Zelfevaluatie-instrument voor diëtisten: mijn feedback
Hierbij vindt u tips en tricks bij de feedback na het invullen van het
zelfevaluatie-instrument voor de (zelfstandige) diëtist. De vragenlijst peilde
naar 8 competentie-clusters, waarop u een bepaalde score hebt behaald.
Mijn feedback
Elke cluster is onderverdeeld in meerdere subclusters. Per subcluster kan u de gepaste tips en tricks raadplegen voor de door u behaalde score: beginner, gevorderde of expert
1. Kennis verwerven 2. Kennis delen
3. Consultaties
4. Praktijkinrichting
5. Gezondheidsbevordering 6. Zelfreflectie
7. Management
Gezondheidsbevordering
Gezondheidspromotie of gezondheidsbevordering wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
gedefinieerd als: het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer
controle te verwerven over de determinanten van hun
gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren.
Gezondheidsbevordering
1. Kennisoverdracht
SCORE: BEGINNER
De eigen kennis en expertise delen via het geven van vormingen is ook een vorm van zelfontwikkeling voor de diëtist. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld:
• Presenteren op een bijscholing of studiedag
• Webinar geven (online lezing): je kan een webinar geven, opgesteld aan de hand van de noden van je doelpubliek.
• Masterclass geven: je kan een masterclass geven, opgesteld aan de hand van de noden van je doelpubliek.
• (Kook)workshop geven: steek zelf een gezonde kookworkshop in elkaar en kies indien mogelijk voor actuele thema’s zoals bijvoorbeeld vegetarisme, veganisme, duurzaamheid,…
Je kan op lokaal niveau in de eigen buurt nagaan of er mogelijkheden zijn om voordrachten of workshops te geven. Denk maar aan lokale verenigingen, dienstencentra, mutualiteiten, organisatie vanuit de gemeente,… Ook organisaties zoals Femma geven vaak voordrachten aan het brede publiek.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een vorming te geven aan bedrijven, bijvoorbeeld over de thema’s gezonde voeding en voldoende beweging. Ten slotte kan je ook beroep doen op sportclubs voor bijvoorbeeld vormingen over sportvoeding.
Meer interessante links:
Kookworkshops: hoe doe je dat en wat levert het op?
Gezondheidsbevordering
2. Zelfmanagement
SCORE: BEGINNER
Het is belangrijk om zelfmanagement van de cliënt op te volgen en te ondersteunen, maar wat houdt dit juist in?
Zelfmanagement is het betrekken van cliënten, hun familie en zorgverleners bij de zorg met als doel de zelfredzaamheid van de cliënt te vergroten (empowerment). Op deze manier wordt de cliënt in staat gesteld om zijn eigen gezondheidstoestand te managen.
De mate van zelfmanagement is afhankelijk van de voorkeuren van de cliënt en andere factoren die betrekking hebben tot de cliënt, waaronder taalbarrières, leeftijd, geslacht en opleidingsniveau.
Cliënten dienen over enkele vaardigheden te beschikken om zelfmanagement te kunnen realiseren: probleemoplossend vermogen, besluitvaardigheid, inzetten van hulpbronnen, vormgeven aan de relatie met zorgverleners, actievaardigheid en het kunnen aanpassen van het gedrag en flexibel inzetten van vaardigheden.
De FMS (2018) adviseert om het zelfmanagement van de cliënt te ondersteunen op basis van de 5A’s:
Deze aspecten kunnen verder bij helpen bij zelfmanagement:
1) Maak gebruik van coping planning:
Breng op voorhand mogelijke hindernissen in kaart. Zo kan de cliënt al nadenken over oplossingen. Het verhoogt de kans op het effectief voorkomen van de hindernissen op het moment zelf.
2) Laat de cliënt het gedrag monitoren
Het is aangewezen dat de cliënt het gedrag en het naderen van doelen bijhoudt om gedragsverandering na te streven. De cliënt kan dit monitoren met schema’s, een agenda, apps, stappentellers,…
Tijdens het proces kan het doel geëvalueerd en eventueel bijgestuurd worden.
Achterhalen Vragen aan de cliënt om ervaringen en behoeften te benoemen Adviseren Deze ervaringen en behoeften verklaren en informatie op maat geven Afspreken Helpen bij het stellen van haalbare doelen en het nemen van gezamenlijke
besluiten
Assisteren Hulp bieden bij persoonlijke barrières en nagaan of er behoefte is aan extra ondersteuning
Arrangeren Samen een specifiek plan voor (vervolg)ondersteuning opstellen
Gezondheidsbevordering
3. Doelen stellen
SCORE: BEGINNER
Het is belangrijk om je cliënten te ondersteunen bij het opstellen van doelen om gedragsverandering op lange termijn te kunnen nastreven. Doelen geven aan wat de diëtist en de cliënt nastreven met de behandeling. Maak daarbij een onderscheid tussen hoofd- en subdoelen. Deze subdoelen zorgen ervoor dat het hoofddoel wordt bereikt.
Hier beschrijf je concreet, waarneembaar gedrag van de cliënt, zodat dit meetbaar geëvalueerd kan worden.
Doelen moeten tot stand komen door overleg tussen de diëtist en cliënt. Cliënten zijn eerder bereid doelen na te streven waar ze zélf mee komen dan dat ze willen werken aan opgelegde doelen. De doelen die ze zelf accepteren, leiden eerder tot betrokkenheid. Wanneer het doel moeilijker is, zal meer betrokkenheid en motivatie nodig zijn dan voor een eenvoudig doel (Het diëtistisch consult, 2012).
Enkele tips die je hier verder mee kunnen helpen om dit meer toe te passen tijdens consultaties zijn:
1) Concretiseer wat de cliënt wil doen:
- Wat
- Wanneer
- Waar
Hoe lang
2) Formuleer de doelen SMART.
Het stellen van meetbare doelen is belangrijk voor het slagen van de behandeling. Een SMART geformuleerde doelstelling is specifiek, meetbaar, aanvaardbaar en actiegericht, realiseerbaar of realistisch en tijdgebonden.
S = Specifiek: Geef helder en duidelijk aan wat er precies wordt gedaan M = Meetbaar: geef een norm aan om te meten of het doel wordt behaald.
A = Aanvaardbaar en actiegericht: is er betrokkenheid bij de cliënt om energiek en met voldoening bezig te gaan? Wordt het doel gedragen door de cliënt?
R = Realiseerbaar en actiegericht: de cliënt moet de doelen kunnen behalen met aanvaardbare inspanningen. De lat moet niet te hoog, maar ook niet te laag liggen.
T = Tijdgeboden: de periode is vastgesteld waarin het gewenste resultaat moet worden behaald.
Gezondheidsbevordering
3. Doelen stellen
SCORE: BEGINNER
2) Formuleer de doelen SMART.
Een voorbeeld hiervan is:
Ik ga 3 weken elke weekdag om 16u30 één stuk fruit eten wanneer ik thuiskom van mijn werk.
Specifiek: 1 stuk fruit eten voor 3 weken elke weekdag na het werk.
Meetbaar: De hoeveelheid is 1 stuk fruit.
Aanvaardbaar: 1 stuk fruit elke weekdag om 16u30 is een aanvaardbaar doel.
Realiseerbaar en actiegericht: 1 stuk fruit is haalbaar en kost niet te veel moeite.
Tijdsgebonden: Voor 3 weken elke weekdag, wanneer de cliënt thuiskomt na het werk.
3) Maak gebruik van implementatie-intenties: als-dan plannen Formuleer doelen en acties op de volgende manier:
Als ….. dan ……
Voorbeeld: Als ik om 16u30 thuiskom op een weekdag na het werk, dan eet ik 1 stuk fruit.
Gezondheidsbevordering
3. Doelen stellen
SCORE: GEVORDERDE & EXPERT
Het is belangrijk om je cliënten te ondersteunen bij het opstellen van doelen om gedragsverandering op lange termijn te kunnen nastreven. Doelen geven aan wat de diëtist en de cliënt nastreven met de behandeling. Maak daarbij een onderscheid tussen hoofd- en subdoelen. Deze subdoelen zorgen ervoor dat het hoofddoel wordt bereikt.
Hier beschrijf je concreet, waarneembaar gedrag van de cliënt, zodat dit meetbaar geëvalueerd kan worden.
Doelen moeten tot stand komen door overleg tussen de diëtist en cliënt. Cliënten zijn eerder bereid doelen na te streven waar ze zélf mee komen dan dat ze willen werken aan opgelegde doelen. De doelen die ze zelf accepteren, leiden eerder tot betrokkenheid. Wanneer het doel moeilijker is, zal meer betrokkenheid en motivatie nodig zijn dan voor een eenvoudig doel (Het diëtistisch consult, 2012).
Enkele tips die je hier verder mee kunnen helpen om dit meer toe te passen tijdens consultaties zijn:
1) Concretiseer wat de cliënt wil doen:
- Wat
- Wanneer
- Waar
Hoe lang
2) Formuleer de doelen SMART.
Het stellen van meetbare doelen is belangrijk voor het slagen van de behandeling. Een SMART geformuleerde doelstelling is specifiek, meetbaar, aanvaardbaar en actiegericht, realiseerbaar of realistisch en tijdgebonden.
S = Specifiek: Geef helder en duidelijk aan wat er precies wordt gedaan M = Meetbaar: geef een norm aan om te meten of het doel wordt behaald.
A = Aanvaardbaar en actiegericht: is er betrokkenheid bij de cliënt om energiek en met voldoening bezig te gaan? Wordt het doel gedragen door de cliënt?
R = Realiseerbaar en actiegericht: de cliënt moet de doelen kunnen behalen met aanvaardbare inspanningen. De lat moet niet te hoog, maar ook niet te laag liggen.
T = Tijdgeboden: de periode is vastgesteld waarin het gewenste resultaat moet worden behaald.
Gezondheidsbevordering
3. Doelen stellen
SCORE: GEVORDERDE & EXPERT
2) Formuleer de doelen SMART.
Een voorbeeld hiervan is:
Ik ga 3 weken elke weekdag om 16u30 één stuk fruit eten wanneer ik thuiskom van mijn werk.
Specifiek: 1 stuk fruit eten voor 3 weken elke weekdag na het werk.
Meetbaar: De hoeveelheid is 1 stuk fruit.
Aanvaardbaar: 1 stuk fruit elke weekdag om 16u30 is een aanvaardbaar doel.
Realiseerbaar en actiegericht: 1 stuk fruit is haalbaar en kost niet te veel moeite.
Tijdsgebonden: Voor 3 weken elke weekdag, wanneer de cliënt thuiskomt na het werk.
3) Maak gebruik van implementatie-intenties: als-dan plannen Formuleer doelen en acties op de volgende manier:
Als ….. dan ……
Voorbeeld: Als ik om 16u30 thuiskom op een weekdag na het werk, dan eet ik 1 stuk fruit.
Gezondheidsbevordering
4. Health literacy
SCORE: BEGINNER
Als diëtist is het belangrijk om educatie op maat van de cliënt te voorzien. Dit verschilt van persoon tot persoon, aangezien gezondheidsvaardigheden of health literacy hier een rol spelen. Je schat deze gezondheidsvaardigheden van je publiek nog niet goed in. Het is niet voor iedereen evident om het complexe voedingsverhaal te begrijpen, bijvoorbeeld het correct aflezen van een etiket. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij elke cliënt.
“Health literacy represents the cognitive and social skills which determine the motivation and ability of individuals to gain access to, understand and use information in ways which promote and maintain good health.” (WHO, 1998)”
Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden die mensen nodig hebben om beslissingen te kunnen nemen ten aanzien van gezondheid en ziekte. Mensen moeten een actieve rol opnemen in hun gezondheid en het omgaan met ziekte en daarbij zijn deze vaardigheden cruciaal.
KENMERKEN Mensen met lage health literacy hebben
moeite met:
• begrijpen van informatie van zorgverleners
• begrijpen van schriftelijke gezondheidsinformatie
• hun weg vinden in gezondheidszorgaanbod
• hun weg vinden in ziekteverzekering
• het zelf in handen nemen van hun gezondheid
Mensen met lage health literacy:
• vertonen lagere therapietrouw
• zijn minder bekwaam tot zelfzorg
• vertonen hogere prevalentie van chronische ziektes
• vertonen 1,5 keer hogere mortaliteit Preventie:
Mensen met lage health literacy:
• vertonen minder gezonde levensstijl
• nemen minder vaak deel aan screening
Gezondheidsbevordering
4. Health literacy
De volgende tips kunnen je helpen:
• Stel je als diëtist coachend op.
• Zorg voor betrokkenheid, terughoudendheid, geduld en zelfsturing.
• Zorg voor een gelijkwaardige relatie.
• Stel open vragen en voorkom suggestieve vraagstelling.
• Vraag regelmatig of de cliënt jouw uitleg begrijpt.
• Gebruik begrijpelijke taal.
• Laat de cliënt informatie onthouden: doseer de informatie, gebruik geen vakjargon en herhaal voldoende.
• Blijf alert op de betrokkenheid van de cliënt.
• Reageer empathisch.
• Heb aandacht voor verbaal en non-verbaal gedrag.
• Wees uitnodigend in gebaar en oogcontact.
De Health Literacy Questionnaire (HLQ) is één van de vragenlijst die de gezondheidsvaardigheden kan nagaan.
Meer interessante links:
Focus op food literacy of voedselvaardigheid Nutritionele info op het etiket lezen en begrijpen
Gezondheidsbevordering
4. Health literacy
SCORE: GEVORDERDE
Als diëtist is het belangrijk om educatie op maat van de cliënt te voorzien. Dit verschilt van persoon tot persoon, aangezien gezondheidsvaardigheden of health literacy hier een rol spelen. Je schat deze gezondheidsvaardigheden van je publiek goed in. Het is niet voor iedereen evident om het complexe voedingsverhaal te begrijpen, bijvoorbeeld het correct aflezen van een etiket. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij elke cliënt.
“Health literacy represents the cognitive and social skills which determine the motivation and ability of individuals to gain access to, understand and use information in ways which promote and maintain good health.” (WHO, 1998)”
Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden die mensen nodig hebben om beslissingen te kunnen nemen ten aanzien van gezondheid en ziekte. Mensen moeten een actieve rol opnemen in hun gezondheid en het omgaan met ziekte en daarbij zijn deze vaardigheden cruciaal.
KENMERKEN Mensen met lage health literacy hebben
moeite met:
• begrijpen van informatie van zorgverleners
• begrijpen van schriftelijke gezondheidsinformatie
• hun weg vinden in gezondheidszorgaanbod
• hun weg vinden in ziekteverzekering
• het zelf in handen nemen van hun gezondheid
Mensen met lage health literacy:
• vertonen lagere therapietrouw
• zijn minder bekwaam tot zelfzorg
• vertonen hogere prevalentie van chronische ziektes
• vertonen 1,5 keer hogere mortaliteit
Preventie:
• Mensen met lage health literacy:
• vertonen minder gezonde levensstijl
• nemen minder vaak deel aan screening
Gezondheidsbevordering
4. Health literacy
De volgende tips kunnen je helpen:
• Stel je als diëtist coachend op.
• Zorg voor betrokkenheid, terughoudendheid, geduld en zelfsturing.
• Zorg voor een gelijkwaardige relatie.
• Stel open vragen en voorkom suggestieve vraagstelling.
• Vraag regelmatig of de cliënt jouw uitleg begrijpt.
• Gebruik begrijpelijke taal.
• Laat de cliënt informatie onthouden: doseer de informatie, gebruik geen vakjargon en herhaal voldoende.
• Blijf alert op de betrokkenheid van de cliënt.
• Reageer empathisch.
• Heb aandacht voor verbaal en non-verbaal gedrag.
• Wees uitnodigend in gebaar en oogcontact.
De Health Literacy Questionnaire (HLQ) is één van de vragenlijst die de gezondheidsvaardigheden kan nagaan.
Meer interessante links:
Focus op food literacy of voedselvaardigheid Nutritionele info op het etiket lezen en begrijpen
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: BEGINNER
Het bepalen van de gedragsdeterminanten waarop je gaat inspelen bij de begeleiding van een cliënt is cruciaal voor optimale resultaten.
Deze kan je in kaart brengen door gebruik te maken van het ICF-model (International Classification of Functioning Disability and Health). De verzamelde gegevens worden in het juiste vak ondergebracht, om verbanden te leggen, te analyseren en interpreteren. De diëtistische diagnose vormt het eindoordeel.
Het functioneren van mensen wordt met de ICF vanuit drie perspectieven beschreven:
• Het perspectief van het lichaam (zoals lichaamsgewicht, mineralengehalte in bloed, slikken, spierkracht, geheugen)
• Het perspectief van de persoon (activiteiten als het samenstellen van maaltijden, eten, drinken, ADL)
• Het perspectief van de maatschappij (zoals betaald werk, volgen opleiding, hobby’s).
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: BEGINNER
Naast het functioneren van de cliënt op zich, is gedrag een complex gegeven.
Gedrag ontstaat door leren, automatische processen en gewoonten. Voorbeelden van persoonlijke determinanten in gedrag zijn attitude, kennis, sociale invloed, eigen effectiviteit, gedragsintentie en risico-inschatting.
Er zijn verschillende modellen die het gedrag van een persoon in kaart brengen en verklaren. De centrale vraag is welke factoren het gedrag bepalen van het individu dat een bepaald (risicovol) gedrag vertoont. Een voorbeeld van zo’n model is het ASE- model.
Voor meer informatie over determinantenmodellen, kan je de onderstaande links raadplegen.
Meer interessante links:
Boek Het diëtistisch consult, 2016
Vlaams Instituut Gezond Leven, ASE-model
Vlaams Instituut Gezond Leven, gedragsdeterminanten
Vlaams Instituut Gezond Leven, overzicht gedragsdeterminanten Nieuws voor diëtisten - gedragswiel
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: BEGINNER
Gedragsverandering is een proces dat verscheidene stadia doorloopt. Deze stadia worden gekenmerkt door verschillen in intentie. Er zijn 5 stadia te onderscheiden volgens de fasen van gedragsverandering (uit het transtheoretisch model van Prochaska en Diclemente, 1982):
1) Precontemplatiefase
In deze fase heeft de cliënt niet de bedoeling om gezonder gedrag te stellen in de nabije toekomst (binnen de 6 maanden). Redenen hiervoor zijn gebrek aan kennis en motivatie. Er is weerstand tegen verandering en dit uit zich o.a. door ontkenning of minimalisering, rationalisatie, projecteren en internaliseren.
2) Contemplatiefase
Een persoon in de contemplatiefase heeft de intentie om binnen 6 maanden zijn/haar gedrag te veranderen. In deze fase is er ambivalentie en is een beslissingsbalans belangrijk, waarbij voor- en nadelen van het gezonde en ongezonde gedrag worden afgewogen. Er zijn twee keer meer voordelen dan nadelen nodig om over te gaan naar een volgende fase.
3) Preparatie of voorbereidingsfase
De cliënt heeft de bedoeling om in de directe toekomst ( < 1 maand) het gedrag te veranderen. In deze fase worden actiegerichte programma’s opgesteld, hindernissen en barrières geïdentificeerd en zoekt men naar oplossingen.
4) Actiefase
Het vierde stadium houdt in dat de cliënt een bepaald gedrag veranderd heeft in de laatste 6 maanden. In deze fase is het belangrijk om concrete doelen op te stellen.
5) Consolidatie of behoudsfase
Iemand bevindt zich in deze fase als het gezonde gedrag langer dan 6 maanden (en niet langer dan 5 jaar) wordt gesteld.
6) Herval
Herval betekent de terugkeer naar een vroeger stadium. Dit komt vaak voor en is normaal: de persoon leert hieruit, éénmalig terugvallen is geen herval.
Dit kan voorkomen worden door bijvoorbeeld externe ondersteuningen.
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: GEVORDERD
Het bepalen van de gedragsdeterminanten waarop je gaat inspelen bij de begeleiding van een cliënt is cruciaal voor optimale resultaten.
Deze kan je in kaart brengen door gebruik te maken van het ICF-model (International Classification of Functioning Disability and Health). De verzamelde gegevens worden in het juiste vak ondergebracht, om verbanden te leggen, te analyseren en interpreteren. De diëtistische diagnose vormt het eindoordeel.
Het functioneren van mensen wordt met de ICF vanuit drie perspectieven beschreven:
• Het perspectief van het lichaam (zoals lichaamsgewicht, mineralengehalte in bloed, slikken, spierkracht, geheugen)
• Het perspectief van de persoon (activiteiten als het samenstellen van maaltijden, eten, drinken, ADL)
• Het perspectief van de maatschappij (zoals betaald werk, volgen opleiding, hobby’s).
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: GEVORDERD
Naast het functioneren van de cliënt op zich, is gedrag een complex gegeven.
Gedrag ontstaat door leren, automatische processen en gewoonten. Voorbeelden van persoonlijke determinanten in gedrag zijn attitude, kennis, sociale invloed, eigen effectiviteit, gedragsintentie en risico-inschatting.
Er zijn verschillende modellen die het gedrag van een persoon in kaart brengen en verklaren. De centrale vraag is welke factoren het gedrag bepalen van het individu dat een bepaald (risicovol) gedrag vertoont. Een voorbeeld van zo’n model is het ASE- model.
Voor meer informatie over determinantenmodellen, kan je de onderstaande links raadplegen.
Meer interessante links:
Boek Het diëtistisch consult, 2016
Vlaams Instituut Gezond Leven, ASE-model
Vlaams Instituut Gezond Leven, gedragsdeterminanten
Vlaams Instituut Gezond Leven, overzicht gedragsdeterminanten Nieuws voor diëtisten - gedragswiel
Gezondheidsbevordering
5. Determinanten
SCORE: GEVORDERD
Gedragsverandering is een proces dat verscheidene stadia doorloopt. Deze stadia worden gekenmerkt door verschillen in intentie. Er zijn 5 stadia te onderscheiden volgens de fasen van gedragsverandering (uit het transtheoretisch model van Prochaska en Diclemente, 1982):
1) Precontemplatiefase
In deze fase heeft de cliënt niet de bedoeling om gezonder gedrag te stellen in de nabije toekomst (binnen de 6 maanden). Redenen hiervoor zijn gebrek aan kennis en motivatie. Er is weerstand tegen verandering en dit uit zich o.a. door ontkenning of minimalisering, rationalisatie, projecteren en internaliseren.
2) Contemplatiefase
Een persoon in de contemplatiefase heeft de intentie om binnen 6 maanden zijn/haar gedrag te veranderen. In deze fase is er ambivalentie en is een beslissingsbalans belangrijk, waarbij voor- en nadelen van het gezonde en ongezonde gedrag worden afgewogen. Er zijn twee keer meer voordelen dan nadelen nodig om over te gaan naar een volgende fase.
3) Preparatie of voorbereidingsfase
De cliënt heeft de bedoeling om in de directe toekomst ( < 1 maand) het gedrag te veranderen. In deze fase worden actiegerichte programma’s opgesteld, hindernissen en barrières geïdentificeerd en zoekt men naar oplossingen.
4) Actiefase
Het vierde stadium houdt in dat de cliënt een bepaald gedrag veranderd heeft in de laatste 6 maanden. In deze fase is het belangrijk om concrete doelen op te stellen.
5) Consolidatie of behoudsfase
Iemand bevindt zich in deze fase als het gezonde gedrag langer dan 6 maanden (en niet langer dan 5 jaar) wordt gesteld.
6) Herval
Herval betekent de terugkeer naar een vroeger stadium. Dit komt vaak voor en is normaal: de persoon leert hieruit, éénmalig terugvallen is geen herval.
Dit kan voorkomen worden door bijvoorbeeld externe ondersteuningen.
Gezondheidsbevordering
6. E-ondersteuning
SCORE: BEGINNER
Digitale tools worden tegenwoordig meer en meer gebruikt bij het geven van voedings- en dieetadvies. Denk maar aan online programma’s, teleconsultaties, digitale verslaggevingen de vele beschikbare gezondheidsapplicaties. Probeer daarom deze nieuwe methoden te betrekken in de behandeling van je cliënt, als hij of zij hiervoor open staat.
Door de maatregelen rond COVID-19, kwamen teleconsultaties in 2020 sterk in opmars. Meer informatie rond teleconsultaties in diëtetiek vind je hier:
Meer interessante links:
Teleconsultaties in diëtetiek
Teleconsultaties: diabeteseducatie in de eerste lijn mHealth Belgium
Nieuws voor diëtisten – beter met eHealth in 60 minuten Sociale media gewikt en gewogen
Gezondheidsbevordering
6. E-ondersteuning
SCORE: GEVORDERDE & EXPERT
Digitale tools worden tegenwoordig meer en meer gebruikt bij het geven van voedings- en dieetadvies. Denk maar aan online programma’s, teleconsultaties, digitale verslaggevingen de vele beschikbare gezondheidsapplicaties. Probeer daarom deze nieuwe methoden te betrekken in de behandeling van je cliënt, als hij of zij hiervoor open staat.
Door de maatregelen rond COVID-19, kwamen teleconsultaties in 2020 sterk in opmars. Meer informatie rond teleconsultaties in diëtetiek vind je hier:
Meer interessante links:
Teleconsultaties in diëtetiek
Teleconsultaties: diabeteseducatie in de eerste lijn mHealth Belgium
Nieuws voor diëtisten – beter met eHealth in 60 minuten Sociale media gewikt en gewogen
Gezondheidsbevordering
7. Op maat werken
SCORE: BEGINNER
Als diëtist krijg je te maken met verschillende doelgroepen. Het is daarbij belangrijk om op maat van die bepaalde doelgroep te werken. Verdiep je daarom in de kenmerken van deze groep. Zo krijg je meer inzicht in bijvoorbeeld biologische, persoonlijke en/of omgevingskenmerken.
Proportioneel universalisme is het concept waarbij een bepaald programma
maximaal toepasbaar is voor iedereen, maar de intensiteit van de ondersteuning en wijze waarop die geboden wordt varieert sterk naargelang de ondersteuningsnood van specifieke groepen. Het doel hiervan is de gezondheidsongelijkheid verkleinen. Ook bij de begeleiding van cliënten als diëtist kan dit concept toegepast worden.
Meer interessante links:
Vlaams Instituut Gezond Leven, doelgroepgericht werken Vlaams Instituut Gezond Leven, proportioneel universalisme
Gezondheidsbevordering
7. Op maat werken
SCORE: GEVORDERDE & EXPERT
Als diëtist krijg je te maken met verschillende doelgroepen. Het is daarbij belangrijk om op maat van die bepaalde doelgroep te werken. Verdiep je daarom in de kenmerken van deze groep. Zo krijg je meer inzicht in bijvoorbeeld biologische, persoonlijke en/of omgevingskenmerken.
Proportioneel universalisme is het concept waarbij een bepaald programma
maximaal toepasbaar is voor iedereen, maar de intensiteit van de ondersteuning en wijze waarop die geboden wordt varieert sterk naargelang de ondersteuningsnood van specifieke groepen. Het doel hiervan is de gezondheidsongelijkheid verkleinen. Ook bij de begeleiding van cliënten als diëtist kan dit concept toegepast worden.
Meer interessante links:
Vlaams Instituut Gezond Leven, doelgroepgericht werken Vlaams Instituut Gezond Leven, proportioneel universalisme