Vraag nr. 73
van 15 december 2000
van de heer PIETER HUYBRECHTS Waterkrachtcentrales – Rendabiliteit
In het kader van hernieuwbare energie wil de mi-nister vice-president een veertigtal kleinschalige waterkrachtcentrales installeren op sluizen en stu-wen van de bevaarbare waterwegen in V l a a n d e r e n , die stroom aan 20.000 gezinnen moeten leveren. Hoe verhoudt de kostprijs van deze waterkracht-centrales zich ten opzichte van de rendabiliteit ?
Antwoord
Op de bevaarbare waterwegen in Vlaanderen wer-den een aantal locaties opengesteld voor het bou-wen van waterkrachtcentrales via een af te leveren concessie voor openbare werken. In het desbe-treffende bestek werden per locatie de randvoor-waarden bekendgemaakt binnen dewelke de wa-terkrachtcentrales kunnen totstandkomen. D e z e randvoorwaarden behelzen zowel infrastructurele als ecologische aspecten, waarbij ook de beperkin-gen werden aangegeven binnen dewelke het be-schikbare debiet kon worden aangewend. D a a r b i j was het aan de inschrijver om een inschatting te maken waar een waterkrachtcentrale rendabel kon worden gebouwd.
Uit één en ander blijkt dat enkel de inschrijver in-schat welke de rendabiliteit is rekening houdende met de kostprijs. Teneinde te vermijden dat enkel voor de meest rendabele locaties zou worden geko-z e n , werden de locaties per groep aangeboden en werden keuzecriteria ingebouwd, zodanig dat de bieding die in haar totaliteit het grootste energe-tisch vermogen kon aanleveren, het meeste kans maakte om te worden gekozen.