Bijlage 1
Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen College advies : Uitstallingenbeleid Datum behandeling in college: : 30 juni 2009
Het college van Bergen;
Gelezen het voorstel van de afdeling VROM van 25 februari 2009 en de conclusies en aanbevelingen van de projectgroep Integrale Beleidsontwikkeling Bergen zoals verwoord in het onderzoeksrapport ‘Uitstallen doe je zo!’;
Gelezen de Inspraaknota Uitstallingenbeleid gemeente Bergen van 24 juni 2009;
Gelet op artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bergen 2009;
Overwegende dat het de taak is van de gemeente als locale overheid te zorgen voor een veilige openbare ruimte en een aantrekkelijk levendig straatbeeld passend bij het karakter van de gemeente Bergen;
Besluit;
Vast te stellen de Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen.
Artikel 1 Begripsbepaling
1.1 Bergen
Het totale grondgebied van de gemeente Bergen.
1.2 Uitstallingen
Eenvoudige handmatig verplaatsbare objecten op de weg zoals verkoopwaren,
reclameborden en plantenbakken niet zijnde winkelwagens en terrasbenodigdheden zoals tafels en stoelen.
1.3 Reclameborden
Beschreven of beplakte borden met tekst en/of afbeelding waarop geen verkoopwaren zijn bevestigd ten behoeve van het winkelassortiment
1.4 Uitstallingenstrook
Het terrein waarop over de gehele breedte van het pand van de desbetreffende ondernemer uitstallingen mogen worden geplaatst. Dit met inachtneming van de in de artikelen 2 tot en met 13 opgenomen beperkingen.
1.5 Voorgevel
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
Artikel 2 Uitstallingenstrook
2.1 Uitstalling pand niet zijnde hoekpand
Uitstallingen mogen over de gehele breedte van het winkelpand worden geplaatst met een maximum van 100 centimeter gemeten vanuit de voorgevel. Uitstallingen bevinden zich binnen het verlengde van de zijgevels van het winkelpand.
2.2.a Uitstalling hoekpanden, twee zijden
Naast het in artikel 2.1 gestelde geldt voor hoekpanden aanvullend dat indien beide gevels ten behoeve van uitstallen worden benut, vanaf de hoek van de gevelzijden minimaal een ruimte van 200 centimeter dient te worden vrijgehouden.
2.2.b Uitstalling hoekpanden, één zijde
Indien bij een hoekpand ten behoeve van uitstallingen niet van beide zijden gebruik wordt gemaakt gelden de bepalingen zoals opgenomen in artikel 2.1.
2.3.a Uitstalling rijbaanzijde met uitstallen voorgevel
Naast het in artikel 2.1 en 2.2. gestelde is het per winkelpand mogelijk aan de rijbaanzijde maximaal 0,5 m2 te gebruiken ten behoeve van uitstallingen. Voor een dergelijke uitstalling geldt, dat deze zich binnen een strook van 300 cm bevindt, gemeten vanaf de entree van de winkel.
2.3.b Uitstalling rijbaanzijde zonder uitstallen voorgevel
Indien de bouwkundige technische uitvoering van de voorgevel aan deze zijde géén uitstalling mogelijk maakt is het toegestaan aan de rijbaanzijde maximaal 2,0 m2 te gebruiken ten behoeve van uitstallingen met inachtneming van de overige bepalingen.
De uitstalstrook dient zich binnen het verlengde van de voorgevel te bevinden.
2.4 Uitstalling parkeervak
Naast het in artikel 2.1 en 2.2. gestelde is het per winkelpand mogelijk indien parkeervakken aanwezig zijn deze ruimten ten behoeve van uitstallingen te benutten indien de
desbetreffende straat voor autoverkeer is afgesloten. Het gebruik van parkeervakken is alleen toegestaan voor vakken die in het verlengde van de voorgevel zijn gesitueerd. Met het gebruik van parkeervakken vervallen de uitstalmogelijkheden onder 2.3.
Artikel 3 Markering
In afwijking van het in artikel 2 gestelde, dienen, daar waar speciale wegmarkering is aangebracht, uitstallingen zich uitsluitend te bevinden binnen deze markeringen.
Artikel 4 Toegankelijkheid
4.1 Toegang eigen winkelpand
De toegangspaden tot de ingang van het pand en tot eventuele nooduitgangen dienen over de volle deurbreedte geheel vrij gehouden te worden. Wanneer er sprake is van een deur van minder dan 120 centimeter breed, dan dient minimaal 120 centimeter vrijgehouden te worden.
4.2 Toegang belendende percelen
Toegang tot naast- en bovenliggende woningen, instellingen en bedrijven dient over de volle deurbreedte te worden vrijgehouden.
4.3 Toegang overige objecten
Ondergrondse of bovengrondse brandkranen en elektriciteitsvoorzieningen dienen binnen een straal van 200 centimeter rondom het object te worden vrijgehouden.
4.4 Toegang nood- en hulpdiensten
Ten behoeve van nood- en hulpdiensten is een permanente doorgang van 350 centimeter doorrijdbreedte en 420 centimeter doorrijdhoogte noodzakelijk. Uitstalling binnen deze ruimte is niet toegestaan.
4.5 Toegang trottoir
De beschikbare trottoirruimte dient te allen tijd minimaal 120 centimeter te bedragen.
Daarnaast moeten trottoiropgangen altijd toegankelijk zijn.
4.6 Openbaar groen
Het is niet toegestaan bomen en groenvoorzieningen te gebruiken ten behoeve van uitstallingen.
Artikel 5 Afrekenpunt
Het verkopen via een tijdelijk of permanent extern afrekenpunt is niet toegestaan.
Artikel 6 Reclameborden
Ondernemers mogen maximaal 1 reclamebord op de uitstallingenstrook voor hun eigen pand plaatsen.
Hoekpanden mogen ten behoeve van minder gunstig gesitueerde andere panden naast hun eigen reclamebord 1 gastbord plaatsen, waarop slechts reclame voor deze minder gunstig gesitueerde panden mag worden gemaakt.
Artikel 7 Verkoopwaren
Verkoopwaren mogen onbeperkt worden geplaatst, met uitzondering van de in artikel 8 genoemde zaken.
Voor etenswaren geldt een minimale hoogte van 50 centimeter boven het grondoppervlak.
Artikel 8 Verankering
Een uitstalling mag op geen enkele wijze permanent in, op of aan de ondergrond worden verankerd.
Artikel 9 Terrassen
Deze beleidsregel is niet van toepassing op terrassen.
Artikel 10 Tijden
De uitstallingen worden gekoppeld aan de Winkeltijdenwet. Dit betekent dat uitstallingen alleen buiten mogen worden geplaatst op het tijdstip dat de winkel geopend is.
Artikel 11 Bijzondere omstandigheden
Een winkeluitstalling dient onmiddellijk te worden verwijderd of verplaatst:
- op last van de politie, de brandweer of medewerkers van de gemeente;
- als dat nodig is in verband met werkzaamheden aan de openbare weg;
- als dat nodig is in verband met werkzaamheden aan of langs de gevel;
- als dat nodig is in verband met evenementen
De met verwijdering of verplaatsing mogelijk verbonden kosten zijn voor rekening van de desbetreffende ondernemer.
Artikel 12 Hardheidsclausule
Wanneer de toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, of inbreuk op de veiligheid, kan het college afwijken van de regeling.
Artikel 13 Handhaving
Toezicht en naleving van de opgenomen beleidsregels vindt plaats conform de
Uitvoeringsnota Handhaving gemeente Bergen, zoals vastgesteld op 31 oktober 2006.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking 8 dagen na publicatie.
Artikel 16 Duur/Geldigheid
Deze beleidsregel is geldig voor onbepaalde tijd.
Artikel 17 Citeertitel
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen".
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Bergen op 30 juni 2009.
de secretaris, de burgemeester,
R. Groninger H.Hafkamp