• No results found

Nalevingsverzoeken van de (oudergeleding van de) MR over organisatie van de medezeggenschap en verkiezingen niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan belang

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share " Nalevingsverzoeken van de (oudergeleding van de) MR over organisatie van de medezeggenschap en verkiezingen niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan belang"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

108965 - Nalevingsverzoeken van de (oudergeleding van de) MR over organisatie van de medezeggenschap en verkiezingen niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan belang.

Nalevingsverzoek over vergoeding kosten rechtsbijstand afgewezen.

UITSPRAAK

in het geding tussen:

de (oudergeleding van de) medezeggenschapsraad van de School voor Persoonlijk Onderwijs Utrecht, gevestigd te Utrecht, verzoeker, hierna te noemen de (O)MR

gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom en

het bestuur van de School voor Persoonlijk Onderwijs, gevestigd te Amsterdam, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

gemachtigde: de heer mr. W.E. Pors

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij verzoekschrift van 24 september 2019, ingekomen op 25 september 2019 en aangevuld op 8 oktober 2019, heeft de (O)MR een nalevingsgeschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de organisatie van de medezeggenschap, de verkiezingen, het tegenwerken van, althans weigeren mee te werken aan goede medezeggenschap en het niet faciliteren van het verstrekken van informatie aan ouders vanuit de medezeggenschapsraad.

Het bevoegd gezag heeft een verweerschrift ingediend, ingekomen op 11 november 2019.

De hoorzitting vond plaats op 22 november 2019.

Namens de (O)MR is verschenen [voorzitter MR], vergezeld door [voormalig voorzitter MR]. Zij werden bijgestaan door de gemachtigde, de heer mr. W. Lindeboom.

Het bevoegd gezag werd vertegenwoordigd door [bestuursvoorzitter], bijgestaan door de gemachtigde, de heer mr. W.E. Pors.

Op 3 december 2019 heeft de (O)MR de Commissie bericht dat hij het geschil intrekt.

Onder inachtneming van artikel 13 lid 2 van het reglement van de Commissie heeft de Commissie het bevoegd gezag en de gemachtigde van de (O)MR in de gelegenheid gesteld te reageren op de intrekking van het geschil. Op 20 december 2019 heeft de gemachtigde van de (O)MR gereageerd.

Het bevoegd gezag heeft bij e-mail van 24 december 2019 gereageerd. Beide partijen hebben daarbij nadere bijlagen overgelegd. De Commissie heeft die bijlagen niet toegelaten tot het dossier, omdat de Commissie aan het einde van de zitting het onderzoek reeds had gesloten.

Op 13 januari 2020 heeft de Commissie partijen bericht dat zij niet instemt met de intrekking van het verzoek en derhalve binnen de haar gestelde termijn van zes werkweken, gerekend vanaf 13 januari 2020, uitspraak zal doen.

(2)

108965/ uitspraak d.d. 20 februari 2020 pagina 2 van 6

2. FEITEN

Het bevoegd gezag houdt acht scholen voor voortgezet onderwijs in stand, die zijn gevestigd in Amsterdam, Deventer, Geldermalsen, Hengelo, Hoorn, Hurdegaryp, Kapelle en Utrecht.

De School voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) Utrecht is op 1 september 2017 opgericht. De school biedt vmbo-t/havo, havo, vwo en gymnasium-onderwijs.

Op 28 januari 2019 heeft het bevoegd gezag de organisatie van de MR onder de aandacht gebracht en gewezen op de mogelijkheid voor leerlingen, medewerkers en ouders om zich verkiesbaar te stellen. Dat kon via een online systeem in het schoolportaal op de website van de school. In dat systeem konden ook stemmen worden uitgebracht op kandidaten. In het portaal was te zien op welke kandidaten de meeste stemmen waren uitgebracht. De kandidaten met de meeste stemmen, maken deel uit van de MR. Het was mogelijk om uitgebrachte stemmen te wijzigen. Daardoor kon de samenstelling van de MR per dag wijzigen.

Voorts kent de school een medezeggenschapscollectief waarvan alle leerlingen, ouders en medewerkers automatisch deel uitmaken.

Op 20 maart 2019 heeft het bevoegd gezag per e-mail de samenstelling van de MR bekend gemaakt. Deze bestond uit [voorzitter/ouderlid], [vice-voorzitter/personeelslid], [personeelslid]

en [leerlinglid].

Met de start van het nieuwe schooljaar 2019-2020 heeft het bevoegd gezag leerlingen, ouders en personeel gewezen op de werking van het systeem van de MR.

Op 25 september 2019 heeft het bevoegd gezag de kandidaten die op dat moment de meeste stemmen hadden uitgenodigd voor een gesprek.

De dag ervoor heeft de (O)MR onderhavig verzoek ingediend.

3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN (O)MR

In de eerste weken van schooljaar 2019-2020 konden stemmen uitgebracht worden op kandidaten voor de MR. Op de website van het bevoegd gezag was te zien wie de meeste

stemmen had en dus op dat moment in de MR zat. Op het moment van indiening van onderhavig geschil door de (O)MR, had [voorzitter MR] de meeste stemmen waardoor hij in ieder geval op dat moment voorzitter was van de MR. Om die reden is het verzoek ontvankelijk.

Het “reglement en statuut Medezeggenschap SvPO” is eenzijdig door het bevoegd gezag vastgesteld. Ook heeft het bevoegd gezag een medezeggenschapscollectief ingesteld. Hierdoor worden de rechten van de MR uitgehold. Het bevoegd gezag vraagt de MR niet om advies of instemming over voorgenomen besluiten, maar legt deze voor aan het

medezeggenschapscollectief. Volgens de interne regelgeving is de MR gebonden aan de besluiten van het medezeggenschapscollectief. Dit is in strijd met de artikelen 10 t/m 14 van de Wms.

De MR bestaat formeel sinds 20 maart 2019. Er is echter sprake van permanent doorlopende verkiezingen, waardoor de samenstelling van de MR zowel in theorie als in de praktijk elke dag kan wijzigen. Bovendien is de verkiezingsprocedure niet in handen van de MR zelf en is het bevoegd gezag niet transparant over de verkiezingsuitslagen. Ook is er geen sprake van een geheime schriftelijke stemming. Dit levert strijd met artikel 3 lid 10 Wms op. Verder kent de MR niet een bepaalde zittingsduur, zoals opgenomen in artikel 24 lid 1 onder d Wms.

(3)

Het bevoegd gezag handelt ook in strijd met de artikelen 6 en 8 Wms, doordat er geen overleg en openheid in de school is. De MR had de bestuursvoorzitter uitgenodigd voor een overleg, maar de bestuurder heeft dat gesprek geweigerd.

Verder handelt het bevoegd gezag in strijd met artikel 28 Wms, doordat het de communicatie vanuit de MR naar zijn achterban actief tegenwerkt.

De (O)MR verzoekt de Commissie vast te stellen dat het bevoegd gezag de Wms niet naleeft en het bevoegd gezag de volgende verplichtingen op te leggen:

- binnen twee weken na de beschikking het medezeggenschapscollectief te liquideren en alle bepalingen met betrekking tot dat collectief uit alle regelingen en publieke uitingen te

verwijderen, althans de toepasselijke regelingen zodanig te wijzigen dat de MR en zijn geledingen volstrekt onafhankelijk van het medezeggenschapscollectief kunnen opereren en daarvan in alle publieke uitingen mededeling te doen;

- binnen twee weken na de beschikking conform de toepasselijke bepalingen een voorgenomen besluit met betrekking tot een medezeggenschapsreglement en een medezeggenschapsstatuut ter instemming aan de MR voor te leggen dat voldoet aan de wet en waarbij het reglement zoveel mogelijk gelijk luidt aan het modelreglement op de website www.infowms.nl;

- de MR in staat te stellen nieuwe verkiezingen uit te schrijven conform de Wms;

- het bevoegd gezag op te leggen de overleg- en informatiebepalingen van de Wms ten opzichte van de MR en zijn geledingen loyaal na te komen en hiervan samen met de beschikking van de Commissie op de website van het bevoegd gezag publiekelijk mededeling te doen;

- aan de MR en zijn geledingen de faciliteiten verstrekken waarop zij op grond van de Wms recht hebben;

- en voor het geval het bevoegd gezag het verzoek van de MR en de oudergeleding tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand op de voet van artikel 28 Wms afwijst, te bepalen dat deze kosten voor rekening van het bevoegd gezag komen.

De (O)MR verzoekt bij elk van deze verplichting afzonderlijk een dwangsom aan het bevoegd gezag op te leggen.

Bevoegd gezag

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat het niet door of namens de (O)MR van het bevoegd gezag is ingediend. De drie MR-leden die in maart 2019 waren geïnstalleerd als MR-lid zijn dat inmiddels niet meer. Het huidige OMR-lid heeft bevestigd dat zij geen geschil heeft ingediend. De

gemachtigde van de (O)MR heeft ook niet willen aangeven welke personen zich bij hem als beweerdelijk leden/vertegenwoordigers van de (O)MR hebben gemeld.

Op 25 september 2019 heeft het bevoegd gezag de uitslag van de MR-verkiezingen bekend gemaakt. Op dat moment had [voorzitter MR] niet de meeste stemmen. Op geen enkele manier is gebleken dat [voorzitter MR] op enig moment is gekozen in de MR. Hij heeft ook nooit verzocht om overleg met het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan echter niet uitsluiten dat [voorzitter MR] op 24 september 2019 de meeste stemmen had.

Het bevoegd gezag staat op goede voet met de personen die thans de MR vormen. Partijen zijn in constructief overleg met elkaar, onder andere over het MR-reglement en de

medezeggenschapsstructuur. Met de MR is bijvoorbeeld afgesproken dat er een sluitingsdatum voor de verkiezingen komt en dat het medezeggenschapscollectief een adviserende rol krijgt. Het reglement dat door de (O)MR wordt aangehaald betreft een reglement van een andere school van het bevoegd gezag.

De verkiezingsprocedure is ingevoerd in afwachting van de vaststelling van het MR-reglement.

(4)

108965/ uitspraak d.d. 20 februari 2020 pagina 4 van 6

Het bevoegd gezag heeft op 12 september 2019 gevraagd aan mensen om zich kandidaat te stellen. Het kandideren en stemmen voor de MR kan (vooralsnog) doorlopend in het

ouderportaal. Als er in zo’n periode veel gestemd wordt, wijzigt soms de samenstelling van de MR omdat een andere kandidaat dan de meeste stemmen heeft. De uitslag wordt ‘live’ getoond in het ouderportaal. De ouder, leerling en twee docenten met de meeste stemmen binnen hun geleding vormen de MR. De kiezers kunnen hun stem daarna nog wijzigen. In de praktijk gebeurt dat zelden. Verkiezingen staan open voor een bepaalde periode. Op een bepaald moment is er een uitslag. De uitslag wordt bekend gemaakt als er niet meer gestemd wordt.

De stemmingen zijn geheim en transparant. Op 25 september 2019 heeft het bevoegd gezag de kandidaten met de meeste stemmen uitgenodigd voor een gesprek. Deze kandidaten zijn vervolgens aan de slag gegaan.

Het is niet juist dat de MR met handen en voeten gebonden is aan besluiten van het

medezeggenschapscollectief. Het verzoek tot liquidatie van het MR is buitensporig en niet op de wet gebaseerd. De wet verzet zich er niet tegen dat een bevoegd gezag de mening van alle werknemers, ouders en leerlingen vraagt.

De MR is vrij informatie aan zijn achterban te verstrekken en het bevoegd gezag is bereid daar op een efficiënte wijze ondersteuning voor te bieden.

De MR kan geen aanspraak maken op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, omdat zij niet de in artikel 28 Wms bedoelde MR vormen. Voor het opleggen van een dwangsom bestaat geen grondslag.

4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Bevoegdheid

Ingevolge artikel 35 lid 1 Wms in verbinding met artikel 37 Wms kan de (O)MR aan de Commissie een geschil voorleggen inzake naleving door het bevoegd gezag van onder meer de bij of

krachtens de Wms geldende verplichtingen jegens de (O)MR.

Aangezien de (O)MR stelt dat het bevoegd gezag een aantal verplichtingen uit of krachtens de artikelen 3 lid 10, 6, 8, 10-14, 24 lid 1 onder d en 28 Wms niet naleeft, is de Commissie bevoegd om de nalevingsverzoeken van de (O)MR te behandelen.

Ontvankelijkheid

Het bevoegd gezag heeft aangevoerd dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat het niet door de (O)MR is ingediend. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het bevoegd gezag met betrekking tot de verkiezingen van leden van de MR een systeem hanteert waarbij er doorlopend stemmen op kandidaten kunnen worden uitgebracht en gewijzigd, waardoor (steeds) andere personen lid kunnen zijn van de MR. Ter zitting heeft het bevoegd gezag, desgevraagd door de Commissie, verklaard dat als gevolg van dat systeem het niet uitgesloten is dat [voorzitter MR] op het moment dat het verzoekschrift bij de Commissie werd ingediend de meeste stemmen had en daarmee voorzitter was van de MR. In zoverre oordeelt de Commissie het verzoek

ontvankelijk.

De Commissie constateert dat de gang van zaken ten aanzien van de medezeggenschap bij het bevoegd gezag op diverse punten op gespannen voet staat met de Wms. Dit geldt met name ten aanzien van de organisatie van de medezeggenschap en de verkiezingen van leden van de MR.

(5)

Wat betreft de organisatie van de medezeggenschap overweegt de Commissie dat niet gebleken is dat er een rechtsgeldig medezeggenschapsreglement van toepassing is, terwijl dat op grond van artikel 23 Wms verplicht is. Daarmee heeft het bevoegd gezag voornoemd artikel niet nageleefd.

Ten aanzien van het medezeggenschapscollectief merkt de Commissie op dat, hoewel niet gebleken is dat de MR feitelijk gebonden is aan besluiten van het medezeggenschapscollectief, de Commissie zich kan voorstellen dat de MR, door hetgeen over dat collectief is opgenomen in het reglement van een van de andere scholen van het bevoegd gezag, dat wel zo heeft ervaren. De Commissie benadrukt dan ook dat op grond van artikel 2 Wms de bevoegdheden die de MR(-geledingen) heeft over de aangelegenheden die opgenomen zijn in de artikelen 10 t/m 14 Wms niet ingeperkt kunnen worden. Daarbij merkt de Commissie op dat als de MR van oordeel is dat hij advies- of instemmingsrecht heeft over bepaalde onderwerpen en het bevoegd gezag die rechten niet respecteert, de MR in dat geval een advies- of instemmingsgeschil op grond van artikel 34 respectievelijk 32 Wms aan de Commissie kan voorleggen.

Ten aanzien van de verkiezingen van de MR-leden merkt de Commissie op dat gebleken is dat de wijze waarop de verkiezingen tot dusver hebben plaatsgevonden, niet in overeenstemming is met de bepalingen uit de Wms. In artikel 24 lid 1 Wms wordt bepaald dat in het

medezeggenschapsreglement in ieder geval wordt geregeld het aantal leden van de medezeggenschapsraad, de wijze waarop aan de desbetreffende scholen toepassing wordt gegeven aan het in de wet bepaalde over de samenstelling van de MR, de wijze en organisatie van de verkiezingen van de leden van de medezeggenschapsraad en de zittingsduur van de leden van de medezeggenschapsraad. Daarnaast wijst de Commissie op artikel 5 Wms waarin is geregeld dat de leden van de MR uit hun midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters kiezen. De vastlegging in een MR-reglement dat het ouderlid automatisch voorzitter is van de MR strookt daar niet mee. Ook acht de Commissie het in strijd met het wettelijk systeem, dat

eenmaal uitgebrachte stemmen achteraf nog kunnen worden gewijzigd en dat een (voorlopige) uitslag ‘live’ wordt getoond. Omdat per dag de samenstelling van de MR kan wijzigen is geen sprake van een bepaalde zittingsduur in de zin van artikel 24 lid 1 Wms. Verder is niet duidelijk of voldoende is gewaarborgd dat de schriftelijke stemming geheim is, zoals artikel 3 lid 10 Wms deze voorschrijft. Aldus vertoont de huidige stand van zaken voor wat betreft de medezeggenschap op de school een aantal substantiële gebreken.

De algehele indruk van de Commissie is dat het bevoegd gezag de (O)MR, althans in het verleden, niet steeds de rol heeft toebedeeld die de Wms aan hem toekent. Ter zitting heeft het bevoegd gezag aangegeven inmiddels in goed overleg te zijn met de (huidige) MR, onder andere over het medezeggenschapsreglement en medezeggenschapsstatuut, waarbij de organisatie van de medezeggenschap en de verkiezingen op grond van de Wms onderdeel van gesprek zullen moeten zijn. Bovendien heeft de (huidige) (O)MR de Commissie meegedeeld geen prijs meer te stellen op een oordeel van de Commissie. Gelet op voorgaande acht de Commissie het merendeel van de verzoeken van de (O)MR vanwege gebrek aan belang niet-ontvankelijk. Enkel het verzoek van de (O)MR ten aanzien van de vergoeding van kosten rechtsbijstand acht de Commissie ontvankelijk.

(6)

108965/ uitspraak d.d. 20 februari 2020 pagina 6 van 6

Vergoeding kosten rechtsbijstand

Op grond van artikel 28 lid 2 Wms dient het bevoegd gezag vooraf door de MR in kennis te worden gesteld over de te maken kosten. Ter zitting heeft de (O)MR meegedeeld dat hij het bevoegd gezag op 17 september 2019 zowel per brief als per e-mail heeft geïnformeerd over de kosten van rechtsbijstand. Het bevoegd gezag heeft betwist deze brief te hebben ontvangen. De (O)MR heeft in dit geding onvoldoende aannemelijk gemaakt dat genoemde brief het bevoegd gezag daadwerkelijk heeft bereikt. Omdat aldus niet vaststaat dat de (O)MR het bevoegd gezag vooraf op de hoogte heeft gesteld van de te maken kosten, oordeelt de Commissie dat de (O)MR niet aan de verplichting zoals opgenomen in artikel 28 lid 2 Wms heeft voldaan, zodat het verzoek van de (O)MR, om te bepalen dat de kosten van rechtsbijstand voor rekening van het bevoegd gezag komen, wordt afgewezen.

5. BESLISSING

Op grond van bovenstaande overwegingen:

- wijst de Commissie het nalevingsverzoek ten aanzien van de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand af;

- oordeelt de Commissie de overige verzoeken niet-ontvankelijk.

Vastgesteld te Utrecht op 20 februari 2020 door prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. C.J.H.G. Bronzwaer en drs. H.J. van Rooijen, leden, in aanwezigheid van mr. L. Verhoeven, secretaris.

prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens mr. L. Verhoeven

voorzitter secretaris

Tegen deze uitspraak staat op grond van artikel 36 lid 1 Wms beroep open bij de

Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Het beroep wordt ingediend bij verzoekschrift binnen een maand nadat de verzoeker in beroep van de uitspraak op de hoogte is gesteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

is niet alleen onvoldoende inventarisatie van de risico’s van de werkzaamheden aan de orde, maar speelt volgens de Afdeling bestuursrechtspraak ook dat de werkgever

Afgelopen week kwam ons het bericht ter ore dat de gemeente bij de bekendmaking van het definitieve hondenbeleid vergeten is te vermelden dat er tot 9 juni nog een

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

Op grond van artikel 38.3, lid 2 van het Vuurwerkbesluit zijn in dit besluit voor- schriften opgenomen in afwijking van en in aanvulling op de MR in het belang

Op grond van artikel 38.3, lid 2 van het Vuurwerkbesluit zijn in dit besluit voor- schriften opgenomen in afwijking van en in aanvulling op de MR in het belang

De veertien jongens die deze week aan de beurt zijn voor Afbreken Bomen, zijn vanochtend om negen uur vanuit Apeldoorn weggereden.. Rond tienen waren ze ter plekke

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor