Vraag nr. 324 van 5 juni 1998
van de heer JOHAN MALCORPS Betonex Ranst – Milieuvergunning
De voormalige firma De Vos-Kets (nu overgeno- men door het Nederlandse Betonex) beschikt sinds 25 maart van dit jaar niet meer over een geldige milieuvergunning. Dit na een reeks van ongunstige adviezen en beslissingen in verband met de gevraagde regularisatie van bouwvergunningen en de bijhorende milieuvergunningen door het sche- pencollege van Ranst, Arohm (administratie Ruim- telijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen), de provinciale milieuvergunnings- commissie en ten slotte de bestendige deputatie, wegens de geluidsoverlast, de verwachte verkeers- hinder, enzovoort. Bovendien was er een negatieve beoordeling van de auditeur van de Raad van State. Deze laatste stelde dat de gevraagde milieu- vergunning "niet verenigbaar is met de ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften en daarom dient verworpen te worden".
Toch wordt niet opgetreden tegen het bedrijf. De gemeente laat weten dat men zich terdege bewust is van het feit dat het bedrijf werkt zonder vergun- ning, maar dat men toch verkiest te wachten op een definitieve uitspraak van de Raad van State. Uit schrik voor eventuele schadeclaims.
Het bedrijf zelf zou nu zijn betonactiviteiten stop- zetten, maar andere activiteiten voortzetten, zoals het laden en lossen en stockeren van grondmate- rialen. Daarbij zou men blijven gebruikmaken van illegaal opgetrokken infrastructuur.
Is het normaal dat de gemeente geen aanstalten maakt om op te treden tegen een bedrijf dat werkt zonder vergunning ?
En waarom wordt niet opgetreden door de dien- sten van Milieu-inspectie ?
Betekent dit dat een lopend beroep bij de Raad van State elke uitvoering van het milieuhandha- vingsrecht onmogelijk maakt ? Welke stappen heeft de minister eventueel ondernomen om dit in de toekomst te verhelpen (cf. ook andere gevallen zoals de slachthuizen die reeds in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud door mij wer- den aangekaart) ?
Antwoord
1. Op 7 mei 1998 heeft de Raad van State de vor- dering tot schorsing van de weigeringsbesluiten van de betoncentrale NV De Vos-Kets verwor-
pen.
De burgemeester van Ranst heeft de afdeling Milieu-inspectie van Aminal (administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer) schrif- telijk bevestigd dat hij de stopzetting van de activiteiten zal bevelen vóór 31 december 1998.
2. Wanneer een vergunningplichtige inrichting wordt geëxploiteerd zonder vergunning, bepaalt de wetgeving dat de burgemeester als eerste kan optreden, eventueel op verzoek van de afdeling Milieu-inspectie.
Wanneer de burgemeester niet of onvolkomen optreedt, kunnen de maatregelen worden getroffen door de toezichthoudende ambtena- ren van de afdeling Milieu-inspectie.
3. Het is niet zo dat een lopend verzoek bij de Raad van State elke uitvoering van het milieu- handhavingsrecht onmogelijk maakt. Enkel bij een procedure in kort geding en wanneer er geen dreigend of ernstig gevaar is voor de mens en het leefmilieu, wacht de afdeling Milieu- inspectie de uitspraak van het rechtscollege af.
Daarentegen wordt bij een verzoek tot vernieti- ging de uitspraak van de Raad van State niet afgewacht, omdat in dit geval de procedure bij de Raad meestal langere tijd in beslag neemt.