• No results found

RBC morfologie met de digitale microscoopJ. LEUVENINK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "RBC morfologie met de digitale microscoopJ. LEUVENINK"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

216 Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2016, vol. 41, no. 3 Digitale microscopie voor de geautomatiseerde leuko-

cytendifferentiatie is reeds enkele jaren in gebruik in de klinisch chemische en hematologische laboratoria.

Recent is daar de erytrocyten morfologie aan toegevoegd.

Het kan van groot belang zijn afwijkende erytrocyten zoals fragmentocyten en traandruppelcellen snel te detecteren en te kwantificeren bijvoorbeeld bij verden- king TTP/HUS. In deze studie is de RBC module van de digitale microscoop (DM1200, Cellavision) vergeleken met de Hemocytometrie apparatuur (ADVIA 2120i, Siemens) op basis van micro- en macrocytose en hypochomasie. Daarnaast werden sensitiviteit en specificiteit van de pre-classificatie door de RBC module bepaald voor alle typen RBC morfologie.

Materiaal en methode

Voor de vergelijking tussen de DM1200 en de ADVIA 2120i werden van alle categorieën monsters, in totaal 270 met microcytair, macrocytair, hypochroom +, ++, en +++ , bepaald op de ADVIA2120i, verzameld en op beide systemen bepaald. Normale monsters (n=125) met MCV tussen 85 en 95 fl zonder pathologie werden tevens op beide systemen bepaald om de referentiewaarden te bepalen. Op de DM1200 werd de preclassificatie voor de diverse rode celafwijkingen vergeleken met de postclassificatie, uitgevoerd door ervaren morfologie analisten met een groot pathologische monsters (n=352) uit de dagelijkse routine productie.

Resultaten

Bij het bepalen van de correlatie van de RBC morfologie- parameters, hypochroom, micro- en macrocytair tussen de DM1200 en de ADVIA 2120i bleek dat bij r

2

waarden kleiner dan 0,6 geen overeenkomstige uitslagen konden worden aangetroffen. Verschil in meetmethode is waar- schijnlijk de oorzaak. De correlatie van % anisocytose

van de DM1200 met de RDW van de ADVIA 2120i is goed (r

2

=0,7). Dit houdt in dat indien de ADVIA 2120i flagt op een monster dat er sprake is van anisocytose met een verhoogd RDW dat er ook met de DM1200 groot verschil in kleine en grote erytrocyten wordt gezien.

Referentiewaarden bepaald met de normale monsters (n=121) middels de pre-classificatie van de DM1200 na verwijderen van uitbijters zijn goed en vergelijkbaar met die van het diffboekje (1) (zie Tabel 1).

Uit de correlatie van de pre- en post-classificatie van de DM1200 blijkt dat de pre-classificatie van elliptocyten, traandruppelcellen, sferocyten, acantocyten en fragmentocyten voldoende goed is. Pre-classificatie van targetcellen en stomatocyten dient nog verbeterd te worden.

Conclusie

In deze studie met een groot aantal monsters bleek dat resultaten van ADVIA2120i en DM1200 voor wat betreft de bevindingen voor het percentage micro-, macrocytaire en hypochrome erythrocyten aangetroffen geen overeenkomst lieten zien. Wel is er een goede correlatie van % anisocytose met de RDW van de ADVIA 2120i. De pre-classificatie van de DM1200 is voldoende goed om de meeste RBC typen te screenen.

Voor de pre-classificatie van de targetcellen en stoma- tocyten dient de software nog verbeterd te worden.

Met de DM1200 is het mogelijk voor te screenen met de pre-classificatie van klinisch belangrijke RBC typen zoals fragmentocyten, sikkelcellen en traan- druppelcellen. Ook is het mogelijk deze met behulp van de post-classificatie kwantitatief te rapporteren.

Literatuur

1. VHL Diffboekje 2013.

2. Palmer L. ICSH recommendations for the standardization of nomenclature and grading of peripheral blood cell morphological features. Int J Lab Haematol 2015; 37: 287.

Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2016; 41: 216

RBC morfologie met de digitale microscoop

J. LEUVENINK

1

, M.-L. van GERVEN

1

, J. RIEDL

2

en A. EGELE

2

Jeroen Bosch Ziekenhuis

1

, ’s-Hertogenbosch en Result Laboratorium

2

, Dordrecht

E-mail: J.d.Leuvenink@jbz.nl

Figuur 1. Pre-classificatie DM1200 10% (Referentiewaarde VHL diffboekje (1) <0.5%) Fragmentocyten van een patiënt met TTP (Trombotische trombocytopenische purpura): Hb 5.1mmol/l (Hemolytische anemie), en ernstige trombopenie 23x10

9

/l.

Tabel 1. Referentiewaarden 95% interval (N=121), bepaald in het Jeroen Bosch ziekenhuis

Min (%) Max (%) Referentiewaarde (%)

%Poikilocytosis 0,17 4,33 4,0

%Target Cells 0,00 0,12 0,1

%Schistocytes 0,00 0,32 0,3

%Sickle Cells 0,0

%Spherocytes 0,00 0,14 0,1

%Elliptocytes 0,00 3,13 3,1

%Teardrop Cells 0,00 0,13 0,1

%Stomatocytes 0,00 2,08 2,1

%Echinocytes 0,00 0,63 0,6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bovendien bleek het gemiddelde vruchtgewicht bij de met Duraset bespoten planten hoger te liggen dan bij de onbespoten planten, zodat naar alle waarschijn­ lijkheid de standplaats

De op dit perceel getoetste grondwaterstanden waren resp. De invloed van dit verschil in ontwateringsdiepte bleek geheel afhankelijk te zijn van de weersomstandigheden; in

Paul Roncken en Lian Kasper werken het idee van een Academie voor Landschap verder uit en kunnen daarbij hulp gebrui- ken van creatieve geesten, mensen met een breed netwerk

Mechanische verspreiding vindt (tijdens mechanisch koppen) zeker plaats, maar de enigszins geringe mate waarin de virusverspreiding in dit project is waargenomen, kan niet de sterke

De in het gewas en in de bodem bij de oogst teruggevonden hoeveelheid stikstof, ligt bij de betreffen- de stikstofgift altijd lager dan de potentieel tijdens de teelt

VWDQGSXQWHQ KHHIWJHVFKUHYHQZDDULQVWDDWZDWGHFUXFLDOHXLWNRPVWPDWHQ]LMQELMGHGRRUX JHNR]HQSDWLsQWHQJURHS'DDUQDDVW]LMQHU

Prevalente patiënten lijken niet te zijn meegenomen in de berekeningen, terwijl deze wel voor deze behandeling in aanmerking zullen komen als het middel voor vergoeding in

Gebruik en beleving van natuur van niet-westerse allochtonen 3.1 Participatie in het bezoek aan het groen in en buiten de stad 3.2 Gebruik van groen in de stad 3.3 Gebruik