• No results found

Werkstuk LO Tweede fase

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Werkstuk LO Tweede fase"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Werkstuk LO Tweede fase

Werkstuk door een scholier 4e klas havo

3361 woorden 6 jaar geleden

7,6

3 keer beoordeeld

Vak LO

Inleiding

Dit verslag moet ik maken voor LO. Dit verslag is in opdracht van de docent met vragen die opgesteld zijn door de docent. Hierin geef ik verdere toelichting op de vragen met daarin mijn eigen mening over bepaalde zaken, maar ook algemene kennis.

Welke rol speelde bewegen in jouw leven tot nu toe?

Al vanaf dat ik klein ben sport ik. Vroeger ben ik begonnen met tennis, dansen en paardrijden. Na een tijdje was ik het dansen beu, omdat ik niet zo’n hele leuke lerares had. Toen ben ik wel doorgegaan met tennis en paardrijden.

Toen ik naar de eerste klas van het middelbare ging ben ik gestopt met paardrijden. Hier baalde ik wel heel erg van, omdat ik het wel altijd geweldig leuk vond. Voordat ik stopte met paardrijden heb ik ook nog turnen gedaan. Daar was ik na een kwart jaar al geselecteerd voor de selectie, maar mijn lerares vond dat ik nog niet lang genoeg op turnen zat om met dat niveau mee te doen. Ik heb toen besloten om daar ook mee te stoppen, omdat ik dat grote onzin vond. Je wordt niet zomaar geselecteerd voor de selectie. Tennissen doe ik nog steeds. Normaal train ik het hele jaar door voor de tennis, maar dit jaar ging dat niet met school. Ik speel de voorjaarscompetitie en de

najaarscompetitie. Sinds twee jaar geleden doe ik ook mee met toernooien die in de zomer zijn. Afgelopen jaar heb ik met vier toernooien meegedaan, omdat we de rest van de vakantie zelf op vakantie waren. In de zomer train ik ongeveer drie dagen per week twee uur lang. Dus sport speelt een hele grote rol in mijn dagelijks leven. Op school doen we ook nog twee uur sport. Die zijn dan misschien niet zo enorm actief, maar dragen wel een steentje bij.

Als je kijkt naar jouw fysieke mogelijkheden (denk aan lichaamsbouw, lengte, spierkracht), welke vorm van bewegen/sporten past dan bij jou. Leg dit uit.

Sowieso tennis is een sport die goed bij mij past. Ik doe dit al heel mijn leven dus heb ik mijn fysieke mogelijkheden aangepast aan mijn sport. Daarbij vind ik atletiek heel erg leuk. Niet de ren onderdelen, want daar ben ik nooit goed in geweest, maar bijvoorbeeld hoogspringen of verspringen. Ik denk dat ik vooral door mijn lengte deze sporten goed kan uitoefenen. Turnen vind ik ook echt super leuk om te doen. Ik merk wel steeds meer dat ik het gevaar ga zien van sommige oefeningen. Ik ben bijvoorbeeld een keer heel erg hard gevallen met een arabier te maken over de kast.

Sindsdien vind ik het heel erg eng om dat te doen. Maar ik blijf het wel doen. Ook ring zwaaien vind ik heel erg leuk.

(2)

Grondoefeningen vind ik wat minder, omdat ik niet zo heel erg lenig meer ben. Voetbal vind ik ook heel leuk om te doen. Mijn opa is vroeger profvoetballer geweest en mijn vader is net voordat hij kon beginnen met zijn carrière gestopt omdat hij voor school wilde gaan. Ik denk dat ik door mijn lengte en een klein beetje brede bouw wel makkelijk voetbal kan beoefenen. Ook turnen is nog wel te doen. Normaal zie je dat turners best wel klein zijn. Maar ik vind dat je niet klein hoeft te zijn om goed te kunnen turnen.

Een schoolklas bestaat uit verschillende l.l. met een verschillend startniveau om te komen tot beter sporten.

Wordt daar op het Reynaert college voldoende rekening mee gehouden? Leg dit uit. Hoe kan dit eventueel verbeterd worden?

Ik vind het heel vervelend dat er heel veel verschillende niveaus zijn in een sportklas. Je hebt bijvoorbeeld de mensen die het niet kunnen maar wel hun best doen. Maar je hebt ook de mensen die het niet kunnen en niet hun best doen en die laatste kan ik niet zo goed hebben. Ik vind dat er meer apartheid moet komen in de klassen qua niveaus.

Wanneer je de niveaus onderscheidt van elkaar kun je jezelf veel beter ontwikkelen. Bijvoorbeeld met de volleybal worden we allemaal ingedeeld in teams door de leraar. Dan zitten er een paar slechte leerlingen bij, maar ook een paar goede mensen. De mensen die niet zo goed zijn verpesten eigenlijk een beetje het spel voor de mensen die wel goed zijn. En zelf stoor ik me daar ook heel vaak aan. Ik heb zelf een keer met de jongen meegedaan en dat vond ik veel leuker dan met de meiden, omdat je dan gewoon meer uitdaging hebt. Ik geloof er nog steeds in dat het beter is om de meisjes en jongens niet meer te scheiden net zoals op de gilde. Je kan dan misschien maar met één klas tegelijk gymen of hooguit twee, maar het maak het wel veel leuker omdat je meer tegenstand hebt. Ik vind wel dat er soms rekening wordt gehouden met de niveaus, maar niet zo heel erg vaak.

Kies een sport die jouw belangstelling heeft. Geef aan welk effect training heeft op de skeletspieren en orgaansystemen als hart, bloedsomloop en ademhaling.

Bij deze vraag kies ik voor hockey. Ik heb altijd gevonden dat dit een leuke sport is om naar te kijken. Ik denk doordat je altijd aan het rennen bent bij hockey en het spel veel sneller gaat dan bij voetbal dat je meer beweegt en rent. Als je meer rent of beweegt word je ademhaling sneller en daarbij moet het bloed ook sneller gaan pompen in je lichaam.

Door het rennen train je je spieren maar ook je gewrichten en door het bukken heb je een extra inspanning tijdens het rennen.

Een goede gezondheid wordt ondersteund door een goede voeding. Beschrijf jouw voedingsgedrag over een normale dag en wat je er eventueel aan moet veranderen om tot een gezondere levensstijl te komen.

Ik weet van mezelf dat ik veel te weinig drink op een dag. ’s Ochtends begin ik met een kom cornflakes met melk. Ik kan ’s morgens niet zo enorm veel eten dus dat is zeker genoeg voor mij. In de eerste kleine pauze op school eet ik vaak een stuk fruit. Een paar kiwi’s of een banaan of een appel. In de grote pauze eet ik twee broodjes met gewoon normaal beleg, een stukje ham of een plak kaas en heel soms durf ik bij de spar wel is een frikandellenbroodje te halen of een muffin. Vaak komt dat niet voor. In de derde pauze eet ik soms eens een koekje maar dat komt heel weinig voor. Na school als ik thuis kom eet ik nog een stuk fruit. In de avond eet ik vaak gekookte aardappelen, vlees en veel groenten. Vaak doe ik alleen groenten in combinatie met vlees, omdat ik groenten veel lekkerder vind dan

(3)

aardappelen. Na het eten ga ik verder aan mijn schoolwerk en daarna ga ik wandelen met mijn hond. Na het

wandelen pak ik altijd iets van een koek of een kom vla. Ik vind dat ik niks hoef te veranderen aan mijn eetpatroon. Ik ben de laatste tijd wel wat aangekomen, maar dat komt vooral omdat ik de bouw heb van mijn vader en ik aan de pil ben gegaan. Daarnaast sport ik redelijk veel dus heb ik het echt niet nodig om nog gezonder te gaan eten. Op een dag drink ik een flesje water, plus een kom melk en dan nog wat cola en thee als ik thuis kom.

Vertel iets over de risico’s van sporten. Verwerk daarin belasting/belastbaarheid, blessures, warming- up/cooling-down,voeding,drank, prestatiebevorderende middelen.

Met sporten kun je als je iets te fanatiek ben heel je lichaam verpesten. Mijn vader is daar een mooi voorbeeld van.

Omdat hij vroeger zoveel gevoetbald heeft, heeft hij hele zwakke enkels gekregen. Toevallig heeft hij zaterdag tijdens het tennissen weer zijn enkelband van zijn linkervoet afgescheurd. Door het harde groeien heb ik zelf hele zwakke knieën en enkels. Het is belangrijk dat je zo rustig mogelijk begint als je gaat sporten zodat je spieren losser en warm worden. Zodra je meteen begint met intensieve sporten met koude spieren is de kans om blessures enorm groot. Zelf probeer ik dit ook altijd te voorkomen met rek en strek oefeningen, maar ook door rustig in te spelen wanneer ik ga tennissen. Voor het sporten is je voeding belangrijk. Er moet veel energie in zitten. Sowieso kun je dit al bereiken door bijvoorbeeld boterhammen te eten voor een wedstrijd of iets waar veel suikers in zitten. Tijdens het sporten moet je ook ervoor zorgen dat je veel water hebt, omdat je veel vocht verliest en dat ook weer terug binnen moet krijgen. Een beetje sportdrank kan geen kwaad voor de lange wedstrijden. Door deze drankjes krijg je suikers binnen wat ervoor zorgt dat je veel energie overhoudt. Na het tennissen moeten wij altijd de baan vegen dus dat noem ik een beetje mijn coolingdown.

Noem de belangrijkste motieven voor sportbeoefening in het algemeen. Welke zijn op jou van toepassing?

Het is gezond, je krijgt geen overgewicht, het geeft voldoening en plezier. Dit zijn mijn belangrijkste motieven voor te sporten. Iedereen wil een beetje gezond blijven en niets is gezonder dan sporten. Natuurlijk is je voeding ook

belangrijk om geen overgewicht te krijgen, maar la jij hele dagen stil op een bank zit met bloemkool in je hand of iets anders kan je alsnog best zwaar worden. Sporten geeft voor mij altijd voldoening, maar alleen als ik echt moe en bezweet terug kom van het sporten dan geeft het voldoening. Dan heb je het gevoel dat je echt alles hebt gegeven.

Het plezier is zeker belangrijk je gaat niet sporten tegen je zin in, want dan doe je je best toch niet. In sporten kan je veel plezier hebben als doe je maar even balletje trappen met je vrienden. Toch heb je daar plezier in en je beweegt.

Welk nut heeft (kan) bewegen (hebben) voor de maatschappij.

Op natuur en milieu kan het ook veel effect hebben. Als heel de wereld nou eens op de fiets naar zijn werk zou gaan, zouden er enorm veel uitlaatgassen weg blijven. Natuurlijk is dit veel beter voor het de natuur, maar ook voor de mensen is dit veel gezonder omdat ze toch bewegen.

Sporten kan ook veel effect hebben op de economie. Doordat mensen gaan sporten zullen er meer sportartikelen gekocht worden. En zal de economie meer promotie gaan maken in de sport. Wanneer ze dan bekenden mensen gaan gebruiken worden mensen gestimuleerd om ook te gaan sporten. Zo kom je eigenlijk een beetje in zo’n spiraal die steeds meer omhoog gaat.

(4)

Bewegen is super god voor je. Je hebt meer energie en voelt je fitter. Dus zal je veel minder snel ziek worden dan normaal, omdat je afweersysteem je aanpast en je fysieke prestaties. Sporten kan ook je ziekte en verzuim negatief beïnvloeden, bijvoorbeeld door blessures. Daarom moet je altijd ervoor zorgen dat je spieren goed opgewarmd zijn voordat je begint met intensief te sporten.

Wat vind je van het sportaanbod in jouw omgeving? Maak je er zelf gebruik van? Wat ontbreekt er volgens jou?

Bij mij in de omgeving is er niet zoveel sport aanbod. We hebben een tennisvereniging in de buurt en

voetbalverenigingen en ook volleybal en turnen. Maar echt voor het zwemmen en de grotere sporten moet ik veel verder reizen. Eigenlijk vind ik het wel jammer dat ik zo ver moet reizen omdat ik heel graag sport, maar voor alle sporten moet je natuurlijk ook betalen en dat maakt het weer allemaal minder. Ik maak wel gebruik van het sport aanbod hier in de buurt, maar ik moet er wel altijd voor fietsen. Maar ja dat is ook beweging dus dat maakt niet zo heel veel uit voor mij. Alleen als het regent en keihard waait vind ik het echt verschrikkelijk om te fietsen. Pas geleden hebben we in Sas van Gent wel een nieuwe sportzaal erbij gekregen in plaats van de Vlaanderen. De Statie heet de zaal. Nu zijn er volgens mij daar ook verschillende verenigingen aan de gang en zijn er ook valbakken met schuim voor de turners. Eigenlijk ideaal dus. Ik vind dat een echte fitness wel ontbreekt. Als ik zou willen fitnessen zou ik naar Axel of naar Terneuzen moeten gaan. Naar Terneuzen is het ongeveer een kwartiertje met de auto en drie kwartier met de fiets en naar Axel tien minuten met de auto en een dik half uur met de fiets. Als ik die afstanden op de fiets zou moeten doen ben je al uit getraind als je daar aan komt. En dan moet je nog fitnessen en nog terug fietsen. Maar als ik een auto heb over ongeveer een half jaar gaat het allemaal wat makkelijker dus heb ik ook niet veel meer te klagen.

Is er een relatie tussen sociale klassen en de sport die beoefend wordt? Geef je mening hierover en maak dit met voorbeelden duidelijk.

Vaak hoor je dat mensen hockey bijvoorbeeld echt voor kakkers vinden en voetbal voor boeren. Ook tennis bij tennis zien mensen kakkers voor zich. Ik vind dit totaal niet waar. Ik vind dat het kleinste meisje nog voetbal kan spelen en de grootste, breedste jongen ook kan turnen of iets anders kan doen. Zolang je het sporten zelf maar leuk vindt is alles goed vind ik.

Geef een relatie aan tussen bewegen en minstens één ander schoolvak en leg dit uit (bijv.

biologie/scheikunde: invloed van sportdrank; natuurkunde: bewegingsmechanica)

Om meer energie te krijgen kun je sportdrank gebruiken voor suikers binnen te krijgen. Deze suikers worden omgezet in glucose wat dus brandstof is. Door die constante suikers raak je minder uitgeput dan zonder die suikers. De stoffen die in sportdrank zitten zijn bijvoorbeeld water, eiwitten en mineralen. In sportdrank zitten veel speciale vitamines, maar er zijn ook stoffen die het energiepijl weer omhoog werken. Er wordt bij biologie vooral over de verbranding van die mineralen gesproken en het omzetten van suikers of koolhydraten in glucose. Eerlijk gezegd vind ik dat zelf een heel erg verbazingwekkend proces van het lichaam. Het lichaam kan stoffen omzetten in stoffen voor te verbranden en nog dus te kunnen blijven leven.

(5)

Een goede romphouding en daaruit voortkomend goed voetenwerk is een vereiste om tot goed bewegen te komen. Vertel iets over deze houding en voetenwerk met betrekking tot een sport die jij beoefent (beoefend hebt). Beoefen je geen sport, dan kies je zélf een sport.

Bij tennis is voetenwerk heel belangrijk. Vooral je benen. Je moet je goede voet voorzetten als je bijvoorbeeld een forehand slaat, maar daarbij moet je er ook voor zorgen dat je een beetje door je benen buigt en altijd klaar staat om te kunnen rennen voor een bal te halen. Wanneer je houding bij tennis niet goed is kun je de ballen niet of niet goed raken en kun je zo makkelijk een wedstrijd verliezen. Ook je houding is belangrijk om goed kracht te kunnen zetten op je ballen die je slaat. Zodra jij een goede slag hebt en een goede techniek van je voeten kun je in het principe heel je gewicht gooien in een bal. Bij de meeste sporten draait het vooral om techniek. En eigenlijk is dat ook de basis om goed te kunnen spelen. Het is eigenlijk best lastig om uit te leggen hoe je moet tennissen. Vaak als je het zelf beoefent gaat het een beetje vanzelf. Je buigt automatisch door je knieën als je een bal probeert te halen, maar bijvoorbeeld bij je service moet je als je opgooit ook door je benen een klein beetje buigen. Ik heb eigenlijk geen idee waarom dit zou moeten en toch gaat het automatisch.

Bedenk redenen waarom we op het Reynaert veel aandacht besteden aan volleybal (bewegingstechnisch- organisatorisch-maatschappelijk-omgeving)

Bij volleybal is je techniek en en voetenwerk heel belangrijk. Je moet constant proberen om in drie keer de bal pas over het net te krijgen. Soms is dit heel lastig met sommige ballen. Ook is volleybal een teamsport wat de mensen veel dichter bij elkaar brengt. Dit is dan ook weer goed voor de sociale ontwikkeling. Ook is dit een goede kans voor de mensen die hun leiderschap willen ontwikkelen. Je hebt altijd iemand die de wedstrijd een beetje leidt. Deze kan zijn sociale vaardigheden ontwikkelen en kijken hoe mensen reageren op bepaalde bevelen. Ik merk aan mezelf dat ik dat ook wel een beetje heb. Ik zeg wel altijd tegen de mensen waarmee ik speel, dat als ze het vervelend vinden dat ze het gewoon moeten zeggen. Je moet met iedereen rekening houden vind ik en niet alleen met jezelf.

Zijn je lessen L.O. op het Reynaertcollege tot nu toe een goede voorbereiding om te komen tot sporten ná je middelbare schoolopleiding? Hoe dragen/droegen ze bij en waarin schieten/schoten ze tekort?

Ik vind dat ze wel een beetje bijdragen. Niet enorm veel, want het zijn vaak alleen de standaard sporten die je beoefend. Vaak ga je echt alleen maar de sport beoefenen die je echt leuk vindt. Vaak stoppen de mensen ook met sporten als ze gaan studeren. Vaak heb je daar ook niet echt veel tijd voor als je een pittige studie hebt. Ik ben wel van plan om te blijven sporten maar dan wel alleen als ik thuis ben van m'n studeerstad dan. Tijdens school heb je daar toch al niet zoveel zin in en met de tennis heb je thuis al een eigen clubje mensen die je Kent en waar je nee tennist. In zo'n studeerstad ken je in het principe niemand en zijn de verenigingen zo druk bezocht dat je er nooit iedereen kan leren kennen. Wel vind ik het aan de ene kant fijn dat we verschillende sporten leren kennen. Zo kun je je toch een beetje oriënteren op verschillende sporten en misschien als je dan nog niet sport een leuke uitzoeken.

Hoe zie je voor de komende tijd het belang van bewegen; op welke manier wordt/blijf je actief en waarom?

(6)

Ik blijf sowieso sporten heel erg belangrijk vinden in het leven. Ik zal heel erg lang blijven tennissen denk ik. Je kan het in groepsverband doen, maar ook gewoon lekker in je eentje. Mij lijkt het ook nog leuk om te beginnen aan voetbal of volleybal. Maar ik ben gewend om maar met maximaal één andere persoon te spelen dus denk ik dat het lastiger zal zijn om zoiets aan te leren in groepsverband. Ik vind dat ik het zelf redelijk kan die sporten dus misschien valt het nog wat te leren. Als ik ga studeren denk ik dat de tennis wel wat zal stilvallen, maar dan kan ik er nog altijd voor kiezen om bijvoorbeeld bij een sportschool in te schrijven en die daadwerkelijk dan ook te gebruiken. In een grote stad heb je die zo ongeveer naast je deur zitten dus dat is erg handig. Ik vind eigenlijk ook wel dat ik met mijn werk best wel actief blijf. Ik zit in de horeca. Het restaurant waar ik werk is niet verschrikkelijk groot, maar je staat geen moment stil je loopt constant heen en weer en je bent steeds bezig. Het enige wat je soms is tussen door doet is wat drinken en vaak drink ik dan water met siroop. En in die siroop zit zelfs geen suiker of niks. Dus dat is ook wel een deeltje van actief zijn. Twee dagen per week werken van 18.00 uur ’s avonds tot vaak 1.30 ’s nachts. Dat is eigenlijk toch wel weer zeven en een half uur wandelen. Naja snelwandelen.

Conclusie

Ik denk dat heel mijn leven sport toch wel een belangrijke rol in mijn leven zal spelen en dat ik het ook altijd zal blijven beoefenen. Aangezien ik nog steeds zoveel plezier in het sporten heb zal het ook wel echt nog heel erg lang duren voor ik uiteindelijk kan zeggen dat ik het beu ben. Samen met mijn vriend sport ik ook wel eens. Hij waterpolot en zwemt. Zelf kan ik dat allebei voor geen meter, maar ik ga wel heel vaak mee als hij moet trainen en dan ga ik gewoon een beetje zwemmen. Uiteindelijk zijn we dan toch een beetje samen aan het sporten. En sporten is altijd leuker met meerdere mensen.

Bronnen

Ik heb niet echt bronnen gebruikt, maar meer eigen kennis en dingen die ik heb geleerd op school. Daarom heb ik ook een redelijk korte bronnenlijst.

- Eigen kennis - Biologie boek - Algemene kennis - Eigen ervaring

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• In het voortgezet onderwijs wordt binnen het vak Nederlands niet systematisch aandacht besteed aan spelling.. Vooral het onderhoud van kennis die in het primair onderwijs

American football wordt gespeeld met twee teams van elk elf spelers, maar omdat er onbeperkt mag worden gewisseld kan een ploeg in totaal wel 45 leden hebben.. Maar daarom zijn er

Het kan door twee personen gespeeld worden maar ook door vier, waarbij een shuttle met lichte, veerkrachtige rackets over een 76 centimeter hoog net, waarvan de bovenkant zich

Ik wil graag dat mevrouw Ter Borg naar buiten kan met haar eigen sleutel.. Op het moment dat ik dat roep, gaan de

‘Ik vind die boom zo veel architectonische kwa- liteiten hebben en tegelijkertijd zo goed kunnen in de stad, dat ik niet begrijp dat hij zo weinig wordt toegepast’, zegt Frans van

Dat heb ik gedaan.” Niet lang na zijn terugkomst in Nederland, startte Floris in 1981 zijn eigen (inmiddels verkochte) boomver- zorgingsbedrijf: Pius Floris Boomverzorging, wat

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van