• No results found

D KOSTEN RAADPLEGEN DESKUNDIGE ENVOEREN RECHTSGEDING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "D KOSTEN RAADPLEGEN DESKUNDIGE ENVOEREN RECHTSGEDING"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MR magazine, nummer 8, december 2018

16 MR magazine, nummer 8, december 2018

Wat is de voorwaarde voor vergoeding?

KOSTEN RAADPLEGEN DESKUNDIGE EN

VOEREN RECHTSGEDING

Op 1 januari 2017 is de regeling voor de vergoeding van kosten die de mr maakt gewijzigd. Als de kos- ten redelijkerwijs noodzakelijk zijn, komen ze in aan- merking voor vergoeding door het bevoegd gezag.

Maar gaat het om kosten van het raadplegen van deskundigen en van het voeren van rechtsgedingen, dan moet de mr het bevoegd gezag daar vooraf van in kennis stellen. Wat nu als de mr dat gedaan heeft en het bevoegd gezag de kosten toch niet wil ver- goeden? De Landelijke Geschillencommissie WMS en de Ondernemingskamer deden uitspraak.

Hilde Mertens

D

e kostenvergoedingsregeling in artikel 28 lid 2 Wms heeft be- trekking op de vergoeding van alle soorten kosten die de mr maakt. Maar de Wms stelt voor de kosten van het raad- plegen van deskundigen en het voeren van rechtsgedingen wel een extra voorwaarde.

Redelijkerwijze noodzakelijke kosten De Wms regelt eerst in zijn algemeenheid dat de kosten die de mr maakt ten laste van het bevoegd gezag komen als die kosten redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor het vervullen van de taak van de mr.

Dat staat in de eerste volzin van artikel 28 lid 2 Wms en geldt dus voor alle kos- ten die de mr maakt, ook voor die van het raadplegen van een deskundige en van het voeren van rechtsgedingen.

Voorwaarde vergoeding kosten des- kundigen en voeren rechtsgedingen

Voor vergoeding van de kosten van het raadplegen van deskundigen en het voe- ren van rechtsgedingen moet de mr wel aan een voorwaarde voldoen. Het be- voegd gezag kan alleen verplicht worden die kosten te vergoeden als de mr hem daar op voorhand van in kennis gesteld heeft. Betekent dit dat daarmee de kous af is? Dat de mr zijn gang kan gaan en het bevoegd gezag de kosten moet ver- goeden? Neen, zeggen de geschillencom- missie en de Ondernemingskamer, het moet gaan om ‘redelijkerwijze noodzake- lijke kosten’ en het bevoegd gezag mag zich daar op voorhand een oordeel over vormen en vinden dat de kosten niet noodzakelijk zijn en om die reden ver- goeding weigeren.

De casus

Een oudergeleding van een mr had een advocaat ingeschakeld om haar te advise-

(2)

MR magazine, nummer 8, december 2018 17 MR magazine, nummer 8, december 2018

ren over een aantal medezeggenschaps- rechten. Die advocaat stuurde een brief aan het bevoegd gezag, waarin hij aangaf dat de oudergeleding hem had benaderd voor rechtskundige hulp over een aantal door hem genoemde zaken. De advocaat verzocht het bevoegd gezag te bevestigen dat het de kosten voor de advisering voor zijn rekening nam. Het bevoegd gezag weigerde dat en gaf aan dat de ouderge- leding zich tot de mr diende te wenden.

Vervolgens legde de advocaat namens de oudergeleding een nalevingsgeschil voor aan de geschillencommissie. Daarin ver- zocht de oudergeleding om vergoeding van de advieskosten van de advocaat. De geschillencommissie oordeelde dat de ad- vieskosten van de advocaat niet redelij- kerwijs noodzakelijk waren en dus niet vergoed hoefden te worden. Tegen die uitspraak stelde de advocaat namens de oudergeleding beroep in bij de Onderne- mingskamer. De Ondernemingskamer bevestigde de uitspraak van de geschil- lencommissie en oordeelde verder dat het bevoegd gezag de kosten van rechtsbij- stand in de procedures voor de geschil- lencommissie en de Ondernemingskamer wel moest vergoeden.

Geschillencommissie over kosten advocaat

Motivering verzoek kostenvergoeding Een medezeggenschapsorgaan dat zijn be- voegd gezag verzoekt tot vergoeding van kosten hoort gemotiveerd aan te geven dat het gaat om voor dat orgaan redelijkerwijs noodzakelijk te maken kosten. Het be- voegd gezag moet zich immers een oor- deel kunnen vormen over de noodzaak tot inschakeling van een deskundige en even- tueel in overleg treden met het medezeg- genschapsorgaan over de problematiek die ten grondslag ligt aan het verzoek.

Mr betrekken en intern advies vragen De oudergeleding had haar vragen eerst aan de mr moeten voorleggen. Door dit

niet te doen heeft de oudergeleding mis- kend dat zij als geleding deel uitmaakt van een mr en medeverantwoordelijk is voor de goede gang van zaken en een open overleg binnen de mr, ook waar on- derwerpen aan de orde zijn waarin de be- langen van de onderscheiden geledingen verschillen. De oudergeleding had zich met haar vragen ook tot de beleidsonder- steunende medewerker, die specifiek de ondersteuning van de mr en de geledin- gen van de mr in haar takenpakket heeft, kunnen wenden, maar heeft dat niet ge- daan. De geschillencommissie oordeelde dat de advieskosten van de advocaat niet redelijkerwijs noodzakelijk waren en dus niet vergoed hoefden te worden.

Ondernemingskamer over kosten advocaat en voeren procedures

Advieskosten advocaat

De Ondernemingskamer oordeelde in beroep dat aanspraak op vergoeding van kosten van een deskundige ook aan mr- geledingen toekomt voor zover het gaat om de uitvoering van een aan hen opge- dragen taak. Een van deze taken is over- leg voeren met andere geledingen van de mr. De Ondernemingskamer oordeelt dat het voor de vervulling van de taken van de oudergeleding niet redelijkerwijs noodzakelijk was een deskundige te raad- plegen. De oudergeleding had verzuimd eerst zelf informatie in te winnen bij het bevoegd gezag en/of de mr. Verder is het niet aan de oudergeleding om zelf te be- palen in welke mate zij een deskundige wil raadplegen. Het bevoegd gezag moet kunnen beoordelen of dit redelijkerwijs noodzakelijk is en daarvoor is nodig dat de oudergeding hiervoor voldoende ge- gevens aanreikt. Dat is niet gebeurd.

De Ondernemingskamer oordeelde dat het bevoegd gezag niet te kort was ge- schoten in de naleving van de Wms en bevestigde aldus de uitspraak van de ge- schillencommissie.

Kosten voeren procedures

Dit deel van de eis van de oudergeleding was niet voorgelegd aan de geschillen- commissie. Volgens de Ondernemings- kamer had de geleding een zelfstandige bevoegdheid om het nalevingsgeschil aan de geschillencommissie en de Onderne- mingskamer voor te leggen. De kosten daarvan zijn volgens de wetgever redelij- kerwijs noodzakelijk en die moet het be- voegd gezag dan ook vergoeden. Wel ma- tigde de Ondernemingskamer de declaratie van de advocaat. <

• Landelijke Commissie voor Ge- schillen WMS, uitspraak 26 fe- bruari 2018, inzake 107962, zie www.onderwijsgeschillen.nl

• Ondernemingskamer, beschik- king 25 september 2018, zaak- nummer 200.236.222/01 OK, zie ECLI:NL:GHAM:2018:3434 en www.onderwijsgeschillen.nl

Mr. Hilde Mertens is directeur/bestuurder van de Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nu er voor deze groep een technische mogelijkheid is gecreëerd om gegevens uit te wisselen zonder dat daarvoor toestemming is gegeven, stelt de AP als voorwaarde dat de

‘Schadelijke traditionele praktijken’ is een verzamelterm voor vormen van onderdrukking en geweld tegen kinderen (vooral meisjes) en vrouwen die voortkomen uit traditie,

Boardleden zeggen niet alles wat ze denken, want spreken kost tijd, energie en kan risicovol zijn. Het afwegen of ze wel of niet delen wat ze denken gebeurt vaak op de automatische

Dit is een bijzondere uitkomst voor een procedure waarin partijen tegengestelde belangen kunnen hebben, zoals echtscheiding, en het is een aanwijzing dat de benadering die door

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Omdat aldus niet vaststaat dat de (O)MR het bevoegd gezag vooraf op de hoogte heeft gesteld van de te maken kosten, oordeelt de Commissie dat de (O)MR niet aan de verplichting

beleggingsinstellingen die beleggen in crypto’s moet bepaald te worden op welke wijze deze crypto’s gecategoriseerd moeten worden.. Dit zal per type crypto bepaald moeten worden

Zo wordt de vraag gesteld op welke manier een beheerder van een beleggingsinstelling de liquiditeit van beleggingen inschat, waarbij subvragen zijn hoe de mate