• No results found

Verslag Marktconsultatie 6 Ambulante hulp Anacare Stichting PSW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag Marktconsultatie 6 Ambulante hulp Anacare Stichting PSW"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Verslag Marktconsultatie 6 Ambulante hulp 01-12-2020

Deelnemers Organisatie

Susan Keijsers (voorzitter) Gemeente Horst aan de Maas Wilma Graus

Marjolein Dohmen-van den Assem

Anacare Stichting PSW

Bjorn van Vught ZelfWerkt

Janneke van Happen Rubicon

Tannie Peters UniK B.V.

Henny van Berlo SZL

Monique Timmermans Gemeente Horst aan de Maas

Notulen Het Notuleercentrum

Opening en mededelingen

De voorzitter opent de online vergadering en verwelkomt alle deelnemers. Het lukt Anniek Houben niet om in te loggen. Zij wordt gevraagd om achteraf nog input te leveren.

Bespreking

Ambulante hulp in de toekomstige inkoop

Alle productbeschrijvingen, zoals die ook naar het kostprijsonderzoekbureau gaan, zijn gepubliceerd op de website van de MGR. De reacties daarop worden ook op de website geplaatst.

Bij het maken van de productbeschrijvingen bleek dat nog informatie ontbreekt over de afbakening tussen de verschillende doelgroepen van ambulante hulp Duurzaam en ambulante hulp Perspectief.

Op basis van gesprekken met de toegang is goede input verkregen en dit willen we aanvullen met input uit deze sessie.

Om te komen tot de trajecten, inclusief aantal uren, is er gebruik gemaakt van de huidige data.

Vanwege gevoelige informatie mogen die gegevens niet worden gedeeld. De datagerichte benadering heeft geholpen om tot deze trajecten te komen.

Over de periode 2017 tot 2019 is gekeken naar cliënten die langer dan een jaar een traject hadden.

Zij zijn onder de categorie Duurzaam geplaatst. De categorie die een jaar of korter hulp kregen zijn onder de categorie Perspectief geplaatst. Opvallend is dat de doelgroep Duurzaam gekenmerkt wordt door enorme urenaantallen. Het onderdeel Perspectief is opgesplitst in Perspectief 1 en Perspectief 2. De lichtere variant kent gemiddeld meer uren dan de zwaardere variant.

Een aanbieder ziet bij de categorie Duurzaam juist een doelgroep waar meer nodig is dan alleen ‘de vinger aan de pols contacten’. Daar komt bij: structuur aanbrengen in de dag, contacten aangaan en onderhouden, vrije tijdsinvullingen, inzicht krijgen. De intensiteit van uren is een ander vraagstuk.

De voorzitter stelt voor hierop dieper in te gaan bij de doelgroepomschrijvingen.

(2)

2 Een aanbieder wijst op jeugdigen in pleegzorg. Als er geen mogelijkheid is tot herindicatie, is het dan meteen Duurzaam?

De voorzitter merkt op dat er bij deze beschrijvingen heel stellig vanuit gegaan is dat herindicatie niet mogelijk is. In het zorglandschap willen partijen met elkaar iets bereiken.

Behandelingen/begeleidingen duren vaak lang. Er blijft doorbehandeld worden. Hulpverleners vinden het moeilijk om zichzelf overbodig te maken in het hulpverlenen. Juist binnen het onderdeel Perspectief moet de hulpverlener vanaf dag één bezig zijn met de vraag hoe hij of zij zich overbodig kan maken. Steeds vaker worden dergelijke indicaties meerdere malen geherindiceerd. Het is vanuit het oogpunt van de toegang belangrijk om aan de voorkant duidelijke doelen te stellen. Het is vervolgens aan de aanbieder hoe deze doelen worden bereikt. Dit vraagt om een duidelijke doelbeschrijving aan de voorkant. Waar moet het Perspectieftraject toe leiden? Een traject kan langer duren dan verwacht. Nagedacht wordt over de voorwaarden waaronder dan wel een herindicatie mogelijk is.

De aanbieder begrijpt dat wanneer naar een trajectfinanciering wordt overgegaan, voorkomen moet worden dat iedereen meteen in de top van trajecten meent te moeten gaan zitten. Het is echter wel de vraag in hoeverre het realistisch is dat er geen mogelijkheid tot herindicatie is. Hoe wordt de route met elkaar ingeregeld op het moment dat het binnen het traject niet lukt?

De voorzitter neemt de vraag over de route van herindicaties mee voor nadere uitwerking. In de definitieve trajectbeschrijvingen zullen de woorden ‘in principe’ worden toegevoegd.

Een aanbieder is bezorgd dat het niet een 80:20 of een 90:10 verhaal wordt. Er zijn drie

segmentcategorieën, met daaraan een opleidingsniveau, doelbeschrijving en uren verbonden. Eerder was er op elke casus aan de voorkant de discussie over waar het moest landen. Op inhoud was het bijvoorbeeld langer dan een jaar en zou het Duurzaam moeten zijn, maar het doel is tijdelijk en er wordt een hbo’er op het traject gezet waardoor het onder Perspectief 1 zou moeten vallen. Met de voorgestelde indeling valt een grote groep tussen wal en schip. Mogelijk wordt een te strak systeem opgetuigd.

De voorzitter wijst erop dat vaststaat dat met trajecten wordt gewerkt. Voorheen was er de splitsing tussen begeleiding en behandeling. Nu is gekozen voor een splitsing in Duurzaam en Perspectief. Er wordt onderscheid gemaakt om op de trajectduur te kunnen sturen. Wat zou er nog veranderd moeten worden om de doelgroep passend te maken?

De aanbieder denkt dat het onderdeel Perspectief wat minder strak en hard moet worden omschreven. Je wilt een uitwijkmogelijkheid hebben waardoor voorkomen wordt dat een grote groep meteen onder Duurzaam komt te vallen. Ook het opleidingsniveau moet minder strak worden gehanteerd. Een traject kan onder Perspectief 2 vallen terwijl de hbo-plusser bij uitstek degene is die de uitvoering zou moeten doen. Volgens dit model is dat niet mogelijk. De sturing moet bij de toegangsevaluatie en leveranciersmanagementgesprekken met aanbieders worden belegd.

De voorzitter legt uit dat de beschreven uren zijn bedoeld om het kostprijsonderzoek te kunnen uitvoeren en om tot een bepaald tarief te komen. De uren zijn gebaseerd op gemiddelden uit het

(3)

3 verleden. In de productbeschrijving worden de uren niet omschreven. Aanbieders krijgen de ruimte om er flexibel mee om te gaan. Feitelijk krijgt een aanbieder een zakje geld, waarmee het doel moet worden bereikt. De voorzitter neemt mee dat wordt meegenomen dat er nog een mogelijkheid is tot een verlenging van de indicatie met een x-aantal extra uren.

Een aanbieder adviseert om het doel belangrijker te maken dan de indicatie. Tevens is een tussentijdse evaluatie belangrijk. Gedurende het traject is regelmatig contact noodzakelijk om de aanpassingen met elkaar te kunnen maken. Brabant heeft bijvoorbeeld maatwerk- en

meerwerkroutes in het leven geroepen.

De voorzitter zegt dat er een herindicatie kan worden afgegeven als er een aanvullend doel is. De toegang moet aan de voorkant realistische doelen stellen. De aanbieder kijkt daarin mee en bepaalt of het doel kan worden behaald binnen het tijdsbestek. Dit gesprek moet aan de voorkant duidelijker worden gevoerd.

Een aanbieder wijst op het product autisme, wat in eerste instantie om behandeling vraagt, want er is een gedragsdeskundige nauw betrokken. Daarna gaat het over in begeleiding. Uit de beeldvorming kan ook komen dat er nog aanvullend onderzoek nodig is. Qua uren is dat best intensief. Waar hoort dit product thuis?

De voorzitter zegt dat veel behandelingstrajecten redelijk geprotocolleerd zijn. De vraag is hoe die trajecten worden toebedeeld.

Een aanbieder die veel werkt met OTS’en verwacht met haar doelgroep te starten onder Perspectief.

Vaak is een herindicatie nodig, omdat ook de OTS verlengd wordt. Hier is eerder sprake van regel dan van uitzondering.

Een aanbieder wijst op (pleegzorg)casussen waarbij de rechtbank het aantal uren bepaalt. De aanbieder wil die uren wel betaald krijgen. Het kan niet zo zijn dat die uren moeten worden gecompenseerd met kinderen die niet via de rechtbank een beschikking krijgen.

---

Toevoeging aan het verslag, achteraf: Uitgezocht of Rechtbank het aantal uren bepaalt:

Nee, een rechter heeft alleen de rol als verwijzer bij jeugdreclassering, niet bij jeugdbescherming. De rechtbank kan de GI alleen adviseren.

In het kader van de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering kan de gecertificeerde instelling zelfstandig bepalen dat jeugdhulp nodig is (artikel 3.5 lid 1 van de Jeugdwet). Bij jeugdreclassering heeft niet alleen de gecertificeerde instelling deze bevoegdheid, maar kunnen ook andere instanties besluiten dat jeugdhulp nodig is. Deze andere instanties zijn de rechter, de officier van justitie, de directeur van de justitiële jeugdinrichting (JJI), en de

selectiefunctionaris van de JJI.

De gemeente is er verantwoordelijk voor dat de jeugdhulp wordt ingezet die deze instanties nodig achten ter uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Hier geldt dus een leveringsplicht van de gemeente (zie artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de Jeugdwet). Wel geldt als uitgangspunt dat rekening wordt gehouden met de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht.

---

(4)

4 Bij Duurzaam staat 50% mbo. Deze aanbieder heeft geen mbo’ers Ambulant in dienst. Dat kan niet gezien de toedeling van verantwoordelijk werk. Ook bij Perspectief 1 ziet deze aanbieder geen mogelijkheden voor mbo’ers, terwijl bij Perspectief 2 de hbo-plusser wordt gemist.

Deze aanbieder kan moeilijk uit de voeten met de opleidingsniveaus en de mix daarin, als het gaat over IAG, pleegzorg en vechtscheidingen. De aanbieder roept op om nadrukkelijk te kijken naar de opleidingsniveaus.

De voorzitter zegt toe dat nog wordt gekeken hoe realistisch de verhoudingen ten aanzien van opleidingsniveaus zijn. In het kostprijsonderzoek zal worden meegenomen of er sprake is van een reële functiemix. Er is dan nog een mogelijkheid om naar een andere functiemix toe te werken.

De voorzitter herhaalt dat de uren ‘hard’ vermeld staan. Vervolgens zijn daar percentages per opleidingsniveau aan gekoppeld. Op basis daarvan wordt de kostprijs van een bepaald traject berekend. Van de aanbieder wordt gevraagd om te doen wat vooral nodig is. Dus minder uren van een duurdere werknemer is ook mogelijk. Daarnaast bestaat de optie voor een maatwerktraject. Het maatwerktraject is bedoeld voor de uitzonderingssituaties. Dat zal niet bij elk rechtbanktraject worden ingezet, maar het biedt wel mogelijkheden. De GI’s worden betrokken. Daarin is nog een slag te slaan richting de nieuwe contractering. Met de rechtbanken is sporadisch contact.

Aanbieders krijgen vanuit WSG ook de nodige casussen toegeschoven. Ook de WSG moet mee in het verhaal dat de gemeente/GI de beschikking c.q. product bepaalt. Het is vervolgens aan de aanbieder om het doel te behalen. Daarin zullen de GI’s en rechtbanken mee moeten gaan. Dit is de manier waarop Noord-Limburg de komende jaren gaat werken.

De voorzitter meldt nog dat er bewust voor gekozen is om de hbo-plusser niet apart te benoemen als een opleidingsniveau. Vanuit opleidingseisen, registraties en dergelijke is de hbo-plusser niet apart de definiëren. Voor de functiemix hbo en hbo-plus worden in het kostprijsonderzoek de loonschalen meegenomen. De aanbieders worden nadrukkelijk opgeroepen om vóór 3 januari 2021 te reageren op het kostprijsonderzoek.

Doelgroepbeschrijvingen

De voorzitter stelt voor om de aanvullingen op de doelgroepbeschrijvingen Duurzaam, die de toegang heeft gedaan, verder aan te vullen en van commentaar te voorzien.

 Plafond van het kunnen van ouders is bereikt. Een aanbieder zou hier de jeugdige aan willen toevoegen. Bij veel gezinnen komt de aanbieder er pas gedurende het traject achter dat Perspectief te ‘mager’ is om de doelen te kunnen bereiken. Dan moet er ruimte zijn voor een herindicatie om naar Duurzaam over te stappen.

 Niet meer/weinig leerbaar: Een aanbieder adviseert dit punt samen te voegen met het voorgaande punt. Niet meer of weinig leerbaar maakt dat het plafond wordt bereikt.

 ‘Stress in huis’ vervangen door: langdurige stress in huis door problemen op meerdere leefdomeinen.

 Vinger aan de pols: waakvlamondersteuning: een aanbieder vindt dit een meerwaarde toevoegen aan de ondersteuning. De aanbieder is vaak al bekend in het gezin en bekend met de materie. Wanneer de ‘waakvlam’ na een traject wordt weggezet voor de ouders, vanuit de Wmo, dan is dat meer passend en ziet men de waakvlam minder terug bij Jeugd.

(5)

5

 Doelgroep die een enorme inzet nodig heeft, bijvoorbeeld 20 uur per week: De voorzitter plaatst de kanttekening dat de grote hoeveelheid uren waarschijnlijk wordt ingezet door partijen die begeleiding binnen het onderwijs bieden. Mogelijk is er hierdoor sprake van een vertroebeling in de cijfers. Juist de individuele begeleiding binnen het onderwijs valt niet onder Duurzaam en Perspectief. Een aanbieder wijst op begeleidingsvragen op meerdere fronten. Van deze casussen is bekend dat er in de toekomst nog begeleiding gevraagd zal worden. Dit betreft jongeren rond de leeftijd van 16, met LVB-problematiek. Ze wonen nog thuis. Vijf uur per week is wel echt heel veel. Een andere aanbieder ziet dit terug bij

voogdijbezoekregelingen. Daar zit vaak nog vervoer bij. Een andere aanbieder biedt begeleiding binnen onderwijs, maar dat leidt tot excessen van 20 uur per week. Het is raadzaam om als gemeente samen met onderwijs te bekijken wat binnen onderwijs hoort en wat binnen het Sociaal Domein. Als het onderwijs ook verantwoordelijk is, dan worden de uren kritischer ingezet. Er kan sneller worden gewerkt aan afschaling. Als de school niet aangehaakt is, dan wordt ervan uitgegaan dat de gemeente betaalt. Te denken valt aan het oprichten van een werkgroep Onderwijs & Zorg. De voorzitter antwoordt dat dit op de rol staat voor 2021.

De voorzitter kan zich voorstellen dat bij een echte uitschieter een beschikking voor een maatwerktraject wordt afgegeven.

 Mogelijk tijdelijk iets opvangen wat niet beschikbaar is. De voorzitter zegt dat nagedacht zou moeten worden of hier maatwerk/meerwerk te overwegen valt. Hier zijn de

accountgesprekken erg belangrijk. Met elkaar wordt gemonitord of het financieel en qua ureninzet uitkomt in trajecten.

 Voornamelijk begeleiding, maar behandeling wordt niet uitgesloten: De voorzitter zegt dat de gemeente juist af wil van het onderscheid tussen begeleiding en behandeling. De nadruk zal bij Duurzaam meer op begeleiden liggen dan op het behandelen. Dat wil niet zeggen dat voor behandeling een andere indicatie nodig is.

Een aanbieder vraagt of het kan gebeuren, dat wanneer in een casus binnen meerdere leefdomeinen iets loos is, er meerdere indicaties worden afgegeven voor een persoon en dat behandeling en begeleiding door twee verschillende aanbieders wordt afgegeven. De voorzitter antwoordt dat de gemeente die stapeling in de basis zoveel mogelijk wil voorkomen. Het is vooral de vraag of er in Perspectief hulp moet worden geboden of in Duurzaam. De aanbieder die het traject krijgt toegewezen, moet doen wat daarvoor nodig is.

Als dat betekent dat er nog een andere aanbieder moet worden ingezet, dan kan dat een optie zijn. Het is bij Duurzaam niet de bedoeling dat daarnaast nog een Perspectieftraject loopt. Een aanbieder komt met het volgende voorbeeld: een aanbieder biedt een Duurzaam traject. Als bij cliënt behandeling nodig is en de aanbieder kan dat zelf niet bieden, moet de aanbieder dat behandelingstraject dan zelf bekostigen vanuit zijn traject? De voorzitter neemt deze vraag mee. Er wordt nog een stapelingsmatrix gemaakt. Daarin wordt aangegeven welke producten wel of niet gestapeld kunnen worden en onder welke voorwaarden. Ook zal worden gekeken naar de omgang met onderaannemerschap en zzp’ers. Een aanbieder zegt dat de laatste tijd vaak wordt ingezet op behandeling en

begeleiding naast elkaar. Dan is er sprake van twee verschillende producten naast elkaar die veel samenwerken. Daarmee kan de looptijd van trajecten mogelijk worden verkort. De

(6)

6 voorzitter benadrukt dat het de bedoeling is dat begeleiding en behandeling straks in één traject gaan vallen. De combinatie van Duurzaam en Perspectief is in principe niet mogelijk.

Nader besproken zal moeten worden of er situaties zijn waarin dit wel noodzakelijk is en zo ja, onder welke voorwaarden. De enkelvoudige vaktherapie is apart weggezet. Dat is een product dat ook niet gestapeld gaat worden met andere producten. De aanbieder verwacht dat hierdoor een administratieve druk bij de aanbieders wordt gelegd, aangezien zij elkaar facturen moeten gaan sturen.

Aanvullingen/commentaar op de doelgroepbeschrijvingen Perspectief:

 Perspectief dat zonder professional verder kan worden gegaan; professional werkt direct toe naar onafhankelijkheid: Een aanbieder kan niet uit de tekst opmaken dat het mogelijk is om vanuit het traject Perspectief naar een Duurzaam traject over te gaan. De voorzitter licht toe dat wordt beoordeeld hoeveel aanbieders er op elk onderdeel worden gecontracteerd. Op Duurzaam wil de gemeente minder aanbieders contracteren dan op Perspectief. Juist op het stuk Duurzaam wil de gemeente meer grip houden en meer met aanbieders in contact zijn.

Dat betekent ook dat niet alle aanbieders die een Perspectief contract hebben een Duurzaam contract zullen krijgen. De aanbieders die Duurzaam bieden moeten ook Perspectief bieden.

Een aanbieder wijst op het normaliseren. Bij de multiprobleemgezinnen is het Goed genoeg opvoederschap een belangrijk onderdeel geworden. Daarmee kunnen doelen goed worden afgetikt. Op enig moment is het goed genoeg en dus genormaliseerd.

Een andere aanbieder zou voorzichtig zijn met: het perspectief is dat men zonder professional verder kan. Bij sommige gezinnen is duidelijk dat ze het gewoon nooit gaan redden. De scherpe kanten moeten er vanaf worden gehaald, zodat het veilig is. Met blijvende ondersteuning moet het gezin zelf verder kunnen. De voorzitter zegt dat men dan in Duurzaam zit. De aanbieder stelt voor om de tekst te veranderen in: Zonder Perspectief (dus kortdurige inzet) verder kunnen. Bij pleegzorg blijft een pleegzorgbegeleider betrokken.

Soms is een intensiever traject nodig, maar niet met het perspectief dat zonder een

professional verder kan worden gegaan. Er wordt echter wel afgeschaald. De voorzitter zegt dat voor pleegzorg geldt dat er een standaard pleegzorgbegeleiding aan gekoppeld is. De begeleiding die daarnaast wordt ingezet, is specifiek op bepaalde doelen. Voor ambulante inzet zal daar op dezelfde manier naar gekeken moeten worden.

De voorzitter verzoekt de aanbieders om te kijken naar de doelgroepbeschrijvingen Duurzaam en doelgroepbeschrijvingen Perspectief en deze van commentaar te voorzien.

Ook wordt de aanbieders gevraagd om aan te geven wat het verschil maakt tussen 90 en 140 uur binnen een traject Duurzaam. Dezelfde vraag geldt ook voor Perspectief.

Afsluiting

De voorzitter spreekt waardering uit voor het intensief meedenken. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de enquête komt echter een beeld naar voren dat het in (te) veel gemeenten nog niet lukt om aan alle kinderen en jongeren tijdig passende hulp en jeugdbescherming te

Met het Nader Onderzoek langere trajectduur ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder wordt gezocht naar verklaringen voor verschillen tussen gemeenten in de langere of

Sinds 1 januari 2014 kunnen nieuwe klanten via het platform bar-dichtbij een keuze maken uit de reguliere aanbieders of een keuze maken voor een hulp via de constructie

(Be)handelen naar de wet in de jeugdhulp JuWeJe_LT_0042 (Be)handelen volgens de Wet verplichte ggz JuVggz_LT_0196 Gegevensuitwisseling in de Bemoeizorg JuBeZo_LT_0065 Privacy

•De kandidaat heeft inzicht in de beschikbare dienstverlening afgestemd op zijn behoefte. •Een vast contactpersoon binnen de gemeente die de kandidaat begeleid

De intrigerende en inspirerende uitwerking van Van Rosmalen roept tegelijkertijd vele vragen op. Hij benadrukt weliswaar de directe verbinding tussen de muzische beleving en de

Veel maatschappelijk werkers zijn geen lid van de beroepsvereniging: zij identificeren zich meer met hun functie dan met hun professie?. Tenslotte wordt het mandaat voor het

De vaardigheden die hulpverleners nodig hebben om deze gesprekken zo goed mogelijk te kunnen voeren in diverse contexten (ouders die twijfelen, ouders die wel- en ouders die