• No results found

‘aandacht voor de consument’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘aandacht voor de consument’"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kwartaaluitgave van de Nederlandse Mededingingsautoriteit | nr 2 | juli 2006

‘aandacht voor

de consument’

karien van gennip, staatssecretaris

van economische zaken

switchen van

zorgverzekeraar

wat kost een

(2)

2

NMagazine | juli 2006

[inhoud: hoofdartikelen…

…en verder]

4

[case]

meer concurrentie op

benzinemarkt

De prijs voor een liter benzine kan per

tankstation tegenwoordig wel 10 eurocent

schelen. De concurrentie wordt dan ook

steeds groter, concludeert de NMa. Alleen

langs snelwegen kan de prijsconcurrentie

nog beter.

8

[branche & beleid]

‘Praktisch advies voor

consumenten’

Karien van Gennip ziet de

Consumenten-autoriteit, die 1 januari 2007 offi cieel

van start gaat, als een belangrijk

beleidsinstrument van het ministerie van

Economische Zaken. Ze houdt daarom

graag de vinger aan de pols.

11 diamonds are forever

Diamanten mogen voor eeuwig zijn, maar dat geldt niet voor het diamant-monopolie van diamanthandelaar De Beers. De diamantgigant sloot een over-eenkomst met de Europese Commissie.

12 europese

samenwerking

De Europese kartelorganisaties werken steeds meer samen. Zo wordt gestreefd naar een gemeenschappelijke Europese markt voor betalingsverkeer. De NMa is voorzitter van de Europese werkgroep.

14 met zorg overgestapt

De NMa deed samen met de Zorgau-toriteit in oprichting een onderzoek naar het keuzegedrag van consumenten in de zorgverzekeringsmarkt. Gaston Sporre, directievoorzitter Achmea, geeft zijn persoonlijke visie.

17 het argument

Hoe kan het dat burgers soms urenlang zonder stroom zitten? Kan de NMa niet beter toezicht houden?

18 nma-nieuws

Het laatste nieuws van de NMa, DTe en de Vervoerkamer.

colofon

De NMa werkt aan gezonde

con-currentie, die uiteindelijk ten goede komt aan de consument. De NMa staat op de bres voor de keuzevrijheid van consumenten en de concurrentiemogelijkhe-den van bedrijven. De NMa treedt op tegen kartels, misbruik van economische machtsposi-ties en fusies en overnames die de concurrentie belemmeren.

DTe werkt aan elektriciteits- en gasmarkten. Deze kamer binnen de NMa reguleert de toegang tot de energietransport- en distribu-tienetten en bevordert waar mo-gelijk de concurrentie op de energiemarkten. DTe streeft naar effi ciëntie en kwaliteit, ten be-hoeve van consumenten. Lei-dend principe is: waar mogelijk marktwerking stimuleren en waar nodig de effecten van marktwerking simuleren.

De Vervoerkamer werkt aan vervoersmarkten. Deze kamer binnen de NMa bewaakt en be-vordert de eerlijke toegang van bedrijven tot de vervoersmarkt en tot essentiële voorzieningen. De Vervoerkamer voorkomt mis-bruik van economische machts-posities en treedt daartegen op.

NMagazine is de kwartaal-uitgave van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, waartoe ook DTe en de Vervoerkamer behoren. ISSN-nummer: 1571- 0394.

Redactiecommissie:

Frank Buijs, Christward Dieter-man, Winnie van Heesch, Esther Jacobs, Mike Muires, Hilbert Klok, Rogier van der Oord, Bar-bara Roest. Redactieadres: NMa Afdeling Strategie en Communicatie Mike Muires Postbus 16326 2500 BH Den Haag tel: 070 330 1345 e-mail: m.muires@nmanet.nl

Concept & realisatie:

vdBJ/Communicatie Groep, Bloemendaal

www.vdbj.nl

Aan dit nummer werkten mee:

ANP Foto, Joep Bertrams, Bert Bukman, Michel Campfens, Corbis, Corb!no, Truus van Gog, Gert Hage, Martijn Heil, Hollandse Hoogte, Els Kalkman, Michel Knapen, Jelle Leenes, Urtha Ririhatuela, Ronald Tilleman.

Art direction & vormgeving

(3)

consument

De zorgsector, de benzinemarkt, pin-betalingen in het buitenland – ook deze

editie van NMagazine maakt duidelijk dat veel activiteiten van de NMa

betrek-king hebben op de directe belangen van

consumenten. In het artikel over de

benzi-nemarkt wordt bijvoorbeeld ingegaan op de

komst van de prijsvechters en de voordelen

die consumenten daarvan hebben. De NMa,

zo blijkt uit het betreffende verhaal, houdt

de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Hetzelfde geldt voor de wereld van de

zorg-verzekeraars, die de afgelopen maanden de

gevolgen van het nieuwe zorgstelsel over

zich heen kregen. Vooralsnog lijkt het erop

dat het nieuwe zorgstelsel voor

consumen-ten een aantal voordelen heeft opgeleverd,

maar de vraag is natuurlijk of dat zo blijft.

In een interview met NMagazine verwacht

Gaston Sporre, directievoorzitter van

Achmea Zorg, van wel. Wij zullen hem en de andere spelers in de zorgsector

de komende jaren aan hun woord houden.

De belangen van consumenten staan ook centraal bij de nieuwe

Consumen-tenautoriteit, waarvan de oprichting in dit nummer van NMagazine wordt

aangekondigd door Karien van Gennip, de staatssecretaris van Economische

Zaken. In samenwerking met NMa en OPTA wordt deze zomer een

informa-tieloket ingericht waar consumenten voor praktisch advies terechtkunnen.

Consumenten kunnen daar ook terecht met tips over verboden prijsafspraken.

Een tip kan waardevolle informatie opleveren, op basis waarvan de NMa

maat-regelen kan treffen om consumentenbelangen te beschermen.

De NMa blijft zich continu ontwikkelen om markten beter te laten werken.

Want daar is het ons om te doen: gezonde concurrentie die u, als consument,

ten goede komt.

pieter kalbfl eisch

voorzitter Raad van Bestuur NMa

fotogr

afi

e ton poortvliet

Meer informatie:?

(4)

meer concurrentie op de benzinemarkt

Er is steeds meer concurrentie tussen tankstations. Maar langs de snelwegen

moet de concurrentie nog beter. Aldus de recente benzinescan van de NMa.

Marktpartijen reageren verbaasd. Hoezo moet de concurrentie beter? Die is de

afgelopen jaren juist fl ink toegenomen.

tekst jelle leenes/fotografi e martijn heil

[case]

NMagazine | juli 2006

4

(5)

I

s er sprake van een ‘prijzenoorlog’ tussen tankstations? Vergelijkbaar met die in de supermarktsector? Thomas Casparie, retail sales manager bij marktlei-der Shell, ziet desgevraagd veel overeen-komsten. De term ‘oorlog’ acht hij in beide gevallen overdreven maar voor het overige is ook in de wereld van benzine en diesel tegenwoordig een fl inke concurrentieslag aan de gang.

Een ‘slag’ die met kortingen tot tien cent per liter brandstof aanvankelijk alleen zicht-baar was op het onderliggende wegennet, maar zich nu ook steeds meer afspeelt langs de snelwegen. Het beleid van Shell daarbij? Innovatie en productdifferentiatie (V-power, biobrandstof, economy benzine),

scherpe prijzen en een verdubbeling van het aantal onbemande Shell Express-tank-stations.

onbemande stations

Peter Etman, managing director van het kleinere Tamoil (170 stations), onderschrijft in grote lijnen de analyse van zijn Shell-col-lega. Ook Etman verwacht een verdubbe-ling van het aantal onbemande tankstations in Nederland. Met als gevolg verlies van werkgelegenheid. Op bijna de helft van alle tankstations in Nederland treft de consu-ment straks geen personeel (meer) aan. De Tamoil-directeur voorspelt daarnaast de komende jaren schaalvergroting bij de klei-nere marktpartijen via

samenwerkingsver-banden, overnames of fusies. Om blijvend te kunnen concurreren met de vier à vijf grote benzinemaatschappijen, die volgens Etman veel meer kunnen innoveren en het voordeel hebben van eigen raffi nage- en opslagmogelijkheden, moeten de kleinere fi rma’s, ook Tamoil, wel op zoek naar samenwerking, met name op het logistieke vlak (opslag en transport).

(6)

6

NMagazine | maart 2006

verbazing

Vandaar, naast overall tevredenheid, toch ook enige verbazing bij beiden over enkele conclusies in de recente benzinescan van de NMa. Hun verwondering geldt met name de opmerking van de mededingings-autoriteit dat de prijsconcurrentie tussen tankstations aan de snelwegen beter moet. En dat de pomphouders daar hun prijzen beter kunnen vermelden.

De NMa-scan meldt letterlijk: ‘Er zijn geen concrete aanwijzingen gevonden voor concurrentieverstorende afspraken tussen marktpartijen. Consumenten kunnen het best zelf de prijsdruk op snelwegstations opvoeren, door bij de huidige prijsverschil-len vaker op het onderliggende wegennet te tanken. Verder zouden organisaties als de Consumentenbond en de ANWB, in hun rol als belangenbehartiger van de automobilist, maar ook de overheid kunnen bijdragen aan het vergroten van de prijst-ransparantie langs de snelwegen. De NMa zal de komende tijd met name de concur-rentieontwikkelingen langs het hoofdwe-gennet blijven volgen.’ Volgens de NMa is langs het onderliggende wegennet in het algemeen wel al sprake van een stevige prijsconcurrentie tussen benzinestations. Etman erkent dat er langs de snelwegen qua concurrentie en transparantie sprake is van een ‘naijleffect’ ten opzichte van de tankstations langs provinciale en andere wegen. Maar, meent hij, ook op veel locaties langs de snelwegen worden tegenwoordig fi kse kortingen op de adviesprijzen gebo-den. En zowel Etman als Casparie bena-drukt dat bij hun stations, de hoofdwegen incluis, de brandstofprijzen goed zichtbaar worden vermeld, zowel op prijspalen naast de winkels als op de pompen zelf. ‘De con-sument weet beslist waar hij/zij aan toe is.’

prijstransparantie

In grote prijspalen langs de snelwegen naar Frans voorbeeld geloven zij niet. De Tweede Kamer nam eind vorig jaar een motie van

VVD’er Hofstra aan waarin de plaatsing van dergelijke informatiepanelen met prijsver-gelijking wordt bepleit. En minister Peijs (Verkeer) zou er wel voor voelen. De Franse prijspalen zijn sedert jaren vooral te vinden bij de toegangen tot de grote autoroutes. De NMa refereert in haar benzinescan aan deze mogelijkheid.

Shell ziet er echter weinig in. Casparie: ‘Aan prijspalen zitten veel haken en ogen. Prijsinformatie buiten de tankstations is op dit moment in Nederland vanwege de verkeersveiligheid (té afl eidend) verboden. Bovendien: de oprichting en het onderhoud van zulke panelen kosten veel geld. Wie gaat dat betalen? De overheid? De sector zelf?’ Ook Tamoil zet ‘grote vraagtekens’ bij prijspalen. Peter Etman kan zich het nut van een dergelijk systeem in Frankrijk best voorstellen. Want de afstanden zijn daar veel groter. Maar automobilisten in Nederland maken korte ritten. Voor je het weet, ben je hier van de snelweg af en kun je overal tanken.

Prijspalen of niet, de NMa wenst toch ‘prijs-transparantie’. Brandstofprijzen worden naar het oordeel van de mededingingsau-toriteit echt nog te weinig aangekondigd. Bekendmakingen welteverstaan op goed zichtbare plaatsen langs de snelwegen vóór-dat de afrit naar een tankstation wordt ge-nomen. ‘Wat dit betreft zit er nog te weinig beweging in de benzinemarkt’, meent Rob Vossen, een van de opstellers van de benzi-nescan. ‘De NMa zelf kan die transparantie echter niet afdwingen. Dat is een zaak voor de politiek. Die zou daar wettelijk meer aan kunnen doen.’

nieuwe veilingronde

Evenzogoed zou de politiek volgens Vos-sen nog eens goed moeten kijken naar de manier waarop het veilingsysteem voor tankstations langs het hoofdwegennet is georganiseerd. Zeker nu in september een nieuwe veilingronde voor tien stations voor de deur staat. De overheid besloot in 2000

Facts & fi gures

Het aantal tankstations in Nederland bedroeg in 2005 volgens de Bovag 4319. De Vereniging van Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) kwam in 2004 uit op 3625 stations. Het verschil heeft volgens de NMa mogelijk te maken met het niet meetellen door de VNPI van kleinere (vaak één-eigenaar) stations.

De vijf grootste oliemaatschappijen (Shell, Total, Texaco, Esso en BP) zagen hun marktaandeel in volume en aantallen tankstations de laatste jaren licht afnemen. Shell is met een aandeel van ruim 21 procent marktleider.

Ruim vijf procent van de tankstations in Nederland bevindt zich aan snelwegen. Dat is het hoogste percentage in West-Europa. Dat heeft alles te maken met de relatief hoge snelwegdichtheid in Nederland.

Ruim één op de vijf tanklocaties (in totaal 970 stations in 2005) in Nederland is inmiddels onbemand. De NMa schat de minimale schaal waarop momenteel een bemand tankstation rendabel kan opereren op twee à drie miljoen liter per jaar.

Nederlandse tankstations mogen sinds enkele jaren, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, geen alcoholhoudende dranken verkopen. Tabak vormt in de tankshops het grootste deel (66,6 procent) van de verkoop.

thomas casparie:

(7)

af te stappen van de letterlijk eeuwig-durende tankstationconcessies langs de snelwegen. Daar ging te weinig marktwer-king van uit. Nieuwkomers konden niet of nauwelijks een felbegeerd plaatsje in deze markt veroveren. In overleg met de sector zelf werd onder andere overeengekomen dat de grote oliemaatschappijen verplicht vijftig stations langs de snelwegen zouden afstoten. Aan die reductieverplichting is inmiddels voldaan. Alle locaties langs de snelwegen worden daarnaast door de overheid elke vijftien jaar geveild en aan de hoogste bieder gegund.

Tot nu toe zijn er drie veilingrondes geweest. Waarbij in enkele gevallen de ‘top-deelregeling’ is toegepast, een systeem dat volgens de gemaakte afspraken in werking treedt als de bestaande concessiehouder van een tankstation tegelijk de hoogste bieder is. In dat geval moet de bestaande concessiehouder het verschil tussen het hoogste en het één na hoogste bod, met een maximum van 15% van het bod, aan de staat betalen. Volgens de benzinescan van de NMa is voor sommige, erg gewilde locaties, zoals tankstation Bijleveld langs de A12, door olieondernemers fl ink in de buidel getast. Miljoenen euro’s gingen over tafel.

Zoals het nu gaat, is volgens Rob Vossen van de volgende veilingen echter niet veel (meer) te verwachten. Nu de grote oliemaat-schappijen aan hun reductieverplichting hebben voldaan, mogen zij weer stations bijkopen. Bovendien: langs de snelwegen hebben zich als gevolg van de veilingen maar weinig kleinere marktpartijen kun-nen vestigen. Het aandeel van de grote maatschappijen op het hoofdwegennet is met andere woorden onveranderd groot gebleven. Bij de stations met de hogere marges is hun bijdrage blijkens de NMa-scan zelfs nog negentig procent. Daarmee is volgens Rob Vossen het oor-spronkelijke doel van de veilingen – meer

marktwerking ofwel ‘het openbreken van de markt voor nieuwe toetreders’ – nau-welijks bereikt. De NMa acht het zelfs niet uitgesloten ‘dat de concentratie van de oliemaatschappijen aan de snelwegen weer zal toenemen. Dit zal de prijsconcurrentie niet bevorderen.’ Zelf is de toezichthouder niet bij machte daar iets aan te veranderen. Vossen: ‘Alle reden dus voor de politiek om de veilingopzet eens te evalueren.’

haken en ogen

Hoe oordeelt de benzinesector anno 2006 zelf over het veilingstelsel? Voor Peter Etman staat vast dat het systeem niet heeft bijgedragen tot meer prijsconcurrentie. De toegenomen competitie langs de snelwe-gen is vooral het gevolg van de soortgelijke ontwikkeling op het onderliggende wegen-net. De Tamoil-directeur denkt ook dat de opbrengsten bij volgende veilingen zullen tegenvallen. Want eigenaren/uitbaters van tankstations kunnen de hoge grondprijzen gezien de geringe marges in de benzinesec-tor eenvoudig niet (meer) betalen.

Etman ziet meer in een nieuwe manier van uitgifte van tankstationlocaties, hoewel ook daar haken en ogen aan zitten. Zo zou de overheid kunnen besluiten locaties voort-aan in licentie uit te geven, gekoppeld voort-aan een roulatiesysteem. Zodra een maatschap-pij een locatie heeft gehuurd, zou die

onderneming na bijvoorbeeld vijftien jaar automatisch plaats moeten maken voor een concurrent.

Shell daarentegen kan zich op hoofdlijnen nog wel vinden in het veilingsysteem. ‘Het is onderdeel van het destijds afgesproken convenant. En er moet niet vergeten wor-den dat de bestaande partijen hun eeuwig-durende concessies kwijtraakten.’ Bij de volgende ronde in september is de maatschappij in elk geval weer van de partij. Op welke locaties de marktleider wil bieden? Casparie zwijgt. Hij wil de concurrentie niet wijzer maken. Net zomin hij ook maar iets wil loslaten over moge-lijke bedragen. Die verschillen per locatie houden onder meer verband met de door maatschappijen gewenste dekking in (delen van) het land.

Terug naar de toekomst van de benzine-markt. Thomas Casparie, Peter Etman en Rob Vossen denken alle drie dat de sector een zware tijd tegemoet gaat. Zelfs de shops bij tankstations komen steeds meer onder druk te staan, zeker als de overheid ook nog eens zou besluiten om de verkoop van tabak aan de pomp te verbieden. Nieuwe concepten helpen ook weinig, is hun conclusie. Consumenten hebben daar steeds minder oog voor. Men wil in de eerste plaats goedkoop tanken.

peter etman:

(8)

[branche & beleid]

‘meer aandacht

belangen

(9)

Maar hoe dan ook, de belangen van consumenten liggen haar na aan het hart. ‘We hebben als ministerie de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het goed functioneren van de aanbodkant van de economie; de oprichting van de NMa is daar onder meer het gevolg van. Nu wordt het tijd om meer te focussen op de vraagkant.’

zelfregulering

De Consumentenautoriteit is een nieuwe loot aan de stam van de Nederlandse toezichthouders, waarvan verder onder meer de NMa, de OPTA en de nieuwe Zorg autoriteit deel uitmaken. ‘Er zijn op dit vlak meer initiatieven gaande’, aldus Karien van Gennip. ‘We stimuleren bijvoorbeeld de oprichting van diverse geschillencommissies, die per sector onenigheden tussen consumenten en ondernemers kunnen oplossen. Zelfregu-lering beschouw ik nog altijd als de beste oplossing, dus als de problemen in een bepaalde sector zelf tot een goed einde worden gebracht, dan graag. Maar dat lukt natuurlijk niet altijd, en dan is het belang-rijk dat er een centrale toezichthouder is.’ De nieuwe Consumentenautoriteit gaat zich in principe niet bemoeien met indivi-duele gevallen, benadrukt de staatssecre-taris. ‘Daarvoor is het werkterrein veel te breed. In de meeste gevallen zal worden doorverwezen naar instanties waar je met zo’n klacht wel terechtkunt, stel ik me voor. Maar als individuele klachten zich va-ker blijken te richten op een bedrijf of een sector, dan komt de Consumentenautori-teit mogelijk wel in het geweer. Overigens, als er een individuele klacht binnenkomt over misleidende reclame, kan die wel

E

en persoonlijk punt van aandacht

voor de nieuw op te richten toezicht-houder heeft ze wel: telefonische ver-kopers die je ’s avonds storen, zogenaamd om informatie te verstrekken. Na tien minuten blijkt dat ze toch een commercieel oogmerk hebben en je iets willen verkopen. ‘Dat ergert me, en naar mijn idee zou dat anders moeten. Maar het is natuurlijk aan de Consumentenautoriteit om na te gaan of dat punt ook werkelijk moet worden opgepakt.’

Al vanaf haar aantreden als staatssecretaris van Economische Zaken in 2003 maakt Karien van Gennip zich sterk voor een betere bescherming van de consument. Wellicht hangt dat samen, veronderstelt ze, met de werkzaamheden bij de Autoriteit Financiële Markten, haar vorige werkgever. Bij AFM was ze onder meer betrokken bij het opstellen van de fi nanciële bijsluiter bij bancaire producten.

Staatssecretaris Karien van Gennip maakt zich sterk voor

de oprichting van een Consumentenautoriteit. Begin

volgend jaar is het zover. ‘Met de opkomst van internet

en het vrije verkeer van goederen en personen in de EU

komen grensoverschrijdende transacties steeds vaker

voor. En juist in die gevallen is het soms lastig om gehoor

te krijgen voor een klacht.’

tekst bert bukman/fotografi e corb!no

voor

consument’

(10)

10

NMagazine | juli 2006

worden opgepakt. Reclame richt zich tenslotte tot iedereen. Dan zal eerst de Re-clame Code Commissie, ingesteld door de sector zelf, aan zet zijn, maar als dat niets oplevert, gaat de Consumentenautoriteit ermee aan de slag.’

Bovendien – en daarmee zijn we mo-menteel het verst gevorderd – gaat de Consumentenautoriteit zich richten op de zogeheten grensoverschrijdende klachten. Met de opkomst van internet en het vrije

verkeer van goederen en personen in de EU komen grensoverschrijdende transacties steeds vaker voor. En juist in die gevallen is het soms lastig om gehoor te krijgen voor een klacht. Een aannemer in België die

zijn werk bij zijn klanten in Nederland niet goed heeft gedaan, kan dan ineens heel lastig te bereiken zijn.

één loket

Na de zomer zal via een pu-bliciteitscampagne aandacht worden gevraagd voor de eerste zichtbare manifestatie van de Consumentenautori-teit. In samenwerking met de NMa/DTe en de OPTA wordt een gezamenlijk in-formatieloket ingericht waar consumenten voor praktisch advies over hun rechten terechtkunnen. ‘Dat zal de vorm krijgen van een website en een telefoonnummer. Per 1 januari volgend jaar gaat de toezichthoudende Consumentenautoriteit dan echt van start. Voorlopig ga ik uit van een kleine, goed uitgeruste dienst, die zo’n twintig medewerkers zal tellen. Gezien de omvang zal de autoriteit selectief moeten zijn en prioriteiten moeten stellen met enkele zorgvuldig geselecteerde kwesties. Deze kwesties moeten in één keer duidelijk maken waar de Consumentenautoriteit voor staat. Ik denk dan aan de vorige Europese Commissaris voor Consumentenzaken, David Byrne, met wie ik veel contact heb gehad. Hij beweerde altijd dat Nederland qua internetcriminali-teit tot de drie belangrijkste landen ter we-reld behoort, samen met Spanje en Nigeria. Zelfs al zou dat niet waar zijn, dan betekent zo’n uitspraak toch iets voor het imago van Nederland, waaraan je iets moet doen.’ Natuurlijk zijn er meer organisaties die zich bezighouden met de bescherming van con-sumenten. De Consumentenbond is hiervan de bekendste. ‘Maar de Consumentenbond, die overigens nauw betrokken is bij de

op-richting van de Consumentenautoriteit, is in de eerste plaats een vereniging, die opkomt voor de belangen van zijn leden. Dat zullen wij niet doen; bij ons zijn alle burgers even belangrijk.’ Er zijn nog meer verschillen. De Consumentenbond doet aan productvergelij-king. Dat zal de Consumentenautoriteit niet doen. Ook beschikt de Consumentenbond niet over de mogelijkheid tot het nemen van wettelijke maatregelen zoals het opleggen van boetes en het starten van procedures bij het gerechtshof in Den Haag. De Consumen-tenautoriteit kan bij een onderzoek naar een mogelijke overtreding plaatsen betreden, inlichtingen vorderen en inzage in gegevens opeisen. De opsporingsbevoegdheden zijn te vergelijken met die van de NMa.

malafide

Het lijkt al met al een nuttig initiatief, de oprichting van een Consumentenautori-teit. Zo nuttig, dat je je afvraagt: had dat niet eerder moeten gebeuren? ‘Die vraag kun je je inderdaad stellen, maar ik denk toch dat het logisch is dat de Consumen-tenautoriteit pas nu het licht gaat zien. Marktwerking heeft de afgelopen jaren veel ruimte gekregen, en het logische gevolg is dat de consument enerzijds meer keuze heeft, en anderzijds vaker tegen malafi de producenten in bescherming zal moeten worden genomen. Mede om die reden wil ik de Consumentenautoriteit voorlopig nog onderdeel laten uitmaken van het minis-terie van Economische Zaken, zoals in de beginjaren ook met de NMa is gebeurd. Het gaat in eerste instantie om een belangrijk beleidsinstrument, en daarbij wil ik graag de vinger aan de pols houden.

Ik denk overigens dat de Consumenten-autoriteit niet alleen van belang is voor consumenten, maar ook voor het bedrijfs-leven. Bonafi de ondernemers hebben er alleen maar baat bij als rotte appels uit de mand worden verwijderd. Om die reden verwacht ik ook dat ondernemers zelf wel eens een klacht zullen indienen. Bovendien zijn ze zelf bij gelegenheid ook consument. Een producent van – ik noem maar wat – breedbeeld-tv’s zal ook wel eens op vakan-tie gaan. En als hij dan in een appartement belandt met uitzicht op een betonnen muur in plaats van de beloofde zee, dan zal hij toch ook verhaal willen halen.’

Wie is Karien van Gennip?

Karien van Gennip (Leidschendam, 1968) is afgestudeerd als natuurkundig ingenieur. In 1995 werd ze Master of Business Administration (MBA) aan het gerenommeerde INSEAD in Fontainebleau. Vanaf 1994 was ze met een korte onderbreking werkzaam bij adviesbureau McKinsey, en in september 2002 trad ze in dienst van de Autoriteit Financiële Markten. In mei 2003 trad ze voor het CDA toe tot het tweede kabinet-Balkenende als staatssecretaris van Economische Zaken.

‘De nieuwe Consumenten autoriteit

bemoeit zich in principe niet met

individuele gevallen’

(11)

D

iamanthandelaar De Beers, ’s werelds grootste producent van ruwe diamanten, benaderde eurocommissaris Neelie Kroes van Mededinging met een voorstel om op termijn de omstreden handelsovereenkomst met het Russische diamant-consortium Alrosa te beëindigen. De overeenkomst verplichtte Alrosa, de nummer twee in de diamantwereld, vrijwel alle ruwe diamanten buiten het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS), de voormalige Sovjet Unie, aan De Beers te verkopen. In de praktijk kwam dit erop neer dat De Beers buiten het GOS het alleenrecht had op de distributie van ruwe diamanten, om deze vervolgens te slijpen en te gebruiken in de sieradenindustrie. In januari 2003 startte de Europese Commissie met haar onder-zoek naar deze overeenkomst, waarbij

Alrosa had ingestemd met de verkoop aan De Beers van in totaal 800 miljoen dollar aan diamanten over een periode van vijf jaar. De Europese Commissie maakte zich zorgen dat De Beers zo misbruik maakte van zijn dominante positie op de wereldmarkt voor ruwe diamanten. Drie jaar later, op 22 februari van dit jaar, bereikten de EU en De Beers een akkoord. De Zuid-Afrikaanse diamanthandelaar zegde toe de afname van ruwe dia-manten van Alrosa de komende jaren geleidelijk aan te verminderen, tot in 2009 de afname geheel is stopgezet. Hierdoor komt een levensvatbare, alternatieve bevoorradingsbron van ruwe diamanten beschikbaar. De overeenkomst met de EU past in het charmeoffensief dat De Beers een aantal jaren geleden opende. In de diamantwereld klonken steeds luidere protesten tegen de marktdominantie

van het bedrijf. Maar ook de kwestie van de zogeheten ‘confl ict-diamanten’ deed de reputatie van het bedrijf geen goed. Allerlei dubieuze regimes en rebellengroeperingen fi nancierden hun gewelddadige activiteiten met de verkoop van diamanten. Met de ondertekening van het zogenoemde Kimberly Process beloofde De Beers als een van de eerste bedrijven voortaan geen diaman-ten meer te betrekken van bewegingen die met de opbrengst oor-logen en opstanden fi nancieren. Het volgende offensief voltrok zich in de VS, waar De Beers al sinds jaar en dag zwaar onder vuur lag. Zo zwaar dat het concern zich sinds 1945 niet meer op Amerikaanse bodem had gewaagd. Sinds 2004 is De Beers echter weer welkom in de VS, nadat het concern een boete van tien miljoen dollar had betaald wegens het maken van prijsafspraken. En nu is er dan de overeenkomst met de Europese Commissie, die, zo hoopt men in Brussel, de weg vrijmaakt voor echte concurrentie bij de levering van ruwe diamanten, hetgeen uiteindelijk de consument ten goede moet komen. Op de overeenkomst zal worden toegezien door een onafhankelijke derde. Mocht blijken dat De Beers zich desondanks schuldig blijft maken aan misbruik van zijn machtspositie, dan riskeert het diamantconcern een boete van maximaal tien procent van de totale wereldwijde omzet.

Maar meer dan voor de boete zal De Beers, dat ook na het beëindigen van de handelsovereenkomst met Alrosa nog zo n 45 procent van de wereldmarkt in handen zal hebben, bevreesd zijn voor een nieuwe golf van negatieve publici-teit. Diamanten zijn forever, maar een reputatie is snel geknakt.

diamant-monopolie

niet forever

De diamantmarkt wordt gedomineerd door twee grote consortia: De Beers uit Zuid-Afrika

en Alrosa uit Rusland. De Beers sloot in februari 2006 een overeenkomst met de Europese

Commissie om meer concurrentie mogelijk te maken. Een mea culpa van een diamantgigant.

(12)

Vanaf 2008 moeten consumenten in het hele eurogebied eenvoudig

en veilig via één bankrekening en met één bankpas kunnen betalen.

Ook moet de concurrentie tussen banken in Europa veel groter

worden, zodat tarieven omlaag gaan. De NMa maakt zich in Europees

verband sterk voor één gemeenschappelijke Europese markt voor

betalingsverkeer.

tekst bert bukman/beeld truus van gog

NMagazine | juli 2006

12

D

e datum was 19 mei 2006, de

locatie een aangenaam hotel aan de boulevard in Nice. In een van de zalen van het hotel waren de directeuren-generaal en de voorzitters van de Raden van Bestuur van de Europese kartelautoriteiten aanwezig, onder wie de Nederlander Pieter Kalbfl eisch. Ook Albert Scholten en Stijn van den Broek, respectievelijk clusterma-nager en senior medewerker Financiële en Zakelijke Dienstverlening van de NMa, waren uitgenodigd als vertegenwoordigers van de Europese werkgroep fi nanciële dienstverlening. Als voorzitter en secretaris van deze werkgroep presenteerden zij het bereikte resultaat: een rapport met aanbe-velingen over de totstandkoming van een gemeenschappelijke Europese markt voor betalingsverkeer.

‘Het was voor ons een spannend moment,’ herinnert Albert Scholten zich in zijn Haag-se werkkamer, ‘maar de preHaag-sentatie verliep prima. Er werd aandachtig naar ons verhaal geluisterd, en na afl oop werd er gediscus-sieerd over de aanbevelingen die we hadden gedaan. Het rapport en de aanbevelingen werden vrijwel zonder aanpassingen aan-vaard door de dg’s en ook door de Europese Commissie.’

bredere visie

De NMa is niet alleen in Nederland actief als het gaat om kwesties van mededinging, maar steeds vaker ook op Europees niveau.

Eenmaal per jaar komt de top van de Euro-pese kartelautoriteiten bijeen, zoals onlangs in Nice, en dan worden actuele kwesties besproken die nadere bestudering behoe-ven. Waaronder dus de gemeenschappelijke Europese markt voor betalingsverkeer. ‘Wij willen als NMa onze verantwoordelijkheid op dat vlak nemen. En daarom nemen we bijvoorbeeld het initiatief tot het verzorgen van het voorzitterschap van zo’n werkgroep’, verduidelijkt Albert Scholten zijn recente optreden. ‘Dat is trouwens ook in ons eigen voordeel, zeg ik er eerlijk bij. Als medewer-kers van de NMa verbreden we zo onze blik, en bekijken we de ontwikkelingen niet al-leen meer vanuit Nederlandse,

maar ook vanuit Europese kaders. Zo’n bredere visie is natuurlijk altijd goed. En gaandeweg leer je veel van collega’s uit andere landen, die vaak met dezelfde problemen worstelen als jij. Van de manier waarop zij problemen aanpakken, kun je veel opsteken. Dat heb ik de afgelopen jaren regelmatig ervaren.’

meer concurrentie

Het doel van de ‘Single European Payment Area’, zoals de gemeenschappelijke markt voor betalingsverkeer offi -cieel wordt aangeduid, is een vereenvou-diging van het betalingsverkeer binnen de grenzen van de Europese Unie. Door

betaalsystemen uniformer te maken en beter aan elkaar te koppelen, zouden beta-lingen goedkoper kunnen worden verwerkt en zouden aanbieders ook grensoverschrij-dend met elkaar kunnen concurreren, zo is de gedachte.

Voormalig eurocommissaris Bolkestein nam in het jaar 2003 de eerste maatregel om banken te stimuleren deze vereen-voudiging door te voeren. Volgens de toen ingevoerde regel mogen tarieven voor grensoverschrijdende betalingen tot

‘betalen binnen

moet

nm

a

steeds actiever op europees niveau

(13)

50.000 euro (tot 1 januari 2006 was dit 12.500 euro) in elk Europees land niet hoger zijn dan de tarieven voor bin-nenlandse betalingen. Om de banken tot meer spoed aan te zetten, heeft de Europese Commissie later aangegeven dat, wat haar betreft, consumenten vanaf 2008 in het hele eurogebied eenvoudig en veilig via één bankrekening en met één bankpas kunnen betalen. De banken hebben dit signaal opgepakt en hebben zich voorgenomen om vanaf 2008 te starten met de introductie van nieuwe Europese betaalstandaarden.

aanbevelingen

‘Wij wilden graag onderzoeken of er risico’s voor de concurrentie verbonden zijn aan deze operatie van de banken. Wordt de con-currentie inderdaad groter, of zou die ook wel eens beperkt kunnen worden door deze operatie? Via een uitgebreide vragenlijst vroegen wij alle Europese kartelautoriteiten om hierop hun visie te geven’, verduidelijkt Albert Scholten. ‘De antwoorden zijn ver-werkt en hebben tot diverse aanbevelingen geleid. Een van de aandachtspunten was de mate waarin klanten van bank wisselen. Dat blijkt buitengewoon weinig te gebeuren; er is becijferd dat een gemiddelde inwoner van Europa vaker van echtgenoot of echtgenote wisselt dan van bank. Dat heeft onder meer te maken, zo bleek, met een gebrek aan dui-delijkheid over de voorwaarden die banken stellen en de tarieven die ze hanteren. Dat

probleem wordt al aangepakt op nationaal niveau, onder meer in Nederland, waar steeds meer kosten aan tarieven worden gekoppeld. Kortom, de transparantie op dat gebied neemt toe. Maar het kan nog beter. Wan-neer er op Europees niveau moet worden geconcurreerd, is het van belang dat een Italiaan of een Spanjaard ook eenvoudig bij een Nederlandse bank een betaalrekening kan openen.’

Ook de toegang van nieuwe aanbieders tot de Europese markten bleek nog niet optimaal te zijn. ‘Met name aanbieders van buiten de bancaire sector en aanbieders uit andere nationale markten kunnen lastig toetreden. Je kunt daarbij denken aan een telecomaan-bieder die betalingen mogelijk maakt via de mobiele telefoon of een buitenlandse bank die in Nederland zijn betaaldiensten wil aan-bieden. Die nieuwkomers hebben te maken met regelingen en standaarden die vaak door de fi nanciële instellingen zelf zijn ontwik-keld, en die dus soms, bedoeld of onbedoeld, concurrentie lastig maken. Wij staan op het standpunt dat ook dat moet worden verbe-terd. De introductie van Europese standaar-den kan hiervoor de juiste omstandighestandaar-den scheppen.’

betaalstandaarden

Tot slot zijn er door de werkgroep van Albert Scholten aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op het gemak van

buitenlandse betalingen. ‘Dergelijke beta-lingen lopen nu via een complex stelsel van bancaire systemen. Dat is onnodig duur. Uniforme Europese betaalstandaarden kunnen daar een einde aan maken, en die moeten wat ons betreft dus snel worden ingevoerd.’

Maar wanneer er concurrentie-beperkingen nodig zijn om zo’n uniforme Europese betaalstandaard in te voe-ren, dan moeten er wel voldoende waarborgen zijn dat de consumenten bijvoorbeeld profi teren van de introductie van deze standaar-den. Albert Scholten: ‘Gelukkig is tijdens de conferentie over-eengekomen dat de Europese Commis-sie en de nationale concurrentie-autoriteiten op korte termijn gezamenlijk de voorne-mens van de banken grondig door

deze bril zullen bekijken.

Snel-heid is geboden, want we willen positieve marktontwikkelingen natuurlijk niet in de weg staan.’

europa

(14)

14

NMagazine | juli 2006

gaston sporre, directievoorzitter achmea zorg:

‘ de markt is op

drift geraakt’

Hij staat aan het hoofd van een van de

grootste zorgverzekeraars van

Neder-land en kijkt terug op een stormachtige

periode: de invoering van het nieuwe

zorgstelsel. Gaston Sporre: ‘Eén ding is

zeker: de relatie tussen zorgaanbieders,

verzekeraars en verzekerden wordt

ingrij-pend gewijzigd. Dat kan niet anders dan

gevolgen hebben op de langere termijn.’

tekst bert bukman/fotografi e michel campfens

(15)

Om te beginnen: gefeliciteerd. Achmea Zorg lijkt een van de grote winnaars te zijn geworden van de invoering van het nieuwe zorgstelsel.

‘Daar lijkt het wel op, ja. Naar schatting hebben we er over al onze labels zo’n half miljoen verzekerden bij gekregen. Onze collega’s zijn niet allemaal even mededeel-zaam op dat punt, maar we hebben toch wel de indruk dat we het daarmee erg goed hebben gedaan. Het is toch een verdrin-gingsmarkt, nieuwe verzekerden komen er immers niet bij, en dan is een half miljoen een hoge score.’

Is het meer dan u had verwacht?

‘Jazeker, het is boven verwachting. Nie-mand heeft overigens kunnen voorzien hoe het allemaal precies zou lopen, daarvoor gingen de ontwikkelingen gewoonweg veel te snel. Bovendien bleken de uitgangspun-ten en overtuigingen van veel betrokkenen evenmin te kloppen. Aanvankelijk werd verondersteld dat de markt niet in bewe-ging zou komen, omdat de Nederlanders niet overliepen van enthousiasme bij een gevoelige ingreep in hun zorgverzekering. Toen luidde de veronderstelling, zelfs bij sommige bewindslieden, dat de

prijsver-schillen van dien aard zouden zijn dat iedereen wel bij zijn oude verzekeraar zou blijven. Even leek het erop dat de collectieve verzekeringen hun beste tijd hadden gehad en dat de individuele polis de toekomst zou hebben. Ook dat is onwaar gebleken: ik schat dat negentig procent van de instroom aan verzekerden een collectieve polis heeft. Interessant is dat er wat dat betreft veel nieuwe collectiviteiten zijn ontstaan: was een collectieve polis vroeger eigenlijk het domein van de werkgever, nu zijn er studentenorganisaties, ouderenbonden en vakverenigingen op dat terrein actief. Heel opmerkelijk is dat.’

Bent u achteraf tevreden?

‘In een aantal opzichten natuurlijk wel, dat zult u begrijpen, maar zoals gezegd: de ontwikkelingen zijn erg snel gegaan. De markt is wel een beetje op drift geraakt; soms leek het alsof er een tsunami over ons heen kwam. Dat is logisch als je een nieuw stelsel introduceert, maar zoiets moet je niet te vaak hebben. Dat is voor niemand goed, voor de zorgaanbieders niet, voor de keraars niet, maar ook niet voor de verze-kerden. Zij profi teren nu wel van een lagere prijs, maar iedereen heeft kunnen vaststel-len dat de service de afgelopen maanden, bij alle verzekeraars, wel eens te wensen heeft overgelaten. En dat terwijl wij in de cruciale fase toch dertig procent meer personeel hebben ingezet, en dat zal voor de andere verzekeraars niet anders zijn geweest.’

Is er nu echt sprake van marktwerking in de zorg?

‘Er is een begin gemaakt, laat ik het zo zeg-gen. Overigens past het om een compli-ment te geven aan minister Hoogervorst. Hij heeft met een standvastigheid die zijn voorgangers niet was gegeven, deze nieuwe wet weten in te voeren. De snelheid waar-mee hij dat deed, was bovendien ongekend. Bij mijn weten is nog nooit zo’n belangrijke stelselwijziging in zo’n hoog tempo door de Tweede en Eerste Kamer geloodst.’

Maar is daarmee ook echt sprake van markt-werking?

(16)

[in beweging]

NMagazine | juli 2006

16

door goedgeïnformeerde verzekerden een zorgvuldige afweging kan worden gemaakt op basis van prijs en kwaliteit. Daar is nu nog geen sprake van, want op kwaliteit kan nog niet goed worden geselecteerd, daar is nog te weinig zicht op. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders moeten zich op dat vlak de komende periode gaan bewijzen. Ik denk dat dat ook zal gebeuren, want één ding is zeker: de relatie van deze partijen met de verzekerden is ingrijpend gewijzigd. Dat kan niet anders dan gevolgen hebben op de langere termijn.’

Wat de nabije toekomst betreft: denkt u dat de acceptatieplicht gehandhaafd zal blijven? Met andere woorden: kunnen mensen met een bepaalde ziekte ook in de toekomst niet worden geweigerd?

‘Er is sowieso sprake van een acceptatie-plicht voor de basisverzekering. Dat moeten we niet willen veranderen. Het past in een goede Nederlandse traditie, waarvan ik hoop dat die op het Binnenhof gehandhaafd zal blijven. Er hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan. Overigens hoop ik ook dat de politiek zich verder voorlopig

terughou-dend zal opstellen over de samenstelling van het basispakket. Er is nu behoefte aan rust. Dat betekent niet dat we na moeten la-ten om de rammels en oneffenheden in het nieuwe stelsel te repareren. Er is noodzaak voor beperkt herstelwerk. En er is behoefte aan minder regels, niet aan meer. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, dan ben ik redelijk optimistisch gestemd.’

Verwacht u dat de prijzen in 2007 zullen gaan stijgen?

‘Ik verwacht in elk geval niet dat ze zullen gaan dalen, maar ik verwacht evenmin dat de prijsverlagingen weer ongedaan zullen worden gemaakt. Een reële prijsstijging, die de stijging van de werkelijke kosten in de gezondheidszorg zal volgen, acht ik het meest waarschijnlijk.’

‘ Negentig procent nieuwe

verzekerden heeft een

collectieve polis’

De zorg is een van de aandachtsvelden van de NMa Agenda 2006. Door de structuurwijziging is de

zorgverzekeringsmarkt in 2006 in beweging gekomen en is het voor de NMa van belang de gedragingen van

marktpartijen intensief te volgen. Om een markt te laten werken heb je een kritische consument nodig die het aanbod van verschillende aanbieders tegen elkaar afweegt. Voldoende reden voor een diepgaand onderzoek naar het keuzegedrag van consumenten in de zorgverzekeringsmarkt. Diepgaander dan alleen het in kaart brengen van het feitelijke overstapgedrag. Dat is het kenmerk van een tweetal enquêtes die de

NMa, samen met de Zorgautoriteit in oprichting, de afgelopen maanden onder tweeduizend Nederlanders heeft laten verrichten. ‘De eerste enquête heeft plaatsgevonden in januari, toen mensen nog midden in het keuzeproces zaten’, zegt Edward Droste, senior medewerker bij de Monitor Financiële Sector van de NMa. ‘Toen had al achttien procent voor een andere zorgverzekeraar gekozen, terwijl tien procent dat nog bleek te overwegen. Hoge percentages, heel anders dan we hebben gezien in andere markten zoals de energiemarkt. Nu speelden bij zorgverzekeringen een aantal overwegingen een rol: zorg is veel meer beladen en emotioneler dan energie, en

ook zijn veel mensen overgestapt via een collectieve regeling. Tot slot heeft alle publiciteit over het nieuwe zorgstelsel vermoedelijk een rol gespeeld.’ Hoe dan ook: snel werd duidelijk dat het aantal overstappers hoog zou zijn. De hoogte van de premie, de keuzevrijheid van zorgaanbieders en natuurlijk de dekking van de polis spelen een belangrijke rol bij de keuze van een verzekering, zo bleek uit het eerste onderzoek. ‘Interessant is natuurlijk de relatie tussen al die overwegingen’, aldus Edward Droste. ‘Het tweede onderzoek, dat in mei werd gehouden, maakte duidelijk dat consumenten zich bij hun keuze vaak laten leiden door de dekking

van de polis. Het maakt ze daarbij niet zoveel uit wie de polis aanbiedt. Daarna gaan ze op zoek naar de verzekeraar met het voor hen beste aanbod. Mogelijk verandert hierdoor de marktverhouding tussen landelijke en regionale verzekeraars.’ Het is ook van belang hoe consumenten aan de informatie komen waarop ze hun keuze baseren. De belangrijkste informatiebronnen vormen de zorgverzekeraars zelf en

vergelijkingssites, zo blijkt uit het onderzoek. Het onderzoek van de NMa naar de zorgverzekeringsmarkt blijft niet beperkt tot 2006. Ook de komende jaren blijft de NMa de gedragingen op de markt nauwgezet volgen.

(17)

D

e inwoners van Haaksbergen zaten in het weekend na vrijdag 25 november gemiddeld dertig uur zonder stroom, sommigen van hen zelfs zestig uur. Hoe is het mogelijk dat dit dorp in Twente in die dagen geen of nauwe-lijks stroom had? Het is toch de verantwoordelijkheid van de netbeheerder (het energiebedrijf ) om daarvoor te zorgen? En de NMa moet er toch op toezien dat dit ook gebeurt?

De NMa controleert nauwkeurig of de netbeheerders goed voorbereid zijn om de kwaliteit van het netwerk te waarborgen en of er voldoende wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van het netwerk. Die kwaliteit behoort al tot een van de hoogste ter wereld. Gemiddeld is er per huishouden slechts een half uur stroomuitval per jaar; de Nederlandse leveringszekerheid staat daarmee op 99,99 procent en behoort hiermee tot de hoogste van Europa.

Hoe kon het dan toch zo misgaan in Haaksbergen? Dat kwam door de combinatie van extreem slecht weer en het feit dat Haaksbergen een gemeente is met een ‘uitloper’: de stroom komt slechts vanuit één punt de gemeente binnen. Dat heeft te maken met Haaksbergens ligging vlak bij de Duitse grens. Energiebedrijven moeten in principe

het zogeheten n-1-principe hanteren: er moet altijd één netcomponent kunnen uitvallen zonder dat dit een onderbreking oplevert bij afnemers. Dit geldt echter niet voor een bescha-diging van een hoogspanningsmast, zoals in Haaksbergen gebeurde. Het zou een te extreme maatregel zijn om naast de bestaande masten extra masten te bouwen. De kans op een stroomonderbreking door een beschadigde hoogspannings-mast is hiervoor te klein. Bovendien hebben elektriciteitsnetten vaak een zogeheten ‘ringstructuur’: als de stroomtoevoer die van de ene kant binnenkomt, ophoudt, kan er altijd nog stroom worden aangeleverd die van een andere kant de gemeente binnenkomt. Dat was in Haaksber-gen – als gemeente met een uitloper – niet het geval.

Moet er naar aanleiding van het incident in Haaksbergen nu wat ver-anderen? Moeten de energiebedrij-ven ervoor zorgen dat geen enkele gemeente een uitloper heeft? De NMa is van mening dat dat enorme

investeringen zou vergen, waarmee de al zeer hoge kwaliteit van het netwerk slechts een fractie wordt verhoogd, maar die wel zouden leiden tot hogere energierekeningen. En een juiste prijs-kwaliteitverhouding, daar waakt de NMa ook over. Daarom heeft de NMa niet geadviseerd om alle uitlopers te voorzien van een ringstructuur en is de NMa van mening dat het energiebe-drijf in Haaksbergen niet heeft gefaald. Het advies van de NMa aan de netbeheerders en (plaatselijke) overheden is wel om hun noodplannen goed op elkaar af te stemmen zodat nood-voorzieningen in het geval van langdurige stroomstoringen sneller en effi ciënter kunnen worden ingezet.

De NMa wil verder dat energiebedrijven worden gestimuleerd snel actie te ondernemen als de stroom ergens uitvalt. Nu krijgen huishoudens 35 euro als de uitval langer dan vier uur duurt. De NMa adviseert dat bedrag te laten oplopen naarmate mensen langer zonder stroom zitten. De NMa heeft hiervoor inmiddels een voorstel van de energiebedrijven ontvangen. Na de beoordeling door de NMa wordt de bestaande compensatie-regeling aangepast.

in de kou

De hevige sneeuwstorm van 25 november 2005 zal de inwoners van Haaksbergen nog lang

heugen. Urenlang zaten ze zonder stroom. Heeft het energiebedrijf gefaald? En had de

(18)

18

NMagazine | juli 2006

NMa-jaarverslag 2005 in

teken van zichtbaarheid

In het jaarverslag 2005 legt de NMa

verantwoording af over wat er het afgelopen jaar is gebeurd en bereikt. Centraal thema is de zichtbaarheid van de NMa in de samenleving. In 2005 werd de NMa een zelfstandig bestuursorgaan, rondde zij onder meer enkele omvangrijke bouwzaken af en versterkte zij de positie van de consument op de energiemarkt. De activiteiten van de NMa worden in het jaarverslag beschreven aan de hand van de NMa Agenda 2005, zodat duidelijk wordt of NMa waarmaakt wat zij belooft. Ook geven enkele vooraanstaande personen uit het bestuur en het bedrijfsleven hun visie op de NMa in 2005. Het jaarverslag is te bestellen en te downloaden via www.nmanet.nl.

prorail moet

onderhandelen met

railion

[nieuws]

nieuwe algemene

leveringsvoorwaarden

energie

Railion, momenteel de grootste goede-renvervoerder van het land, diende een klacht in bij de NMa omdat spoorbeheerder ProRail niet wilde onderhandelen over het tarief voor het gebruik van het spoor. Deze zaak werd behandeld door de Vervoerka-mer, het onderdeel van de NMa dat toezicht houdt op de vervoerssector. De Vervoerka-mer besliste dat ProRail moet

onderhan-delen met Railion over de tarieven voor de toegang tot het spoor. De uitspraak betekent dat ProRail onderhandelingen over de tot nu toe gehanteerde gebruiksvergoeding niet mag weigeren. De Vervoerkamer is van mening dat met dit besluit, op basis van de Spoorwegwet, de marktwerking op het spoor wordt bevorderd.

voorwaarden uit 2001. Ze zijn duidelijker en transparanter. Een verbetering is bijvoor-beeld de bepaling dat de klant gedurende zeven werkdagen na ontvangst van de leveringsovereenkomst deze (schriftelijk) kan ontbinden, ongeacht de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Er is nu ook duidelijkheid over het moment waarop de afkoeltermijn start, namelijk na ontvangst van de overeenkomst. In het verleden was hier vaak discussie over. Alle leden van EnergieNed, de

(19)

Smiths Food Group, onderdeel van Pep-siCo, mag van de NMa Duyvis overnemen. Smiths Food Group is producent van chips en zoutjes. Duyvis is met name actief op het gebied van borrelnoten en pinda’s. De NMa stelt dat beide partijen op het gebied van hartige snacks samen weliswaar een sterke positie krijgen, maar dat de concentratie niet leidt tot een economische machtspositie of versterking daarvan. Na de concentratie blijven er voor consumenten en afnemers voldoende keuzemogelijkhe-den voor hartige snacks over, waaronder huismerken en andere merkproducten. Daarnaast behouden supermarkten vol-doende ruimte om tegenwicht te bieden aan de nieuwe partij.

mag duyvis

overnemen

sanctieprocedures bouw

eind 2006 afgerond

Een van de boetebesluiten in de versnelde procedure is die voor 21 fabrikanten van betonnen straatstenen. In totaal legt de NMa ruim 2 miljoen euro boete op. De boetes per onderneming lopen op tot circa 474.000 euro.

De ondernemingen kwamen periodiek bij elkaar om de leveranties van betonnen straatstenen aan hun afnemers (gemeenten en aannemers) onderling te verdelen.

Een ander boetebesluit is dat voor 69 ondernemingen in de sector kabel- & leidingwerken. Wegens overtreding van de Mededingingswet werden zij in totaal beboet voor ruim 11 miljoen euro. Ook 54 ondernemingen in de groenvoorziening kregen boetes opgelegd van in totaal ruim 3 miljoen euro .

De NMa heeft tot op heden ongeveer 1450 ondernemingen in de bouw en daaraan verwante sectoren rapporten toegestuurd met een vermoeden van een overtreding van de Mededingingswet. Aan ongeveer 650 van deze (bouw)bedrijven zijn inmid-dels sancties opgelegd. De NMa rondt de lopende sanctieprocedures in alle betrok-ken deelsectoren van de bouw in 2006 af. De verwachting is dat het merendeel van de boetebesluiten in de versnelde proce-dures uiterlijk eind juli is genomen. Dit betekent dat de versnelde procedures voor alle deelsectoren in de bouw inmiddels zijn afgerond of zich in de afrondende fase be-vinden. Het is dan ook niet meer mogelijk voor ondernemingen om zich, voor zover zij dit nog niet hadden gedaan, alsnog aan te melden voor deelname aan een versnelde sanctieprocedure. De besluiten in de regu-liere procedures, die inmiddels voor alle deelsectoren zijn opgestart, volgen voor het einde van het jaar.

De versnelde procedure is er om de grote hoeveelheid lopende zaken voortvarend te kunnen afronden. Via de versnelde sanctieprocedures krijgen bedrijven de mogelijkheid om snel ‘schoon schip’ te maken. Zij kunnen dan rekenen op een lagere boete.

Ruim 16 miljoen

aan boetes

NMagazine verschijnt aan het eind van dit jaar in een nieuw jasje en wil zoveel mogelijk rekening houden met de wensen van de lezer. Wenst u

NMaga-zine te blijven ontvangen? Stuur dan de antwoordkaart in die u aantreft op pagina 10/11 of ga naar www.nmanet.nl en zoek daar op trefwoord ‘abonneren’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

BKR-registratie. De consument stelt dat hij een zwaarwegend belang heeft bij verwijdering van de BKR-registratie, omdat hij graag een huis zou willen kopen. De

identiteitsbewijs en de software waarvan de bank gebruik maakt, kan een dergelijk identiteitsbewijs niet aflezen. De consument meent dat er sprake is van discriminatie en vordert

voortgezet. De auteurs bestrijden daarbij dat de overstap van voortdurend naar eeuwig- durend erfpachtrecht onvoldoende ‘elementair’ is om van het ontstaan van een nieuw recht

consument op Marktplaats had gezet. Deze persoon vroeg of de consument door middel van een betaalverzoek € 0,01 wilde overmaken. Hij stuurde een link naar de consument. De consument

geaccepteerd. Hij heeft zich over het aanvraagproces van de bank beklaagd en gesteld dat hij gelet op de bewoordingen van het eerste offertepakket in de veronderstelling was dat

De uitvoerder is niet gehouden rechtsbijstand te verlenen voor het geschil met de dressuurstal, omdat de consument activiteiten onderneemt die lijken op een bedrijf. Voor

De consument stelt dat deze negatieve registratie ten onrechte is geplaatst, omdat de consument niet gewezen is op de gevolgen van het treffen van de regeling tegen finale kwijting

Autoverzekering. De auto van de consument is betrokken geweest bij een aanrijding in een was- straat. De verzekeraar heeft de aansprakelijkheid van de consument erkend. De consument