• No results found

AFM legt last onder dwangsom op wegens niet voldoen aan informatieverzoeken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "AFM legt last onder dwangsom op wegens niet voldoen aan informatieverzoeken"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aangetekend verstuard Openbare versie SpigthoffN.V.

De heer mr. G. Roth Postbus 75546

1070 AM AMSTERDAM

Datum

Ons kenmerk INT--12041020

Pagina 1 van 10

Telefoon 020 -797

E-mail @afm.nl

Betreft Last onder dwangsom de heer R. van den Berg

Geachte heer Roth,

De Autoriteit Financiële Markten (AFM)’ legt een last onder dwangsom aan de heer R. van den Berg op met de bedoeling dat de heer R. van den Berg bepaalde informatie aan de AFM verstrekt. De heer R. van den Berg handelende voorheen onder de naam Montana Beheer (de heer R. van de Berg wordt hierna zowel persoonlijk als handelende onder de naam Montana Beheer aangeduid als de heer Van den Berg). De AFM heefi de heer Van den Berg om informatie verzocht om te kunnen vaststellen in hoeverre de heer Van den Berg zonder vergunning financiële diensten verleent dan wel heeft verleend. De heer Van den Berg heeft deze informatie tot op heden niet aan de AFM verstrekt.

Deze brief is een besluit in de zin van artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). ledere belanghebbende die het niet eens is met dit besluit, kan daartegen bezwaar aantekenen.

Hieronder wordt bet besluit verder uitgewerkt. In paragraaf I vindt u de feiten die tot het besluit aanleiding hebben gegeven. In paragraaf 2 is het besluit beschreven en in paragraaf 3 de publicatie van het besluit als u de verzochte informatie niet verstrekt. In paragraaf 4 staat hoe u bezwaar kunt maken. Het wettelijk kader waarop het besluit is gebaseerd kunt u vinden in de bijiage.

1. Feiten

1.1 Persoons- en bedrijfsgegevens

Montana Beheer is per 31-12-2011 uitgeschreven uit het handeisregister van de Kamer van Koophandel Brabant.

Laatstelijk stond Montana Beheer ingeschreven in het handeisregister van de Kamer van Koophandel Brabant

Met “de AFM” wordt in deze brief zowel deAFMzeif, als haar toezichthouder(s) bedoeld.

Stichting Autoriteit Financiële Markten Bezoekadres Vijzelgracht 50 Kamer van Koophandel Amsterdam, or. 41207759 Postbus 11723 1001 GS Amsterdam

Rek.nr. 58.77.35.600 ABN AMRO Bank Amsterdam Telefoon 020-797 20 00 Fax 020-797 38 00 www.afm.nl Stichting Beheer Derdengelden Advocaten Autoriteit Financiële Markten

Kemuerk vandezebrief: INT—DAME—12041020

(2)

AFM

Datum

Ons kemnerk INT-1204 1020

Pagina 2 van 10

onder nummer 17285859. Montana Beheer was gevestigd te Neutronenlaan 6A,5405 NH Uden. De activiteiten van Montana Beheer waren “commissionairs en makelaars in effecten, beleggingsadviseurs e.d., trading,

belegging en advies”. De eenmanszaak werd voor rekening en risico gedreven van Robert van den Berg, geboren te ‘s-Gravenhage op 24 november 1964, wonende te Kouter 62, 5422 AD Gemert.

1.2Onderzoeksdossier

De AFM heeft op grond van de Wft een onderzoek ingesteld naar activiteiten van de heer Van den Berg. Het doel van het onderzoek van de AFM is om een oordeel te vormen in hoeverre de heer Van den Berg zonder vergunning financiële diensten verleent dan wel heeft verleend. Aanleiding van het onderzoek is een melding en de informatie die op de website www.montanabeheer.nl stond vermeld. Hieruit volgt mogelijk dat de heer Van den Berg artikel 2:96 van de Wft overtreedt dan wel heeft overtreden. Daarom heeft de AFM op 16 december 2011 (kenmerk: TNT

•11120967) een aangetekend informatieverzoek naar de heer Van den Berg verzonden.

Op 27 december 2011 heeft de AFM een reactie ontvangen van de heer Van den Berg. De brief is gedateerd 20 december 2012.

Naar aanleiding van de reactie van de heer Van den Berg heeft de AFM op 10januari2012 (kenmerk: TNT 12010353) een aangetekend aanvullend informatieverzoek naar de heer Van den Berg verzonden.

De heer Van den Berg heeft op 11januari2012 telefonisch contact opgenomen met de AFM. De heer Van den Berg heeft tijdens het telefoongesprek aangegeven dat hij volgens zijn advocaat de afschriften van zijn

priverekening(en) niet aan de AFM hoeft te verstrekken. De AFM heeft tijdens het telefoongesprek nogmaals verzocht de gegevens zoals gevraagd in het aanvullend informatieverzoek van 10 januari 2012 binnen de reactietermijn aan de AFM te verstrekken.

Op 17 januari 2012 heeft de AFM een reactie ontvangen van de heer Van den Berg. De brief is gedateerd 12 januari 2012.

De AFM acht de reactie van de heer Van den Berg van 12 januari 2012 niet toereikend en heeft om deze reden op 26 januari 2012 (kenmerk: 1NT- 12011162) een aangetekend herhaald informatieverzoek naar het privéadres van de heer Van den Berg verzonden.

De AFM heeft de aangetekende brief retour ontvangen met de opmerking “verhuisd”.

De AFM heeft vervolgens op 1 februari 2012 (kenmerk: INT-- 12020015) hetzelfde herhaalde informatieverzoek aangetekend naar het voorheen zakelijk adres van de heer Van den Berg verzonden.

Op6 februari 2012 heeft de AFM een reactie per fax en later per gewone post ontvangen van de advocaat van de heer Van den Berg, de heer mr. G. Roth van SpigthoffN.V. In de reactie wordt verzocht de reactietermijn te verlengen tot ten minste 17 februari 2012.

(3)

AFM

Datum

Ons kenmerk 1NT-1204 1020

Pagina 3 van 10

De AFM heeft op 8 februari 2012 de heer mr. G. Roth een e-mailbericht gestuurd waarin zij bericht de reactietermijn te verlengen tot uiterlijk 17 februari 2012.

Op 17 februari 2012 heeft de AFM een reactie ontvangen per fax en later per gewone post van de heer mr. G.

Roth. In de reactie verzoekt de heer mr. G. Roth de AFMom uiteen te zetten “waarom in casu van de bevoegdheid gebruik wordt gemaakt om bedoelde gegevens te vorderen”. Aan het informatieverzoek van de AFM van 1

februari 2012 wordt niet voldaan.

De AFM heeft op 22 februari 2012 (kenmerk: INT--12021166) een aangetekende brief naar de heer mr. G.

Roth verzonden waarin de AFM de reden geeft van het gebruik van haar bevoegdheid om informatie op te vragen.

De AFM vordert in deze brief nogmaals de gevraagde informatie.

Op 28 februari 2012 heeft de AFM een reactie ontvangen van de heer mr. G. Roth per fax, per e-mailbericht en later per gewone post. Hierin verzoekt de heer mr. G. Roth de AFM de reactietermijn te verlengen tot uiterlijk 5 maart 2012.

De AFM heeft de heer mr. G. Roth op 28 februari 2012 per e-mailbericht bericht dat zij de reactietermijn verlengt tot uiterlijk 5 maart 2012 17.00 uur.

Op 1 maart 2012 heeft de AFM een reactie van de heer mr. G. Roth ontvangen per e-mailbericht en later per gewone post. In de reactie bencht de heer mr. G. Roth dat (i) de door de AFM gevorderde gegevens een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de heer Van den Berg vormen, (ii) de verzoeken van de AFM het

evenredigheidsbeginsel van artikel 5:13 van de Awb schenden, en (iii) er sprake is van een criminal charge zodat de medewerkingsplicht van artikel 5:20 van de Awb niet van toepassing is en de heer Van den Berg zich op zijn zwijgrecht beroept met betrekking tot een van de verzoeken van de AFM. Aan het informatieverzoek van de AFM van 1 februan 2012 wordt niet voldaan.

De AFM heeft de heer mr. G. Roth op 30 maart 2012 (met kenmerk: INT-1203 1884) een aangetekende brief verzonden. In deze brief worden de informatieverzoeken herhaald en wordt weergegeven waarom de heer Van den Berg gehouden is aan de verzoeken te voldoen. De heer Van den Berg heeft aangegeven dat hij geen aparte rekening voor Montana Beheer heeft kunnen openen. De AFM vindt het daarom aannemelijk dat de

priverekening(en) van de heer Van den Berg is/zijn gebruikt voor de bedrijfsactiviteiten. Tevens staat niet vast dat de activiteiten van de heer Van den Berg op dit moment daadwerkelijk zijn beeindigd. De AFM verwijst naar haar brief van 16 december 2011 voor de gronden waarop en op basis van welke bevoegdheden zij een

toezichtonderzoek is gestart naar de activiteiten van de heer Van den Berg. Hieruit volgt dat de gevraagde gegevens redelijkerwijs nodig zijn voor de vervulling van de taak van de AFM. De AFM stelt zich op het

standpunt dat in dit geval geen sprake is van een ongeoorloofde schending van de persoonlijke levenssfeer van de heer Van den Berg en de heer Van den Berg in dit stadium geen zwijgrecht toekomt.

De heer mr. G. Roth heeft op 5 april 2012 telefonisch contact opgenomen met de AFM. Tijdens het telefoongesprek heeft de heer mr. G. Roth aangegeven dat de AFM in haar brief van 30 maart 2012 niet is ingegaan op de slotparagraaf van zijn brief van 1 maart 2012, waarin volgens de heer mr. G. Roth een

(4)

AFM

Datum

TNT-I- 12041020

Pagina 4 van 10

handhavingsverzoek is opgenomen. Tij dens het telefoongesprek heeft de heer G. Roth de AFM verzocht aisnog hierop te reageren.

DeAFMheeft op 5 april 2012 een e-mailbericht naar de heer G. Roth verzonden. Hierin geeft de AFM aan dat voor zover de slotparagraaf van de brief van de heer mr. G. Roth van 1 maart 2012 een handhavingsverzoek bevat, de termijn om hierop te reageren niet op 6 april 2012 verstrijkt en de AFM dan ook niet voor 6 april 2012 een beslissing neemt.

Op 6 april 2012 heeft de heer mr. G. Roth een reactie per fax en later per gewone post naar de AFM gestuurd. De heer mr. G. Roth geeft hierin aan dat handhavingsverzoeken binnen een redelijke termijn dienen te worden behandeld en in dit geval 5 weken een redelijke termijn is die inmiddels is verstreken. De heer mr. G. Roth stelt de AFM door middel van deze brief ingebreke. Aan het informatieverzoek van de AFM van 1 februari 2012 wordt niet voldaan.

De AFM heefi op 19 april 2012 (met kenmerk:INT-12041026)) per e-mailbericht en aangetekend een brief verzonden naar de heer mr. G. Roth waarin de AFM zich op het standpunt stelt dat 8 weken een redelijke termijn is en de ingebrekestelling voorbarig is. Tevens bericht de AFM dat zij zo spoedig mogelijk een beslissing zal nemen.

De AFM heeft echter tot op heden de gevraagde informatie van de heer Van den Berg niet ontvangen.

2. Het besluit

Om te kunnen vaststellen of u in strijd heeft gehandeld dan wel handelt met artikel 2:96 Wft is het noodzakelijk dat de AFM antwoord krijgt op alle vragen die zij in het aanvullende informatieverzoek van 1 februari 2012 aan de heer Van den Berg heeft gesteld. De AFM heeft de bevoegdheid om informatie te vorderen op grond van de Wft en de Awb. Dc AFM heeft geconstateerd dat u geen gevoig heeft gegeven aan haar aanvullende

informatieverzoeken. Door geen gevoig te geven aan de informatieverzoeken van de AFM, heeft u niet voldaan aan de medewerkingsplicht uit artikel 5:20 Awb. Volgens artikel 1:79, eerste lid, Wft kan de AFM een last onder dwangsom opleggen als de medewerkingsplicht niet wordt nageleefd.

Omdat u geen gevolg heeft gegeven aan de aanvullende informatieverzoeken van de AFM, heeft de AFM besloten de verstrekking van de gevraagde informatie af te dwingen door een last onder dwangsom op te leggen. De last onder dwangsom houdt in dat u binnen tien werkdagen na dagtekening van deze brief aisnog volledig voldoet aan het informatieverzoek van 1 februari 2012. U moet de volgende informatie schriftelijk verstrekken:

1. Kopieën van alle dagafschriften over de periode 4 augustus 2010 tot heden van de bank- en girorekeningen die door u persoonlijk worden aangehouden evenals de naam en de adres- en woonplaatsgegevens van de gevolmachtigde(n).

2. Ben gedetailleerde omschrijving van de dienst “Auto Trading” op bovengenoemde website: “Met Auto Trading worden alle SMS Alerts automatisch in de markt gezet en mist u geen seconde”. Wij verzoeken u

(5)

AFM

Datum

Ons kenmerk 1NT--1204 1020

Pagina 5 van 10

aan te geven op welke wijze de sms alerts automatisch in de markt worden gezet, met welke partij de (potentiele) consument/belegger een overeenkomst sluit en wat uw betrokkenheid hierbij is.

Als het niet mogelijk is om (een deel van) de gevraagde informatie te geven, moet u binnen tien werkdagen na dagtekening van deze brief per (deel)verzoek schriftelijk en gedetailleerd de reden daarvoor geven.

U kunt de gevraagde informatie sturen aan: AFM, t.a.v. ,Postbus 11723, 1001 GS te Amsterdam, of per fax naar: 020

Als u niet binnen de termijn van tien werkdagen aan onderhavige last onder dwangsom voldoet, wordt een dwangsom verbeurd. Deze dwangsom bedraagt € 4.000,- (zegge: vierduizend euro) voor iedere dag of gedeelte daarvan dat u een of meer van de hierboven gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, tot een maximum van € 80.000,- (zegge: tachtigduizend euro).

De vastgestelde hoogte van de dwangsom en het maximaal te verbeuren bedrag staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom. Het feit dat ondanks herhaald verzoek de gevorderde informatie niet (volledig) is verstrekt, heeft immers tot gevoig dat de AFM niet kan beoordelen of en, zo ja, in hoeverre sprake is van overtreding van enige bepaling uit de Wft of onderliggende regelgeving. De AFM wordt daardoor belemmerd in de adequate uitoefening van haar toezicht.

De AFM kan de dwangsom onmiddellijk opeisen zodra de dwangsom is verschuldigd. Als de dwangsom wordt verbeurd, bent u wettelijke rente verschuldigd over het bedrag van de verbeurde dwangsom naast eventuele aanmanings- en invorderingskosten.

3. Publicatie

Als de dwangsom wordt verbeurd, zal de AFM het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom openbaar maken. Dit gebeurt op grond van artikel 1:99, eerste lid, Wft. De AFM heeft geen aanwijzingen dat eventuele openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het toezicht dat de AFM houdt op de naleving van de Wft. Als u bij de voorzieningenrechter een verzoek indient om de openbaarmaking op te schorten, wordt de openbaarmaking uitgesteld tot er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.

Als het besluit openbaar wordt gemaakt, gebeurt dit door:

a. publicatie op de website van de AFM;

b. publicatie in een persbericht; en, als dit naar het oordeel van de AFM wenselijk is, c. publicatie van dit persbericht in één of meerdere landelijke en/of regionale dagbladen.

Ad a. Als dit besluit op de website van de AFM wordt gepubliceerd, worden eventuele vertrouwelijke gegevens verwijderd. Het gaat hierbij om de in deze brief grijs gemarkeerde gegevens. Deze informatie zal dus in de publicatie worden afgeschermd. Als u vindt dat bepaalde andere gegevens ook als vertrouwelijk moeten worden

(6)

‘AFM

Datum

Ons kenmerk INT-1204 1020

Pagina 6 van 10

aangemerkt, kunt u dit binnen een termijn van tien werkdagen na dagtekening van deze brief ann de AFM kenbaar maken.

Ad b/c. Hierbij vindt u de tekst van het persbericht dat de AFM zal publiceren als de dwangsom wordt verbeurd:

“AFM legt last onder dwangsom op.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op <<datum>> een last onder dwangsom opgelegd aan de heer R.

van den Berg, voorheen handelend onder de naam Montana Beheer, omdat hU niet voldoet aan

informatieverzoeken van de AFM. Er is om informatie verzocht, omdat het vermoeden bestaat dat de heer Van den BergfInanciële diensten heeft verleend, ofnog steeds verleent, zonder dat de heer Van den Berg hiervoor een vergunning heeft van de AFM

De heer Van den Berg, met adres Neutronenlaan 6A, 5405 NH Uden, heeft de verzochte informatie niet binnen de gestelde termn geleverd en is daarom verplicht de dwangsom te betalen. De verzochte informatie moet nog steeds aan de AFM worden geleverd. ledere dag dat de heer Van den Berg niet aan de opgelegde last voldoet, loopt de dwangsom op met 64.000, tot een maximum van in totaal 680.000.

De AFM vraagt hetpubliek om informatie over de heer Van den Berg te delen met de AFM. Hiervoor kunt u contact opnemen met het Meldpunt Financiële Markten van de AFM: 0900-5400 540 (0,05 euro per minuut).

De AFM bevordert eerlke en transparanteJInanciele markten. W! zijn de onafhankelUke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. De AFM bevordert zorgvuldigefinanciele

dienstverlening aan consumen ten en ziet toe op een eerlUke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumen ten en bedrUven in definanciele markten te versterken, ook internationaal.

Op deze manier draagt de AFM bU aan de welvaart en de economische reputatie van Nederland.”

Let op: de AFM kan, afhankelijk van de omstandigheden op het moment van publicatie, bovengenoemde publicatietekst wijzigen of aanvullen.

4. Hoe kunt u bezwaar maken?

ledere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar maken door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS,

Amsterdam. Een bezwaarscbrift kan ook per fax (alleen naar faxnummer 020-797 3835), per e-mail (alleen naar e mailadres bezwarenbox@afrn.nl) of door middel van het formulier op de website van de AFM

(www.afm.nllbezwaar) worden ingediend. Aan deze elektronische wijze van verzending stelt de AFM nadere eisen die op haar website worden toegelicht. Dat een bezwaarschrifl niet aan andere AFM-faxnummers of AFM e-mailadressen wordt verzonden dan de hier genoemde, is één van die eisen. De AFM zal het bezwaarschrift alleen inhoudelijk in behandeling nemen als aan bedoelde eisen is voldaan.

(7)

AFM

Datum

Ons kenmerk TNT-I- 12041020

Pagina 7 van 10

De AFM wijst erop dat het maken van bezwaar niets afdoet aan de verplichting om aan deze last onder dwangsom te voldoen en evenmin aan de eventuele verplichting om verschuldigde dwangsommen te betalen.

Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met op telefoonnummer 020

Hoogachtend,

Autoriteit Financiële Markten

Bijiage: Wettelijk kader

Kopie per reguliere post

(8)

AFM

Datum

Ons kenmerk 1NT--1204 1020

Pagina 8 van 10

BijIae: Het wettelijk kader Wft

In artikel 1:72 Wft is het volgende bepaald:

1. Met het toezicht op de naleving van de bU en krachtens deze wet gestelde regels zjn belast de b besluit van de toezich thouder aangewezen personen.

2. Van een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

In artikel 1:74 is voor zover relevantbepaald:

1. De toezichthouder kan ten behoeve van het toezicht op de naleving van de bU ofkrachtens deze wet gestelde regels van een ieder inlichtingen vorderen.

2. De artikelen 5:13 en 5.20 van de Algemene wet bestuursrecht zUn van overeenkomstige toepassing.

(...)

In artikel 1:79 Wft isvoor zover relevanthet volgende bepaald:

1. De toezichthouder kan een last onder dwangsoin opleggen terzake van een overtreding van:

a. voorschrflen, gesteld ingevolge de in de blage bU dit artikel genoemde artikelen;

b. de prospectusverordening;

C.

(...)

d. artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. (...)

In artikel 1:99 Wft is het volgende bepaald:

1. De toezichthouder maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolge deze wet openbaar wanneer een dwangsom wordt verbeurd, tenzj de openbaarmaking van het besluit in str/d is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet.

2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.

Awb

In artikel 1:3 Awb is het volgende bepaald:

1. Under besluit wordt verstaan: een schrflelUke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelUke rechtshandeling.

2. Under beschikking wordt verstaan: een besluit dat nietvan algemene strekking is, met inbegripvande afivUzingvaneen aanvraag daarvan.

3. Under aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.

(9)

AFM

Datum

Ons kenmerk INT-I-1204 1020

Pagina 9 van 10

4. Onder beleidsregel wordt verstaan. een bli besluit vastgestelde algemene regel, niet zUnde een algemeen verbindend voorschrfl, omtrent de afiveging van belangen, de vaststelling van feiten ofde uitleg van wettelUke voorschrflen bu het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

In artikel 4:8 Awb isvoor zover relevanthet volgende bepaald:

1. Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zjjn zienswUze naar voren te brengen indien:

a) de beschikking zou steunen op gegevens overfeiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en b) die gegevens niet door de belanghebbende zelfter zake 4/n verstrekt.

2. Het eerste lid geldt niet indien de belanghebbende niet heeft voldaan aan een wettelUke verplichting gegevens te verstrekken.

In artikel 5:13 Awb is het volgende bepaald:

Een toezichthouder maakt van 4/n bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelUkerwUs voor de vervulling van 4/n taak nodig is.

In artikel 5:16 Awb is het volgende bepaald:

Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.

In artikel 5:17 Awb is het volgende bepaald:

1. Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelUke gegevens en bescheiden.

(...)

In artikel 5:20 Awb is het volgende bepaald:

1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redefljke termUn alle medewerking te verlenen die deze redehikerwUs kan vorderen bU de uitoefening van 4/n bevoegdh eden.

2. Zy die uit hoofde van ambt, beroep of wettelUk voorschrift verplicht zUn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.

In artikel 8:81 Awb is het volgende bepaald:

1. Indien tegen een besluit bU de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelk beroep bU de rechtbank, bezwaar is gemaakt ofadministratiefberoep is ingesteld, kan de

voorzieningenrechter van de rechthank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwUlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

2. Indien bU de rech thank beroep is ingesteld, kan een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan door een party in de hoofdzaak.

3. Indien voorafgaand aan een mogelk beroep bU de rechtbank bezwaar is gemaakt ofadministratief beroep is ingesteld, kan een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan door de indiener van het bezwaarschrifr onderscheidenlUk door de indiener van het beroepschrfi ofdoor de belanghebbende die geen recht heeft tot het instellen van administratiefberoep.

(10)

AFM

Datum

Ons kenmerk 12041020

Pagina 10 van 10

4. De artikelen 6.4, derde lid, 6:5, 6:6, 6:14, 6:15, 6:17 en 6.21 4/n van overeenkomstige toepassing. De indiener van het verzoekschrfl die bezwaar heeft gemaakt dan wel beroep heefi ingesteld, legt daarb een afschrfi van het bezwaar- ofberoepschrfi over.

5. Indien een verzoek am voorlopige voorziening is gedaan nadat bezwaar is gemaakt ofadministratief beroep is ingesteld en op dit bezwaar of beroep wordt beslist voordat de zitting heeftplaatsgevonden, wordt de verzoeker in de gelegenheid gesteld beroep bU de rechtbank in te stellen. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt gelykgesteld met een verzoek dat wordt gedaan hangende het beroep bU de rechtbank.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3 juni 2016 heeft Tectona aangegeven dat de gelden uit de obligatielening tot nu toe onder meer zijn aangewend om de kosten voor het AFM-toezicht tot het jaar 2015 uit te

Indien tegen het besluit beztxraar, beroep ofhoger beroep is ingesteld, maakt de toezichthouder de uitkomst daarvan hezamen met het besluit openbaar.3 Als er één

Als er eén of meer dwangsommen verbeuren, en u tegen de last rechtsmiddelen aanwendt, is de AFM verplicht om zo spoedig mogelijk inzicht te geven in de actuele stand

Omdat de bezwaarschriften pas op 24 oktober 2017 zijn ontvangen, heeft de AFM u op 9 november 2017 een ontvangstbevestiging gestuurd en u verzocht om binnen twee weken na..

85. De grondslag voor openbaarmaking van een last onder dwangsom is neergelegd in artikel 1:99 Wft. Ten tijde van de openbaarmaking stond in artikel 1:99, eerste

waarschuwingslijst te voorkomen. De brief is per reguliere post verstuurd. Hierop heeft FX-CI op 17 december 2014 gereageerd. In deze reactie geeft FX-CI aan dat zij zich niet

Vervolgens heeft de AFM per aangetekende brief van 13 augustus 2015 — onder meer — te kennen gegeven dat zij twijfels heeft over dejuistheid van het adres en FX in de

De Stichting Autoriteit Financiële Markten maakt een beschikking als bedoeld in het eerste lid niet eigener beweging openbaar gedurende twee weken nadat het besluit op de in