• No results found

Nawoord Algemene Rekenkamer bij reactie ministerie van SZW op rapport Inburgering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nawoord Algemene Rekenkamer bij reactie ministerie van SZW op rapport Inburgering"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PERSOONLIJK

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Binnenhof 4 DEN HAAG

Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag

T 070-3424344

E voorlichting@rekenkamer.nl

W www.rekenkamer.nl

D A T U M 13 februari 2017

B E T R E F T Reactie op de aan de minister van SZW gevraagde reactie op ons onderzoek

“Inburgering”

U W K E N M E R K

O N S K E N M E R K 17001022 R

B I J L A G E N

Geachte mevrouw Arib,

Op 24 januari publiceerden we ons rapport Inburgering; De eerste resultaten van de Wet inburgering 2013. Uw Kamer heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dezelfde dag om een reactie verzocht op dit rapport. De reactie van de minister maakte, zoals te doen gebruikelijk bij rapporten van de Algemene Rekenkamer, echter al deel uit van het rapport.

De minister heeft desondanks uw verzoek ingewilligd en op 26 januari een tweede reactie gegeven op ons rapport. Hierdoor konden we deze niet betrekken bij het nawoord in ons rapport. Op een tweetal punten reageren wij derhalve, bij wijze van tweede nawoord, via deze brief.

De minister plaatst in zijn tweede reactie vier kanttekeningen bij de slagingspercentages van de Wi 2007 en Wi 2013 en de daarop gebaseerde

constatering in ons rapport. Drie van deze kanttekeningen maken reeds onderdeel uit van het rapport en onderschrijven wij.

Aangaande de vierde kanttekening schrijft de minister: ‘Het is om een aantal redenen niet zinvol om slagingspercentages van oudkomers en nieuwkomers (bij elkaar opgeteld) in 2011 en (alleen) nieuwkomers in 2015 te vergelijken.’ Dat standpunt delen wij. Voornoemde vergelijking wordt in ons rapport dan ook niet gemaakt. Wij vergelijken de slagingspercentages onder de Wi 2007 en Wi 2013 en voorzien deze vergelijkingen voor een goed begrip van kanttekeningen. Oudkomers worden daarbij buiten beschouwing gelaten en de slagingspercentages hebben

(2)

2/2

geen betrekking op de jaren 2011 en 2015. De vierde kanttekening van de minister in zijn tweede reactie is dus niet valide.

Daarnaast doet de minister nu wel een toezegging op een aanbeveling die in zijn eerdere reactie niet aan de orde kwam. Dit betreft de aanbeveling om inzicht te krijgen in de participatie van nieuwkomers.

Wij hebben uw Kamer aangeboden een briefing te verzorgen over de uitkomsten van ons onderzoek en de bestuurlijke reactie daarop. Uw Kamer maakte daarvan geen gebruik. Vanzelfsprekend blijven wij beschikbaar om bij komende publicaties uw Kamer als eerste inzicht te geven in onze rapporten.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. (Arno) Visser president

dr. E.M.A. (Ellen) van Schoten RA, secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In uw onderzoek wordt geconstateerd dat de uitgaven aan kinderopvangtoeslag cumulatief in 2012 en 2013 met € 536 miljoen meet zijn gedaald dan destijds bij de bezuinigingsopdtacht

Bij de aanbieding van het jaarverslag en de jaarrekening van de nationale politie aan de Tweede Kamer ga ik nader in op de door politie getroffen maatregelen, welke zijn gericht

U geeft aan dat het systeem met de maximum uurprijs voor de kinderopvang ervoor zorgt dat ouders gestimuleerd worden te kiezen voor contracten waarin de kosten worden gespreid

Uw aanbeveling aan de Staatssecretaris van Financiën en lenM en mij om na te gaan of er in Nederiand kosteneffectievere maatregelen voor C02-reductie mogelijk zijn (ofwel door

Ik deel uw constatering dat met deze actieve invulling van mijn toezichtsrol rijksbrede tekortkomingen in het financieel beheer kunnen worden onderkend en eventuele

U vraagt echter ook aandacht voor vier onderwerpen die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van Defensie in 2014, namelijk het vastgoedbeleid, de implementatie van ERP, Life

Zoals de Algemene Rekenkamer opmerkt, biedt de staat van de bedrijfsvoering van het ministerie een solide basis voor het inmiddels ingezette, ingrijpende verandertraject.. Ik ben

U constateert dit jaar drie onvolkomenheden (controle raamwerk P-Direkt, inkoopbeheer FM Haaglanden en inkoopbeheer Rijksgebouwendienst) en twee aandachtspunten in de