
aandelen in buitenlandse vennootschappen waarvan belangrijkste activa Spaanse vastgoed worden beschouwd als Spaanse situs activa
banktegoeden en effecten op rekeningen bij Spaanse banken
verzekeringspolis afgesloten met Spaanse verzekeringsmaatschappij of in Spanje wordt afgesloten met een niet-Spaanse
verzekeringsmaatschappij
Spanje
5.3. Dubbele belastingheffing
Combinatie van criterium van ‘feitelijke rijksinwoner’ in hoofde van erflater met criterium van ‘feitelijke rijksinwoner’ in hoofde van erfgenaam kan aanleiding geven tot dubbele heffing.
Voorbeeld
Spaans rijksinwoner erft van Belgisch rijksinwoner in België geplaatste effecten
België heft successierecht op basis van ‘rijksinwoner zijn’ van erflater
Spanje heft op basis van ‘rijksinwoner zijn’ van erfgenaam
Bij gebrek aan verdrag kunnen enkel eenzijdige verrekenregels de effectieve dubbele heffing (gedeeltelijk) voorkomen.
Arr. Hof v. Justitie (Block/Finanzamt Kaufbeuren) van 12 februari 2009
Dubbele heffing van banktegoeden bij Spaanse banken door enerzijds Spanje en anderzijds Duitsland zijn niet strijdig met het Gemeenschapsrecht, en meer bepaald het beginsel van vrijheid van kapitaal. Elke lidstaat heeft haar fiscale autonomie zolang er op Europees niveau geen sprake is van harmonisatie van deze materie
51
J. Ruysseveldt 53
Spanje
5.3. Dubbele belastingheffing
Voormelde combinatie van criteria van rijksinwoner in hoofde van erflater en van rijksinwoner in hoofde van erfgenaam kan ook aanleiding geven tot niet belasting in successierecht
Voorbeeld
Belgisch rijksinwoner erft activa (bestaande uitsluitend uit in België geplaatste financiële activa) van Spaans rijksinwoner
Er is geen heffing
België heft geen successierecht op basis van ‘rijksinwoner zijn’ van erfgenaam
Spanje heft geen successierecht op basis van ‘rijksinwoner zijn’ van erflater.
Spanje
5.4. Schenkingsrecht
Ook inzake schenkingsrecht (impuesto sobre donaciones) hanteert Spanje het criterium van het ‘rijksinwoner zijn’ van de begiftigde als criterium voor de principiële verschuldigdheid van Spaans
schenkingsrecht over de waarde van al wat verkregen wordt.
Er wordt eveneens nagegaan of begiftigde meer dan 183 dagen fysiek in Spanje verbleef
53
J. Ruysseveldt 55
Spanje
Vrijstelling - tarieven
Autonome deelstaten (17 regio’s) zijn bevoegd om tarieven te bepalen, binnen bepaalde grenzen – Enkele voorbeelden
La Rioja, Castilla La Mancha, Castilla y León, Andalucía en Madrid hebben belastingen bijna afgeschaft in gevallen van erfenis door ouders, afstammelingen en echtgenoot (Groepen I en II)
Catalonië handhaaft belastingvermindering van 99% alleen in geval van erfenis door echtgenoot
Aragon biedt korting tot 3 miljoen euro in gevallen van minderjarige erfgenamen (18 jaar) en voor echtgenoten een 500.000 euro reductie
Galicië kent vanaf 1 januari 2020 vrijstelling van 1 miljoen euro in het geval van erfenis door de echtgenoot, op- of afstammelingen
Spanje
Vrijstelling - tarieven
Bij gebreke aan tariefbepaling door regio geldt federaal tarief:
van 7,65% tot 34% bij vererving ‘in rechte lijn’ voor erfdeel boven 797.555,08 € (zie tabel hierna)
R.h.m. schenking in blote eigendom
waarde vruchtgebruik is gelijk aan 70% van de totale waarde v/h goed indien eigenaar jonger is dan 20 jaar.
Deze waarde neemt af naarmate de leeftijd toeneemt, in een verhouding van 1%
minder elk jaar meer, met minimumgrens van 10% van totale waarde.
Derhalve mag het resultaat niet hoger zijn dan 70% of minder dan 10% van de waarde van de volle eigendom.
De norm voor de berekening van het percentage van de waarde van het vruchtgebruik wordt aldus begrensd op 89-jarige leeftijd
Waarde blote eigendom wordt berekend door verschil tussen waarde v/h vruchtgebruik en waarde van volle eigendom v/h geschonken goed
55
Spanje
Bedrag tot (euro) tarief begin schaal
0 7.993 7,65% 0
7.993 15.980 8,50% 611
15.980 23.968 9,35% 1.290
23.968 31.955 10,20% 2.037
31.955 39.943 11,05% 2.851
39.943 47.930 11,90% 3.734
47.930 55.918 12,75% 4.685
55.918 63.905 13,60% 5.703
63.905 71.893 14,45% 6.789
71.893 79.880 15,30% 7.944
79.880 119.757 16,15% 9.166
119.757 159.635 18,70% 15.606
159.635 239.389 21,25% 23.063
239.389 398.777 25,50% 40.011
398.777 797.555 29,74% 80.655
797.555 > 34,00% 199.291
J. Ruysseveldt 57
Spanje
Bovenvermelde tarieven worden vermenigvuldigd met factor die afhangt van de familiegraad en het vermogen van de begiftigde:
Vermogen ontvanger Groep I – II Kinderen, partners
ouders
Groep III (familie in 2deen 3de
graad)
Groep IV Overige (waaronder
samenwonende partner)
< 402.700 euro 1,00 1,5882 2,0
402.700 – 2.007.400 1,05 1,6676 2,1
2.007.400 –
4.020.800 1,10 1,7471 2,2
> 4.020.800 1,20 1,9059 2,4
57
J. Ruysseveldt 59
Spanje
Vrijstelling - tarieven
Vrijstelling
langstlevende echtgenoot en kinderen van 21 jaar en ouder → vrijstelling tot 15.956,87 €
kinderen jonger dan 13 jaar → vrijstelling tot 47.858,59 €
kinderen ouder dan 13 jaar, maar jonger dan 21 jaar, → vrijstelling tot 15.956,87
€, vermeerderd met 3.990,72 € voor elk jaar onder 21 jaar
Werkwijze
Stap 1: bepaling belastbare grondslag
Stap 2: bepaling basisbelasting (zie tabel hiervoor)
Stap 3: resultaat vermeerderd met factor die afhankelijk is van relatie met begunstigde (zie tabel hiervoor)
Stap 4: belasting verminderd indien regio vermindering van toepassing is
Spanje
Voorbeeld : schenking vastgoed gelegen in Valencia
Moeder (65 j.) schenkt aan haar dochter vastgoed voor 350.000 €
Stap 1: Bepaling belastbare grondslag: schenking aan dochter is procentueel vruchtgebruik in hoofde van mama (65 j.) gelijk aan 84.000 €, zijnde waarde volle eigendom 350.000 € x 24% (89 j. – 65 j.). → blote eigendom = 266.000 €
Stap 2: schenking aan kind (Groep I) → factor = 1 en dit zolang schenking lager is dan 402.700 € (wat hier het geval is).
Stap 3: regio Valencia kent vrijstelling van 100.000 € per erfgenaam
Netto belastbare grondslag = 166.000 €
Bedragen Tarief Rechten Gecumuleerd
Vrijstelling 100.000 EUR
100.000 – 119.757 EUR 16,15% 3.190,75 EUR
119.757 – 159.635 EUR 18,70% 7.457,19 EUR
159.635 – 166.000 EUR 21,25% 1.352,56 EUR 12.000,05 EUR
59
J. Ruysseveldt 61
6. Zwitserland
6.1. Hoofdcriterium: inwonerschap van de erflater
Criterium voor heffing successierecht over gehele nalatenschap is het inwonerschap van erflater op datum overlijden.
Heffingsbevoegdheid aan (26) kantons en gemeentelijke autoriteiten.
Er is geen heffing van successierecht op federaal niveau.
Inzake kantonale bevoegdheid voor tariefbepaling is er onderscheid tussen roerende en onroerende nalatenschap
Voor roerende nalatenschap: kanton van laatste woonplaats van erflater
Voor onroerende nalatenschap: kanton waar goederen gelegen zijn.
Zwitserland
Vrijstellingen / tarieven
Tarieven verschillen van kanton tot kanton en van gemeente tot gemeente.
Toepasselijke tarieven zijn redelijk laag of zelfs nihil bij vererving tussen echtgenoten en tussen ouders en kinderen.
Enkele toepassingen
In alle kantons: vrijstelling erf- en schenkbelasting aan kinderen
Uitzondering: kantons ‘Appenzell Innerrhoden’, ‘Neuchâtel’ en ‘Vaud’:
overdrachten aan kinderen nog steeds onderworpen aan erf- en schenkbelasting
In bepaalde kantons (Zug en Genève): vrijstelling erf- en schenkbelasting aan ouders
61
J. Ruysseveldt 63
Zwitserland
6.2. Secundair criterium: ligging van de goederen
Recht van overgang over de in Zwitserland gelegen onroerende goederen, vererfd in de nalatenschap van een niet- rijksinwoner.
6.3. Dubbele belastingheffing
België heeft geen verdrag met Zwitserland ter vermijding van dubbele belastingheffing.
Gevolg: eenzijdige verrekenregels van toepassing
(art. 2.7.5.0.4 VCF)
6.4. Vergelijking met schenkingsrecht
Heffing schenkingsrechten is eveneens een kantonale bevoegdheid
Dezelfde heffingscriteria en tarieven gelden als inzake successierechten (zie hiervoor)
7. Verenigd Koninkrijk
7.1. Hoofdcriterium: domicilie van erflater
Verschuldigde successierechten (inheritance tax) over gehele
nalatenschap v/e erflater, gedomicilieerd in Verenigd Koninkrijk op datum overlijden
Erfgenamen van niet-gedomicilieerde erflaters worden enkel belast op vermogen gesitueerd in Verenigd Koninkrijk (‘UK-assets’)
Onder niet-gedomicilieerde erflaters worden erflaters verstaan met status “non- domiciled resident” (= inwoners van UK met domicilie in het buitenland)
een erflater die geen domicilie in UK heeft, wordt alsnog geacht rijksinwoner te zijn indien hij gedurende tenminste 15 van de voorgaande 20 jaar in UK heeft gewoond
ook wanneer erflater zijn domicilie in UK of zijn fictief domicilie in UK verlaat en elders zijn domicilie vestigt, blijft hij gedurende volgende 3 jaar onderworpen aan het Brits successierecht.
63
J. Ruysseveldt 65
7. Verenigd Koninkrijk
7.1. Hoofdcriterium: domicilie van erflater
Begrip fictief domicilie (‘deemed domiciled’):
betrokkene heeft effectief zijn verblijfplaats in UK (residence) met de intentie tot aanhouden v/e permanente verblijfplaats (domicile)
7.2. Secundair criterium: ligging van de goederen
Er is ook recht van overgang over de in de UK gelegen onroerende goederen die vererfd zijn in de nalatenschap v/e niet-rijksinwoner
Verenigd Koninkrijk kent ook zgn. situsgoederen, te weten:
onroerende goederen
aandelen op naam van vennootschappen als ze in UK zijn geregistreerd
ook onroerend goed dat indirect wordt aangehouden, via vennootschap of via trust (vanaf 6 april 2017), niet langer “excluded property”
banktegoeden (in GBP) bij Britse banken
Verenigd Koninkrijk
7.3. Dubbele belastingheffing
Voorbeeld:
Brit, UK-domiciled, wordt feitelijk Belgisch rijksinwoner en overlijdt na 2 jaar:
UK heft in Brits successierecht op basis van het domicilie.
België heft successierecht op basis van ‘rijksinwoner zijn’.
Er is geen verdrag. Eenzijdige verrekenregels moeten principiële dubbele heffing voorkomen.
De Britse verrekenregels voorzien zoals Nederland in vermindering van het eigen recht.
UK laat België in de regel voorgaan voor wat heffing van Belgisch successierecht betreft, en gaat slechts over tot heffing van eigen recht indien en in de mate dat dit het Belgische recht overtreft.
65
J. Ruysseveldt 67
Verenigd Koninkrijk
7.3. Dubbele belastingheffing
Voormelde combinatie van criteria van Belgische rijksinwoner (resident) en Brits (domiciled) kan ook aanleiding geven tot niet belasting in successierecht
Toepassing
Belg verblijft/woont in Londen om aldaar te werken en overlijdt. Vanuit UK wordt hij als resident ‘non-domiciled’ beschouwd. Naar Belgisch recht is hij niet-rijksinwoner. Zijn loon wordt op rekening bij Belgische bank gestort
Er is mogelijks geen heffing:
België heft geen successierecht op basis van ‘niet-rijksinwoner zijn’
UK heft geen successierecht omdat erflater als resident ‘non-domiciled’
beschouwd.
Verenigd Koninkrijk
7.4. Schenkingsrecht
Het criterium “domicile” wordt niet alleen gehanteerd in hoofde van erflater voor heffing van successierecht, maar ook in hoofde van schenker voor heffing schenkingsrecht (tax on gifts).
Tarieven en vrijstelling
Beginsel
Schenkbelasting wordt op cumulatieve basis in rekening gebracht, zodat de waarden van alle geschenken die in de afgelopen 7 jaar zijn gedaan en die niet in aanmerking komen voor vrijstellingen of vrijstellingen, bij elkaar worden opgeteld (potentially exempt transfers)
Er is een “nil-rate band” (0%) op schenkingen tot bedrag van 325.000 £.
67
Spanje
Tarieven en vrijstelling
20%-tarief
Voor de andere overdrachten die tijdens leven in rekening worden gebracht.
40%-tarief
Als overlijden binnen 7 jaar na gedane schenking plaatsvindt
Op de eerder verschuldigde schenkingen kan tarief tot 20% worden berekend, onder voorbehoud van bepaalde kortingen, gaande van 0 tot 100%
J. Ruysseveldt 69
Aantal jaren na schenking Korting op verschuldigde successierechten
0-3 100%
3-4 80%
4-5 60%
5-6 40%
6-7 20%
7 of meer 0%
Verenigd Koninkrijk
Andere vrijstellingen
Tijdens leven of bij overlijden kunnen belastingvrije schenkingen worden gedaan zonder dat dit gevolgen heeft voor “nil-rate band” van 325.000 £:
overdrachten aan een in UK gevestigde echtgenoot of geregistreerde partner, of tussen twee niet in UK gevestigde echtgenoten of geregistreerde partners
overdrachten door een in UK gevestigde echtgenoot of burgerlijke partner naar een niet in UK gevestigde echtgenoot of burgerlijke partner tot de huidige “nil- rate band” en onbeperkt indien gekozen wordt
Giften tot 250 £ per begiftigde per belastingjaar
Jaarlijkse vrijstellingen tot 3.000 £ op belastbare overdrachten in een belastingjaar (dit kan slechts voor één jaar worden overgedragen)
Geschenken tussen 1.000 £ en 5.000 £ in afwachting van huwelijk of geregistreerd partnerschap (afhankelijk van identiteit van schenker)
69
J. Ruysseveldt 71
8. Monaco
8.1. Enig criterium: ligging goederen
Criterium van ligging v/d goederen geldt als enig criterium
Enkel successierecht geheven over onroerende (en roerende) goederen van erflater gelegen in Monaco.
Verwanten in 1stegraad (ouders-kinderen en echtgenoten): geen successierecht
Tussen samenwonende partners met overeenkomst: 4%
Erfgenamen in 2degraad (broers-zussen): 8% en in 3degraad: 10%
Andere verwanten: 13% en niet verwanten: 16%
8.2. Dubbele belastingheffing
België heeft geen onderlinge overeenkomst gesloten met Monaco ter vermijding van dubbele belastingheffing. Gevolg: eenzijdige nationale verrekenregels (art.
2.7.5.0.4 VCF, oud art. 17 W.Succ.).
8.3. Vergelijking met het schenkingsrecht
Er wordt schenkingsrecht geheven op overdracht om niet van onroerende (of roerende) goederen gelegen in Monaco.
9. Italië
9.1. Hoofdcriterium: rijksinwoner in hoofde van erflater
Het ‘rijksinwoner zijn’ van erflater in Italië op datum van overlijden geeft aanleiding tot heffing v/h successierecht over gehele nalatenschap ongeacht de ligging.
9.2. Secundair criterium: ligging van goederen
Recht van overgang voor de in Italië gelegen onroerende goederen die worden vererfd in de nalatenschap van een niet-rijksinwoner.
9.3. Dubbele belastingheffing
België heeft geen dubbelbelastingverdrag met Italië.
Gevolg: eenzijdige nationale verrekenregel
(art. 2.7.5.0.4 VCF, oud art. 17 W.Succ.).71
J. Ruysseveldt 73
Italië
Vrijstellingen / tarieven
Verervingen tussen echtgenoten en in rechte lijn:
4% op de nettowaarde van de nalatenschap boven 1 miljoen €
Verervingen tussen broers en zussen:
6% op de waarde van de nalatenschap boven 100.000 €
9.4. Schenkingsrecht
Inzake schenkingsrechten geldt ‘rijksinwoner zijn’ van schenker als heffingscriterium.
Tarieven zijn dezelfde als tarieven van successierechten
10. Luxemburg
10.1. Hoofdcriterium: rijksinwoner in hoofde van erflater
Het ‘rijksinwoner zijn’ van erflater in Luxemburg op datum overlijden geeft aanleiding tot heffing successierecht over gehele nalatenschap ongeacht de ligging.
10.2. Secundair criterium : ligging van goederen
Recht van overgang voor de in Luxemburg gelegen onroerende goederen die worden vererfd in de nalatenschap van een niet- rijksinwoner.
10.3. Dubbele belastingheffing
België heeft geen dubbelbelastingverdrag met Luxemburg
Gevolg: eenzijdige nationale verrekenregel
(art. 2.7.5.0.4 VCF, oud art. 17 W.Succ.).73
J. Ruysseveldt 75
Luxemburg
Vrijstelling / tarieven
Vrijstellingen:
vererving in rechte lijn
behalve wat buiten wettelijke vererving wordt verkregen (bv. via testament)
vererving tussen echtgenoten en partners, nalatend één of meerdere kinderen uit hun huwelijk/relatie
vererving tussen partners, verbonden door partnerverklaring van (déclaration de partenariat) minstens 3 jaar vóór overlijden ingeschreven
geen heffing Luxemburgs successierecht op vastgoed afhangend van rijksinwoner van Groothertogdom Luxemburg en die in het buitenland zijn gelegen alsook op bepaalde roerende goederen gelegen in het buitenland
Luxemburg
Tarieven successierecht
1 Tussen echtgenoten zonder gemeenschappelijke kinderen 5%
1 Tussen partners (met partnerverklaring) zonder gemeenschappelijke kinderen
5%
2 Tussen broers en zussen: bij wet 6%
2 Tussen broers en zussen: boven wet 15%
3 Tussen ooms, tantes, neven; nichten, geadopteerde: bij wet 9%
3 Tussen ooms, tantes en neven; nichten, geadopteerde: boven wet 15%
4 Tussen grootooms, groottantes, kleinneven,… : bij wet 10%
Tussen grootooms, groottantes, kleinneven… : boven wet 15%
5 Anderen 15%
75
J. Ruysseveldt 77
Luxemburg
10.4. Schenkingsrecht
Zoals in België: Luxemburgs schenkingsrecht is een registratierecht
In beginsel is dit schenkingsrecht enkel verschuldigd indien de schenking bij notariële akte plaatsvindt en geregistreerd wordt
Tarieven
In rechte lijn (ouder - kind):
1,8% voor schenking als voorschot op erfdeel
2,4% voor schenking buiten deel
Tussen echtgenoten/partners met partnerverklaring (min. 3 jaar): 4,8%
Tussen broers en zussen: 6%
Tussen ooms, tantes en neven, nichten: 8,4%
Tussen grootooms, groottantes, en kleinneven, …: 9,6%
Tussen anderen: 14,4%
11. Portugal
Afschaffing successie - en schenkingsrechten
sinds 1 januari 2004
Wet nr. 287/2003 van 12 november 2003
Verwerving goederen via nalatenschap is echter belastbaar door middel van de zgn. “Imposto do selo“(zegeltaks), nl.10%
behalve voor nalatenschap van echtgenoot/wettelijk samenwonende partner, descendenten (kinderen) of ascendenten (vader/moeder).
Schenkingen vastgoed
0,8% aan echtgenoot/wettelijk samenwonende partner, descendenten (kinderen) of ascendenten (vader/moeder)
10,8% aan andere begiftigden