• No results found

Biologische varkenshouderij wordt vlotgetrokken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Biologische varkenshouderij wordt vlotgetrokken"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PraktijkKompas Varkens

20

Februari 2002 De prijs- en afzetgaranties die in ketens, tussen

slachterijen en grootwinkelbedrijf, zijn afgesproken, geven de biologische varkenshouderijsector een stimulans. De investeringssteun die het Ministerie van LNV verstrekt zal de financiële hobbel om biologische varkens te gaan houden minder hoog maken.

Intensiever onderzoek is noodzakelijk vanwege de invulling van de (Europese) biologische richtlijn. Vooral op het gebied van voeding en huisvesting liggen er uitdagingen.

Prijsafspraken

Het houden van biologische varkens gaat gepaard met hoge kosten voor met name de huisvesting en het voer. Daarom is de vaste opbrengst van € 2,45 per kg geslacht gewicht hard nodig. Zo zijn er nu tussen bijvoorbeeld Dumeco (De Groene Weg) en Albert Heijn zodanige afspraken gemaakt dat biologi-sche varkenshouders meerjarencontracten met prijsgarantie en afnameplicht krijgen. Het Ministerie van LNV stelt daarboven een omschakelsubsidie beschikbaar.

Regelgeving

Sinds 2000 zijn Europese regels voor de biologische houderij van kracht. Veel Nederlandse biologische varkens-bedrijven mogen tot einde 2010 met hun bestaande stallen blijven werken onder Nederlandse regels die van voor die tijd dateren. De nieuwe Europese regels vereisen meer oppervlak per dier en voor elke diercategorie een buitenuitloop. Er zijn nog niet veel bedrijven die omgeschakeld zijn en alle nieuwe huisvestingsregels hanteren, omdat er de laatste twee jaar veel onzekerheid rond regelgeving en financiering is geweest. Daarnaast worden strenge eisen gesteld aan de voeding. Het Praktijkonderzoek Veehouderij breidt het biolo-gische onderzoek op Praktijkcentrum Raalte flink uit om tege-moet te komen aan de veelvoud aan vragen die zich voordoen. Het zal de resultaten en ervaringen publiceren, en de systemen demonstreren. De huisvesting in het kraamhok en de voeding zijn vooreerst de speerpunten.

Kraamhok

In biologische kraamhokken loopt de zeug los en heeft binnen 7,5 m2en buiten minstens 2,5 m2ruimte ter beschikking. In dit hoktype is het risico op doodliggen hoger dan in hokken met een kraambox. In figuur 1 is de uitval van biggen voor gangbare en voor biologische hokken weergegeven. In de biologische hokken in Raalte blijkt dat het risico hoger is bij oudere zeugen, bij grote tomen en voor minder vitale biggen. De opvang direct na de geboorte is cruciaal: “droog”, “warm” en “uier” zijn dan kernwoorden voor een vitale big. Toch is de ruimtetemperatuur in de afdeling meestal laag. Dat de biggen zo snel mogelijk na de eerste dag in een warm biggennest lig-gen is daarom van levensbelang. Op deze manier is de afstand tussen de ligplaatsen van de zeug en van de biggen groter. De kans op doodliggen neemt daarmee af.

Voeding

De voeding van biologische varkens dient aan strenge regels te voldoen. Nu nog mag een gedeelte (maximaal 25%) van het voer uit gangbare voedermiddelen bestaan, vanaf 2005 moet het voer 100% biologisch zijn. Vooral bij gespeende biggen leidt dit tot problemen omdat de eiwitvoorziening te wensen over laat. Synthetische aminozuren en diermeel zijn immers niet toegestaan. Biologische dierlijke eiwitten zijn moeilijk te krijgen. Vismeel toevoegen is slechts een optie voor enkele jaren, omdat het niet biologisch is en dus na 2005 niet meer is toegestaan. Het zoeken naar vervangers van organische zuren en antimicrobiële groeibevorderaars om speendiarree te voorkomen is op dit moment een zwaarte-punt in het onderzoek.

Toekomst

De verwachting is dat in de komende jaren een deel van de gangbare en de scharrelvarkenshouders omschakelt naar biologisch. De snelheid waarmee dat zal gebeuren is sterk

Biologische varkenshouderij

wordt vlotgetrokken

Herman Vermeer en Henk Altena

Figuur 1 Uitval van biggen in gangbare en biologische kraamhokken door doodliggen en overige oorzaken

0 0,5 1 1,5 2 2,5 gangbaar biologisch

uitgevallen biggen per toom

uitval doodliggen uitval overig

(2)

PraktijkKompas Varkens

21

Februari 2002 afhankelijk van ontwikkelingen in de markt. De biologische

varkenshouderij zal voor een deel van de Nederlandse varkensbedrijven zeker toekomst hebben. Dit zijn met name de bedrijven die niet kunnen of willen meedoen aan de alsmaar voortschrijdende schaalvergroting. Een gesloten biologisch gezinsbedrijf zal ongeveer 100 zeugen kunnen houden. Op een gangbaar bedrijf is dit 200 tot 250. Het Praktijkonderzoek Veehouderij bouwt op dit moment een nieuwe accommodatie voor biologische varkens in Raalte en is ook deelnemer in het landelijke demonstratieproject “Biovar”.

Twee hokken met 7,5 m2dichte vloer binnen en roostervloer in de buitenruimte achter de flappen

Themaboek Scharrelvarkenshouderij

Er zijn veel overeenkomsten tussen de biologische varkenshouderij en scharrelvarkenshouderij.

Biologische varkens hebben wat meer ruimte, uitloop voor kraamzeugen en gespeende biggen, en eten biologisch voer. Een aantal systemen, oplossingen en voorbeelden staan in het themaboek “Scharrelvarkenshouderij” dat in 2001 is uitgege-ven.

Het themaboek is te bestellen via telefoonnummer 0320 – 293 234 of 236 of via internet:

www.pv.wageningen-ur.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The aim of the study was to document indigenous knowledge on the conservation and the sustainable utilisation of plants for African Traditional Medicine (A TM)

• No differences in lipid concentrations, within or between Group 1 (SlO) and Group 2 (SFO) occurred, suggesting that the moderate intake of sucrose (15% of total energy) had

This practice, allied to the provision of all- White municipal housing estates in the 1920s and 1930s, resulted in rising levels of segregation until by 1951 Whites

Therefore, a comprehensive analysis is necessary to reveal the intercultural linguistic features of this kind of discourse, for example the natural interactions recorded

As the benefits of having someone other than the manager or supervisor as the mentor were emphasised in the mentoring workshop, interns often had the impression that science

4. KAS wordt met de korrels beter verspreid gegeven dan de vloeibare meststoffen. De korrels liggen dicht bij elkaar, de kouters voor de vloeibare meststoffen verspreiden

8,10,17,18;fig.3 t/m 8)en van 4(reeksnr.2,9,ll,13;fig.9 t/m 12) is het verloop van de verdwijning gedeeltelijk geschat m.b.v.de 6 bruikbare reeksen metingen.De ove- rige 17

Doordat jij deze mensen – jongeren, ouderen, mensen met een beperking of mensen die niet meer mee kunnen komen op school of op het werk – een plek aanbiedt waar ze zichzelf kun-