• No results found

Vraag nr. 74 van 26 november 1996 van de heer JACKY MAES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 74 van 26 november 1996 van de heer JACKY MAES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 74

van 26 november 1996 van de heer JACKY MAES

Politiek verlof overheidspersoneel – 4/5-werkers Sommige ambtenaren hebben, in het kader van de recente tewerkstellingsmaatregelen voor de open-bare sector, beslist om hun ambt uit te oefenen onder het regime van de vrijwillige vierdagenweek. Deze maatregel kan echter nooit de bedoeling heb-ben dat ambtenaren op andere terreinen bepaalde rechten zouden verliezen. Toch blijkt dit nu het g e v a l . Ambtenaren die een politiek mandaat uitoe-fenen zouden immers hun politiek verlof niet meer toegekend krijgen.

Als argumentatie hanteert men hiervoor het arti-kel 1, § 1 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de perso-neelsleden van de overheidsdiensten, waarin wordt gesteld dat alleen personeelsleden die een voltijds ambt uitoefenen het recht hebben op verlof voor het bekleden van een politiek mandaat. Wie 4/5 w e r k t , kan aldus deze dienstvrijstelling niet meer g e n i e t e n . Bij de wet op de herverdeling van de arbeid in de openbare sector is er op deze bepaling in geen enkele afwijking voorzien.

Het komt er dus op neer dat ambtenaren-mandata-rissen die de sociale keuze hebben gemaakt om 4/5 te werken om beter en grondiger hun politiek man-daat te kunnen uitoefenen, het slachtoffer worden van hun eigen sociale opstelling en hun politieke i n z e t . Momenteel zijn er een aantal ambtenaren-mandatarissen die reeds een nota ontvingen met de beslissing dat hun politiek verlof wordt ontzegd gezien hun vrijwillige 4/5-tewerkstelling.

1. Is de minister op de hoogte van de beslissing om geen politiek verlof meer toe te staan aan amb-tenaren die vrijwillig 4/5 werken ?

2. Geldt deze regel voor alle ambtenaren op de verschillende niveaus (federale, V l a a m s e, p r o-vinciale en gemeentelijke ambtenaren) ?

3. Heeft de minister reeds stappen gezet om een oplossing te vinden voor deze misstand, z o d a t de betrokken ambtenaren in de toekomst hun politiek mandaat beter zouden kunnen uitoefe-nen ?

Antwoord

De wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten is onder meer van toepassing op de personeelsleden (ambtenaren, contractuelen en stagiairs) van het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap en van de Vlaamse wetenschappelij-ke instellingen, alsook op de personeelsleden van de federale overheid, van de gemeenten en van de provincies.

Zij is niet van toepassing op de personeelsleden van de Vlaamse openbare instellingen.

Hiervoor gelden :

– het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechte-lijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeen-schap afhangen, gewijzigd bij decreet van 31 juli 1990 ;

– het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechte-lijke verenigingen die van het Vlaams Gewest afhangen, gewijzigd bij decreet van 31 juli 1990. De wet van 18 september 1986 en beide vermelde decreten zijn inhoudelijk evenwel identiek.

Volgens artikel 1 van de wet van 18 september 1986 (artikel 2 van de voornoemde decreten) heb-ben enkel de personeelsleden die een voltijds ambt uitoefenen recht op politiek verlof voor het uitoe-fenen van een politiek mandaat of een ambt dat ermee kan worden gelijkgesteld.

Niettemin worden krachtens artikel 7 van dezelfde wet de personeelsleden van de overheidsdiensten die geen voltijds ambt uitoefenen met voltijds poli-tiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoe-fening van een in artikel 6, eerste lid, bepaald poli-tiek mandaat, voorzover daaraan een polipoli-tiek ver-lof van ambtswege beantwoordt waarvan de duur ten minste de helft van een voltijds ambt beloopt. Dit betekent concreet dat personeelsleden die geen voltijds ambt uitoefenen en die burgemeester worden van een gemeente vanaf 30.001 inwoners, of schepen of voorzitter van de raad voor maat-schappelijk welzijn van een gemeente vanaf 50.001 i n w o n e r s, of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad, van ambtswege met voltijds politiek verlof worden gezonden.

(2)

Na onderzoek deel ik mee dat er binnen het minis-terie van de Vlaamse Gemeenschap en de V l a a m s e wetenschappelijke instellingen geen personeelsle-den zijn die geen voltijds ambt uitoefenen en poli-tiek verlof hebben aangevraagd.

Wat de toepassing in de Vlaamse openbare instel-lingen betreft, gelieve de Vlaamse volksvertegen-woordiger zich te richten tot de Vlaamse ministers bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op deze instellingen, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 1995 houdende toewijzing van bevoegdheden inzake bestuur van of toezicht op de Vlaamse openbare instellingen. Voor de personeelsleden van de gemeenten en provincies en van de federale overheid, dient de Vlaamse volksvertegenwoordiger zich met zijn vraag te richten tot respectievelijk de V l a a m s e minister bevoegd voor Binnenlandse Aa n g e l e g e n-heden en de federale minister van A m b t e n a r e n z a-ken.

Ik wijs er tevens op dat een eventuele wijziging van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten of van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, tot de bevoegdheid van de federa-le overheid behoort. Deze laatste wet is trouwens niet van toepassing op het personeel van de Vlaamse overheid, wel op het personeel van de federale overheid en van de gemeenten en provin-cies.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 1991 tot bepaling van het minimumbedrag, de wijze van innen en de eventuele gehele of ge- deeltelijke vrijstellingen van

Deze prioriteitsregel houdt dus in dat mensen die gedurende zes maanden op een cam- ping wonen én dit adres als hoofdverblijfplaats h e b b e n , voor de toewijzing van

Met deze tweede schorsing die nu een feit is, w o r d t het besluit van 26 november 1996 van de V l a a m s e regering om geen productiepremie toe te kennen aan de CVBA Transatlantic

Een aantal gezinnen met een gezinslid gerechtigd op een inkomensvervangende tegemoetkoming ( b v. meerderjarige zoon) hebben daarom verleden jaar de wateraansluiting bij de

Er is dus nog geen beslissing of de vergoedin- gen voor 1997, 1998 en in het kader van MAP 2 kunnen worden uitbetaald en of de vergoedingen voor 1996 volgens de Commissie

Subrubriek 48.2 slaat op zeehan- delshavens en met het land verbonden en buiten havens gelegen pieren voor lossen en laden (met uitzondering van pieren voor veerboten) die sche- pen

Het terrein een groene bestemming geven, behoort niet tot de be- voegdheid van de minister, maar zij zou wel bereid zijn om via haar administratie een oplossing te zoe- ken om het

Het klopt dat verschillende kabelmaatschappij- en op dit ogenblik een vermindering van het abonnementsgeld toekennen aan iedereen die op basis van de wet van 13 juli 1987 (art.