• No results found

Overgang nieuwe wetgeving laat verplichtingen aanbieders in stand 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Overgang nieuwe wetgeving laat verplichtingen aanbieders in stand 3"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

3

Juli 2003 nr.

In het geval de implementatiedatum onverhoopt niet wordt gehaald, kan OPTA zich voorstellen dat er vragen zijn over hoe zij zal omgaan met verplichtingen voor aan-bieders uit de bestaande regelgeving. Ook kunnen er vragen zijn over het overgangsregime als de datum wel wordt gehaald. Op beide situaties zullen we hieronder ingaan.

Wat gebeurt er als op 25 juli 2003 de vernieuwde Telecom-municatiewet nog niet van kracht is geworden? De ‘oude’ Tw is immers grotendeels gebaseerd op EU-richtlijnen die per die datum niet meer van kracht zijn.

Het verstrijken van de implementatietermijn en de intrek-king van de bestaande EU-richtlijnen heeft niet tot gevolg dat de nationale regelgeving ter uitvoering van die oude richtlijnen (automatisch) ook komt te vervallen. Alle

Overgang nieuwe wetgeving

laat verplichtingen aanbieders in stand

O

PERATORS MOETEN SLAMMING AANPAKKEN

3

D

E

MTA-

TARIEVEN

:

EEN TUSSENSTAND VAN ZAKEN

4

B

ELASTINGAANGIFTEBILJET

=

DRUKWERK

,

OPROEPINGSKAART

=

BRIEF

5

G

OEDKEURING VOOR NIEUWE EINDGEBRUIKERSTARIEVEN

KPN

VAST

7

I

NDRUK WEGNEMEN DAT ENVELOP DOOR

TPG P

OST IS VERVOERD

8

KPN

HOEFT DOORVERKOPEN ABONNEMENTEN NIET TOE TE STAAN

9

OPTA-

BESLUIT LEIDT TOT MEER

CONCURRENTIE OP BREEDBANDMARKT

11

Op dit moment ligt een ingrijpende herziening van de

(2)

bestaande verplichtingen uit de ‘oude’ Tw – en lagere regelgeving – blijven daarmee onverminderd van kracht.

Een paar nuances zijn hier op zijn plaats. De nieuwe EU-richtlijnen voorzien in een overgangsperiode. Daarin zijn een aantal verplich-tingen die onder het nieuwe recht na marktanalyse moeten worden geëvalueerd, expliciet genoemd: deze blijven hoe dan ook van kracht tot een nieuw besluit van OPTA op grond van het nieuwe regelgevend kader in werking is getreden. Het gaat daarbij met name over de verplichtingen genoemd in artikel 27 van de Kader-richtlijn (2002/21/EG), artikel 7 van de ToegangsKader-richtlijn (2002/19/EG) en artikel 16 van de Universele-dienstrichtlijn (2002/22/EG). Zo lang het nieuwe nationale kader nog niet van kracht is, kan er dus geen enkele twijfel ontstaan over de door-werking van deze verplichtingen.

Andere verplichtingen zijn niet expliciet genoemd. Omdat het evenwel niet de bedoeling van de EU-regelgever kan zijn dat een toezichthoudend vacuüm ontstaat door de overgang naar een nieuw kader, mag worden aangenomen dat bestaande verplichtin-gen onverminderd van kracht blijven. Deze verplichtinverplichtin-gen moverplichtin-gen echter niet in strijd zijn met de materiële normen uit de nieuwe richtlijnen. Dit zal OPTA van geval tot geval moeten bezien. Om een voorbeeld te noemen: het is niet aannemelijk dat OPTA zal kunnen overgaan tot het nieuw aanwijzen van een partij met aanmerkelijke marktmacht (amm) op grond van de bestaande wetgeving. De normen voor het afgeven van een amm-aanwijzing veranderen immers ingrijpend in de nieuwe richtlijnen en het toe-passen van het oude kader zou daarmee niet stroken. Dit betekent dat verplichtingen die voortvloeiend uit bestaande amm-aanwij-zingen van kracht blijven. OPTA zal daarom op de naleving van deze verplichtingen blijven toezien.

Wat is de relatie met het andere wetsvoorstel (toegang tot de kabel) dat zojuist door de Tweede Kamer is goedgekeurd?

Dit wetsvoorstel regelt dat OPTA onder meer formeel de bevoegd-heid krijgt om marktanalyses uit te voeren. Onder het regiem van de nieuwe richtlijnen moet OPTA relevante markten bepalen en deze analyseren op de mate van concurrentie in die markt. OPTA heeft hiervoor veel informatie nodig van marktpartijen en wil alvast beginnen met deze onderzoeken. Formeel heeft OPTA deze bevoegdheid nu echter niet, waardoor het voorkomt dat deze marktpartijen niet meewerken bij dergelijke onderzoeken. Overi-gens leidt een dergelijke houding van marktpartijen er mede toe dat de overgangssituatie van het oude naar het nieuwe kader lan-ger zal duren; OPTA kan het voorbereidend werk pas aanvangen nadat dit wetsvoorstel (of de vernieuwde Tw) van kracht is geworden.

Wat gebeurt er na inwerkingtreding van de vernieuwde Telecommunicatiewet?

Dan treedt een nationaal overgangsregime (artikel XIV e.v. van het wetsvoorstel, gebaseerd op de nieuwe EU-richtlijnen) in werking. Dit overgangsregime zal in een latere uitgave van

Connecties meer uitvoerig aan de orde komen. Belangrijkste

element van dit regime is dat er, na inwerkingtreding van de vernieuwde wet, een termijn gaat lopen van 12 maanden. Ver-plichtingen die amm-aanbieders opgelegd hebben gekregen op basis van de ‘oude’ Tw, vervallen daarna van rechtswege. Dat betekent dat OPTA binnen die termijn de relevante markten bepaald en onderzocht moet hebben én –bij gebleken disfunc-tioneren van de markt– aanbieders moet hebben aangewezen als partij met aanmerkelijke markmacht (nieuwe stijl). Deze ter-mijn gaat dus pas lopen wanneer de vernieuwe wet als geheel in werking is getreden. Binnen de termijn zal OPTA op de na-leving van de verplichtingen van amm-aanbieders ‘oude stijl’ blijven toezien. Een uitzondering hierop vormt de geschil-beslechting; hiervoor roept de vernieuwde Tw reeds bij inwer-kingtreding een nieuw regime in het leven. 

Lopende zaken op de website van OPTA

In augustus gaat de ‘Rol lopende zaken’ van start. OPTA zal op haar website openheid gaan geven over de stand van zaken in lopende zaken en dossiers. Uiteraard gaat het hierbij

gelijknamige link op de thuispagina van de website aan te klikken.

WELKE INFORMATIE STAAT ER OP DE‘ROL LOPENDE ZAKEN’?

Besluiten van het College

Lopende geschilprocedures Zakelijke klachten Handhavingszaken Ambtshalve besluiten Lopende uitvoeringstoetsen Consultatieprocedures

(3)

‘Honderden klanten van KPN weggekaapt’ kopte onlangs een gerenommeerd avondblad. Het arti-kel wekte de indruk dat sommige CPS-aanbieders KPN-abonnees tegen hun wil overzetten naar hun eigen telefoondienst. Wat is hier aan de hand?

Tot voor kort was het niet eenvoudig om over te stappen op een andere aanbieder. Je moest via een ingewikkeld voice response systeem aangeven dat je naar een ander wilde. Dat vormde een aan-zienlijke drempel om over te stappen. Inmiddels is dat een stuk makkelijker geworden. Je meldt je aan bij de aanbieder van je voorkeur en die zorgt voor de rest. Hij neemt contact op met het net-werkbedrijf van KPN dat vervolgens voor de over-zetting zorgt. Wel hebben marktpartijen in een vroegtijdig stadium onderkend dat met de lagere overstapdrempel de kans op fouten mogelijk toe-neemt. Om te voorkomen dat je als beller, per ongeluk of expres, wordt overgezet terwijl je dat niet wilt, hebben marktpartijen gezamenlijk een gedragscode opgesteld. CPS-aanbieders mogen bel-lers slechts voor overzetting bij het netwerkbedrijf van KPN aanmelden als ze over een wilsuiting van de beller beschikken. De beller moet dus aantoon-baar hebben aangegeven dat hij via een andere aanbieder wil bellen. Dat kan schriftelijk, maar bijvoorbeeld ook door een verklaring die op een bandje is opgenomen. Als de wilsuiting niet schrif-telijk is vastgelegd, sturen CPS-aanbieders stan-daard een opt out-brief. De potentieel nieuwe klant heeft dan nog vijf werkdagen om zijn keuze ongedaan te maken of aan te geven dat er iets niet klopt, vòòrdat de daadwerkelijke overzetting plaatsvindt. Bij klachten over onterechte overzet-tingen kan de oude aanbieder bij de andere aan-bieder de wilsuiting van de betreffende beller opvragen. Als hij die niet kan tonen, kan het net-werkbedrijf van KPN de beller snel terugzetten.

Bij frequente klachten kan KPN uiteindelijk de boosdoener uitsluiten van het laagdrempelige aanmeldingssysteem.

Hoe komt het dan dat er toch nog slamming-klachten zijn?

Allereerst merk ik op dat OPTA klachten over slam-ming zeer serieus neemt. Als telefoonabonnee moet je er op kunnen vertrouwen dat je niet zo maar, zonder dat je dat wilt, wordt overgezet naar een andere aanbieder. De gedragscode bevat ver-schillende waarborgen die daar in moeten voor-zien. Zoals gezegd, kan KPN in het uiterste geval een aanbieder die zich er niet aan houdt de toe-gang tot het aanmeldingssysteem ontzeggen. Al met al voldoende prikkel voor partijen om zich aan de regels te houden.

Van een lik-op-stuk beleid van KPN blijkt echter nog weinig. KPN maakt wel veel ophef over het wegkapen van honderden klanten (wat naderhand door het avondblad gerectificeerd is), maar laat na om bij vermeende slamming structureel navraag naar wilsuitingen te doen. Daarmee verwaarloost KPN de plicht die ze jegens haar abonnees heeft om ervoor te zorgen dat je niet zo maar kunt wor-den overgezet naar een andere aanbieder. OPTA vindt dat er zo snel mogelijk duidelijkheid moet komen of bellers tegen hun wil worden overgezet of niet. Blijkt er werkelijk een probleem te zijn dan heeft KPN de sleutel in handen om het op te los-sen. OPTA zal KPN er op aanspreken dat zij de gedragscode actief moet toepassen en aldus de belangen van haar abonnees serieus neemt.

Kor Noorlag hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt

Operators moeten slamming aanpakken

Colofon

Eindredactie:

Toine Asselbergs

Redactie, onder andere:

Jasper van Delft Rob van Eijl Gertrude Langedijk Stefan Wijers

Fotografie:

Kelle Schouten

Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(4)

Zoals bekend kunnen mobiele aanbieders deze hoge af-levertarieven alleen maar vragen omdat ze beschikken over een monopoliepositie en de aflevertarieven niet aan concurrentiedruk bloot staan. Dit belemmert de mededin-ging op de markt en schaadt het belang van (met name vaste) abonnees.

BELEIDSREGELS

OPTA heeft beleidsregels opgesteld om aan te geven welke MTA-tarieven zij maximaal redelijk vindt op dit moment. Op deze manier heeft OPTA geprobeerd voor marktpartijen van tevoren inzichtelijk te maken hoe zij in geschillen zal oordelen over deze tarieven. Op basis van deze beleids-regels zijn in de tweede helft van 2002 door OPTA op ver-zoek van marktpartijen tientallen besluiten genomen in MTA-geschillen.

UITSPRAAKRECHTBANKROTTERDAM

De mobiele aanbieders hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten. In één geschil heeft de rechtbank in Rot-terdam inmiddels uitspraak gedaan. Hij heeft bepaald dat OPTA niet bevoegd is om in geval van indirecte intercon-nectie een geschil tussen marktpartijen te beslechten. Indirecte interconnectie ontstaat wanneer twee aanbieders hun telefoonnetwerken niet rechtstreeks aan elkaar heb-ben gekoppeld, maar via het netwerk van een derde partij zijn gekoppeld; het telefoonverkeer tussen die partijen wordt dan afgewikkeld via het netwerk van de derde. Dit is heel gebruikelijk en komt, zeker waar het gaat om verkeer naar mobiele toestellen, heel veel voor. De uitspraak van de Rechtbank leidt er dan ook toe dat OPTA in heel veel MTA-geschillen niet bevoegd zou zijn.

OPTA is het niet eens met de uitspraak van de Rechtbank

en heeft daartegen dan ook hoger beroep aangetekend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Daar-bij heeft OPTA het CBb gevraagd de zaak versneld te behandelen. Het college heeft OPTA inmiddels laten weten niet aan een versnelde behandeling toe te kunnen komen. OPTA is van mening dat het toezicht op de telecommarkt door de uitspraak van de Rechtbank uit balans kan worden gebracht. Immers, indien indirecte interconnectie niet onder het regime van de Telecommunicatiewet valt, kun-nen alle indirect geïnterconnecteerde partijen hun rechten ingevolge deze wet niet doen gelden, terwijl de direct geïnterconnecteerde partijen dat wel kunnen.

Helaas is de Rechtbank, door OPTA niet bevoegd te achten in geval van indirecte interconnectie, niet toegekomen aan een oordeel over het MTA-beleid van OPTA. Als OPTA gelijk zou krijgen in de bevoegdheidsvraag, zou de Recht-bank zich over de inhoudelijke kant van deze zaak nog moeten uitspreken en vervolgens zou ook tegen deze uit-spraak weer hoger beroep open staan bij het CBb. Het kan dus nog lang duren voordat partijen duidelijkheid krijgen. In dat kader hoopt OPTA dat het College van Beroep voor het Bedrijfsleven zich óók inhoudelijk over de zaak zal buigen.

NMA-ONDERZOEK

Inmiddels is NMa verder gegaan met het eigen onderzoek naar de hoogte van de MTA-tarieven. Eerder heeft NMa reeds vastgesteld dat mobiele aanbieders een machtsposi-tie hebben voor dit type verkeer. NMa zal in het onderzoek nagaan of de hoogte van de MTA-tarieven zodanig is dat de mobiele aanbieders misbruik van hun machtspositie maken.

NIEUWE WETGEVING

Naar verwachting treedt in de tweede helft van dit jaar een herziene Telecommunicatiewet in werking. Op basis van de nieuwe wet zal OPTA de mogelijkheid hebben om regels te stellen over de MTA-tarieven, zonder dat daartoe een geschil aanhangig behoeft te worden gemaakt. Dit zal het geval zijn als een analyse aantoont dat de mobiele aanbieder een dominante positie heeft bij het afleveren van verkeer op zijn mobiele telefoonnetwerk. OPTA hoopt deze analyse tegen het eind van dit jaar te kunnen afron-den en kort na de invoering van de nieuwe Telecommuni-catiewet een besluit te nemen hierover. 

Als het aan OPTA ligt, moeten de mobiele aanbieders hun hoge MTA-tarieven (mobile-terminating access) verlagen en was die verlaging vorig jaar al doorge-voerd. De rechtbank in Rotterdam heeft OPTA echter niet bevoegd verklaard. Nu is het College van Beroep voor het Bedrijfsleven aan zet. Connecties geeft u een tussenstand van zaken.

(5)

Hierop heeft TPG OPTA verzocht haar ziens-wijze over de brieven naar voren te mogen brengen. OPTA heeft hiermee ingestemd en heeft ook anderen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de inhoud van de brieven aan OPTA kenbaar te maken. Inmiddels heeft OPTA haar standpunten gefinaliseerd. OPTA blijft, met inachtne-ming van de resultaten van de consultatie, bij haar mening dat belastingaangiftebil-jetten als drukwerken en oproepingskaar-ten als brieven dienen te worden opgevat en wel op grond van de volgende motive-ring. Een brief is volgens de wet een geïn-dividualiseerde schriftelijke mededeling, terwijl drukwerken in vele met elkaar oeenstemmende exemplaren worden ver-spreid. Een oproep voor de verkiezingen is zeer sterk persoonsgebonden. Stemgerech-tigden kunnen alleen stemmen met hun

eigen biljet. De oproepingskaart dient te worden gezien als een individuele tot de kiezer gerichte oproep om te gaan stem-men. Door de toevoeging van geboorte-datum en volgnummer krijgt de oproe-pingskaart een extra functie, namelijk het identificeren van de geadresseerde bij het uitbrengen van zijn stem. De oproepings-kaart heeft derhalve een dusdanig geïndi-vidualiseerd karakter dat de toevoegingen niet slechts kunnen worden gezien als een nadere wijze van adressering. Van een aan-giftebiljet bestaan daarentegen vele iden-tieke exemplaren. De in het aangiftebiljet aangebrachte toevoegingen, zoals bijvoor-beeld het sofinummer, moeten als een nadere wijze van adressering worden gezien. De toevoegingen zijn namelijk berichten die dienen ter nadere identifica-tie van de geadresseerde. De toevoegingen zijn weliswaar op het individu

toegesne-den, maar dienen er vooral toe om de belastingplichtige in administratieve zin nader aan te duiden. De toevoegingen zijn niet van belang voor de boodschap van het document (u dient dit biljet in te vullen), bevatten zelf geen boodschap omdat zij voor de ontvanger niet nieuw zijn en tasten het karakter van het drukwerk niet aan.

OPTA wijst erop dat aan deze gefinaliseer-de standpunten geen rechten kunnen wor-den ontleend en aanvaardt terzake geen enkele aansprakelijkheid. Tevens wijst zij erop dat het uiteindelijk aan de rechter is de betrokken bepalingen te beoordelen. 

Beide gefinaliseerde standpunten zijn te vinden op de website van OPTA: http://www.opta.nl.

Belastingaangiftebiljet = drukwerk,

Oproepingskaart = brief

(6)

Aanbieders van gekwalificeerde certificaten moeten aan nogal wat wettelijke eisen voldoen en moeten zich bij OPTA laten registreren. Daarbij moet de aanbieder aantonen dat hij aan de eisen voldoet. OPTA heeft om dit te faciliteren een vra-genlijst vastgesteld (Staatscourant 2003 nr. 9 van 20 mei 2003).

OPTA gaat er van uit dat het aantal aan-bieders van gekwalificeerde certificaten dit jaar nog klein zal blijven, maar verwacht dat men de komende jaren steeds meer gebruik zal maken van de elektronische

handtekening met gekwalificeerde certifi-caten. Belangrijke drijvende krachten ach-ter deze ontwikkeling zijn het e-Europe 2005-initiatief en de wens van de overheid om steeds meer elektronisch te kunnen communiceren met bedrijven en burgers. De Nederlandse overheid heeft een beleids-kader vastgesteld en een technische voor-ziening ingericht waarbinnen ministeries, overheidsdiensten, gemeentes, etc. werken met hetzelfde beveiligingsniveau en met gekwalificeerde certificaten. Zie voor meer informatie hierover www.pkioverheid.nl

De organisatie die toezicht houdt op het overheidsstelsel – de Policy Authority, PA – en OPTA zullen nauw samenwerken om hun beider taak zo goed mogelijk te kunnen verrichten en daarbij de partijen in de markt zo veel mogelijk te ondersteunen. OPTA en de PA hebben hiervoor samen-werkingsafspraken gemaakt.

OPTA werkt ook samen met andere instan-ties in de sector, zoals het Electronic Commerce Platform Nederland (ECP.NL, zie www.ecp.nl) dat het TTP.NL-keurmerk beheert voor certificatiedienstverleners en met het College Bescherming Persoons-gegevens (CBP, zie www.cbpweb.nl) om zo veel mogelijk duidelijkheid te scheppen voor aanbieders.

Tenslotte heeft OPTA nauwe contacten met haar buitenlandse collega-toezichthouders in FESA-verband, zie voor meer informatie www.fesa.rtr.at ). 

Op de website van OPTA, www.opta.nl, thema elektronische handtekening is meer informatie te vinden.

OPTA gestart met toezicht en registratie

in verband met elektronische handtekening

OPTA houdt sinds 21 mei van dit jaar – de dag waarop de Wet elektronische

(7)

Als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht moet KPN voor elke wijziging van de eindgebruikerstarieven en kor-tingsregelingen voor vaste telefonie goedkeuring aan OPTA vragen. OPTA toetst wijzigingen van algemene tarieven aan onder meer het vereiste van kostenoriëntatie. OPTA heeft hiervoor beoordelingskaders opgesteld. Enerzijds controleert het college of de tarieven niet te hoog zijn. KPN mag onder het huidige regime de algemene tarieven per dienst met maximaal de inflatie, de ‘safetycap’, verhogen. Over 2002 bedroeg de inflatie 3,5%. Anderzijds mogen de tarieven niet te laag worden aangeboden (onder prijssqueezegrens).

Voor kortingsregelingen van KPN geldt een speciaal beoor-delingskader, waarbij de maximale kortingsruimte voor KPN’s verkeersdiensten (de gesprekken) jaarlijks wordt vastgesteld op basis van de concurrentiesituatie. Als er meer concurrentie op een bepaalde verkeersdienst is, krijgt KPN meer kortingsruimte.

INFLATIECORRECTIE VERKEERSDIENSTEN EN ABONNEMENTEN

KPN heeft haar algemene tarieven voor aansluitingen, abonnementen en verkeersdiensten per 1 juli 2003 voor inflatie gecorrigeerd. Voor gesprekken van vast naar mobiel geldt deze verhoging alleen voor het gebruik van het vaste netwerk van KPN. Hoewel de tarieven voor bel-len naar het buitenland niet onder de safetycap-regulering vallen, heeft KPN ook de tarieven voor de meeste buiten-landse bestemmingen voor de inflatie gecorrigeerd.

KORTINGSREGELINGEN

Zowel de kortingsregeling Voordeelnummers Nederland als de regeling Voordeelnummers Buitenland zijn aangepast. Binnen de regeling Voordeelnummers Nederland is de korting die gegeven wordt op de buitenbasis gesprekken naar de vooraf ingestelde voordeelnummers verdubbeld van 10% naar 20%. Bij de kortingsregeling Voordeelnum-mers Buitenland is de korting die gegeven wordt voor alle

ingestelde buitenlandse voordeelnummers verhoogd van 25% naar 30%. Bij beide kortingsregelingen past de ver-hoging binnen de maximale kortingsruimte die KPN in 2003 voor de betreffende verkeersdiensten heeft.

Bij de kortingsregeling Worldline is de korting hoger naar-mate er meer omzet is. Een aantal van die kortingen is verhoogd. Ook de kortingsregeling FlexiBel voor het vaste net is aangepast. Nieuw dit jaar is dat KPN bij deze rege-lingen ook korting op Binnenbasis gesprekken mag geven. Dit heeft te maken met de toegenomen concurrentiedruk op dit verkeer door de introductie van Carrier Preselectie voor lokaal verkeer.

BELPLUS

KPN is in mei begonnen met de voorlichting over het nieuwe tariefpakket BelPlus, dat gebruikers vanaf 1 juli 2003 kunnen afnemen. Bij dit nieuwe pakket koopt iemand voor € 2,16 een beltegoed van € 2,25 voor binnenbasis gesprekken in de dal- en weekendperiode (100 minuten). Daarnaast ontvangen de gebruikers korting op buitenbasis en internationale gesprekken. Omdat Bel-plus als een kortingspakket moet worden beschouwd, heeft OPTA het pakket getoetst aan het beleid dat geldt voor kortingen.

Bij de goedkeuring van dit tariefpakket heeft OPTA er onder meer op gewezen dat het aanbod en de prijsstelling voor de eindgebruiker voldoende duidelijk moeten zijn. In de praktijk bleek dat anders uit te vallen. OPTA heeft KPN daarom begin juni opgedragen om de voorlichting over het BelPlus pakket aan te passen. Eindgebruikers moeten weten wat het tarief is dat zij voor het pakket moeten betalen, naast het abonnementstarief. KPN heeft toegezegd haar voorlichting op bepaalde onderdelen aan te passen. 

Goedkeuring voor nieuwe

eindgebruikerstarieven KPN vast

(8)

OPTA vindt dat haar bevoegdheden op het gebied van de gedoogplicht voor de aanleg van kabels behouden moeten blijven of zelfs uitgebreid met toezicht over openba-re gronden. Er blijft zo één loket waar alle partijen terecht kunnen, waardoor eendui-digheid en transparantie ontstaat voor alle betrokkenen. Dit blijkt uit de reactie van

Deze plicht is vastgelegd in hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet.

In tegenstelling tot DGTP vindt OPTA de gedoogplicht publiekrechtelijk. Vanuit het publieke recht wordt een inbreuk gemaakt op civiel eigendom: de gedoogplicht. Om die reden ligt het primaat bij de Telecom-municatiewet.

maken tussen aanbieders, die innovatieve diensten over hypermoderne netwerken aanbieden tegen lagere prijzen. Infrastruc-tuurconcurrentie staat of valt met snelle uitrol van nieuwe netwerken. Dit verhoudt zich niet met langdurige civiele procedu-res. Hierbij hoort een toezichthouder van-uit het publieke recht en geen burgerlijke In mei 2003 heeft een postvervoerder aan OPTA de vraag

gesteld of met de naam van de postvervoerder in het adresvenster en in voorkomende gevallen met de tekst ‘Verspreid door naam postvervoerder’ de indruk wordt weg-genomen dat enveloppen met de voorbedrukte frankeer-aanduiding ‘Port betaald TPG Post’ door TPG Post – de concessiehouder – zijn vervoerd. Op grond van de Postwet is het voor een andere postvervoerder niet toegestaan de frankering van de concessiehouder TPG Post te gebruiken, tenzij de indruk wordt weggenomen dat poststukken met deze frankering door TPG Post worden vervoerd.

De vraag is relevant, omdat veel bedrijven voorbedrukte enveloppen met de aanduiding ‘Port betaald TPG Post’ in huis hebben. Het is voor andere postvervoerders dan TPG moeilijk diensten aan deze bedrijven te leveren, omdat er kosten moeten worden gemaakt om de indruk weg te nemen dat poststukken met deze frankering door TPG Post zijn vervoerd.

Het college heeft in zijn antwoord verwezen naar een passage uit het besluit dat het college op 15 maart 2002 heeft genomen in een geschil tussen MailMerge en TPG. In dit besluit is op pagina 12 een passage opgenomen waarin staat dat het op een voorbedrukte envelop aan-brengen van de aanduiding ‘dit poststuk is door MailMerge vervoerd’ afdoende is om de indruk weg te nemen dat TPG Post – de concessiehouder – de vervoerder van het poststuk is. 

Het hierboven genoemde besluit kan worden gevonden op de website van OPTA: http://www.opta.nl.

Indruk wegnemen dat envelop

door TPG Post is vervoerd

(9)

Met enige regelmaat ontvangt OPTA klach-ten van consumenklach-ten die behoefte hebben aan meer controle over het gebruik van de eigen telefoonaansluiting. Aanbieders van vaste telefonie zijn wettelijk verplicht eindgebruikers in staat te stellen uitgaan-de gesprekken naar bepaaluitgaan-de categorieën nummers te blokkeren. OPTA heeft gecon-stateerd dat eindgebruikers behoefte heb-ben aan de blokkering van overige relatief dure gesprekken, zoals bijvoorbeeld gesprekken naar mobiele nummers en persoonlijke assistentendiensten (084- en 087-nummers).

Eind 2002 heeft OPTA door het onderzoeks-bureau Devoteam/Columbi onderzoek laten

verrichten naar de mogelijkheden voor KPN om een uitbreiding van de huidige blokke-ringsmogelijkheden in het netwerk door te voeren. Het onderzoek heeft uitgewezen dat verschillende alternatieven voorhanden zijn die tegen uiteenlopende kosten kunnen worden gerealiseerd.  Tele2 is een aanbieder van carrier (pre)

selectie-diensten (CPS). Klanten van het bedrijf kunnen hun telefoonverkeer via het vaste netwerk van KPN door Tele2 laten afwikkelen. Dit betekent dat Tele2-bellers twee rekeningen ontvangen: één van KPN voor het abonnement op de aansluiting op het vaste netwerk en één van Tele2 voor de belminuten. Tele2 wil dat graag anders rege-len zodat de klanten van het bedrijf nog

maar één nota ontvangen waarop zowel de abonnements- als de gesprekskosten staan. Om die reden had Tele2 KPN gevraagd abon-nementen op aansluitingen te mogen door-verkopen aan haar klanten. Het CPS-bedrijf vond dat het doorverkopen deel uitmaakte van haar dienstverlening en zij een beroep kon doen op de verplichtingen op het gebied van bijzondere toegang die voor KPN gelden. Tele2 vond ook dat voor het

inko-pen van de abonnementen bij KPN dezelfde voorwaarden zouden moeten gelden als die voor het bedrijfsonderdeel van KPN dat ver-antwoordelijk is voor vaste telefonie. Het non-discriminatiebeginsel zou hier van kracht zijn. KPN weigerde tegemoet te komen aan de wensen van Tele2 waarop het belbedrijf een geschil indiende bij OPTA. Doordat het doorverkopen van abonnemen-ten geen deel uitmaakt van de CPS-dienst-verlening heeft OPTA zich verder niet gebogen over de vraag of KPN abonnemen-ten tegen gelijke voorwaarden aan andere telecombedrijven moet aanbieden. Verder ziet OPTA ook in de nieuwe Europese Toe-gangsrichtlijn geen aangrijpingspunten voor dit geschil. 

Nummerblokkering moet worden uitgebreid

OPTA vindt dat abonnees van KPN méér relatief dure nummers moeten kunnen

blokkeren dan de huidige nummers. OPTA heeft KPN hierom per brief gevraagd. Momenteel maakt KPN het haar klanten mogelijk om uitgaande gesprekken naar internationale, 0900, 0909 en 0906 nummers te blokkeren. Daarnaast is het mogelijk het bellen via carrier (pre)selectie te blokkeren.

Het doorverkopen van een abonnement op een telefoonaansluiting maakt geen deel uit van de carrier (pre)selectie-dienstverlening. De non-discriminatieregels die gelden voor bijzondere toegang zijn in dit geval dan ook niet van toepassing. OPTA is tot deze conclusie gekomen naar aanleiding van een geschil dat Tele2 aanhangig had gemaakt.

(10)

Het ministerie heeft bij de opdrachtverstrekking aan-gegeven dat het nieuwe kabinet een beleidsvisie op de gewenste ontwikkelingen rondom de kabel gaat schetsen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen voor het minis-terie van Economische Zaken bouwstenen zijn voor deze schets.

Het Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post (DGTP) van het ministerie van Economische Zaken heeft OPTA en NMa onder meer gevraagd de gevolgen in beeld te brengen van de invoering door kabelbedrijven van een kosten-georiënteerd vastrechttarief voor de hoogte van het tarief voor basis- en standaardpakketten. Verder moet het onder-zoek inzicht geven in de ontwikkeling van de doorgifte-prijzen voor programma-aanbieders en de tariefsontwikke-ling in stedelijke en plattelandsgebieden.

Het onderzoek volgt op de discussie over het consultatie-document ‘Herbalancering Kabeltarieven’ dat OPTA ruim een jaar geleden heeft uitgebracht.

In het consultatiedocument is een vastrechtbenadering aan de markt voorgelegd als een realistisch systeem van kostenonderbouwing. Een dergelijke benadering zou de bestaande impasse in de kabelsector kunnen doorbreken. Onder een vastrechtmodel zouden de doelstellingen van keuzevrijheid, concurrentie en innovatie beter tot hun recht komen. Daardoor zou de kabelsector zich tegelijker-tijd kunnen ontwikkelen tot een volwaardige concurrent van het vaste telefoonnet.

Tegelijk zou bij een beheerste ontwikkeling van de eind-gebruikerstarieven, open toegang voor programma- en dienstenaanbieders tot de kabelinfrastructuur gegaran-deerd kunnen worden. De invoering van een vastrecht-model zou kunnen leiden tot een (lichte) stijging van de tarieven voor consumenten, terwijl de doorgiftevergoedin-gen voor dienstenaanbieders zouden gaan dalen. In zo’n model betaalt de eindgebruiker apart voor zijn aansluiting (‘vastrecht’), daarbovenop voor het basispakket aan tv- en radioprogramma’s en daarbovenop eventueel weer voor aanvullende diensten. 

NMa en OPTA starten onderzoek vastrecht kabel

OPTA en NMa zijn op verzoek van het ministerie van Economische Zaken gestart met een onderzoek naar

(11)

OPTA heeft alle houders van korte informa-tienummers schriftelijk verzocht om bel-overzichten te leveren. Het doel van deze actie is het bevorderen van het efficient gebruik van korte informatienummers. Deze nummers hebben 8 cijfers en nemen net zoveel ‘ruimte’ in beslag als 1000 lange informatienummers die uit 11 cijfers bestaan. De korte nummers zijn bestemd voor diensten die veel telefoonverkeer kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld ‘Geen spoed, wel politie 0900-8844’.

Er zijn ongeveer 3000 korte

informatie-nummers uitgegeven aan ongeveer 800 nummerhouders. In de wet zijn eisen geformuleerd wat betreft belpogingen en belminuten naar een kort nummer. Bij deze actie wordt daar op gelet. Dat geldt ook voor de toekenning van de nummers. Sommige nummers zijn toegekend voor bepaalde tijd, meestal 1 jaar. OPTA zal er op toezien dat deze nummers niet voor een langere termijn worden gebruikt. Net zoals toezicht wordt gehouden op nummers die in gebruik zijn zonder toekenning. Wanneer de beleisen niet worden gehaald, vervalt de grond om een kort nummer te

exploiteren. Dit kan betekenen dat num-merhouders een voorstel kunnen verwach-ten om het gebruik van het korte nummer langzamerhand te beëindigen en over te gaan op een lang nummer waaraan geen beleisen zijn verbonden. Daarnaast moeten nummerhouders die een dienst aanbieden op een nummer dat daarvoor niet is bestemd in het nummerplan stoppen met deze dienst. Zo mag er bijvoorbeeld geen informatie met een erotisch karakter via een 0900-nummer worden aangeboden. Dergelijke informatie hoort thuis in de 0906-reeks. 

Toezicht op korte informatienummers

Dit is de algemene strekking van een besluit in een geschil tussen Tiscali en KPN over de faciliteiten die de voormalige monopolist aan Tiscali ter beschikking stelt. OPTA vindt dat internetbedrijf Tiscali daardoor nu nog onvoldoende in staat is met KPN te concurreren in de markt voor breedbandinternet voor consumenten. Andere onafhankelijke ISP’s hebben inmid-dels verheugd gereageerd op dit besluit en KPN om een concurrerend aanbod

gevraagd.

KPN is momenteel nog in staat tegen gun-stiger voorwaarden dan onafhankelijke

pro-viders de consument ADSL aan te bieden. Door het besluit kunnen ISP’s consumenten op dezelfde wijze en tegen dezelfde voor-waarden als KPN aansluiten op breedband-internet.

In de huidige situatie is het bedrijven als Tiscali niet goed mogelijk om zelf de con-sument een aantrekkelijk aanbod voor breedband te doen. De markt voor breed-bandinternet is economisch van groot belang. De consumentenmarkt van breed-bandinternet via de telefoonlijn groeit hard. De afgelopen vier maanden zijn ruim 150.000 nieuwe abonnementen voor snel internet afgesloten. Deze markt wordt

vooralsnog gedomineerd door KPN. Het besluit van OPTA komt er in dit con-crete geval op neer dat KPN Tiscali een zogenaamde bitstroomdienst moet leveren. KPN is hiertoe wettelijk verplicht omdat zij andere internetaanbieders niet van bepaal-de diensten en faciliteiten waar zijzelf toe-gang toe heeft, mag uitsluiten. KPN moet Tiscali deze bitstroomdienst bovendien tegen een door OPTA vastgesteld tarief aanbieden.

Het besluit van OPTA strookt met de ziens-wijze van de Europese Commissie die een onderzoek heeft ingesteld naar concurren-tie in de Europese breedbandmarkt. 

OPTA heeft een besluit genomen dat tot gevolg heeft dat KPN aan onafhankelijke Internet Service Providers (ISP’s) faciliteiten moet leveren die deze providers in staat stellen concurrerende breedbanddiensten aan klanten aan te bieden.

(12)

Regelmatig worden door OPTA alle klachten geïnventariseerd en bekeken op veelvoorkomende problemen. In geval er een overmatig aantal klachten te bespeuren valt, kan een maandelijkse rapportageverplichting worden opgelegd. Jaarlijks worden de wettelijk verplichte rapportages beoordeeld van aanbieders van mobiele telefonie.

SMS

Als gevolg van het grote aantal klachten over ongewenste sms-berichten heeft OPTA in samenspraak met de Stichting Ombudsman en de Consumentenbond eisen geformuleerd, in het bijzonder ten aanzien van de informatie over de SMS-diensten. De eis luidt dat aanbieders van mobiele telefonie consumenten moeten informeren over de SMS-diensten die zij zelf bieden en over SMS-diensten van derden, die toegang krijgen tot het netwerk. Het resultaat is een gezamenlijke gedragscode over onder meer kosten en de aan- en afmeldingprocedure.

SLAMMING

Klachten over ‘slamming’, het ongewenst overzetten van abonnees naar een andere aanbieder, zijn nog niet ver-dwenen, maar kunnen worden voorkomen, respectievelijk worden aangepakt.

VASTE TELEFONIE

OPTA heeft bij de aanbieders van vaste telefonie aan-gedrongen op het tot stand brengen van onderlinge afspraken in het geval klanten zonder duidelijke wilsuiting overgezet worden naar een andere aanbieder. In de column in deze uitgave van Connecties wordt daar nader op ingegaan.

INTERNET/XDSL

De levertijd voor internet/xdsl en het niet leveren in nieu-we woonwijken of afgelegen gebieden leiden regelmatig

tot terugkerende klachten. Stimulering van de ontwikke-ling van breedbandverbindingen in relatief dunbevolkte gebieden is een rol die het ministerie van Economische Zaken op zich heeft genomen. Onder andere voor dit doel worden op dit moment breedbandproeven uitgevoerd in verschillende Nederlandse gemeenten. Meer informatie is te vinden op www.breedbandproeven.nl

Andersoortige klachten over adsl betreffen veelal de ver-plichting tot het aansluiten van een analoge telefoonlijn, met name van mensen die uitsluitend gebruik maken van een mobiele telefoon. Ook voor mensen met een isdn-aansluiting betekent dit dat het telefoonnummer hierdoor kan wijzigen.

Er is geen officiële instantie die toezicht houdt op internet en ADSL in het bijzonder. Bovendien is de huidige wet-geving niet toegesneden op nieuwe technologieën en diensten. De nieuwe wetgeving zal hier meer op toegesneden zijn. 

TOP 5 klachten mei 2003

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 marktdynamiek veroorzaakt door technologische ontwikkelingen of door de convergentie van producten en markten, waardoor concurrentiedruk kan ontstaan tussen exploitanten die

[r]

Indien de realisatie van het Bouwplan op de Locatie vanwege de in artikel 13.2 genoemde toekomstige ontwikkelingen niet mogelijk blijkt, zal de Gemeente, na- dat Aldi haar

Informatieverplichtingen overeenkomsten (H 3.1.) Alle verbruikers Verplichtingen facturen (H 3.2.) Alle verbruikers Bevrijdend betalen (H 3.2. laatste alinea) Consumenten

Ook staat in de Warmtewet hoe de overeenkomst tussen de verbruiker en de warmteleverancier eruit moet zien, wat de rechten en plichten van een verbruiker zijn bij het meten van

Het kwantitatieve onderzoek vond plaats door middel van een schriftelijke vragenlijst die ook online kon worden ingevuld. De vragenlijst is in samenspraak met het ministerie van SZW

Indien de vakantie-uren niet binnen 3 maanden, direct volgend op het jaar waarin zij zijn opgebouwd, zijn opgenomen, kan de werkgever met de werknemer in gesprek gaan over de

Wil de werkgever na 2 jaar arbeidsongeschiktheid van de werknemer het dienstverband beëindigen, dan is toestemming nodig van UWV als dit niet met wederzijds goedvinden of