• No results found

Lessenreeks periode 8 Week 29 t /m 32

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lessenreeks periode 8 Week 29 t /m 32"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina | 1

Lessenreeks periode 8 Week 29 t / m 32

Januari 2018

(2)

Pagina | 2

Legenda

Zwembad

Lijnen Lesgever Kind(eren)

Loop en zwemrichting Flexibeam

Plankje Blokjes Bal

Zinkhoepel Ringen Mat Gat Pion

(3)

Pagina | 3

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 57 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen zowel in het diepe als ondiepe

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het eind van de zwemles kunnen de kinderen door middel van een koprol te water en hebben de kinderen kennis gemaakt met de schoolslag in het diepe

Tijd en opdrachten: accent, variatie en differentiatie

De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

5 Min

15 Min

Inleiding: Koprol te water

De kinderen krijgen aangeleerd hoe zij met een koprol te water kunnen gaan. Belangrijk is dat de kinderen de tenen over de rand van het zwembad hebben. Vervolgens buigen zij voorover en pakken hun benen vast. De kin houden zij goed op de borst en dan duikelen zij voorover.

Kern 1: Enkelvoudige rugslag

De kinderen zwemmen de enkelvoudige rugslag, de handen houden zij stil en de knieën blijven onder water. Met een stuwende

beenslag proberen de kinderen een technisch goede 25 meter te zwemmen.

Kern 2: Schoolslag

De kinderen gaan te water en oefenen met de schoolslag combinatie met het gezicht boven water. Er wordt geprobeerd 10 meter correct uit te voeren.

De lesgever geeft uitleg en benadrukt hoe belangrijk het is dat de tenen over de rand gehouden worden en de kin op de borst.

Tevens geeft hij een voorbeeld. Daarna proberen de kinderen het zelf met, indien gewenst, hulp van de lesgever.

De lesgever moedigt de kinderen aan en geeft, indien nodig, een voorbeeld.

 De afstand vergroten

- De nadruk op de techniek en stuwing houden.

De lesgever geeft een voorbeeld, moedigt de kinderen aan en geeft aanwijzingen. De afstand wordt, naar mate het goed gaat, steeds verder uitgebreid.

 Specifiek coachen op moeilijke punten

- Kortere stukjes

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

(4)

Pagina | 4 5 Min

10 Min

5 Min

Kern 3: Duiken

De kinderen duiken staand met een goede afzet het water in en zwemmen 6 meter onder water door het gat.

Kern 4: Schoolslag

De kinderen gaan te water en oefenen met de schoolslag combinatie met het gezicht boven water. Er wordt geprobeerd 10 meter correct uit te voeren waarna ze gaan staan en het opnieuw proberen.

Afsluiting: Draai om de breedte-as (koprol) De lesgever geeft een voorbeeld van de koprol.

De kinderen proberen dit eerst zelf voordat ze tips krijgen.

De lesgever moedigt de kinderen aan en geeft feedback op de duik en het onder water zwemmen. Als het nodig is, helpt de lesgever.

De lesgever geeft een voorbeeld, moedigt de kinderen aan en geeft aanwijzingen. De afstand wordt, naar mate het goed gaat, steeds verder uitgebreid.

 Specifiek coachen op moeilijke punten

- Kortere stukjes

De lesgever geeft een voorbeeld en laat de kinderen het eerst zelf proberen. Daarna geeft hij feedback en tips.

Zonder zwembrilletje Gat

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

Zonder zwembrilletje

(5)

Pagina | 5

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 58 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen zowel in het diepe als in het ondiepe.

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen een rustige schoolslag zwemmen in het diepe over een afstand van ongeveer 15 meter.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en differentiatie

De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

10 Min

5 Min

Inleiding: Start aanleren hoekduik

In het ondiepe proberen de kinderen op de handen te staan in het water.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen gaan te water en oefenen met de schoolslag combinatie met het gezicht boven water. Er wordt geprobeerd 15 meter correct uit te voeren in het diepe

Kern 2: Duiken

De kinderen duiken staand met een goede afzet het water in en zwemmen 6 meter onder water door het gat.

De lesgever legt de oefening uit en begeleidt en stuurt de kinderen. Eventueel geeft de lesgever een voorbeeld.

De lesgever geeft een voorbeeld, moedigt de kinderen aan en geeft aanwijzingen. De afstand wordt, naar mate het goed gaat, steeds verder uitgebreid.

 Specifiek coachen op moeilijke punten

- Kortere stukjes

De lesgever moedigt de kinderen aan en geeft feedback op de duik en het onder water zwemmen. Als het nodig is, helpt de lesgever.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

Zonder zwembrilletje Gat

(6)

Pagina | 6 15 Min

5 Min

Kern 3: Schoolslag

De kinderen gaan te water en oefenen met de schoolslag combinatie met het gezicht boven water. Er wordt geprobeerd 15 meter correct uit te voeren in het diepe. Wanneer de kinderen moe worden het afwisselen met de rugslag of gebruik maken van een hulpmiddel.

Afsluiting: Draai om breedte-as

De kinderen zetten in stroomlijn af van de kant. Tijdens het uitdrijven maken de kinderen een koprol.

De lesgever geeft een voorbeeld, moedigt de kinderen aan en geeft aanwijzingen. De afstand wordt, naar mate het goed gaat, steeds verder uitgebreid.

 Specifiek coachen op moeilijke punten

- Kortere stukjes

De lesgever geeft een voorbeeld en helpt de kinderen indien nodig.

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

Zonder zwembrilletje

(7)

Pagina | 7

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 59 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden:

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen met de schoolslag door het gat zwemmen dat op 7 meter

Tijd en opdrachten: accent, variatie en

differentiatie De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

15 Min

5 Min

Inleiding: Draai om de breedte-as De kinderen zetten in stroomlijn af van de kant. Tijdens het uitdrijven maken de kinderen een koprol.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen krijgen van de lesgever een voorbeeld van de schoolslag. Belangrijk is dat na de armbeweging de beenbeweging volgt en dat bij het drijfmoment het lichaam helemaal gestrekt is.

Kern 2: Duiken

De kinderen duiken staand met een goede afzet het water in en zwemmen 6-7 meter onder water door het gat.

De lesgever geeft een voorbeeld en helpt, indien nodig. de kinderen.

De lesgever geeft een duidelijk voorbeeld waarbij de nadruk ligt op het lang maken.

Belangrijk is ook dat de volgorde van de combinatie goed is. Tussendoor worden de kinderen even bij elkaar geroepen om verbeterpuntjes te bespreken.

 Afstand vergroten - Korte stukjes

De lesgever moedigt de kinderen aan en geeft feedback op de duik en het onder water zwemmen. Als het nodig is, helpt de lesgever.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

Zonder zwembrilletje Gat

(8)

Pagina | 8 10 Min

8 Min

2 Min

Kern 3: Borstcrawl

De kinderen zwemmen borstcrawl met een regelmatige beenslag, een hoge elleboog bij de overhaal en een korte zijwaartse ademhaling.

Kern 4: Borstcrawl

De kinderen gaan weer borstcrawl zwemmen, maar nu zonder zoomers. Het doel is een technisch juiste 15 meter borstcrawl zwemmen.

Afsluiting: spelen

De kinderen mogen zelfstandig spelen.

De lesgever geeft een voorbeeld, de kinderen doen het na. Aandachtspunt is het onder water uitblazen. Er wordt toegewerkt naar een technisch goed gezwommen 25 meter met gebruik van zoomers.

 Zonder zoomers - Kortere afstand

De lesgever legt de opdracht uit. De kinderen letten op de techniekaanwijzingen uit de vorige oefening.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever houdt toezicht i.v.m. de veiligheid.

Met zwembrilletje Zoomers

Met zwembrilletje

Materiaal naar keuze.

(9)

Pagina | 9

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 60 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen bij de inleiding en kern 1 in het ondiepe gedeelte.

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen 20m rugcrawl zwemmen met zoomers, waarbij de beweging technisch goed blijft. De schoolslag wordt uitgebouwd naar 20-25 meter.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en differentiatie De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

12 Min

5 Min

Inleiding: Aanleren hoekduik

De kinderen maken in het ondiepe een handstand, het begin van de hoekduik.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen krijgen van de lesgever een voorbeeld van de schoolslag. Belangrijk is dat na de armbeweging de beenbeweging volgt en dat bij het drijfmoment het lichaam helemaal gestrekt is.

Kern 2: Duiken

De kinderen gaan staand met een duik te water en zwemmen schoolslag onder water door het gat dat op 7 meter ligt.

De kinderen oefenen met duiken om voldoende diepte te bereiken.

De lesgever legt de oefening uit en begeleidt de kinderen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

De lesgever geeft een duidelijk voorbeeld waarbij de nadruk ligt op het lang maken.

Belangrijk is ook dat de volgorde van de combinatie goed is.

 Afstand vergroten naar 25m

- Door middel van een aparte oefening of hulpmiddel de slag verbeteren.

De lesgever moedigt de kinderen aan om met schoolslag onder water door het gat te zwemmen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje Hulpmiddel optioneel

Zonder zwembrilletje Gat

(10)

Pagina | 10 10 Min

10 Min

3 Min

Kern 3: Borstcrawl

De kinderen zwemmen borstcrawl met een regelmatige beenslag, een hoge elleboog bij de overhaal en een korte zijwaartse ademhaling, onder water blazen zij uit.

Kern 4: Rugcrawl

De kinderen zwemmen rugcrawl. Het doel is 25 meter met een goede techniek: een

regelmatige, stuwende beenslag en gestrekte armen die draaien als de wieken van de molen, duim eruit, pink erin.

Afsluiting: Hurksprong

De kinderen gaan te water met een hurksprong. Het hoofd dient hierbij boven water te blijven

De lesgever geeft een voorbeeld, de kinderen doen het na. Aandachtspunt is het onder water uitblazen. Er wordt toegewerkt naar een technisch goed gezwommen 25 meter

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever legt de opdracht uit. De kinderen gaan oefenen met de regelmatige, stuwende beenslag en de armslag waarbij de duim als eerste uit het water komt en de pink als eerste het water in gaat.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever geeft de kinderen feedback op de hurksprong.

Met zwembrilletje

Met zwembrilletje

Zonder zwembrilletje

(11)

Pagina | 11

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 61 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden:

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen een technisch goede 20-25 meter rugcrawl en borstcrawl zwemmen met gebruik van zoomers.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en differentiatie

De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

10 Min

10 Min

Inleiding: Duiken

De kinderen duiken met een goede afzet en voldoende diepte het water in en zwemmen schoolslag onder water door het gat.

Kern 1: Rugcrawl

De kinderen zwemmen rugcrawl met een technisch goede been- en armslag. Er wordt geoefend om de 20 – 25m goed te zwemmen.

Kern 2: Borstcrawl

De kinderen zwemmen borstcrawl met een regelmatige beenslag, een hoge elleboog bij de overhaal en een korte zijwaartse ademhaling, onder water blazen zij uit. Er wordt toegewerkt naar 20 meter.

De lesgever moedigt de kinderen aan om schoolslag onder water te zwemmen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

De lesgever legt de opdracht uit De kinderen gaan oefenen met de regelmatige, stuwende beenslag en de armslag waarbij de armen als de wieken van een molen ronddraaien.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever geeft een voorbeeld, de kinderen doen het na. Aandachtspunt is het onder water uitblazen. Er wordt toegewerkt naar een technisch goed gezwommen 20 meter

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

Presentie invullen Zonder zwembrilletje Gat

Met zwembrilletje Zoomers

Met zwembrilletje Zoomers

(12)

Pagina | 12 5 Min

10 Min

5 Min

Kern 3: Drijven buik en rug

De kinderen gaan drijven op de buik. Op teken van de lesgever gaan de kinderen tegelijk liggen en drijven 10 tellen uit. Daarna dezelfde oefening op de rug.

Kern 4: Borstcrawl

De kinderen zwemmen borstcrawl met een regelmatige beenslag, een hoge elleboog bij de overhaal en een korte zijwaartse ademhaling, onder water blazen zij uit.

Afsluiting: Draai om de breedte-as

De kinderen gaan met een koprol te water, zetten op de buik in stroomlijn af van de kant en maken een draai om de breedte-as.

De lesgever legt de opdracht uit en telt hardop de seconden weg.

De lesgever geeft een voorbeeld, de kinderen doen het na. Aandachtspunt is het onder water uitblazen. Er wordt toegewerkt naar een technisch goed gezwommen 25 meter

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever legt de opdracht uit, de kinderen oefenen dit enkele keren. De lesgever geeft en helpt eventueel met de draai om de breedte-as.

Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje Zoomers

Zonder zwembrilletje

(13)

Pagina | 13

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 62 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen bij de inleiding en kern 1 in het ondiepe gedeelte.

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen 20-25 meter schoolslag zwemmen waarbij de kinderen al een kort uitdrijfmoment hebben.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en

differentiatie De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

10 Min

5 Min

Inleiding: Aanleren hoekduik

De kinderen maken in het ondiepe een handstand, het begin van de hoekduik.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen krijgen van de lesgever een voorbeeld van de schoolslag. Belangrijk is dat na de armbeweging de beenbeweging volgt en dat bij het drijfmoment het lichaam helemaal gestrekt is over een afstand van 20 tot 25 meter.

Kern 2: Schoolslag onder water

De kinderen gaan staand met een duik te water en zwemmen 6 meter schoolslag onder water

De lesgever legt de oefening uit en begeleidt de kinderen,. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

De lesgever geeft een voorbeeld, moedigt de kinderen aan en geeft aanwijzingen. De afstand wordt, naar mate het goed gaat, steeds verder uitgebreid.

 Minder gebruik van hulpmiddelen - Kortere stukjes

De lesgever legt de oefening uit en begeleidt de kinderen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje

Zonder Zwembrilletje

(14)

Pagina | 14 10 Min

12 Min

3 Min

Kern 3: Borstcrawl

De kinderen zwemmen borstcrawl met een regelmatige beenslag, een hoge elleboog bij de overhaal en een korte zijwaartse ademhaling, onder water blazen zij uit.

Kern 4: Borstcrawl

De kinderen zwemmen nogmaals borstcrawl, maar nu met zoomers. Zij voeren de techniek uit zoals geleerd in de voorgaande lessen.

Afsluiting: Spelen

De kinderen kunnen zelfstandig even spelen.

De lesgever geeft een voorbeeld, de kinderen doen het na. Aandachtspunt is het onder water uitblazen. Er wordt toegewerkt naar een technisch goed gezwommen 15 tot 20 meter zonder zoomers

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever legt de opdracht uit en geeft elk kind een tip mee. De kinderen oefenen naar de 25 meter toe.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever waarborgt de veiligheid van de kinderen.

Met zwembrilletje

Met zwembrilletje Zoomers

Naar eigen keuze.

(15)

Pagina | 15

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 63 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen bij kern 3 in het ondiepe

Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles kunnen de kinderen een technisch goede schoolslag zwemmen over 25 meter, hulpmiddel is hierbij optioneel.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en differentiatie

De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

15 Min

5 Min

Inleiding: Hurksprong en draai om de breedte- as.

De kinderen gaan met een hurksprong te water, zetten op de buik in stroomlijn af van de kant en maken een draai om de breedte-as.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen zwemmen een technisch goede schoolslag. Waarbij er toegewerkt wordt tot een afstand van 25 meter.

Kern 2: Duiken en schoolslag onder water De kinderen duiken met een goede afzet en voldoende diepte het water in en zwemmen schoolslag onder water door het gat.

De lesgever geeft een voorbeeld en helpt indien nodig.

De lesgever geeft een duidelijk voorbeeld waarbij de nadruk ligt op het lang maken.

Belangrijk is ook dat de volgorde van de combinatie goed is. Tussendoor worden de kinderen even bij elkaar geroepen om algemene verbeterpuntjes te bespreken. Er mag gebruik gemaakt worden van een hulpmiddel

 Minder gebruik van hulpmiddelen - Korte stukjes oefenen

De lesgever moedigt de kinderen aan om schoolslag onder water te zwemmen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje

Zonder zwembrilletje Gat

(16)

Pagina | 16 15 Min

5 Min

Kern 3: Schoolslag

De kinderen zwemmen schoolslag waarbij het accent ligt op een stuwende beenslag en het goed uitstrekken in de glijfase. Waarbij er toegewerkt wordt tot een afstand van 25 meter.

Afsluiting: Koprol

De kinderen oefenen met het maken van een koprol in het water. Daarna zetten zij zich op de buik af van de kant en maken zij een koprol tijdens het uitdrijven.

De lesgever geeft een duidelijk voorbeeld van het lang maken in de glijfase. Verder wordt er gelet op de juiste timing van de been- en armslag. Hulpmiddelen zijn toegestaan.

 Minder gebruik van hulpmiddelen - Alleen de beenslag oefenen

De lesgever geeft indien nodig een voorbeeld en helpt eventueel de kinderen.

Met zwembrilletje

Zonder zwembrilletje

(17)

Pagina | 17

KNZB Zwemlesmethode

Zwemles: Periode 8, les 64 Duur zwemles: 45 minuten Bijzonderheden: De kinderen zwemmen in het diepe gedeelte Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen): Aan het einde van de zwemles beheersen de kinderen alle gestelde doelen van de achtste periode.

Tijd en opdrachten: accent, variatie en

differentiatie De rol van de lesgever

(voorbeeld, observeren, uitleg, correcties, aanmoedigingen)

Organisatie en Veiligheid (organisatievormen, opstellingen, aanbiedingsvormen)

Materiaal

5 Min

10 Min

5 Min

Inleiding: Hoekduik

De kinderen maken de hoekduik in het diepe.

Zij zetten af van de kant en duiken vervolgens naar beneden.

Kern 1: Schoolslag

De kinderen oefenen de schoolslag waarbij het accent ligt op een stuwende beenslag en het uitstrekken bij de glijfase. Waarbij er 25 meter volgehouden wordt.

Kern 2: Duiken en schoolslag onder water De kinderen duiken met een goede afzet en voldoende diepte het water in en zwemmen schoolslag onder water door het gat.

De lesgever legt de oefening uit en begeleidt de kinderen. Hij geeft indien nodig een voorbeeld.

De lesgever geeft een duidelijk voorbeeld van het lang maken in de glijfase. Verder wordt er gelet op de juiste timing van de been- en armslag. Hulpmiddelen zijn toegestaan.

 Minder tot geen gebruik van hulpmiddelen

- Korte stukjes schoolslag zwemmen.

De lesgever moedigt de kinderen aan om schoolslag onder water te zwemmen. Indien nodig geeft de lesgever een voorbeeld.

Presentie invullen Zonder zwembrilletje

Met zwembrilletje

Zonder zwembrilletje Gat

(18)

Pagina | 18 10 Min

10 Min

5 Min

Kern 3: Borstcrawl

De kinderen zwemmen 25m een technisch juiste borstcrawl.

Kern 4: Rugcrawl

De kinderen zwemmen 25m rugcrawl aan één stuk met de juiste techniek.

Afsluiting: Communicatie ouders

Indien nodig kan er met de ouders gesproken worden.

De lesgever legt de opdracht uit en geeft elk kind een tip mee. De kinderen zwemmen 25 meter aan één stuk.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever legt de opdracht uit en kijkt of de slag technisch goed wordt uitgevoerd.

 Specifiekere eisen stellen aan de techniek

- Kortere afstand

De lesgever communiceert indien nodig met de ouders.Wel houdt er iemand toezicht op de kinderen.

Met zwembrilletje

Met zwembrilletje

Geen materiaal nodig

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Memo inzake Bergermeer Gasopslag; brief en bezoek minister van Economische zaken, standpunt van het college. Memo en overzichtskaart handhavingstraject Herenweg 287s te Egmond aan

Net als bij alle infographics uit deze presentatie vertegenwoordigt het oppervlakte van de afbeelding het getal en is de relatieve groei in de grootte van de afbeelding van jaar

Te behandelen Onderwerp / Beslissing Besluiten d.d. Ontheffing verbranden snoeihout aan de Zandwal 1 in Voorst.. TLO D 1594) in Teuge. Aanleggen tuinmuur

Verzoek om ontheffing voor het verbranden van snoeihout aan Streilerweg 12 in Wilp. Verzoek om ontheffing voor het verbranden van snoeihout aan Bekendijk 22 in

Voor beide zijden van het binnen de grenzen van de gemeente Voorst gelegen gedeelte van de Hoge Worp in Steenenkamer een parkeerverbod instellen, te (laten) effecturen door

Melding aanleg gesloten bodemenergiesysteem buiten inrchting. Z-HZ_MGBBI-2019-0011 Sleutelbloem 21 in

In het kader van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen de volgende adressering toekennen als gevolg van het feit dat er meerdere te onderscheiden verblijfsobjecten zijn in

- Om en om hebben de leerlingen een stok voor zich op de grond staan, deze houden ze vast zodat ie blijft staan.. - Op het teken van de leerkracht schuiven alle leerlingen