• No results found

4 maart 2020 Betreft: rapport Noordelijke Rekenkamer: Verdeling onder hoogspanning Geacht College, Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het rapport van de Noordelijke Rekenkamer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4 maart 2020 Betreft: rapport Noordelijke Rekenkamer: Verdeling onder hoogspanning Geacht College, Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het rapport van de Noordelijke Rekenkamer"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen,

Martinikerkhof 12, 9712 JG Groningen.

4 maart 2020

Betreft: rapport Noordelijke Rekenkamer: Verdeling onder hoogspanning

Geacht College,

Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het rapport van de Noordelijke Rekenkamer.

Inmiddels hebben wij het één en ander besproken met de meest betrokken portefeuillehouders in onze colleges. Onze eerste indruk is dat we te maken hebben met een doorwrocht rapport waar alle partijen die betrokken zijn bij het dossier van de energietransitie hun voordeel mee kunnen doen.

Wij zijn in gesprek met een delegatie van uw college. Daar is al het nodige over tafel gegaan.

Echter, het uitkomen van het rapport maakt het ons wel noodzakelijk om te reageren op een aantal conclusies. De rekenkamer trekt immers een aantal conclusies die voor ons geen verrassing zijn maar ons in de gepresenteerde context toch in negatieve zin zijn opgevallen. U zult er begrip voor hebben dat we ons daarbij vooral op het windpark N33 focussen.

De rekenkamer constateert dat ingeval van buitengewone ruimtelijke ontwikkelingen doorgaans geen sprake is van een bovenwettelijke compensatie. In de situatie van een wind- of zonnepark lijkt die behoefte er wel te zijn. Een goede argumentatie voor het niet verstrekken ontbreekt. Wij kunnen ons voorstellen dat dit voor u een ongemakkelijke situatie geeft. Wij waarderen het dat u desondanks het gesprek met ons bent aangegaan om te proberen andere wegen te vinden langs welke het vertrouwen bij onze bevolking kan worden hersteld. Helaas zijn wij daar met elkaar nog niet in geslaagd.

Met het oog op het windpark N33 vallen de volgende conclusies uit het rapport ons vooral op:

 Omwonenden hebben nauwelijks een positie bij de aanwijzing van de concentratiegebieden (conclusie 5 van het rapport)

 Provinciale Staten hebben omwonenden geen gelegenheid geboden de aanwijzing van concentratiegebieden aan te vechten bij de bestuursrechter (conclusie 6);

(2)

 Omwonenden werden laat bij het proces betrokken en zij hadden nauwelijks invloed op de inrichting van de windparken. De relatie met de exploitanten is daarentegen een

fundamenteel andere geweest (conclusies 9, 10 en 11).

Deze conclusies verbazen ons niet – wij hebben u dat ook meermalen aangegeven – maar zijn wel de reden waarom het vertrouwen van het gebied in de rijks- en provinciale overheid een geweldige knauw heeft gekregen. Wij noemen beiden omdat de rekenkamer ook laat zien dat in dit dossier de provincie een nadrukkelijke sturende rol heeft ingenomen. Uiteindelijk raakt dat ons ook, want ook wij, de gemeenten, zijn onderdeel van die overheid. Het is ons inziens fundamenteel van belang dat het vertrouwen hersteld wordt. Dat vergt enerzijds de erkenning van voornoemde conclusies en anderzijds het maken van een gebaar richting het gebied.

Wij hebben geconstateerd dat het Rijk en de provincie Drenthe bij wijze van uitzondering een gebaar gaan maken in de casus Drenthe, zoals de Minister van EZK dat heeft aangegeven in zijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 7 januari 2020. Het rekenkamerrapport laat helder zien dat er alles voor te zeggen is dat ten behoeve van de casus N33 het Rijk en de provincie Groningen op dezelfde wijze optrekken.

Het rapport toont aan dat de casussen van de windparken N33 en Oostpolder heel verschillend zijn.

Voor de omwonenden van Oostpolder zijn er al veel mogelijkheden gerealiseerd in tegenstelling tot waar, ingeval van het windpark N33, sprake van is. Dat blijkt ook uit de financiële doorrekening van beide windparken. De rekenkamer komt immers ook tot de conclusie dat de gerealiseerde

compensatie- en financiële participatiearrangementen sterk per casus verschillen. We kunnen daaraan toevoegen dat die van het windpark N33 het slechtst is.

In de reactie van uw College wordt met name naar de toekomst en naar de RES gekeken (met alle mogelijkheden voor lokaal eigenaarschap). Daar liggen volgens u de kansen om het anders te gaan doen. Ons inziens ontslaat u dat niet van de morele verplichting om ook een brug met het recente verleden te slaan.

Hoewel u formeel nauwelijks bevoegdheden heeft om compensatie en financiële participatie af te dwingen, wij zijn ons daarvan bewust, zijn wij geschrokken van de doorrekening van beide aan de orde zijnde windparken. Ons inziens zijn de verhoudingen volstrekt zoek, mede veroorzaakt door de grote bedragen aan SDE+ subsidie. Deze wanverhouding is onthutsend en vraagt wat ons betreft wel om verdere verdieping. De lusten lijken in grote omvang vooral eenzijdig terecht te komen. En dat mede dankzij overheidsgeld.

Kortom, het rapport wijst u op een reeks van weeffouten die in eerder trajecten gemaakt zijn. Dat behoeft snel verbetering. Daarbij kunt u zich niet afsluiten voor het recente verleden. Alleen dan realiseert u de voorwaarden voor het succesvol doorvoeren van de ook door ons als noodzakelijk geziene energietransitie.

Wij willen het gesprek met u graag voortzetten, wat ons betreft met de intentie om op voornoemde punten toch echte verbeterslagen te maken.

(3)

Gezien het feit dat het rapport aan Provinciale Staten is aangeboden sturen we deze brief in afschrift ook naar de Staten.

Namens de colleges van Burgemeester en Wethouders van Midden-Groningen, Oldambt en Veendam,

A. Hoogendoorn, burgemeester van Midden-Groningen C. Sikkema, burgemeester van Oldambt

S. B. Swierstra, burgemeester van Veendam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onze selectie mondt uit in een openbare aanbevelingslijst met vier kandidaten in volgorde van onze voorkeur ten behoeve van de vervolgprocedure in de Tweede Kamer.. De Tweede

Onze positie als Hoog College van Staat waarborgt dat wij niet afhankelijk zijn van (het oordeel van) anderen.. Daarom worden verschillende instrumenten ingezet om kritisch

ERRATA bij het rapport van de Algemene Rekenkamer Aanpak mestvervuiling veehouderij, vergaderjaar 2018-2019, bijlage bij Kamerstuk 28 973 nr. In dezelfde zin staat 7,1%

Door voor bestaande en nieuwe bezittingen 6 in begrotingen niet alleen meerjarige ramingen van verplichtingen en uitgaven op te nemen, maar voortaan stelselmatig ook van alle

De minister plaatst in zijn tweede reactie vier kanttekeningen bij de slagingspercentages van de Wi 2007 en Wi 2013 en de daarop gebaseerde.. constatering in

Het college is van oordeel dat de keuze voor eventuele programma’s het beste gemaakt kan worden op basis van een door de gemeenteraad vastgestelde omgevingsvisie.

college: niet openbaar want - brengt hackers op ideeën. - gebruiksaanwijzing

Heden hebben wij naar aanleiding van het uitkomen van het Rekenkamerrapport “Verdelen onder hoogspanning” een brief aan het College van Gedeputeerde Staten gezonden.. Gezien het