M3 Monitor Mening van de Medewerker

(1)

M3

Monitor Mening van de Medewerker

Totaalrapportage 2

^e

helft 2020

TOS-21-001 19-2-2021

Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS), DPOD

(2)

Inleiding

IntroductieSamenvattingResultatenBijlage

Het M3-onderzoek (‘Monitor Mening van de Medewerker’) is een doorlopend onderzoek naar vaste en wisselende thema’s waarbij de opinie van de defensiemedewerkers wordt gemeten. De rapportage van M3 laat de ontwikkeling van de relevante trends op het terrein van werkbeleving binnen Defensie zien.

1. Stand van zaken en ontwikkeling trends werkbeleving:

M3 laat de huidige stand van zaken en de ontwikkeling van relevante trends op het terrein van werkbeleving binnen Defensie zien;

2. Communicatie over de globale stand van zaken inzake werkbeleving:

De resultaten worden gebruikt door de interne organisatie en tevens voor communicatie richting politiek en media, ‘hoe staat het er globaal voor met Defensie op het gebied van werkbeleving’;

3. Verzamelen van opinies van defensiemedewerkers over specifieke thema’s:

De resultaten van deze, veelal maandelijkse, extra thema’s dienen als input voor het ontwikkelen of bijstellen van beleid. Deze resultaten worden separaat aangeboden aan de opdrachtgevers van de thema’s binnen Defensie en halfjaarlijks aangeboden in de bijlage van deze rapportage.

Ontwikkelingen & Trends

Drie doelstellingen

Aanbieden

totaalrapportage

De totaalrapportage over werkbeleving (M3) wordt z.s.m. na afloop van ieder half jaar formeel aangeboden aan de CDS en de ambtelijke en politieke leiding. Via de intranetpagina van TOS worden, naast de

hoofdrapportage, ook alle deelrapportages (rapportages per DO) beschikbaar gesteld, deze zijn daarmee tevens inzichtelijk voor iedere medewerker.

(3)

Onderzoeksopzet

3

Onderzoeksgroep

Dit is de rapportage over de tweede helft van 2020. De huidige rapportage is gebaseerd op gegevens die verzameld zijn vanaf de tweede helft van 2015 tot en met de tweede helft 2020. De vragenlijst is het

afgelopen halfjaar (tweede helft 2020) door 2.295 medewerkers van Defensie ingevuld, onderverdeeld naar:

• 991 burgers

• 1.304 militairen

Vragenlijst

De gegevens voor deze monitor worden verzameld door middel van doorlopende enquêtes bij een

representatieve steekproef van het defensiepersoneel. De vragenlijst bestaat uit een beknopte set vragen over o.a. werkbeleving die maandelijks wordt aangevuld met vragen over specifieke thema’s voor

opdrachtgevers binnen de defensieorganisatie.

Weging resultaten

voor representatief beeld

Alle in de rapportage beschreven resultaten zijn verzameld op basis van de gestratificeerde steekproef.

Ziede bijlagevoor een uitgebreide toelichting van de samenstelling van de steekproef.

Bij het uitnodigen voor enquêtes responderen sommige groepen minder goed en andere beter, hierdoor is het nodig om de resultaten naar de juiste (populatie)verhoudingen te wegen. Daarom wordt er in dit

onderzoek een weging toegepast, waardoor alle medewerkers goed worden gerepresenteerd.

Er is hierbij gebruik gemaakt van de populatieverhouding naar defensieonderdeel en contractvorm op defensietotaal. Om een goede weergave te geven worden per meting (per maand) weegfactoren bepaald.

Alle in het rapport getoonde percentages zijn gewogen. Enkel de responsaantallen zoals weergeven in de bijlagezijn ongewogen.

(4)

Onderzoeksmodel Monitor Mening van de Medewerker

Hoofdstuk 1 & 2 Werkbeleving

Hoofdstuk 3 Inschatting loopbaankansen

Hoofdstuk 4 Vertrekintentie

& redenen Sollicitatiegedrag

Hoofdstuk 5

In hoeverre de medewerker kansen

De Monitor Mening van de Medewerker is te verdelen in vijf onderdelen:

1. Werkbeleving: tevredenheid, trots en militaire betrokkenheid, 2. Werkbeleving: motivatie en motiverende aspecten,

3. Inschatting loopbaankansen, 4. Vertrekintentie en redenen, 5. Sollicitatiegedrag.

Het oordeel over de werkbeleving en de loopbaankansen heeft invloed op de vertrekintentie. De vertrekintentie heeft invloed op de mate waarin de medewerker solliciteert.

Werkbeleving bestaat uit:

(5)

Leeswijzer Rapport

Inhoud rapport

Opzet slides

Gebruik iconen

In deze rapportage staan de resultaten van de vragen die meelopen in M3. De resultaten zijn aan de hand van het model verdeeld over 6 hoofdstukken:

• Hoofdstuk 1 enhoofdstuk 2gaan in op de werkbeleving,

• Hoofdstuk 3 op de loopbaankansen,

• Hoofdstuk 4 op de vertrekintentie & redenen,

• Hoofdstuk 5 op het sollicitatiegedrag,

• Hoofdstuk 6 toont een selectie van citaten over het werken bij Defensie. Daaropvolgend worden de infographics van de extra modules van het afgelopen halfjaar weergegeven.

Naast de algemene grafieken worden ook verschillen tussen onderstaande groepen medewerkers in tabellen aan de rechterkant van een sheet gerapporteerd. Dit gebeurt op basis van het afgelopen halfjaar (tweede helft 2020).

Tekstueel worden onder de tabellen opvallende verschillen tussen tweede helft 2020 en eerste helft 2020 (en de periodes ervoor) gerapporteerd binnen een defensieonderdeel en binnen een contractvorm.

1/2

burger 3

CLAS CLSK KMAR BS DMO

CZSK DOSCO 5

Defensie

De resultaten zijn verdeeld in jaren en halfjaren, weergegeven in grafieken. Van de tweede helft van 2015 (start van het onderzoek) tot en met 2019 worden de jaarcijfers getoond, van het afgelopen jaar (2020) de halfjaarcijfers.

• In de grafieken wordt altijd het aandeel (helemaal) mee eens weergegeven. Deze staan links op een sheet.

• Rechts van iedere grafiek wordt steeds een verbijzondering per kwartaal weergeven. De kwartaalwaarden per defensieonderdeel zijn indicatief, die van Defensie als geheel representatief.

De verdieping naar halfjaar wordt met behulp van het icoon aangeduid.

• Er is sprake van een trend wanneer in meer dan 4 achtereenvolgende rapportages een stijging of daling plaatsvindt. Een trend wordt met het icoon boven de grafiek aangeduid.

(6)

Samenvatting

resultaten

(7)

Samenvatting van de resultaten I

7

80% van de defensiemedewerkers is in de tweede helft van 2020 (zeer) tevreden om bij hun defensieonderdeel te werken.

o De tevredenheid is in de tweede helft van 2020 toegenomen t.o.v. de eerste helft van 2020. Sinds 2015 lag de tevredenheid over het werken bij het defensieonderdeel niet eerder zo hoog.

o De tevredenheid over het werken is binnen bijna alle defensieonderdelen gestegen of op gelijk niveau gebleven als in de eerste helft van 2020. Medewerkers van het CLSK (87%) en de DMO (84%) zijn het meest tevreden.

o De tevredenheid van het burgerpersoneel en militairen fase 1 en 2 is tussen de eerste helft en de tweede helft van 2020 toegenomen (resp. +6% en +12%), onder militairen fase 3 is de tevredenheid nagenoeg gelijk gebleven.

44% van de defensiemedewerkers zou Defensie als werkgever aanbevelen in de tweede helft van 2020.

o De mate van aanbevelen is ten opzichte van de eerste helft van 2020 toegenomen (+4%).

o Defensiebreed behoort 42% van de medewerkers tot de groep passief tevredenen, de overige 15% is een criticaster. Het aandeel criticasters is ten opzichte van een halfjaar eerder nagenoeg gelijk gebleven (-2%).

o Het aandeel medewerkers dat Defensie als werkgever aanbeveelt is het grootst bij medewerkers van de DMO (60%) het DOSCO (55%) en de BS (53%).

o Medewerkers van de KMAR (35%), het CZSK en het CLAS (beide 37%) bevelen Defensie het minst aan en zijn vaker passief tevreden of criticaster.

73% van de defensiemedewerkers is in de tweede helft van 2020 trots om bij hun defensieonderdeel te horen.

o De mate van trots lag sinds de 2015 niet eerder zo hoog als in de tweede helft van 2020.

o Medewerkers van het CLSK en de KMAR zijn het meest trots om voor hun defensieonderdeel te werken (82% en 79%).

o Ook de militaire betrokkenheid is in de tweede helft van 2020 toegenomen t.o.v. de eerste helft van 2020 (66% naar 72%).

Deze toename is vooral zichtbaar bij militairen van het CZSK (+8%), het CLAS en het DOSCO (beide +7%) en de KMAR (+6%).

Enkel onder militairen binnen de DMO is de betrokkenheid afgenomen (-4%).

o Vooral onder militairen fase 1 en 2 is de militaire betrokkenheid gestegen (+10%).

Tevredenheid

1^ehelft 2020: 73%

Trots

1^ehelft 2020: 69%

Aanbevelen

1^ehelft 2020: 40%

80%

44%

73%

(8)

Samenvatting van de resultaten II

64% van alle defensiemedewerkers geeft aan dat de huidige werkdruk passend is, 23% vindt deze (veel) te hoog.

o Het aandeel medewerkers dat de werkdruk (veel) te hoog vindt is gelijk aan het aandeel van de eerste helft van 2020.

o De medewerkers van de BS geven het vaakst aan dat de werkdruk (veel) te hoog is (33%).

o Het burgerpersoneel vindt de werkdruk het vaakst passend (71%). Voor militairen fase 3 is de werkdruk vaker dan gemiddeld (veel) te hoog (29%), onder militairen fase 1 en 2 is deze vaker dan gemiddeld (veel) te laag (18%).

 39% van de medewerkers geeft aan dat er op de afdeling/eenheid onvoldoende capaciteit is om het werk te 81% van de defensiemedewerkers is de tweede helft van 2020 gemotiveerd om zijn werk te doen.

o De motivatie ligt op ongeveer hetzelfde niveau als de eerste helft van 2020. Maar sinds 2015 was de motivatie van defensiemedewerkers niet eerder zo hoog.

o De motivatie is het hoogst onder medewerkers van het DOSCO (87%), het CLSK (86%) en de BS (85%).

o De motivatie van militairen fase 1 en 2 en het burgerpersoneel ligt op het hoogste punt sinds 2015.

 Sfeer/collegialiteit en de werkinhoud zijn de meest motiverende aspecten (55% en 54%).

67% van de defensiemedewerkers geeft in de tweede helft van 2020 aan zo lang als mogelijk bij Defensie te willen blijven werken.

o Dit percentage is licht toegenomen ten opzichte van de eerste helft van 2020 (+3%).

o Het burgerpersoneel heeft de grootste intentie om zo lang mogelijk bij Defensie te blijven werken (81%). De blijfintentie van het burgerpersoneel ligt op het hoogste niveau sinds 2015.

o De blijfintentie is het hoogst onder medewerkers van de DMO (78%) en het DOSCO (75%).

o Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de blijfintentie toegenomen onder medewerkers van de BS (+12%), de KMAR (+8%), het CLAS (+5%) en het CZSK (+4%).

Motivatie

1^ehelft 2020: 80%

Blijfintentie

1^ehelft 2020: 64%

Werkdruk

64%

81%

67%

(9)

77% van de defensiemedewerkers geeft in de tweede helft van 2020 aan voldoende opgeleid te zijn voor hun functie.

o Dit percentage is gelijk aan het aandeel in de eerste helft van 2020.

o Het burgerpersoneel geeft het vaakst aan voldoende opgeleid te zijn (88%). Dit is het hoogste aandeel sinds 2015.

o Onder militairen fase 1 en 2 (67%) en militairen fase 3 (75%) is deze inschatting ongeveer gelijk gebleven aan het niveau van de eerste helft van 2020.

o De inschatting is het hoogst onder medewerkers van het DOSCO (86%), de BS (85%) en de DMO (83%).

63% van de defensiemedewerkers ziet in de tweede helft van 2020 voldoende kansen/mogelijkheden om hun loopbaan voort te zetten.

o Deze inschatting is ten opzichte van de eerste helft van 2020 licht gestegen (+3%) en ligt hiermee wederom op het hoogste niveau sinds 2015.

o Het meest tevreden over de loopbaankansen zijn medewerkers van de DMO (70%), de BS (68%) en het CLAS (67%).

o De mate waarin medewerkers voldoende kansen en mogelijkheden zien, is het afgelopen half jaar gestegen onder medewerkers van het CLAS (+8%), het DOSCO (+4%) en de DMO (+3%).

Samenvatting van de resultaten III

9

62% van de defensiemedewerkers heeft in de tweede helft van 2020 vertrouwen in zijn of haar toekomst bij Defensie.

o Dit percentage is licht gestegen ten opzichte van de eerste helft van 2020 (+3%). Sinds 2015 was dit percentage niet eerder zo hoog.

o Het vertrouwen in de toekomst van het burgerpersoneel (69%) ligt, net als in het voorgaande halfjaar, hoger dan dat van militairen (fase 1 en 2 53%, fase 3 64%).

o Medewerkers van de DMO en de BS hebben het meeste vertrouwen in de toekomst (respectievelijk 73% en 72%).

Loopbaankansen

1^ehelft 2020: 60%

Voldoende opgeleid

1^ehelft 2020: 77%

Toekomst

1^ehelft 2020: 59%

63%

62%

77%

(10)

Samenvatting van de resultaten IV

16% van de defensiemedewerkers zal Defensie verlaten als ze een andere baan kunnen krijgen.

o De vertrekintentie is ongeveer gelijk aan een half jaar eerder. Onder medewerkers van het CZSK (24%) en de KMAR (21%) ligt de vertrekintentie het hoogst, onder medewerkers van het CLSK (11%), de DMO (12%) en het DOSCO (12%) het laagst.

 De belangrijkste redenen van vertrekintentie in de tweede helft van 2020 zijn de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd (35%) en de balans tussen werk en thuis (31%). Binnen de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd zijn

‘het verschil tussen besluitvorming aan de top en de uitvoerbaarheid’, en ‘de trage besluitvorming en uitvoering’ de meest belangrijke aspecten.

11% van alle defensiemedewerkers heeft het afgelopen jaar buiten Defensie gesolliciteerd.

o Het aandeel militairen fase 1 en 2 dat aangeeft buiten Defensie gesolliciteerd te hebben is in de tweede helft van 2020 sterk afgenomen (-7%) ten opzichte van een half jaar eerder.

o Het aandeel medewerkers dat buiten Defensie heeft gesolliciteerd, ligt het hoogst onder medewerkers van het CZSK en de BS (beide 13%).

o Onder medewerkers van het CLAS en het DOSCO is het aandeel dat buiten Defensie heeft gesolliciteerd gedaald ten opzichte van de eerste helft 2020 (respectievelijk -6% en -4%).

Vertrekintentie

1^ehelft 2020: 18%

Gesolliciteerd

1^ehelft 2020: 15%

16%

11%

(11)

Resultaten

(12)

1 | WERKBELEVING - TEVREDENHEID, TROTS EN MILITAIRE BETROKKENHEID

FOTO: Marine

(13)

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

Totaal CZSK CLAS CLSK KMAR BS DMO DOSCO

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

Tevredenheid defensieonderdeel |

uitgesplitst naar defensieonderdeel

13

Resultaten 2015 – 2e helft 2020

Resultaten 2^ehelft 2020 Resultaten 1^ehelft 2020

Vraag: Alles overwegende ben ik als medewerker tevreden over het werken bij [defensieonderdeel].

Tevredenheid over werken bij [defensieonderdeel]

% helemaal mee eens + % mee eens

- Voor alle defensieonderdelen geldt dat de tevredenheid is gestegen of nagenoeg gelijk is gebleven. De sterkste toename t.o.v. een halfjaar eerder is te zien bij het CLAS (+13%) en het DOSCO (+7%).

- Voor alle defensieonderdelen, behalve de DMO en de BS, heeft de tevredenheid over het werken bij het defensieonderdeel niet eerder zo hoog gelegen sinds 2015.

verdieping afgelopen jaar

80% 77% 76% 87% 82% 77% 84% 80%

73% 76% 63% 83% 79% 77% 86% 73%

De tevredenheid over werken bij het defensieonderdeel is het afgelopen half jaar verder toegenomen.

Leeswijzer

In de grafiek hiernaast, en alle opvolgende slides, worden de (half-) jaarlijkse waarden per defensieonderdeel (of contractsoort) weergegeven.

Rechts van de grafiek wordt steeds een verbijzondering per kwartaal weergegeven. De kwartaalwaarden per defensieonderdeel zijn indicatief, die van Defensie als geheel representatief.

(14)

80% 86% 78% 73%

73% 80% 66% 74%

Q1 Q2 Q3 Q4

Tevredenheid defensieonderdeel |

uitgesplitst naar contractvorm

Tevredenheid over werken bij [defensieonderdeel]

- De tevredenheid onder burgerpersoneel is opnieuw toegenomen (+6%) ten opzichte van het voorgaande halfjaar.

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de tevredenheid onder militairen fase 1 en 2 het sterkst toegenomen (+12%).

- Onder militairen fase 3 is de tevredenheid nagenoeg gelijk gebleven t.o.v. de eerste helft van 2020.

De tevredenheid over het werken bij het defensieonderdeel ligt onder het burgerpersoneel en militairen fase 1 en 2 op

het hoogste niveau sinds 2015.

69% 72% 71% 74% 75%

80%

86%

66%

57%

53% 55% 58%

66%

78%

65%

65% 59% 62% 65%

74%

73%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft 2e helft

burger 1/2 3

(15)

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

Trots |

15

Trots te vertellen bij [defensieonderdeel] te horen

Vraag: Ik ben er trots op te kunnen vertellen dat ik bij [defensieonderdeel] hoor.

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de mate van trots het sterkst toegenomen onder medewerkers van het CLAS (+11%) en het DOSCO (+5%).

- Onder DMO-medewerkers is de mate van trots afgenomen (-5%).

- Sinds 2015 waren medewerkers van het CZSK, het CLAS, het CLSK en het DOSCO niet eerder zo trots als in de tweede helft van 2020.

- Medewerkers van het CLSK en de KMAR zijn het meest trots te vertellen bij hun defensieonderdeel te horen (82% en 79%).

73% 74% 74% 82% 79% 60% 69% 61%

69% 72% 63% 81% 82% 61% 74% 56%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

De mate van trots om bij het defensieonderdeel te horen is opnieuw toegenomen. Sinds 2015 waren

defensiemedewerkers niet eerder zo trots.

(16)

73% 74% 80% 63%

69% 69% 70% 68%

Trots |

Trots te vertellen bij [defensieonderdeel] te horen

45%

50% 49% 52%

62%

69% 74%

67%

60% 59%

67% 65%

70%

80%

55%

57% 51%

55%

57%

68%

63%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft 2e helft Q1 Q2 Q3 Q4

De mate van trots van het burgerpersoneel en militairen fase 1 en 2 lag niet eerder zo hoog als in de tweede helft van

2020.

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de mate van trots onder militairen fase 1 en 2 het sterkst toegenomen (+10%).

- De mate van trots onder burgerpersoneel is ook opnieuw toegenomen (+5%) ten opzichte van het voorgaande halfjaar.

- Onder militairen fase 3 is de mate van trots afgenomen (-5%).

burger 1/2 3

(17)

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

Militaire betrokkenheid

17

Schaal Militaire betrokkenheid

72% 65% 76% 74% 65% 80% 70% 74%

66% 57% 69% 72% 59% 78% 74% 67%

72% - 74% 71%

66% - 64% 69%

Over het geheel is de militaire betrokkenheid toegenomen in de tweede helft van 2020.

- De toename in militaire betrokkenheid ten opzichte van de eerste helft van 2020 is het meest zichtbaar bij het CZSK (+8%), het CLAS (+7%), de KMAR (+6%) en het DOSCO (+7%)

- Onder militairen werkzaam bij de DMO is de betrokkenheid gedaald ten opzichte van de eerste helft van 2020 (-4%).

- De militaire betrokkenheid is het afgelopen half jaar sterk toegenomen onder militairen fase 1 en 2 (+10%).

Schaal gebaseerd op vragen:

- Het militaire beroep is een belangrijk deel van wie ik ben.

- Als ik het over mocht doen dan zou ik weer militair worden.

- Ik vind het militaire beroep te leuk om er mee te stoppen.

Deze vragen zijn alleen gesteld aan Militairen

72%

62%

55%

59%

61% 64%

74%

65%

67%

56%

62%

69%

71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

burger 1/2 3

(18)

Mate van aanbevelen

Resultaten 2e helft 2019 - 1e helft 2020

Resultaten 2^ehelft 2020

Resultaten 1^ehelft 2020 _Int

roductieSamenvattingResultatenBijlage

Mate van aanbevelen

24%

17%

15%

44%

43%

42%

32%

40%

44%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

2e helft 2019 1e helft 2020 2e helft 2020

44% 37% 37% 44% 35% 53% 60% 55%

40% 38% 28% 45% 33% 53% 60% 50%

42% 42% 46% 44% 45% 36% 31% 36%

43% 48% 49% 41% 50% 35% 33% 33%

15% 21% 17% 13% 20% 11% 9% 9%

17% 14% 24% 14% 17% 12% 7% 17%

44% 61% 34% 33%

40% 55% 31% 30%

42% 33% 50% 44%

43% 34% 53% 44%

15% 7% 16% 23%

44% van de defensiemedewerkers beveelt Defensie aan als werkgever bij familie, vrienden of kennissen.

Cricticaster (cijfer 0-5)

Passief tevredenen (cijfer 6-7)

Ambassadeur (cijfer 8-10)

burger 1/2 3

(19)

2 | WERKBELEVING – Motivatie & Motiverende aspecten

19

FOTO: Landmacht

(20)

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

Motivatie |

Gemotiveerd om mijn werk te doen

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de motivatie om het werk te doen toegenomen bij de medewerkers van het DOSCO (+5%) en het CLAS (+4%).

- De motivatie is het afgelopen halfjaar afgenomen onder medewerkers van de DMO (-7%).

- Onder medewerkers van het CZSK, het CLAS, het CLSK en het DOSCO heeft de motivatie sinds 2015 niet eerder zo hoog gelegen als in de tweede helft van 2020.

81% 76% 79% 86% 81% 85% 79% 87%

80% 74% 75% 85% 84% 84% 86% 82%

De motivatie om het werk te doen ligt in de tweede helft van 2020 op het hoogste niveau sinds 2015.

(21)

Motivatie |

21

Vraag: Ik ben op dit moment gemotiveerd om mijn werk te doen.

Gemotiveerd om mijn werk te doen

81% 85% 76% 82%

80% 84% 71% 84%

- Voor zowel het burgerpersoneel als de militairen fase 1 en 2 is de motivatie in de tweede helft van 2020 op het hoogste niveau sinds 2015.

- Enkel onder militairen fase 1 en 2 is de motivatie toegenomen ten opzichte van de eerste helft van 2020 (+5%).

- De motivatie van het burgerpersoneel en militairen fase 3 is nagenoeg gelijk aan het niveau de eerste helft van 2020.

De motivatie is in de tweede helft van 2020 toegenomen onder militairen fase 1 en 2.

69%

73% 77% 78% 80% 84% 85%

62% 58% 60% 64% 68% 71%

70% 73% 72% 76% 76% 76%

84% 82%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

burger 1/2 3

(22)

Meest motiverende aspecten |

Totaal en uitgesplitst naar contractvorm

Resultaten 2e helft 2020

Ordening van motiverende aspecten in de baan | 2e helft 2020

% genoemd in persoonlijke top-3 van meest motiverende aspecten

6%

8%

11%

13%

19%

23%

29%

32%

40%

54%

55%

1%

6%

14%

4%

18%

20%

41%

33%

40%

60%

50%

12%

14%

9%

22%

23%

30%

13%

27%

41%

58%

5%

3%

10%

14%

16%

18%

30%

35%

40%

59%

58%

Avontuur De opleidingsmogelijkheden De goede verdiensten en secundaire arbeidsvoorwaarden Kameraadschap Een bijdrage leveren aan vrede en veiligheid De ruimte voor persoonlijke groei en ontwikkeling De werk-privé balans De uitdaging die ik uit mijn werk haal De zekerheid van een baan en inkomsten Het werk dat ik doe (werkinhoud) De sfeer/de collegialiteit

burger 1/2 3

Sfeer/collegialiteit en werkinhoud zijn opnieuw de belangrijkste motiverende

aspecten. Ten opzichte van de eerste helft van 2020 wordt sfeer/collegialiteit

minder vaak genoemd (-9%) en zekerheid van baan en inkomsten vaker (+7%).

(23)

Blijfintentie

23

Vraag: Op dit moment wil ik zo lang mogelijk bij Defensie blijven.

Wil zo lang mogelijk bij Defensie blijven

67% 81% 56% 61%

64% 78% 51% 60%

Ook in de tweede helft van 2020 is de blijfintentie van defensiemedewerkers opnieuw toegenomen.

77% 75% 74%

70% 73%

78% 81%

63%

53% 49% 48%

44%

51%

56%

69% 66%

51% 54%

50% 60%

61%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

Q1 2020

Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

67% 53% 65% 68% 67% 72% 78% 75%

64% 49% 60% 68% 59% 60% 79% 74%

- De blijfintentie ligt het hoogst onder de medewerkers van de DMO (78%) en het DOSCO (75%).

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de intentie om bij Defensie te blijven is toegenomen onder medewerkers van de BS (+12%), de KMAR (+8%), het CLAS (+5%) en het CZSK (+4%).

- De blijfintentie is het hoogst onder het burgerpersoneel.

- Ten opzichte van de eerste helft van 2020 is de intentie om bij Defensie te blijven toegenomen onder militairen fase 1 en 2 (+5%).

- Hoewel de stijging in blijfintentie onder burgerpersoneel minimaal is in de tweede helft van 2020, lag dit aandeel sinds 2015 niet eerder zo hoog.

burger 1/2 3

(24)

Werkdruk

Mijn werkdruk is gemiddeld…

- Medewerkers van de BS geven het vaakst aan dat de werkdruk te hoog is.

Van de 33% (veel) te hoog vindt 5% de werkdruk veel te hoog.

23% 29% 27% 19% 18% 33% 20% 19%

23% 27% 24% 19% 20% 31% 24% 20%

64% 58% 61% 66% 65% 60% 69% 74%

64% 59% 62% 68% 63% 60% 70% 69%

11% 12% 11% 13% 16% 6% 9% 7%

11% 14% 12% 13% 14% 7% 5% 9%

23% 20% 21% 29%

23% 21% 21% 27%

64% 71% 59% 62%

64% 71% 58% 63%

11% 10% 10% 11% 9% 11% 11%

58% 63% 60% 62% 62% 64% 64%

30% 26% 29% 25% 28% 23% 23%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft 2e helft

…(veel) te laag …passend …(veel) te hoog …weet niet

De werkdruk is voor 64% van de defensiemedewerkers passend. Dit percentage ligt stabiel over de jaren heen.

burger 1/2 3

(25)

Capaciteit

25

Vraag: Bij mijn afdeling/eenheid zijn voldoende mensen om het werk te kunnen doen.

- Medewerkers van het CLAS en het CZSK geven het vaakst aan dat er onvoldoende mensen zijn om het werk te kunnen doen.

Bij mijn afdeling/eenheid zijn voldoende mensen om het werk te kunnen doen

In toenemende mate geven medewerkers aan dat er voldoende mensen zijn om het werk te doen.

44% 45%

55% 52% 51%

39% 39%

16% 16%

15% 18% 17%

19% 18%

39% 39%

29% 29% 31%

42% 42%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020 (helemaal) mee oneens neutraal (helemaal) mee eens weet niet

42% 35% 37% 42% 60% 47% 39% 48%

42% 33% 39% 46% 53% 44% 41% 45%

18% 20% 15% 23% 13% 19% 22% 19%

19% 21% 14% 18% 19% 21% 23% 21%

39% 43% 48% 34% 26% 32% 38% 32%

39% 44% 47% 36% 27% 32% 35% 32%

42% 46% 42% 38%

42% 43% 42% 40%

18% 20% 15% 19%

19% 23% 16% 17%

39% 33% 42% 43%

39% 33% 41% 43%

burger 1/2 3

(26)

3 | INSCHATTING LOOPBAANKANSEN

FOTO: Luchtmacht (F-35)

(27)

Loopbaankansen

27

Vraag: Ik zie binnen Defensie voldoende kansen en mogelijkheden om mijn loopbaan voort te zetten.

Voldoende kansen/mogelijkheden om loopbaan voort te zetten

44%

49% 50%

56% 57% 60% 64%

31%

26% 28%

41%

54%

63% 66%

46%

48% 42% 47%

54% 57% 59%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft

2020 Q1

2020 Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

63% 64% 66% 59%

60% 60% 63% 57%

63% 61% 67% 59% 56% 68% 70% 61%

60% 62% 59% 60% 60% 66% 67% 57%

- Medewerkers van de DMO, de BS en het CLAS zien de meeste loopbaankansen.

- De mate waarin medewerkers voldoende kansen en mogelijkheden zien is het afgelopen half jaar gestegen onder medewerkers van het CLAS (+8%) en het DOSCO (+4%).

- Binnen alle contractvormen is de inschatting van de loopbaankansen op het hoogste niveau sinds 2015.

De inschatting van de loopbaankansen is sinds 2015 niet eerder zo hoog geweest als in de tweede helft van 2020.

burger 1/2 3

(28)

Voldoende opgeleid

Voldoende opgeleid voor huidige functie

84% 85% 84% 85% 85% 87% 88%

70% 67%

72% 75%

62% 64% 67%

79%

80% 79%

77%

77% 78% 75%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft 2e helft Q1 Q2 Q3 Q4

77% 88% 67% 75%

77% 87% 64% 78%

77% 76% 73% 79% 65% 85% 83% 86%

77% 71% 70% 84% 66% 85% 86% 89%

Ruim driekwart van de defensiemedewerkers geeft aan voldoende opgeleid te zijn voor hun functie.

- Medewerkers van het DOSCO, de BS en de DMO geven het vaakst aan voldoende te zijn opgeleid voor hun huidige functie.

- Onder medewerkers van het CZSK is het gevoel voldoende opgeleid te zijn voor de functie toegenomen het afgelopen halfjaar toegenomen (+5%).

Onder medewerkers van het CLSK is dit afgenomen (-5%).

- Het burgerpersoneel heeft het meest het gevoel voldoende opgeleid te zijn voor hun huidige functie. Dit aandeel lag sinds 2015 niet eerder zo hoog als in de tweede helft van 2020.

- Onder militairen fase 1 en 2 en militairen fase 3 ligt het percentage in de Resultaten 2^ehelft 2020

Resultaten 1^ehelft 2020

burger 1/2 3

(29)

Toekomst

29

Vraag: Welke van de volgende uitspraken is het meest op u van toepassing. Het gaat hier om uw eigen toekomst, NIET om de toekomst van Defensie.

- DMO- en BS-medewerkers hebben het meeste vertrouwen in de toekomst.

- Een toename in het vertrouwen in de toekomst is zichtbaar onder

medewerkers van het CLAS (+6%), het CLSK (+5%), de KMAR (+5%) en het DOSCO (+4%).

62% 60% 57% 62% 58% 72% 73% 69%

59% 56% 51% 57% 63% 71% 77% 65%

23% 23% 25% 24% 23% 13% 19% 20%

23% 19% 29% 29% 21% 15% 15% 20%

7% 9% 8% 6% 6% 7% 4% 6%

9% 16% 11% 3% 6% 6% 3% 7%

62% 69% 53% 64%

59% 68% 47% 61%

23% 20% 26% 22%

23% 18% 28% 24%

7% 6% 8% 7%

9% 6% 12% 9%

Mate van vertrouwen in de toekomst

7% 7% 6% 7% 10% 9% 8%

10% 10% 12% 12% 9% 9% 7%

43% 41% 44%

32% 29%

23% 23%

40% 42% 38%

48% 52%

59% 62%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft 2020

• Ik heb vertrouwen in mijn toekomst binnen Defensie

• Ik maak me zorgen over mijn toekomst bij Defensie

• Een toekomst bij Defensie is voor mij niet meer weggelegd

• Weet ik niet

Het vertrouwen in de toekomst is in de tweede helft van 2020 toegenomen en ligt op het hoogste niveau

sinds 2015.

burger 1/2 3

(30)

4 | VERTREKINTENTIE & REDENEN

FOTO: Marechaussee

(31)

Vertrekintentie

31

Vraag: Ik zal vertrekken bij Defensie als ik een andere baan kan krijgen.

Ik vertrek bij Defensie als ik een andere baan kan krijgen

- De vertrekintentie ligt het hoogst onder medewerkers van het CZSK en de KMAR.

- De vertrekintentie is ten opzichte van de eerste helft van 2020 afgenomen onder medewerkers van het CLAS (-8%) en het CLSK (-4%).

- Onder medewerkers van de DMO is de vertrekintentie toegenomen (+4%).

12% 13%

20% 19%

15% 14% 12%

25% 23%

15% 16%

24% 26%

21% 18%

15%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2015 2016 2017 2018 2019 1e helft

2020

2e helft

2020 Q1

2020 Q2 2020

Q3 2020

Q4 2020

16% 12% 23% 15%

18% 14% 25% 18%

16% 24% 16% 11% 21% 14% 12% 12%

18% 21% 24% 15% 20% 13% 8% 14%

De vertrekintentie van defensiemedewerkers is in de tweede helft van 2020 opnieuw licht gedaald.

Deze vraag is tot de eerste helft 2020 alleen gesteld aan Burgerpersoneel en Militairen fase 3

burger 1/2 3

(32)

Redenen Vertrekintentie (1 van 2)

Resultaten 2e helft 2020

8%

11%

18%

21%

22%

23%

24%

31%

35%

10%

19%

17%

28%

15%

21%

25%

10%

22%

31%

6%

7%

5%

20%

22%

21%

24%

29%

28%

30%

39%

35%

7%

17%

11%

32%

23%

20%

18%

35%

33%

38%

Anders Werkdruk Conflict op de werkvloer Aansluiting werkniveau bij mijn capaciteiten Baanonzekerheid Arbeidsvoorwaarden Gebrek aan loopbaan-/ontwikkelingsmogelijkheden bij Defensie Reistijd Onvoldoende nuttig en zinvol werk Functietoewijzingssysteem Balans tussen werk en thuis Wijze waarop de organisatie wordt bestuurd Ordening redenen vertrekintentie| 2e helft 2020

% genoemd in persoonlijke top-3 van meest genoemde aspecten

burger 1/2 3