FINANCIEEL MANAGEMENT READER FINANCIEEL PLAN

(1)



FINANCIEEL MANAGEMENT

2015-2016

READER

FINANCIEEL PLAN

(2)

INLEIDING

WAAROM HET FINANCIËLE PLAN?

Om een onderneming te beginnen is inzicht nodig: inzicht in de markt, in de financiële mogelijkheden en in de haalbaarheid van plannen en doelstellingen van de onderneming.

Inzicht dat wordt verkregen door systematisch een aantal feiten op een rij te zetten en deze te verwerken tot een ondernemingsplan, bestaande uit een Marketingplan en een Financiële plan.

Organisaties die startende ondernemers met raad en daad terzijde staan, benadrukken unaniem het belang van zo'n ondernemingsplan.

Bijna elke organisatie heeft wel een eigen werkboek of handleiding om de startende ondernemer te helpen bij het opstellen van het plan.

Het gevolg is dan, dat starters bij diverse instanties telkens andere lijsten moeten invullen, waarin echter steeds om dezelfde gegevens wordt gevraagd.

Om deze situatie te verbeteren is door de Kamers van Koophandel, banken en een aantal andere organisaties in Nederland een uniform ondernemingsplan opgesteld.

Dit ondernemingsplan geeft stap voor stap aan hoe ideeën over het opzetten van een eigen bedrijf kunnen worden uitgewerkt. Door het zorgvuldig, volledig en realistisch in te vullen, ontstaat een op maat gesneden ondernemingsplan.

Een plan dat enerzijds als leidraad kan dienen voor de toekomstige bedrijfsvoering, maar anderzijds ook een realistische toetssteen is voor financiële resultaten.

Het gedeelte Financiële plan van het ondernemingsplan vind je hier in bewerkte vorm voor je: enkele vragen en opdrachten zijn uit het oorspronkelijke plan geschrapt en een aantal is toegevoegd.

Hierdoor sluit het opstellen van je Financiële plan beter aan bij opleiding.

Probeer de gegevens zo realistisch mogelijk in te vullen. Maak ook gebruik van de gegevens die bij de diverse instanties, zoals C.B.S., E.I.M., I.M.K., diverse banken, te verkrijgen zijn.

Bij vragen of problemen kan je natuurlijk ook je docent raadplegen.

Periodiek kun je de gemaakte opdrachten doorspreken met je begeleidend docent. Hij kan je eventueel wijzen op gemaakte fouten of hiaten in de opdracht.

Tenslotte nog een goede raad: BEGINOPTIJD!!!!

(3)



A

ANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK

.

Dit Financiële plan moet je zelf verder invullen en aanpassen. Als je iets weglaat of toevoegt, moet je dat kunnen motiveren!

Wanneer je het Financiële plan geheel (zie hierna) hebt ingevuld, kun je het gaan printen.

Zorg er echter eerst voor dat de lay-out zo goed mogelijk is.

Het Financiële plan dat je uiteindelijk inlevert, moet beginnen met de inhoudsopgave (pagina 1) Zorg ervoor dat je de inhoudsopgave verder invult, aangepast aan jouw paginanummering!

Om "rampen" te voorkomen is het verstandig om van je bestanden steeds een extra kopie op een (andere) usb-stick te maken!

(4)

INHOUDSOPGAVE:

Persoonlijke gegevens

1.1. Persoon

1.2. Opleiding

1.3. Ervaring (in loondienst of als zelfstandige ondernemer) 1.4. Doelstelling

1.5. Ervaring en eigenschappen 2. Het bedrijf

2.1. Globale omschrijving van plan 2.2. Het bedrijf

2.3. Personele omvang 2.4. Vergunningen

2.5. Juridische ondernemingsvorm 2.6. Informatie

3. De Investeringsbegroting 3.1. Investeringen in vaste activa 3.2. Investeringen in vlottende activa 3.3. Liquide middelen

3.4. Aanloopkosten 3.5. Investeringsbegroting 4. De financieringsbehoefte 4.1. Financiering met eigen middelen 4.2. Financiering met vreemd vermogen 5. De openingsbalans

5.1. De openingsbalans

5.2. Beoordeling van de openingsbalans 5.2.1. De liquiditeit

5.2.2. De solvabiliteit 6. De exploitatiebegroting

6.1. Potentiële omzet en taakstellende omzet 6.2. Inkoopwaarde van de omzet

6.3. Exploitatiekosten 6.3.1. Personeelskosten 6.3.2. Vervoerskosten

6.3.3. Huisvesting, inventaris en onderhoudsplan 6.3.4. Verkoopbevordering

6.3.5. Rentekosten 6.3.6. Afschrijvingskosten 6.3.7. Algemene kosten 6.4. De exploitatiebegroting

(5)



7. Liquiditeitsprognose 7.1. Liquiditeitsbegroting 8. De eindbalans

8.1. De eindbalans (per einde eerste jaar) 9. De analyse

9.1. Analyse van de eindbalans 9.1.1. Het werkkapitaal 9.1.2. De current ratio 9.1.3. De quick ratio 9.1.4. De solvabiliteit 10. Slotwoord

(6)

1. PERSOONLIJKE GEGEVENS 1.1. PERSOON

Naam: Maurice Aarts

Adres: Florijnstraat 38

Postcode en woonplaats: 5237NH ‘s’Hertogenbosch Telefoonnummer: 06-20947602

Geboortedatum: 23-03-1998 Geboorteplaats: ‘s-Hertogenbosch Nationaliteit: Nederlands

Burgerlijke staat: ongehuwd; gehuwd; gehuwd geweest; samenwonend Huwelijkse voorwaarden of samenlevingsovereenkomst: ja / neen Kinderen: ja / neen leeftijd: ____________________

1.2. OPLEIDING (na lagere school)

tijdvak school / cursus

Van 2010 tot 2014 Ds. Pierson College

Van 2014 tot heden Koning Willem 1 College

Van __________ tot ____________ ___________________________

(7)



1.3. ERVARING (in loondienst of als zelfstandige ondernemer) Ik werk vanaf december 2014 als parttimer bij eetcafé De Keulse Kar.

1.4. DOELSTELLING

Waarom wilt u zelfstandig ondernemer worden?

Ik wil graag eigen baas zijn en doen wat ik leuk vind. Ik wil zelf verantwoordelijk zijn voor mijn succes en ik vind het leuk om iets vanaf het begin op te bouwen.

Wat wilt u met uw bedrijf bereiken?

Welke doelstellingen en welke omvang streeft u na?

Ik hoop een bedrijf op te starten dat na verloop van tijd een succesvol bedrijf wordt. Ik wil dat het een goede naamsbekendheid ontwikkelt en met grote bedrijven en merken samen werken.

(8)

1.5. ERVARING EN EIGENSCHAPPEN

Welke ervaring heeft u opgedaan die van belang is voor uw ondernemerschap?

Zie ervaring in de horeca.

Waar bent u goed in en waarin minder goed; zet dit eens op een rijtje:

Sterke punten:

- Omgang met klanten, vanuit mijn ervaring in de horeca ben je veel in contact met klanten.

- Samenwerken, in de horeca werk je alleen maar samen met je collega’s.

- Promoten, op school ben ik veel bezig met het adverteren en het maken van advertenties.

- Boekhouding, ik ben erg goed met getallen en rekenen.

Zwakke punten:

- Plannen, ik kan wel redelijk plannen alleen me daaraan houden vind ik lastig

(9)



2. HET BEDRIJF

2.1 GLOBALE OMSCHRIJVING VAN PLAN (branche, opzet enz.)

Ik wil me gaan richten op de sportbranche, daarin wil ik me gaan specialiseren in het ontwikkelen van advertenties, flyers etc.

2.2. HET BEDRIJF.

WILT U:

1. Een bestaand bedrijf overnemen ja / nee

Indien ja: vraag van het over te nemen bedrijf de balans en de resultatenrekening van de afgelopen drie jaren.

2. Een nieuw bedrijf vestigen ja / nee

3. Anders:

Welke naam krijgt het bedrijf?

Naam: Sport Ads

Is het toegestaan deze naam te voeren? ja / nee

Waar wordt het bedrijf gevestigd?

Adres: Vughterstraat 171, Den Bosch

(10)

2.3. PERSONELE OMVANG

Hoe zal de personeelsbezetting zijn bij de start?

U alleen, naast een betrekking in loondienst ja / nee

U alleen, als volledige dagtaak ja / nee

U met uw partner ja / nee

U met uw compagnon (mede-eigenaar) ja / nee

Met personeel in loondienst ja / nee

2.4. VERGUNNINGEN

Is een vestigingsvergunning vereist? ja / nee

Voldoet u hieraan? (navraag bij KvK) ja / nee Zo ja, op welke gronden?

Is er een Milieuvergunning vereist? ja / nee

Welke andere vergunningen heeft u nodig?

Zijn er nog andere wettelijke belemmeringen ja / nee Zo ja, welke?

(11)



2.5. WELKE JURIDISCHE ONDERNEMINGSVORM ZAL UW BEDRIJF HEBBEN?

Ik heb gekozen voor:

eenmanszaak

Welke overwegingen hebben tot deze keuze geleid?

Onderbouw je keuze met een degelijke motivatie. Geef ook de voordelen en nadelen aan van de door jou gekozen rechtsvorm.

Niet veel regels Niet veel investeringen Alles volgens jou wil Wel zelf aansprakelijk

2.6. INFORMATIE

Met welke instanties en organisaties heeft u over uw plannen contact gehad?

Instantie Plaats Contactpersoon

Kamer van Koophandel IMK

BANK ACCOUNTANT GEMEENTE EIM

Met opmerkingen [vs1]: Denk hierbij aan een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid (E.Z., V.O.F., C.V.) of een rechtspersoon (B.V. of N.V.)

(12)

3. DE INVESTERINGSBEGROTING

Om de financieringsbehoefte te bepalen, moet een investeringsbegroting worden gemaakt.

Dit is een overzicht van de productiemiddelen / bedrijfsmiddelen waar een onderneming voor langere of kortere tijd geld in steekt (= investeert) om een bedrijf te kunnen uitoefenen.

Het spreekt voor zich dat het opstellen van zo'n begroting slechts zin heeft als het nauwkeurig gebeurt. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat verbouwings- en inrichtingskosten nogal eens te laag worden begroot, soms met fatale gevolgen.

3.1. INVESTERINGEN IN VASTE ACTIVA:

Geef hier een zo nauwkeurig mogelijke opsomming van de bedrijfsmiddelen die je gaat aanschaffen voor je bedrijf.

(aantallen; prijzen inclusief en exclusief BTW; eventueel merk enz.) Denk er aan, dat je geïnvesteerde BTW kunt terug vorderen van de fiscus.

Onderbouw je investeringen met folders, prijsopgaven, contacten, etc.

Alles inc. BTW

Inrichting totaal: 1007,87 Bureau €179,-

Bureaustoel €79,95 4 stoelen á €89,95 Bank €179,- Vergadertafel €209,- Kantoormateriaal 50 balpennen á €1,25 per 10 Permanent markers €15,61 Notitieblok €11,19 Nietmachine €9,99 Plakbandhouder €3,59 Perforator €5,45 Papierschaar €9,95 Magneten €9,86 5 Plakbandrolletjes á €2,99 Decoratie

Kamerplant €37,99 Bloempot €3,99 Bonsai boompje €52,50 Poster 1 €9,99 Poster 2 €9,99 Klok €9,99 Whiteboard €12,95 Bureauhouder €8,99 Brievenbakje €19,95 Tijdschriftenrek €14,95 Prullenmand €2,79

Elektronica totaal: 1048,70 Router €189,95

Radio €117,90 Printer €69,- Koelkast €278,95 Koffiezetapparaat €333 Tosti ijzer €59,90

(13)



(14)

3.2. INVESTERINGEN IN VLOTTENDE ACTIVA:

Maak hier een zo nauwkeurig mogelijke begroting van de investeringen in de vlottende activa.

De omvang van de post debiteuren is uiteraard afhankelijk van de omvang van de verkopen op rekening en de gemiddelde betalingstermijn. Betalingsgewoonten kunnen per branche verschillen.

Maak vooral ten aanzien van de aan te schaffen voorraad een gemotiveerde begroting. Gebruik hierbij kengetallen zoals de omzetsnelheid / omzetduur.

Onderbouw het een en ander met folders, offertes, etc.

€500

(15)



3.3. LIQUIDE MIDDELEN:

Deze post wordt gevormd door een noodzakelijke hoeveelheid direct beschikbare geldmiddelen voor lopende transacties, onvoorziene uitgaven en dergelijke.

3.4. AANLOOPKOSTEN:

Hieronder vallen de tijdens de startperiode te maken kosten die niet op de balans worden opgevoerd.

Bijvoorbeeld: notariskosten, advieskosten, afsluitprovisies, drukwerk, openingskosten, kosten voor levensonderhoud (voor de eerste paar maanden). Deze post moet je niet te laag taxeren.

Van alle nota’s dien je de (BTW)bonnen te bewaren. Jouw administratie vangt aan bij de voorbereiding.

€1000

€500

(16)

3.5. INVESTERINGSBEGROTING

Om je totale vermogensbehoefte te bepalen, maak je een optelling van de totaal bedragen per activum post:

TOTAAL VASTE ACTIVA € 4681,57

TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA € 2746,88

TOTALE VERMOGENSBEHOEFTE € 7428,45

==============

Voordat je nu verder gaat, dien je eerst de docent de bovenstaande bedragen te laten controleren!

Na deze controle kun je de debetzijde van de beginbalans invullen.

Zet alle bovenstaande getallen (3.1 t/m 3.4) in het bijbehorende excelbestand.

Let op: Je mag alleen de gekleurde cellen invullen! Dus alleen de blauwe en gele cellen. De blanco cellen worden automatisch gevuld met behulp van een vooraf ingevulde formule.

Voor de openingsbalans dien je het eerste tabblad in te vullen (Beginbalans jr1).

Om dit correct te doen, dien je op het tweede tabblad (Exploitatie begr. jr 1) eerst de BTW op investeringen in te vullen.

Dit kun je terugvinden in cel D6.

Je weet nu hoeveel geld je nodig hebt om te kunnen starten met je bedrijf.

De volgende stap is om te kijken hoe je aan dat geld kunt komen om ook echt te kunnen starten.

Hoeveel eigen geld stop je in de zaak en hoeveel moet je dan nog lenen? Dat bepaal je bij het volgende onderdeel.

(17)



4. DE FINANCIERINGSBEHOEFTE

4.1. FINANCIERING MET EIGEN MIDDELEN

Hoeveel middelen kun jij en je eventuele partner zelf inbrengen?

Spaargeld €

Eigen auto (hoe is de waarde bepaald?) € ______________

Verhoging hypotheek € ______________

Achtergesteld vermogen € ______________

Inbreng bedrijfsmiddelen (laptop, mobiele telefoon etc.) € 1500+

TOTAAL EIGEN VERMOGEN (A) € 1500

4.2. FINANCIERING MET VREEMD VERMOGEN (= schulden) LANG / MIDDELLANG VV:

Hypotheek bedrijfspand (looptijd ___jaar) € ______________

Middellang bankkrediet (looptijd 10 jaar) € 5000*

Leningen (gemeente e.a.) (looptijd ___jaar) € ______________

Leasing (auto's; e.a.) (looptijd ___jaar) € ______________ +

TOTAAL VREEMD VERMOGEN (LANG) (B) € ______________

KORT VV:

Rekening-courant bankkrediet € ______________

Leverancierskrediet of crediteuren € ______________

Overige € ______________+

TOTAAL KORT VREEMD VERMOGEN (C) € ______________

(18)

5. DE OPENINGSBALANS

5.1. DE OPENINGSBALANS.

Zet alle bovenstaande getallen in het bijbehorende excelbestand en maak een printscreen van de beginbalans (tabblad 1) en plak die hieronder.

(19)



5.2. BEOORDELING VAN DE OPENINGSBALANS. Maak gebruik van tabblad 6 (Kengetallen BB)

5.2.1. DE LIQUIDITEIT

Bereken de liquiditeit met behulp van de openingsbalans. Bereken hiertoe de current ratio en de quick ratio.

Current ratio: 2,5

Quick ratio: 2,4

Conclusies t.a.v. de liquiditeit:

Liggen ruim boven de 2, dus dat is goed.

5.2.2. DE SOLVABILITEIT

Bereken de solvabiliteit met behulp van de openingsbalans. Hiervoor kan je twee formules gebruiken.

23,3%

I

Conclusies t.a.v. de solvabiliteit:

s net niet voldoende want zit onder de 30%

(20)

6. DE EXPLOITATIEBEGROTING.

Om de bank (en natuurlijk ook je zelf) er van te overtuigen dat er toekomst in jouw op te starten bedrijf zit, stel je voor het eerste jaar een exploitatiebegroting op.

Een belangrijk uitgangspunt is natuurlijk: wat verwachten we het komende jaar te verkopen. Hiertoe maak je een potentiële omzetberekening en bereken je ook de taakstellende omzet. Vervolgens moeten de kosten nauwkeurig begroot worden.

6.1. POTENTIËLE OMZET EN TAAKSTELLENDE OMZET.

Hier geef je de berekeningen weer van de te verwachten omzet in het eerste jaar. Zorg dat je de gegevens hiervoor, zoals afvloeiing en toevloeiing, gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking, aantal potentiële klanten enz., bij de juiste instanties opvraagt.

Maak gebruik van de informatie via de Rabobank: https://www.rabobankcijfersentrends.nl/?intcamp=be-cijfers-en- trendsinttype=tegel-cijfers.trendsintsource=bedrijven.cijfers-en-trends

Zorg ervoor dat je de juiste branche pakt. Wijk je af van de branchegegevens? Prima, maar dan wel motiveren!

De gemiddelde omzet per persoon is 154.000 euro.

Ik corrigeer mijn omzet naar 100.000 euro omdat ik een starter ben.

(21)



6.2. INKOOPWAARDE VAN DE OMZET.

Je geeft hier een berekening van de begrote inkoopwaarde van de omzet in het eerste jaar.

Gebruik hierbij de cijfers van de financiële analyse en benchmark van de Rabobank.

Hou rekening met de volgende formule: Omzet

Inkoopwaarde omzet – Brutowinst

De gemiddelde brutowinst is 54,5% voor een communicatiebureau.

Ik reken op een iets lagere brutowinst want ik ben een starter. Ik reken op 50% brutowinst.

6.3. EXPLOITATIEKOSTEN.

Je begroot aan de hand van het volgende schema je exploitatiekosten en je vult de totalen in op de exploitatiebegroting.

6.3.1. PERSONEELSKOSTEN.

Lonen personeel (betaald loon) € ____________

Sociale lasten € ____________

Overige personeelskosten € ____________ +

TOTAAL € ____________

Toelichting op de personeelskosten:

(22)

(23)



6.3.2. VERVOERSKOSTEN.

Wegenbelasting en andere belastingen € _________

Verzekering € _________

Brandstofverbruik € __________

Onderhoud / reparaties € 50 +

TOTAAL € 50

Toelichting op de vervoerskosten.

(24)

6.3.3. HUISVESTING, INVENTARIS EN ONDERHOUDSPLAN.

Huur € 10.500

Gas, water en licht € 1750

Onderhoud € ________

Zakelijke lasten onroerend goed € ________

Verzekeringen (bijv inboedelverzekering.) € 64,20

Overige € ________ +

TOTAAL € 12.314,20

Toelichting op de huisvestingskosten (enz)

(25)



6.3.4. VERKOOPBEVORDERING.

Reclame, promotieactiviteiten € ___________

Verpakking en emballage € ___________ +

TOTAAL: € ___________

Toelichting op de verkoopbevorderingskosten:

(26)

6.3.5. RENTEKOSTEN.

Familielening (___%) € ____________

Bankkrediet(en) (___%) € ____________

Leverancierskrediet (___%) € ____________

Hypotheek (___%) € _____________

Rekening courant (___%) € _____________ +

TOTAAL: € _____________

Toelichting op de rentekosten:

(27)



6.3.6. AFSCHRIJVINGSKOSTEN.

Onroerend goed (___ jaar) € __________

Verbouwing (___jaar) € __________

Inventaris (___jaar) € __________

Vervoersmiddelen (___jaar) € __________

Immateriële activa (___jaar) € __________

Overige activa (___jaar) € __________ +

TOTAAL: € ___________

Toelichting op de afschrijvingskosten:

(28)

6.3.7. ALGEMENE KOSTEN.

Administratiekosten € ___________

Accountants- en advieskosten € ___________

Contributie en abonnementen € ___________

Telefoon / porti / fax € 35 per maand

Alle verzekeringen (diverse vormen) € 64,20 per jaar

Overige € ___________ +

TOTAAL: € 484,20 per jaar

Toelichting op algemene kosten:

(29)



6.4. DE EXPLOITATIEBEGROTING.

Je hebt bij de exploitatiebegroting een overzicht gekregen van de te verwachten omzet en te maken kosten.

Op die manier kun je dus bepalen of je denkt winst te maken of misschien wel verlies gaat lijden.

Alle totaalbedragen van de voorgaande bladzijden (6.1 t/m 6.3.7) worden nu in het excelbestand ingevuld.

Gebruik daarvoor tabblad 2 (Exploitatie begr. jr 1).

Maak een printscreen van de exploitatiebegroting en plak die hieronder.

(30)

7. LIQUIDITEITSPROGNOSE 7.1

Een liquiditeitsbegroting geeft aan hoeveel geld er binnenkomt en hoeveel geld er weer uitgaat.

De meeste kosten betaal je ook echt. Dan verdwijnt er dus ook geld.

Maar je hebt ook kosten die je niet hoeft te betalen. Denk daarbij aan afschrijvingskosten.

Daarnaast heb je ook uitgaven die geen kosten zijn. Denk daarbij aan aflossingen van een lening.

Bij de liquiditeitsbegroting, tabblad 3, vul je de volgende cellen in:

B15, Privé B51 t/m 54, Aflossing

Maak een printscreen van de exploitatiebegroting en plak die hieronder.

(31)



8. DE EINDBALANS (PER EINDE EERSTE JAAR) 8.1. DE EINDBALANS

Het excelbestand heeft, na het invullen van de beginbalans en exploitatiebegroting, zelf de eindbalans samengesteld voor jou. Zie tabblad 4 (Eindbalans jr 1). Maak hiervan een printscreen en plak die hieronder.

(32)

9. DE ANALYSE

ANALYSE VAN DE EINDBALANS

Voor de analyse van een balans zijn een aantal kengetallen van belang. Geef hieronder de berekeningen van de genoemde kengetallen. Geef tevens je oordeel over het resultaat. Maak gebruik van tabblad 7 (Kengetallen jr 1+2).

9.1 DE CURRENT RATIO 7,14

Je oordeel:

Is bijna verdriedubbeld dus is erg sterk gestegen

9.2. DE QUICK RATIO 16,96

Je oordeel:

Is heel erg hard gestegen

9.3. DE SOLVABILITEIT 87,53%

Je oordeel:

Dit is nu meer dan voldoende, het is erg hard gestegen.

(33)



10. SLOTWOORD

(34)

(35)



(36)

(37)



(38)

(39)



(40)

(41)



(42)

(43)



(44)

(45)



(46)