Inspectierapport
Het Klaverblad (KDV) Olmenstraat 41 7101 TE Winterswijk
Registratienummer 966090883
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Veiligheid en gezondheid ... 7
Inspectie-items ... 8
Gegevens voorziening ... 11
Gegevens toezicht ... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Op 31 maart 2016 is Peuteropvang Het Klaverblad van SWW Kinderopvang BV. in opdracht van de gemeente Winterswijk bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht.
Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.
De volgende voorwaarden zijn onderzocht:
Pedagogische praktijk
Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma’s
Groepsgrootte
Beroepskracht-kind-ratio
Daarnaast zijn de volgende voorwaarden onderzocht:
-risico-inventarisatie -vierogenprincipe
Beschouwing
Kinderdagverblijf/Peuteropvang (KDV/PO) 't Klaverblad is onderdeel van Stichting Welzijn Winterswijk. Die organisatie heeft meerdere kindercentra in de regio. Locatie Het Klaverblad is gevestigd in de basisschool aan de Olmenstraat 41 in Winterswijk.
De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie.
Inspectiegeschiedenis:
September 2014: zijn er tekortkomingen geconstateerd.
Het betreft o.a. het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe (de vastlegging hiervan in het pedagogisch beleidsplan en veiligheidsbeleid) en m.b.t. de uitvoering van het hygiëne-beleid.
November 2015: geen handhaving.
Bevindingen:
Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang.
De beroepskrachten geven bevlogen uitleg met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
waarborging emotionele veiligheid:
ontwikkeling van persoonlijke competentie:
ontwikkeling van sociale competentie:
overdracht van normen en waarden.
Pedagogische praktijk
De pedagogische praktijk en vroeg voorschoolse educatie voldoet aan de eisen.
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het ''Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar''
Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is gecontroleerd of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein.
Hieronder worden de bijbehorende voorwaarden toegelicht en beoordeeld.
Inleiding Pedagogische praktijk
Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is zoals deze is geobserveerd in de praktijk):
De praktijkobservatie is uitgevoerd op dondermorgen 31 maart. Bij binnenkomst van de
toezichthouder zitten de kinderen in de kring. Er zijn 7 kinderen aanwezig , 2 beroepskrachten en een stagiaire.
Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid
De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen.
De kinderen worden vriendelijk benaderd. Bij het opruimen worden de kinderen begeleid, de medewerkers helpen mee opruimen.
In de kring worden de kinderen individueel benaderd. De medewerkers sluiten op passende wijze aan op de kinderen , sluiten aan op de emoties en de interesse.
Kinderen worden geënthousiasmeerd in de kring door middel van aanschouwelijk materiaal.
Als een kind even alleen staat en niet tot spelen komt wordt dit gezien en het kind wordt begeleid in het spelen gaan.
Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties Er is een herkenbare dagindeling.
Er is aan de hand van kaarten een dagindeling. In de kring worden de kaarten besproken met de kinderen. Een kind mag bij het juiste kaartje een knijper plaatsen.
De kinderen worden geënthousiasmeerd en krijgen complimenten. ''Dat is mooi''. ''Goedzo, wat een mooie kring''.
In de kring gebruikt de beroepskracht een handpop. Er worden liedjes gezongen en gesprekjes gevoerd.
Het thema is ''Lente''. Met behulp van aanschouwelijk materiaal worden de benamingen van de dieren doorgenomen.
Bij de activiteit worden de kinderen 1 op 1 begeleid. De medewerker legt uit dat op deze manier ze volledige aandacht kan geven aan het kind.
Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties Er zijn materialen en activiteiten welke leiden tot samenspel.
De kinderen zitten met elkaar in de kring. In de kring wordt doorgenomen wie er allemaal zijn. Ook vertelt de beroepskracht dat er kinderen ziek zijn en dat er een kind nieuw op de groep komt.
Kinderen worden betrokken bij gezamenlijke taken , zoals het opruimen en het samen een kring maken.
Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden Beroepskrachten hanteren afspraken, regels en omgangsvormen.
Tijdens de observatie verloopt alles harmonieus.
medewerkers geven het juiste voorbeeld; ''Dankjewel''
De beroepskracht loopt naar een kind toe en zegt; ''Ga maar even zitten , anders val je ''.
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie (VVE) voldoet aan de eisen.
De methode welke gebruikt wordt is ''Piramide''.
Tijdens de inspectie is duidelijk terug te zien dat er thema-gericht wordt gewerkt en dat ontwikkelingskansen benut worden. In de kring worden verschillende zaken benoemt, elk kind wordt hierin betrokken.
Aan de muur hangen werkjes van de kinderen.
De beroepskracht geeft aan dat er tevens wordt gewerkt met ''Boekenpret''. Ook gaan themabladen met de ouders mee naar huis , hierin staat vermeld wat er tijdens het thema is gedaan aan activiteiten. Er zijn ook Thema-bijeenkomsten voor de ouders.
De certificaten VVE zijn door de toezichthouder ingezien op de locatie.
Er zijn maximaal 14 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (beroepskrachten)
Observaties (31 maart)
VVE-certificaten
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent gedrag (VOG) voldoen aan de eisen. De VOG's zijn door de toezichthouder ingezien op de locatie.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties voldoen aan de eisen, deze zijn door de toezichthouder ingezien op de locatie.
Opvang in groepen
De opvang in groepen voldoet aan de eisen.
Er is 1 groep van maximaal 14 kinderen.
Beroepskracht-kindratio
De beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen.
Er zijn maximaal 14 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
Op 31 maart zijn er 7 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (beroepskrachten)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Veiligheid en gezondheid
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘veiligheid en gezondheid’. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisatie voldoet aan de eisen.
Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie opgesteld met daarbij een plan van aanpak, een verantwoordelijk persoon en de huisregels.
Aandachtspunt:
-Bij de vensterbank steken schroeven uit de vensterbank.
-Ten tijde van de inspectie wordt er niet geventileerd. De beroepskracht geeft aan dat als de kinderen buiten gaan spelen de ramen worden geopend.
Vierogenprincipe
Het vierogenprincipe voldoet aan de eisen.
De beroepskrachten zijn op de hoogte van het vierogenprincipe en geven aan dat de verschoonruimte in verbinding staat met de groepsruimte door middel van een raam.
Ook in de ruimte waar een beroepskracht verblijft met een kind in het kader van vroeg voorschoolse educatie, bevindt zich een raam.
Gebruikte bronnen:
Observaties (31 maart)
Risico-inventarisatie veiligheid
Risico-inventarisatie gezondheid
Actieplan veiligheid
Actieplan gezondheid
Huisregels/groepsregels
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Het Klaverblad
Website : http://www.wssbv.nl
Aantal kindplaatsen : 21
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : SWW Kinderopvang B.V.
Adres houder : Haitsma Mulierweg 20
Postcode en plaats : 7101 CA WINTERSWIJK
Website : www.stichtingwelzijnwinterswijk.nl
KvK nummer : 09161364
Aansluiting geschillencommissie : Nee
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland
Adres : Postbus 3
Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen
Telefoonnummer : 088-4433000
Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. C. Stijnman Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Winterswijk
Adres : Postbus 101
Postcode en plaats : 7100 AC WINTERSWIJK
Planning
Datum inspectie : 31-03-2016
Opstellen concept inspectierapport : 05-04-2016
Zienswijze houder : 12-04-2016
Vaststelling inspectierapport : 12-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-04-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 14-04-2016
Openbaar maken inspectierapport : 19-04-2016
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
GGD Noord- en Oost-Gelderland
t.a.v. Mw. C. Stijnman, toezichthouder GGD Noord- en Oost-Gelderland Postbus 3
7200 AA Zutphen
Winterswijk, 7 april 2016,
Betreft: zienswijze houder n.a.v. inspectiebezoek peuteropvang het Klaverblad, onderdeel SWW
Geachte mevrouw Stijnman,
Hierbij onze reactie op het conceptrapport d.d. 05-04-2016 naar aanleiding van het
inspectiebezoek bij peuteropvang het Klaverblad op 31 maart 2016. Wij zijn verheugd te lezen dat de door u getoetste onderdelen op onze locatie in orde zijn en voldoen aan de
kwaliteitsvoorschriften. Ook zijn wij blij met uw positieve bevindingen betreffende onze pedagogische kwaliteit. Wij zullen in de toekomst aan onze kwaliteit blijven werken.
Vriendelijke groeten,
Petra te Selle
Leidinggevende SWW Kinderopvang BV