• No results found

Gezag van Richtlijnen voor de Accountantscontrole

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezag van Richtlijnen voor de Accountantscontrole"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J A A R R E K E N I N G • W E T - E N R E G E L G E V I N G

Gezag van Richtlijnen voor

de Accountantscontrole

J.P.J. Verkruijsse O z * LU CL CL 1/1 LU 03 * LU O ca

Op 1 juli 1997 promoveerde mevrouw Drs. G.C.M. Majoor RA aan de Universiteit van Amsterdam door verdediging van haar proef­ schrift Gezag van Richtlijnen voor de Accoun­

tantscontrole'.

De Richtlijnen voor de Accountantscontrole (hierna: RAC’s) geven richting aan de handelwij­ ze van de accountant in de uitoefening van zijn beroep. De RAC’s bevatten de grondslagen en de essentiële werkzaamheden met nadere toelichtin­ gen en uiteenzettingen. Deze RAC’s hebben de status van een ‘gezaghebbende uitspraak’ van het bestuur van het Koninklijk NIVRA. Hier nu vindt de auteur de aanleiding tot haar onderzoek. Zij stelt hierbij de vraag of de RAC’s door de be­ roepsgroep van accountants als gezaghebbende norm zijn geaccepteerd. Zij vindt deze vraag interessant omdat hiermee bewezen kan worden dat het beroep de kwaliteit van zijn dienstverle­ ning serieus neemt. Het gebruik van de RAC’s in dit kader berust voornamelijk op de legitimerende en toetsende functie van de normen. Onder de legitimerende functie van de norm verstaat de auteur de eigenschap dat een norm bij anderen tot legitieme verwachtingen leidt omtrent het gedrag van de personen tot wie de norm is gericht. In het onderzoek wordt voorts de term gezag van normen vervangen door gelding van normen. Aangezien gezag alleen betrekking heeft op de autoriteit van personen of instanties verdient de

J.P.J. Verkruijsse RE RA is als partner werkzaam binnen het directoraat Vaktechniek van Moret, Ernst & Young Accoun­ tants. Hij is tevens verbonden aan de Universiteit van Maas­ tricht als hoofddocent Administratieve Organisatie.

term gelding van normen, ontleend uit de rechts­ wetenschappen, de voorkeur.

Een geformuleerde doelstelling van het onderzoek is een verkenning van de gelding van de RAC’s voor een drietal verschillende eigen­ schappen, te weten:

de normatieve gelding, betrekking hebbende op de ordening van de norm in het hiërarchi­ sche stelsel;

de axiologische gelding, betrekking hebbende op de aanvaardbaarheid of verbondenheid van een norm op inhoudelijke gronden;

de feitelijke gelding, betrekking hebbende op de naleving van de norm en de toepassing en handhaving van de norm door bevoegde autoriteiten.

Het onderzoek is uitgewerkt langs deze drie verschillende eigenschappen van gelding.

De normatieve gelding is onderzocht met behulp van een literatuurstudie waarbij de uitwer­ king bestond uit:

een behandeling van criteria met behulp waarvan de normatieve gelding van RAC’s wordt geanalyseerd;

een beschrijving van de wijze waarop be­ roepsvoorschriften in Nederland worden uitgevaardigd;

een vergelijking van het stelsel van beroeps­ voorschriften tussen Nederland en enkele andere landen.

De aard van het onderzoek naar de axiologi­ sche gelding is verkennend van aard en is uitge­ werkt op basis van literatuurstudie en een aantal interviews met deskundigen die nauw zijn

(2)

ken bij de totstandkoming en implementatie van de RAC’s. Ook het onderzoek naar de feitelijke gelding is verkennend van aard. Het is gericht op de mate van geschiktheid van de verschillende te onderkennen reguleringsmechanismen in relatie tot de handhaving van de RAC’s. De auteur beperkt zich hier tot de vaststelling of deze reguleringsmechanismen qua opzet geschikt zijn voor de handhaving van de RAC’s en maakt de werking van deze reguleringsmechanismen niet tot object van onderzoek. De noodzakelijke informatie voor dit gedeelte van het onderzoek is voornamelijk verzameld via interviews. Dit belangrijke gedeelte van het onderzoeksmateriaal is verkregen uit een enquête die in het voorjaar van 1995 is verzonden. Hiervoor is een aselecte steekproef getrokken uit het bestand van de ingeschreven openbare accountants zoals die bij het Koninklijk N1VRA zijn geregistreerd. De omvang bedroeg 17% van de totale populatie openbare RA’s (600) waarvan 30% (176) hun medewerking aan het onderzoek hebben gegeven.

Bij de analyse van de normatieve geldigheid is een tweetal criteria gehanteerd, te weten:

het feit dat een norm overeenkomstig een formeel toegekende bevoegdheid is uitgevaar­ digd;

de overeenkomst van de norm met een norm van een hogere orde.

De auteur komt op basis van haar analyse tot de conclusie dat beroepsvoorschriften met kracht van wet (de GBR en de nadere voorschriften) zowel normatieve geldigheid als rechtsgeldigheid bezitten en dat de RAC’s wel normatieve geldig­ heid bezitten in de zin dat zij een sterk zelfbin- dende werking hebben voor de leden van het Koninklijk NIVRA, maar dat de RAC’s niet rechtsgeldig zijn. De consequenties die aan het ontbreken van de rechtsgeldigheid zijn verbon­ den, liggen vooral op het terrein van de handha­ ving van de RAC’s via het civiele recht en het tuchtrecht. Beroepsvoorschriften zonder kracht van wet kunnen strikt juridisch niet via de rechter worden gehandhaafd aangezien de mogelijkheid een sanctie op te leggen ontbreekt.

Ten behoeve van het onderzoek naar de axiologische gelding is een verkenning gemaakt van factoren waarvan wordt verondersteld dat deze van invloed kunnen zijn op het draagvlak

voor de RAC’s. Deze verkenning is gebaseerd op literatuurstudie en enkele interviews en heeft twaalf factoren opgeleverd die als bouwstenen zijn gebruikt voor het analysemodel. Met dit model wordt beoogd het draagvlak van de RAC’s onder de beroepsgroep van de openbare accoun­ tants te verklaren en/of te voorspellen. Dit analysemodel is getoetst met behulp van een regressieanalyse. In de regressievergelijking zijn de twaalf factoren als onafhankelijke variabelen opgenomen en het draagvlak voor de RAC’s als afhankelijke variabelen. De regressieanalyse is uitgevoerd op twee manieren, te weten met en zonder correctie voor statistisch niet-bruikbare waarnemingen. Op basis van de uitgevoerde regressie kan geconcludeerd worden dat slechts in beperkte mate het totale draagvlak voor de RAC’s met behulp van het analysemodel kan worden voorspeld en verklaard. Van de twaalf factoren komen slechts vier als statistisch signifi­ cant in de regressieanalyse naar voren.

Bij het onderzoek naar de feitelijke gelding van de RAC’s wordt door de auteur het stelsel van de beroepsreglementering in zijn geheel in beeld gebracht. Hierbij is tevens de functie van de in het onderzoek betrokken reguleringsmechanis­ men in het gehele stelsel van beroepsreglemente­ ring zichtbaar gemaakt en is op basis van een beperkte internationale vergelijking een aantal verschillen in kaart gebracht tussen de stelsels van beroepsreglementering in Nederland en België enerzijds en de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk anderzijds. Vervolgens worden als onderdeel van het onderzoek naar de feitelijke gelding van de RAC’s besproken:

de betekenis van het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van accountantskantoren; het stelsel van collegiale toetsing;

- de betekenis van het tuchtrecht.

De auteur besluit met de bespreking van een aantal maatregelen die een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van de drie soorten gelding van de RAC’s die in het onderzoek zijn geanalyseerd: normatief, axiologisch en feitelijk. Bij de bespreking is steeds een motivatie gegeven omtrent het beoogde doel van de maatregel en is de praktische uitvoering en het draagvlak voor de invoering van de maatregel behandeld. Onder de

(vervolg op pagina 232)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het enige houvast dat geboden wordt, is het feit dat de muren haaks op de Rijselstraat gericht staan en met perceelsindeling / verkaveling te maken hebben (fig. De huidige

24 I heard it in Lekula (Mpo) Ntoane’s 22 In fact, he claimed that this connection is a central doctrinal one for these Reformed theologians, since justice is not merely an

The success of the vehicle- free developments was measured and the information utilised to guide recommendations for the demarcated study area within the town of

In de mengsels met Engels raai- gras steeg het aandeel klaver na de eerste snede naar 20 procent en na juli naar zo’n 65 tot 85 procent.. De goede prestaties van de mengsels

De wijze waarop dit economisch motief voor de dag komt, soms in zijn uitwerking wordt geremd, soms wordt bevorderd en soms zelfs geheel schijnt te verdwij- nen, wordt voor een

28$ van de zoons heeft geen enkele vorm van voortgezet dagonderwijs genoten (bijlage 30). De buiten de landbouw werkende zoons. De belangstelling van de afgevloeide zoons is

Monster 3 bevat vrij veel in water oplosbare stikstof, veel fosfaat en zeer veel kali* In ver­ gelijking met monster 3 bevat monster 4 vat minder stikstof en iets meer fosfaat*

The key question is, “to what extent are mass media and new technologies used to contextualize the growth of the churches in the DRC?” The study focussed on the