• No results found

IFRS als krachtproef voor het accountantsberoep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IFRS als krachtproef voor het accountantsberoep"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C O L U M N

De invoering van de verplich-te toepassing van de Inverplich-ter- Inter-national Financial Reporting Standards (IFRS) in de gecon-solideerde jaarrekeningen van alle beursgenoteerde onder-nemingen in Europa is één van de meest ingrijpende ver-nieuwingen in de verslagge-ving ooit. Vanaf 2005 zullen

zo’n 7.000 tot 9.000 ondernemingen in Europa met de nieuwe eisen worden geconfronteerd. Straks geen lokale regels meer, maar voor heel Europa dezelfde eisen. En die eisen zijn geen grootste gemene deler van de huidige lokale regels, maar gericht op het hoogst mogelijke niveau van transparantie.

Nederlandse ondernemingen hebben een zeker voor-deel ten opzichte van buitenlandse bedrijven. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) is immers al vele jaren terug begonnen om IFRS (toen nog IAS) zoveel mogelijk over te nemen als ‘Dutch GAAP’, zij het met enkele vrijstellingen en afwijkingen. De Nederlandse onderneming die nu al volledig de RJ-Richtlijnen volgt, hoeft niet echt veel te veranderen. Behalve dan de twee belangrijke standaarden die nog niet zijn ingevoerd, IAS 19 over pensioenen (de Richtlijn 2.71 is nu net verschenen met ingangsdatum 2005) en IAS 39 over financiële instrumenten (implementatie is op dit punt achterwege gebleven omdat deze IAS nogal aan verandering onderhevig is). Maar voor het overi-ge lijkt het dat de invoering voor Nederlandse onder-nemingen niet erg ingrijpend hoeft te zijn.

Toch leert de praktijk anders. Het belangrijkste ver-schil betreft niet zozeer de inhoud van de regels, maar vooral de strikte mate van toepassing daarvan. De RJ-Richtlijnen hebben geen status van wet. Afwijkingen zijn toegestaan indien daarvoor goede redenen bestaan. Allesbepalend voor de jaarrekening is het inzichtsvereiste, dat ertoe kan leiden dat van de regels wordt afgeweken. Dit is ‘principles-based accounting’ in optima forma.

Van de specifieke IFRS-regels mag echter vrijwel nooit worden afgeweken. Er is een zeer beperkte mogelijkheid tot een zogenaamde ‘true and fair over-ride’, waarin vanwege het getrouwe beeld een bepaal-de regel niet strikt wordt nageleefd, maar bepaal-de algemene verwachting is dat dit een nauwelijks voorstelbare optie is. Daarmee is voor Nederlandse ondernemin-gen in belangrijke mate sprake van een overgang van ‘principles-based accounting’ naar ‘rules-based accounting’, nog niet zo vergaand als in de Verenigde Staten, maar toch wel heel dicht daarbij in de buurt. En dat zal wennen zijn.

Ook voor het accountantsberoep zal de introductie van IFRS een krachtproef worden. Immers, indien op een enkel onderdeel niet is voldaan aan IFRS, kan geen onvoorwaardelijke goedkeurende verklaring worden gegeven. Zelfs indien, naar de opvatting van zowel onderneming als accountant, volledig is vol-daan aan het inzichtsvereiste of het getrouwe beeld. De attitude in een ‘rules-based’ systeem is geheel anders dan in een ‘principles-based’ systeem. Ook indien het niet navolgen van de regels geen opzet is van de onderneming, maar een gevolg is van een gebrek aan beschikbare informatie, past geen onvoor-waardelijke goedkeurende verklaring. Natuurlijk geldt ook onder IFRS het materialiteitsbeginsel, maar dat kan niet dienen als vangnet.

De consequenties van een niet-goedkeurende verkla-ring kunnen groot zijn. Immers, een onderneming is verplicht, ten behoeve van zijn beursnotering, om

IFRS als krachtproef voor

het accountantsberoep

Prof. Dr. M.N. Hoogendoorn RA is partner bij Ernst & Young Accountants, hoogleraar Externe verslaggeving aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en voorzitter van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

Martin Hoogendoorn

M

A B

n o v e m b e r 2 0 0 3

(2)

IFRS toe te passen. Het niet kunnen of willen voldoen aan die verplichting kan daarom vervelende gevolgen hebben: vermindering van het vertrouwen, daling van de beurskoers, mogelijk schorsing van de beursnote-ring. De druk op de accountant om, zeker bij relatief geringe gebreken, de jaarrekening toch volledig goed te keuren, zal daarom fors kunnen zijn.

Kan de accountant deze druk aan? Als het antwoord daarop ‘nee’ zou zijn, dan betekent dat naar mijn mening het einde van de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole op de huidige wijze. De accoun-tant is druk bezig om op te krabbelen en te werken aan het herstel van het vertrouwen. Enige ruis bij de invoering (en latere toepassing) van IFRS doorbreekt dit proces. Ik heb de indruk dat de grote accountants-organisaties zich hier ten volle van bewust zijn. Er zijn ook andere institutionele ontwikkelingen die de accountant geen enkele onderhandelingsruimte laten. Dit betreft vooral de introductie van het toezicht, zowel op financiële verslaggeving als op accountants, beide in Nederland onder te brengen bij de AFM. Maar ook de belangrijkere rol die analisten zullen spelen. Veel beter dan voorheen kunnen de interna-tionaal beste analisten grip krijgen op de verslagge-ving van Europese beursfondsen, omdat immers IFRS

bij hen bekend is en de onderlinge vergelijkbaarheid sterk wordt verbeterd. Mogelijke gebreken in de ver-slaggeving zullen naar verwachting eerder aan het licht worden gebracht. De accountant zal zich, door de introductie van IFRS, meer dan ooit in een kwets-bare positie bevinden.

Er is nog een ander nieuw element waardoor de accountant extra kwetsbaar is. De Grote Vier werken onder gemeenschappelijke naam. De ondergang van Arthur Andersen heeft aangetoond hoe kwetsbaar dat is. De rotte appel tast de hele fruitmand aan. Dat zou in Europa ook kunnen gebeuren. Collega’s in andere landen die het minder nauw zouden nemen leveren een gevaar op voor het hele beroep. Zeker in landen waar een meer ontspannen cultuur bestaat, en de ondernemingen niet tijdig zijn begonnen met hun voorbereidende werkzaamheden, zou een strikte hou-ding van de buitenlandse collega’s tot vele niet-goed-keurende verklaringen moeten leiden. Met alle gevol-gen van dien.

De introductie van IFRS wordt een spannende perio-de. Het is een krachtproef voor het accountantsbe-roep. Het is misschien wel een kwestie van overleven of niet. ■

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen deze groep bevinden zich immers veel 'oude' AWW-ers die op 1 juli 1996 samenwoonden met een nieuwe partner en dat op 31 december 1997 nog steeds deden, waardoor hun

De kunstenaar heeft dus een vierde kleur nodig en kiest ervoor om vlak nummer 5 geel te kleuren.. Het is mogelijk om de rest van het kunstwerk in te kleuren zonder een tweede keer

dat de leverage-ratio gemeten in boekwaar­ den relatief constant is gebleven en dat de fluctuaties in de mediane waarde van de leve­ rage-ratio in marktwaarde dus

Het is namelijk ook denkbaar dat een oordeel wordt gegeven betrekking heb­ bend op een situatie (bijvoorbeeld het nakomen van overeenkomsten), waarbij

Het bestuur van het N.I.v.A. heeft zich in zijn bovenaangehaalde cir­ culaire van 1945 omtrent de benoeming tot ,.beheerder” in zo algemene termen uitgesproken,

klinkt bepaald niet opwindend, de laatste publicatie van emeritus professor Wim Couwenberg (83). Het zou een handboek kunnen zijn dat de voormalige Rotterdamse

In het laatste deel verken ik tenslotte de mogelijke implicaties voor beleid van overheid, beroepsgroep en bestuurders en managers van lerarenopleidingen in Nederland en

In hun rapport ‘Current Trends in the Audit Industry’ maken zij een analyse van het accountantsberoep, stellen zij een aantal scher- pe vragen, en geven zij aan wat