• No results found

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave INLEIDING INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER... 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inhoudsopgave. Inhoudsopgave INLEIDING INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER... 2"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoudsopgave ... 1

1. INLEIDING ... 2

2. INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER ... 2

3. BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN ... 2

3.1. RUIMTELIJKE SITUERING ... 2

3.2. OMSCHRIJVING VAN HET GEWENSTE PROJECT ... 4

3.3. INHOUDELIJKE SITUERING VAN HET WOONZORGCENTRUM ... 5

4. RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ... 5

5. DOELSTELLING, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD ... 6

5.1. DOELSTELLING ... 6

5.2. REIKWIJDTE ... 7

5.3. DETAILLERINGSGRAAD ... 7

5.4. REFERENTIESITUATIE - NULALTERNATIEF ... 8

5.5. ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN ... 8

6. KOMT HET PLAN IN AANMERKING VOOR SCREENING ... 9

6.1. KADER VOOR VERGUNNINGEN BIJLAGE I/II ... 9

6.2. MOGELIJKE GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ... 9

7. MOTIVERING VOOR ‘ONDERZOEK TOT M.E.R.’ ... 9

7.1. VOORSTELLING PLANONDERDELEN ... 9

7.2. INSCHATTING GRADATIE VAN MILIEUEFFECTEN ... 10

7.3. SELECTIE DISCIPLINES EN BESCHRIJVING EFFECTEN ... 12

7.4. SAMENVATTING, CUMULATIEVE EFFECTEN EN CONCLUSIE ... 20

8. BIJLAGEN ... 22

8.1. ADVIES ANB I.V.M. PASSENDE BEOORDELING ... 22

(2)

1. INLEIDING

Conform art. 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18-04-2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectenrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen moet nagegaan worden of voor voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan een plan-MER dient opgesteld te worden. Dit onderzoek wordt de screening genoemd.

2. INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER

Initiatiefnemer / opdrachthouder:

Gemeente Zemst De Griet 1 1980 Zemst

3. BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN

3.1. RUIMTELIJKE SITUERING

Het plangebied is gelegen in de dorpskern van Zemst en behelst de terreinen “De Maeyer”, gelegen tussen Brusselsesteenweg en Leopoldstraat en kadastraal gekend onder: Zemst, 1ste afdeling, sectie C, nummers 542c, 542e, 542f en 544b.

Het plangebied wordt concreet begrensd door:

- De Brusselsesteenweg in het noordwesten - De Leopoldstraat in het zuidwesten

- Reeds bebouwde huiskavels in het noordoosten en zuidwesten

Het plangebied is momenteel ingenomen door twee leegstaande gebouwen: de meesterwoning “De Maeyer”, gelegen langs de Brusselsesteenweg, en de hoeve, gelegen langs de Leopoldstraat. Beide gebouwen hebben altijd één functioneel geheel gevormd en bevinden zich in een parkachtige tuin met enkele waardevolle bomen.

De woning “De Maeyer” is gelegen op de plaats van een oude boerderij en heeft wellicht een oude ontstaansgeschiedenis. In het begin van de 20ste eeuw kwam het goed in handen van de familie De Maeyer. Dokter De Maeyer had er zijn kabinet. Tot op de dag van vandaag is er een kleine huisapotheek uit het begin van de 20ste eeuw bewaard gebleven.

De woning “De Maeyer” is beschreven in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed, dl. 2N Halle- Vilvoorde p.811. Het is geen beschermd monument, maar kan zeker bestempeld worden als waardevol zowel op architecturaal vlak als op historisch vlak.

Het plangebied van het op te maken Gemeentelijk RUP bestrijkt een gebied van 58a en 28ca en is volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse gelegen in woongebied. De percelen bevinden zich eveneens binnen de grenzen van het BPA Z1 ter Zemst-Centrum. In dit BPA zijn de gronden bestemd als groenzone tot openbaar nut.

(3)

Situering t.o.v. dorpskern Zemst

Situering t.o.v. topografische kaart

(4)

3.2. OMSCHRIJVING VAN HET GEWENSTE PROJECT

In 2009 is de vennootschap Anima Care die diverse woonzorgcentra in Vlaanderen en Wallonië uitbaat eigenaar geworden van de terreinen “de Maeyer”. Anima Care wenst op het braakliggend deel van het terrein een woonzorgcentrum voor senioren te bouwen en uit te baten.

De terreinen bevinden zich momenteel binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg BPA Z1 ter Zemst-Centrum, goedgekeurd op 20-04-1995, en zijn bestemd als groenzone tot openbaar nut.

Volgens de voorschriften van het BPA mogen enkel de bestaande gebouwen vervangen, hersteld, verbouwd of beperkt uitgebreid worden. Bovendien moeten deze bestaande gebouwen en de tuin een openbare bestemming krijgen.

Binnen de voorschriften van het BPA is het bouwen van een nieuw gebouw voor openbaar nut niet mogelijk. Om de bouw- en functionele mogelijkheden op het terrein te verruimen, moeten de voorschriften van het BPA worden gewijzigd. Het wijzigen van de voorschriften van het BPA is enkel mogelijk wanneer er voor dit gebied een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt.

Momenteel is er een nijpend gebrek aan residentiële seniorenopvang in de gemeente Zemst. Het programmatiecijfer voor rustoordbedden voorziet dat Zemst in 2011 273 bedden zou moeten hebben, doch op 01-10-2010 zijn er slechts 90 erkende bedden in exploitatie. In Hofstade staat ook een nieuw ontwikkelingsproject in de steigers, maar zelfs na realisatie van het project in Hofstade blijft er nog een belangrijk tekort aan seniorenhuisvesting in de gemeente Zemst.

Voor de serviceflats is de situatie nog acuter : in Zemst staan er voor 2011 110 serviceflats geprogrammeerd, doch op 01-10-2010 waren er slechts 25 erkend. Een recente bouwaanvraag van het OCMW van Zemst voorziet een uitbreiding met ca. 25 serviceflats bij het bestaande rusthuis langs de Lindestraat, maar desondanks blijft er ook op het vlak van serviceflats een belangrijk tekort.

Anima Care voorziet in de bouw en exploitatie van een woonzorgcentrum van 90 rustoordbedden, samengesteld uit zowel rustoord-, RVT- en kortverblijfbedden. Tevens worden er een 20-tal serviceflats voorzien. Met dit initiatief zal het zorgaanbod voor senioren in Zemst gevoelig verhogen en zouden de wachtlijsten significant moeten dalen.

Anima Care is in het bezit van de vereiste voorafgaande vergunningen die verstrekt werden door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Deze vergunningen hebben betrekking op het voorgenomen plangebied.

Anima Care streeft ernaar om een modern, eigentijds woonzorgcentrum te ontwikkelen dat geconcipieerd wordt conform de krijtlijnen van het nieuwe woonzorgdecreet en met toepassing van de meest recente inzichten uit de seniorenwereld en de sociale geriatrie.

Bouwindex, uitgaand van een aangepast terreinoppervlakte (volgens doorgetrokken rooilijnen : De ontwerpschetsen voorzien in een bebouwingsindex van 0.45 wat concreet neerkomt op een bruto oppervlakte van 2470 m². De voorziene wegenis en parking op het terrein worden in het schetsontwerp voorzien op 1240 m². Dit alles komt neer op een bezettingscoëfficiënt van 0.68 (gebouw, wegenis en parkings).

Gelet op het schetsontwerp en rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen en met het behoud van voldoende groene ruimte wordt in het voorliggend RUP voorgesteld een maximale bezettingscoëfficiënt van 0.75 in te bouwen voor dit onderdeel.

(5)

3.3. INHOUDELIJKE SITUERING VAN HET WOONZORGCENTRUM

Anima Care NV staat in voor de zorgverlening en begeleiding van senioren en ziet de kwaliteit van het leven van de oudere als de resultante van al haar inspanningen. Zij beschouwt het als haar opdracht om voor elke zorgvraag een passend antwoord te zoeken, indien mogelijk binnen de eigen muren, anders door een gepaste toeleiding naar andere zorgactoren uit de regio.

In de visie van het toekomstig woonzorgcentrum zal de continuïteit van de zorg- en dienstverlening centraal staan : Ouderenzorg is immers een gestroomlijnd proces waarvan elke zorgvorm en - verstrekker integraal deel uitmaakt. Het woonzorgcentrum zal een belangrijke schakel worden in een groter (regionaal) raderwerk. Het zal zich complementair positioneren aan het bestaande aanbod.

Het nieuwe woonzorgcentrum wil een “open huis” zijn met vele contacten met de familie, de vrijwilligers, organisaties betrokken bij seniorenzorg, externe zorgverstrekkers en andere personen of diensten die op de één of andere manier met haar in contact komen.

Anima Care baat momenteel reeds een woonzorgcentra uit in Aalst, Berlare, Haut-Ittre en Zoutleeuw.

Deze centra samen vertegenwoordigen 309 bedden in exploitatie.

Bestaande toestand (luchtfoto 2007)

4. RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

De gemeente Zemst heeft met het RUP17 De Maeyer de bedoeling om de huidige planologische bestemming van het BPA Z1 ter Zemst-Centrum te wijzigen zodat het bouwen van een nieuwe instelling voor residentiële ouderenzorg op deze site mogelijk wordt met behoud en integratie van de meesterwoning “de Maeyer”. Daarnaast wenst zij een groot gedeelte van het terrein in te richten als een publiek toegankelijk buurtpark en de architecturale eigenheid van de meesterwoning te behouden en te beschermen.

(6)

In het richtinggevend en bindend gedeelte van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan dat definitief aanvaard en goedgekeurd werd bij ministerieel besluit op 09-04-1998 wordt specifiek ingegaan op deze laatste twee doelstellingen.

Enerzijds wordt er in het richtinggevend gedeelte van het GRS gesteld dat waardevolle groenelementen in de kernen, o.a. de tuin van Hof De Maeyer langsheen de Brusselsesteenweg, planologisch moeten worden beschermd.

Ook in de ruimtelijke kernbeslissing 2 (planologische bescherming natuurgebieden en groenelementen in de kernen) wordt gesteld dat de gemeente d.m.v. uitvoeringsplannen een aantal gebieden met actuele natuurwaarde (o.a. de tuin van Hof De Maeyer) een sterker beschermende bestemming geeft.

Anderzijds bevat het GRS een lijst van waardevolle en karaktervolle gebouwen, die een betere bescherming moeten krijgen. De meesterwoning “De Maeyer” is opgenomen in de lijst van waardevolle panden.

Ruimtelijke kernbeslissing 33 (beeldbepalende gebouwen) stelt dat de gemeente in een uitvoeringsplan de ca. 350 waardevolle en karaktervolle gebouwen een bescherming geeft. Deze panden dienen bij verbouwing hun aanwezige globale uitzicht en karakteristieke elementen te behouden. Eigentijdse en vernieuwende interpretaties hiervan zijn welkom. Ook vervangende nieuwbouw is mogelijk wanneer daardoor aantoonbaar een hogere kwaliteit wordt geboden.

5. DOELSTELLING, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD

5.1. DOELSTELLING

Met het RUP wordt de bestemming van het geldend BPA aangepast aan de doelstellingen van de gemeente in het GRS, wordt het bouwen van een nieuw gebouw voor openbaar nut op deze site mogelijk gemaakt én wordt de bestemmingsmogelijkheid van de meesterwoning “De Maeyer”

verruimd.

Gezien de huidige eigendomssituatie wordt ervan uitgegaan dat er in de nieuwe zone voor openbaar nut een instelling voor residentiële ouderenzorg zal worden opgericht. Zowel de screeningsnota als het RUP worden opgemaakt vanuit deze achterliggende idee.

In het RUP zelf zal de projectzone bestemd worden als zone voor openbaar nut, zodat de ontwikkelingsmogelijkheden naar de toekomst toe niet in het gedrang worden gebracht.

Behalve de hogervermelde bestemmingswijzigingen zal ter hoogte van de woning, gelegen Brusselsesteenweg 41A, de rooilijn van de Brusselsesteenweg, zoals aangeduid in het BPA Z1 ter Zemst-Centrum, in overeenstemming worden gebracht met het rooilijnplan van de wegbeheerder AWV. Momenteel wordt de woning (nr. 41A) getroffen door de rooilijn daar deze plaatselijk verspringt. De op deze plek onlogische verspringing van de rooilijn heeft als gevolg dat er aan de betreffende woning geen vergunningsplichtige werken meer kunnen worden uitgevoerd.

Het rooilijnplan van de wegbeheerder AWV voorziet deze insprong niet, zodat het wenselijk wordt geacht om bij de opmaak van het RUP De Maeyer de rooilijn van het BPA op deze plek in overeenstemming te brengen met het rooilijnplan van AWV.

Aangezien deze wijziging geen nadelige milieueffecten genereert, zal hier verder in de nota niet meer op worden ingegaan.

(7)

Aanpassen rooilijn t.h.v. Brusselsesteenweg 41A

5.2. REIKWIJDTE

Met de beslissing om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP17 De Maeyer op te stellen, wenst de gemeente Zemst het RUP te begrenzen tot de ruimtelijk gesitueerde begrenzing van het plangebied (zie punt 3.1)

Hierbij wordt:

- voorzien in een aangepast bestemmingsvoorschrift dat de mogelijkheid biedt tot het oprichten van gebouwen van openbaar nut

- voorzien in een aangepast bestemmingsvoorschrift voor de meesterwoning “De Maeyer”

- voorzien in een bescherming van de waardevolle tuin

5.3. DETAILLERINGSGRAAD

De gemeente Zemst wenst met het RUP volgende detailleringsgraad te bekomen:

- een nieuwe grafische aanduiding en bijhorende voorschriften voor het oprichten van gebouwen van openbaar nut.

- binnen de stedenbouwkundige voorschriften wordt voorzien dat er een groenzone als publiek toegankelijk buurtpark moet worden aangelegd casu quo behouden.

- een nieuwe grafische aanduiding (overdruk) en bijhorende voorschriften voor de meesterwoning

“De Maeyer” langsheen de Brusselsesteenweg.

Rooilijn volgens huidig BPA Brusselsesteenweg 41A

(8)

5.4. REFERENTIESITUATIE - NULALTERNATIEF

De beschreven ruimtelijke en inhoudelijke situering dient beschouwd te worden als de referentiesituatie.

Het nulalternatief is de huidige referentiesituatie waarbij het actuele (vergunde) gebruik van het plangebied blijft bestaan, maar waarbij de oprichting van nieuwe gebouwen voor openbaar nut niet mogelijk is. Ook het bestemmen van de meesterwoning “De Maeyer” voor privé-gebruik is momenteel stedenbouwkundig niet vergunbaar.

5.5. ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN

Gelet op:

- de gunstige ligging in het centrum van Zemst

- de mogelijkheid tot integratie van een publiek toegankelijk buurtpark bij de woonzorgcentrum - de gunstige ontsluitingsmogelijkheden van het perceel.

- de interessante perceelsvorm, waardoor bebouwing langs beide straten mogelijk is

- de huidige bestemming “groenzone tot openbaar nut” waarbij het openbaar karakter van de zone reeds als een voorwaarde werd gesteld.

- het feit dat uit studies (o.a. voor de herlokalisatie van het politiekantoor Zemst) is gebleken dat de bestaande gebouwen in hun huidige vorm niet bruikbaar worden geacht voor enige doeleinden van openbaar nut (toegankelijkheidsnormen, veiligheid,…)

wordt er geen alternatieve locatie voor het voorgenomen RUP als haalbaar alternatief voorstel geformuleerd.

Het zoeken naar een alternatieve locatie voor een woonzorgcentrum is geen valabele optie.

In het ruimtelijk structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant wordt de kern van Zemst geselecteerd als hoofddorp. Het provinciaal structuurplan stelt dat de hoofddorpen in het

buitengebied hoofdzakelijk de dynamiek (wonen, locale bedrijvigheid, voorzieningen, administratieve dienstverlening) dienen op te nemen. Het wonen dient in het hoofddorp prioritair te worden

gestimuleerd met aandacht voor de differentiatie van het woningaanbod. Leegstaande woningen en gebouwen en onbebouwde percelen aan een uitgeruste weg dienen prioritair benut. De ecologische infrastructuur dient versterkt ter verbetering van de leefbaarheid van de kern (wonen). Waar

mogelijk wordt de ecologische infrastructuur gekoppeld aan de andere ontwikkelingen (aanleg openbaar domein, parken...).

Binnen de hoofddorpen zal aandacht worden geschonken aan het cultureel erfgoed. De waarde van het cultureel patrimonium zal worden versterkt en zorgvuldig worden afgewogen tegenover de andere ruimtelijke aspecten.

Het opmaken van een RUP voor de site De Maeyer biedt bijgevolg de mogelijkheid om de

woondichtheid en de differentiatie van het woonaanbod in de kern te versterken en tegelijkertijd het bestaande architecturale patrimonium (meesterwoning “De Maeyer”) op te waarderen. Bovendien wordt de leefbaarheid van de kern verbeterd door de creatie van een publiek toegankelijk buurtpark.

(9)

6. KOMT HET PLAN IN AANMERKING VOOR SCREENING

6.1. KADER VOOR VERGUNNINGEN BIJLAGE I/II

In het voorgenomen plan worden de mogelijke activiteiten en functies beperkt tot:

- openbare functie op het volledige terrein

- mogelijkheid tot woonfunctie en complementaire bedrijvigheid in de meesterwoning “De Maeyer”

Geen van deze functies of activiteiten komen voor in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

Evenmin is het voorgenomen plan onderworpen aan een passende beoordeling in het kader van art.

36ter &3, 4de lid van het Natuurdecreet aangezien het niet in of in de omgeving van een speciale beschermingszone (Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebied) gelegen is.

De dichtst bijzijnde Natura 2000 sites zijn:

- Dorent-Nelebroek (BE2300044-19) op meer dan 2 km van het plangebied - Nayakker (BE2300044-17) op meer dan 2,5 km van het plangebied

6.2. MOGELIJKE GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Het plangebied heeft een oppervlakte van 58a 28ca en is gelegen in de dorpskern van de (deel)gemeente Zemst.

Gelet op de ligging en de beperkte omvang en ingreep worden er geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

7. MOTIVERING VOOR ‘ONDERZOEK TOT M.E.R.’

7.1. VOORSTELLING PLANONDERDELEN

Huidige toestand (2007) Gewestplan BPA Z1 ter Zemst-Centrum

(10)

Schetsontwerp voorgenomen plan

7.2. INSCHATTING GRADATIE VAN MILIEUEFFECTEN

Aan de hand van een indicatorenset wordt nagegaan in welke mate het voorgenomen plan afwijkt van het geldend plan of de bestaande toestand.

Volgende indicatoren worden aangewend1:

Activiteiten: Zijn er verschillen tussen de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het huidig geldend plan en de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het voorgenomen plan?

Bodemafdekking: Laat het voorgenomen plan ten opzichte van het geldend plan een wijziging toe van de totale bodemafdekking binnen het planonderdeel?

Bestaande toestand: Is het doel van het voorgenomen plan enkel de bestendiging van de huidige stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand?

Vervolgens wordt het indicatorenschema van de handleiding ‘Onderzoek tot M.E.R.” aangewend om de gradatie van de mogelijke milieueffecten in te schatten.

Activiteiten Bodemafdekking Best.Toestand Indeling effect

Ja Ja Nee Effecten die significant kunnen zijn

(11)

Verklaring:

Activiteiten: De bestemmingszone van het BPA stelt dat de zone en de bestaande gebouwen een openbare bestemming moeten krijgen. Het oprichten van een woonzorgcentrum kan beschouwd worden als een openbare bestemming. Het huidig geldende plan voorziet echter niet de mogelijkheid om nieuwe alleenstaande gebouwen voor openbaar nut te realiseren. Deze mogelijkheid wordt wel gecreëerd in het nieuwe RUP.

De woonfunctie in de 2 bestaande gebouwen wordt vergund geacht. De bestemmingszone van het BPA stelt echter dat de zone en de bestaande gebouwen een openbare bestemming moeten krijgen. De bestaande woonfunctie is bijgevolg zonevreemd.

Het nieuwe plan voorziet een herbestemming van de meesterwoning “De Maeyer” naar openbaar nut, evenals de mogelijkheid om in deze meesterwoning woongelegenheden onder re brengen en/of in te richten als bedrijfsruimte binnen de dienstensector, indien deze bedrijvigheid complementair is aan de functie van de gebouwen gelegen in de zone voor openbaar nut. Deze functiewijziging is niet vergunbaar op basis van uitzonderingsmaatregelen zoals bepaald in art. 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening of het uitvoeringsbesluit i.v.m. vergunbare functiewijzigingen.

Bodemafdekking: Het voorgenomen plan stelt dat max. 75% van de zone mag worden bebouwd of verhard. Het huidige BPA stelt dat max. 50% van het totale terrein mag worden verhard. Op basis van ontwerpplannen komen we tot max. bebouwing en verharding van 68% voor het totale terrein. Concreet betekent dit dat voor het totale terrein de toegelaten bodemafdekking met 18% toeneemt in vergelijking met het huidig geldende plan.

Bestaande toestand: Het huidig geldende plan voorziet niet in de mogelijkheid om nieuwe gebouwen voor openbaar nut te realiseren. Met het RUP worden specifieke voorschriften opgesteld om het oprichten van een nieuw woonzorgcentrum mogelijk te maken.

In vergelijking met de huidige stedenbouwkundig vergund geachte toestand wordt bijkomend de mogelijkheid gecreëerd om in de meesterwoning “De Maeyer” (gelegen in zone voor openbaar nut) woongelegenheden onder te brengen en/of in te richten als bedrijfsruimte binnen de dienstensector, indien deze bedrijvigheid complementair is aan de functie van de gebouwen gelegen in de zone voor openbaar nut.

(12)

7.3. SELECTIE DISCIPLINES EN BESCHRIJVING EFFECTEN

V = van toepassing

7.3.1 DISCIPLINE MENS – GEZONDHEID – VEILIGHEID

Het RUP heeft als doel het oprichten van een nieuwe instelling voor residentiële ouderenzorg mogelijk te maken, een publiek toegankelijk buurtpark te realiseren en de huidige functie van de meesterwoning “De Maeyer” te verruimen.

De ontwerpschets van het woonzorgcentrum behelst ongeveer 2250 m² en zal zodanig worden ingeplant dat er nog voldoende aaneengesloten en centraal gelegen groene ruimte overblijft om als buurtpark te fungeren.

In vergelijking met het huidig geldende plan (BPA Zemst-Centrum) neemt de totale toegelaten te verharden/te bebouwen oppervlakte op het volledige terrein slechts met 18% (indien van 50¨naar 68%) toe.

Ook de toegelaten activiteiten in het RUP wijken niet (of marginaal) af van de huidige bestemming (openbare bestemming) en de huidige vergund geachte functies (woongebied).

Conclusie:

De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. Integendeel, de betere juridische bescherming van de tuin en het gebouwenpatrimonium zal eerder positieve effecten genereren.

7.3.2 DISCIPLINE RUIMTELIJKE ORDENING

Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en voorziet in een betere stedenbouwkundige rechtszekerheid voor zowel de waardevolle tuin, de huidige bestemming van de meesterwoning “De Maeyer” en de bescherming van het waardevol architecturaal patrimonium.

Het opmaken van het RUP kadert eveneens binnen de doelstelling van het provinciaal ruimtelijk structuurplan m.b.t. de hoofddorpen, nl. het versterken van de woondichtheid en de differentiatie van het woonaanbod in de kern, het opwaarderen van het bestaande architecturale patrimonium en

Discipline Planonderdeel A Planonderdeel B

Mens-gezondheid-veiligheid V V

Ruimtelijke ordening V V

Energie- en grondstoffenvoorraden

V V

Bodem V V

Water V V

Atmosfeer V V

Geluid V V

Licht V V

Biodiversiteit V V

Fauna en flora V V

Klimatologische factoren V V

Mobiliteit V V

(13)

Conclusie:

Er zijn geen negatieve milieu-effecten te verwachten, maar eerder een positief effect door het in uitvoering brengen van de doelstellingen van het GRS/PRS, nl. de bescherming van de waardevolle tuin, het verbeteren de leefbaarheid in de kernen, enz.

7.3.3 DISCIPLINE ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN

Door het RUP wordt het mogelijk om een nieuw woonzorgcentrum te bouwen, terwijl het in het geldend BPA enkel toegelaten is om de bestaande gebouwen uit te breiden. In het BPA bedraagt de max. toegelaten bezettingscoëfficiënt voor het hele plangebied: 0,50. In het voorgenomen plan breidt de footprint van het plangebied uit met 18% of een verhoging van de bezettingscoëfficiënt van 0,50 naar 0.68 (bebouwing + alle verhardingen en parkings).

Bij de bouw van het woonzorgcentrum alsook bij het verbouwen van de meesterwoning “De Maeyer”

dient de actuele regelgeving inzake EnergiePrestatie en Binnenklimaat (in voege sedert 1/1/2006) gevolgd te worden.

Bovendien is de behoefte aan bijkomende rustoordbedden en serviceflats aangetoond. Of deze in het betreffende plangebied of elders in de gemeente worden ingeplant, levert op gemeentelijk niveau geen wijziging in energieverbruik op.

Conclusie:

Er zullen niet meer energie- en grondstoffen verbruikt worden dan noodzakelijk. Er is dus geen aanzienlijk effect.

7.3.4 DISCIPLINE BODEM

Het volledige plangebied heeft een antropogene ondergrond.

Bodemkaart

(14)

Binnen het plangebied is er geen landbouwbedrijf noch een landbouwperceel gesitueerd. Het plangebied maakt evenmin deel uit van het westelijk landbouwgebied dat ingevolge maatregel 8 (p.

79) van het GRS een betere planologische bescherming moet krijgen.

Bij het planningsproces voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (regio Zenne-Dijle-Pajottenland) werd het plangebied opgenomen binnen de contouren waar de bestaande gewestplannen zullen worden herbevestigd, zodat ook vanuit hoger niveau geen planningsinitiatieven zullen worden genomen om het gebied een natuurlijke of agrarische bestemming te geven.

Gezien de ligging van het plangebied in het centrum van Zemst, temidden van het woongebied, is er geen enkele aanleiding dat deze zone in de toekomst een andere bodembestemming zal krijgen.

Ondanks de beperkte toename van de maximale terreinbezettingscoëfficiënt zal de realisatie ervan tot gevolg hebben dat er minder hemelwater rechtstreeks in de bodem zal kunnen indringen.

Dit effect zal echter gemilderd worden door de verplichte toepassing van de gewestelijke en provinciale verordeningen inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afval- en hemelwater. Hierdoor wordt recuperatie aangemoedigd en worden infiltratie, buffering en vertraagde afvoer opgelegd.

Conclusie:

Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen en opvolgen van de verplichte milderende maatregelen conform de geldende regelgeving.

7.3.5 DISCIPLINE WATER

De watertoetskaart geeft aan dat het plangebied als een niet-overstromingsgevoelig gebied gecatalogeerd is.

(15)

Ondanks de beperkte toename van de maximale terreinbezettingscoëfficiënt zal de realisatie ervan tot gevolg hebben dat er minder hemelwater rechtstreeks in de bodem zal kunnen indringen.

Dit effect zal echter gemilderd worden door de verplichte toepassing van de gewestelijke en provinciale verordeningen inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afval- en hemelwater. Hierdoor wordt recuperatie aangemoedigd en worden infiltratie, buffering en vertraagde afvoer opgelegd.

Afvalwaterzuivering

Het perceel is conform het zoneringsplan van Zemst, goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 09-06- 2008, gelegen in het “centraal gebied”. In concreto betekent dit dat het woonzorgcentrum aangesloten moet worden op het rioleringsstelsel en de bijhorende gemeenschappelijke waterzuiveringsinfrastructuur. Eind 2009 werd gestart met de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel langsheen de Brusselsesteenweg en dient de aansluiting van het gebouw dan ook in een gescheiden stelsel te gebeuren. De afvalwaters dienen aangesloten op de DWA-riool (droog weer afvoerleiding) en de regenwaters dienen aangesloten op de RWA-riool (regenwaterafvoerleiding).

Conclusie:

Mits het respecteren van de milderende maatregelen via de bestaande regelgeving zal het effect eerder kleinschalig zijn. De aanleg van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel zal eerder positieve effecten genereren.

7.3.6 DISCIPLINE ATMOSFEER

Er wordt verwacht dat er tijdelijke stofhinder zal zijn bij de aanleg van de infrastructuur en de voorziene gebouwen. Daarnaast is er luchtverontreiniging mogelijk door de verwarmingsinstallatie van het woonzorgcentrum. Voor deze effecten wordt gerekend op de bestaande, verplichte milderende

(16)

Tenslotte kan er bijkomende fijnstofhinder ontstaan van de verwachte bijkomende automobiliteit door de voorziene verhuisbewegingen binnen de organisatie van de woonzorgsite. Om hiervan een inschatting te krijgen, werd gebruik gemaakt van enerzijds de gegevens inzake verwachte extra automobiliteit en anderzijds het rekenmodel voor luchtverontreiniging langs verkeerswegen, CAR Vlaanderen 1,0.

De verzorgingsinstelling raamt dat het uitbreidingsproject een dagelijkse verplaatsing zal genereren van ongeveer 34 personeelsleden naar de site. Het personeel wordt lokaal gerekruteerd en meer dan 80% van de personeelsleden woont doorgaans in een straal van 5 km rond het woonzorgcentrum. Dit gegeven, gekoppeld aan de gunstige bereikbaarheid van de locatie met het openbaar vervoer, maakt dat we - ons baserend op gelijkaardige projecten - mogen veronderstellen dat ongeveer 60% van de personeelsleden met de auto zullen komen. Dit stemt overeen met een 40-tal autoverplaatsingen per dag. Via de toekenning aan het personeel van een tegemoetkoming voor het gebruik van het openbaar vervoer en/of de fiets zal het wagengebruik verder ontraden worden.

Gelet op het geringe verkeer van logistieke diensten (levering van voeding ed.) en het geringe bezoekersaantal (vooral in weekends wanneer er geen administratief en support personeel aanwezig is) wordt voorgesteld te rekenen met de bekomen autoverplaatsingen.

De bijkomende 40 autoverplaatsingen dienen bijgeteld te worden bij de telgegevens van het

autoverkeer op de N1-Brusselsesteenweg. Hiervan zijn de recentste telgegevens van 2008: 11.585pae.

Van de lokale Leopoldstraat zijn geen telgegevens gekend. Gelet op het luwe karakter van de straat wordt enkel rekening gehouden met het verkeer gegenereerd door het woonzorgcentrum.

In het CAR-model werden volgende gegevens ingevoerd:

CAR Vlaanderen Version 1,0 Bestaande toestand

plaats straatnm X Y intensiteitfract licht frac midd zwfract zw fract autobsnelhtype wegtype bomenfctrafstand wegas Zemst Brusselsesteenweg156127 1830113 11585 0,8946 0,0656 0,0317 0,0081 Doorstromend stadsverkeer3a 1 13

Simulatie met realisatie van het woon -en zorgcentrum

plaats straatnm X Y intensiteitfract licht frac midd zwfract zw fract autobsnelhtype wegtype bomenfctrafstand wegas Zemst Brusselsesteenweg156127 1830113 11625 0,8946 0,0656 0,0317 0,0081 Doorstromend stadsverkeer3a 1 13

(17)

Dit gaf volgende resultaten:

BESTAANDE SITUATIE Jaartal 2010

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]

Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OM

Zemst Brusselsesteenweg 156127 183013 31 20 0 0 31 29 35 35

Bestaande toestand 2015 Jaartal 2015

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]

Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OM

Zemst Brusselsesteenweg 156127 183013 26 18 0 0 28 27 27 27

GEPLANDE SITUATIE Jaartal 2010

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]

Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OM

Zemst Brusselsesteenweg 156127 183013 31 20 0 0 31 29 35 35

GEPLANDE SITUATIE Jaartal 2015

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³]PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]

Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OM

Zemst Brusselsesteenweg 156127 183013 26 18 0 0 28 27 27 27

De simulatie gaf geen wijzigingen aan in de fijnstofhinder door de bijkomende gegenereerde autobewegingen van het uitbreidingsproject van de woonzorgsite.

Rekening houdend met het huidig toegelaten bouwprogramma in het plangebied dient te worden gesteld dat de bijkomende stofhinder na realisatie van het RUP eerder kleinschalig zal zijn.

Conclusie:

Mits het respecteren van de milderende maatregelen via de bestaande regelgeving zal het effect eerder kleinschalig zijn.

7.3.7 DISCIPLINE GELUID

Er wordt verwacht dat er tijdelijke geluidshinder zal zijn bij de aanleg van de infrastructuur en de voorziene gebouwen. De geluidshinder van het extra gegenereerde autoverkeer (40 extra bewegingen per dag) is eerder kleinschalig te noemen, rekening houdend met het niet gelijktijdig aankomen of vertrekken van deze wagens. De werktijden van de administratieve diensten (kantooruren) en het zorgteam (vroege dienst 7:00 – 15:06; late dienst 13:00 – 20:45; nachtdienst 20:30 – 7:00) zijn namelijk verschillend waardoor weinig piekverkeer zal ontstaan.

Rekening houdend met het huidig toegelaten bouwprogramma in het plangebied, dient te worden gesteld dat de bijkomende geluidshinder na realisatie van het RUP eerder kleinschalig zal zijn.

Conclusie:

Dit effect is eerder kleinschalig

(18)

7.3.8 DISCIPLINE LICHT

Er kan bijkomende lichthinder ontstaan door de bijkomende wegenis en parkeergelegenheid op het parkdomein en door de bijkomende bebouwing. Gelet op het parkdomein en op het nieuwe woonzorgcentrum die op zich een luw karakter vergt, worden geen projecten voorzien die extra veel verlichting vergen (sportvelden, lichtreclame,...). In het RUP zal het voorschrift voor het woonzorgcentrum in het parkdomein dit expliciteren.

Rekening houdend met het huidig toegelaten bouwprogramma in het plangebied, dient te worden gesteld dat de bijkomende lichthinder na realisatie van het RUP eerder kleinschalig zal zijn.

Conclusie:

Geen aanzienlijk effect 7.3.9 DISCIPLINE BIODIVERSITEIT

Gelet op:

 de bestaande, onderhouden antropogene tuin van hof “De Maeyer”

 het feit dat er t.o.v. de maximale toegelaten terreinbezetting volgens huidig BPA slechts een beperkte uitbreiding wordt toegelaten 18% bijkomende terreininname)

 het feit dat de waardevolle tuin in het RUP een betere planologische bescherming krijgt wordt er geen aanzienlijk effect op de biodiversiteit verwacht.

Conclusie:

Geen aanzienlijk effect

7.3.10 DISCIPLINE FAUNA EN FLORA

(19)

De biologische waarderingskaart geeft aan dat het volledige plangebied als biologisch minder waardevol gecatalogeerd is.

Gelet op:

 de bestaande, onderhouden antropogene tuin van hof “De Maeyer”

 het feit dat er t.o.v. de maximale toegelaten terreinbezetting volgens huidig BPA slechts een beperkte uitbreiding wordt toegelaten 18% bijkomende terreininname)

 het feit dat de waardevolle tuin in het RUP een betere planologische bescherming krijgt wordt er geen aanzienlijk effect op de fauna en flora verwacht.

Conclusie:

Geen aanzienlijk effect

7.3.11 DISCIPLINE KLIMATOLOGISCHE FACTOREN

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de klimatologische factoren veroorzaakt.

7.3.12 DISCIPLINE MOBILITEIT

Het plangebied is gelegen tussen de lokale Leopoldstraat en de N1- Brusselsesteenweg. Deze is opgenomen als type 3 in de hiërarchie van de wegen, conform het gemeentelijk mobiliteitsplan. De bestaande meesterwoning “De Maeyer” en de hoeve vinden ontsluiting respectievelijk via de Brusselsesteenweg en de Leopoldstraat. Het geplande woonzorgcentrum ontsluit op de Brusselsesteenweg (ter hoogte van kruispunt van de Brusselsesteenweg met de J. Jordaenslaan).

Het woonzorgcentrum genereert enkel verkeer afkomstig van personeelsleden, leveranciers en bezoekers. Verplaatsingen van de residenten zijn minder frequent. Binnen het woonzorgcentrum wordt er in het zorgteam in shiften gewerkt (cf. 7.3.7 : vroege, late –en nachtshift). Om de shiften goed te kunnen bemannen wordt er gerekend op een personeelsbezetting van ongeveer 50 personeelsleden. Het aantal personeelsleden dat tegelijkertijd tewerkgesteld zal worden is afhankelijk volgens het werkregime:

 vroege shift: max. 12 personeelsleden

 late shift: max.7 personeelsleden

 nachtshift: max. 2 personeelsleden.

 Administratieve diensten : max. 8 personeelsleden

De drukste bezetting van het woonzorgcentrum wordt berekend op maximaal 20 personeelsleden.

Rekening houdend met het aantal personeelsleden en met de facultatieve leveringen wordt het aantal wagens dat de campus dagelijks aandoet geschat op 25 (of 40 bewegingen).

Binnen het woonzorgcentrum zal een beleid gevoerd worden dat er op gericht is het openbaar vervoer, de fiets -of verplaatsingen te voet te promoten.

Bezoekers komen enkel in het weekend. Er zijn dan geen ondersteunende of administratieve diensten actief, enkel begeleiding. Naar schatting komen ong. 12 wagens op zaterdag en zondag naar de site.

Op de site worden, gelet op het verwachte aantal bezoekers, - leveranciers -en personeelsleden, voldoende parkeergelegenheid aangelegd die worden geïntegreerd in de parkachtige aanleg van het voorliggende plan.

Bij de realisatie van het woonzorgcentrum wordt er naar gestreefd om op het eigen terrein alle

(20)

De voorgestelde verkeersgeneratie dient te worden gerelateerd aan de verkeersintensiteiten op de Brusselsesteenweg: 40 voertuigbewegingen op een totaalintensiteit van 11.585 pae per dag (cfr.

telgegevens 2008) of een surplus van 0,3%, wat verwaarloosbaar is.

Conclusie:

Geen aanzienlijk effect

7.4. SAMENVATTING, CUMULATIEVE EFFECTEN EN CONCLUSIE

planonderdeel Mens-gezondheid-veiligheid Ruimtelijke ordening Energie- en grondstoffenvoorraden bodem water atmosfeer geluid licht biodiversiteit Fauna en flora Klimatologische factoren mobiliteit

Geheel + + 0 0 0 0 0 0 0 0 / 0

Legende:

/ Het plan houdt geen wijziging in t.o.v. het geldend plan en de bestaande toestand, een beoordeling is dus niet van toepassing

0 Er is geen effect of een zeer minimaal effect voor deze discipline +, ++ Er is een positief of een significant positief effect voor deze discipline -, -- Er is een negatief of een significant negatief effect voor deze discipline

Door de opdeling van het plangebied in verschillende planonderdelen met bijhorende specifieke voorschriften, worden de diverse functies in het plangebied beter erkend en versterkt in hun functioneren.

Het woonzorgcentrum wordt als dusdanig erkend in haar werking en voorkomen, in samenhang met de bestaande tuin die als een volwaardig buurtpark wordt erkend en versterkt.

De meesterwoning krijgt ruimere bestemmingsmogelijkheden (openbaar nut / woonfunctie / kantoorfunctie)

Hierdoor worden zowel op het vlak van de ruimtelijke ordening als de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de mens betere mogelijkheden geboden.

De verduidelijkte situatie tussen de bestaande gebouwen, het nieuwe woonzorgcentrum en de bestaande waardevolle tuin komt de ontwikkelingsmogelijkheden van het groene buurtpark en de daarmee samenhangende fauna en flora ten goede.

De erkenning van zowel de bestaande meesterwoning als de waardevolle tuin en het gegeven dat het nieuwe woonzorgcentrum geen afbreuk hieraan doet, maar een integratie in zowel de bebouwde

(21)

CONCLUSIE

Het geheel van voorgenomen RUP betekent een bestendiging tot zelfs een verbetering van de globale milieu- en functionele kwaliteiten van het plangebied. Er worden dan ook geen significante milieueffecten verwacht.

(22)

8. BIJLAGEN

8.1. ADVIES ANB I.V.M. PASSENDE BEOORDELING

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

-->De oversteek over de Zenne voor de Weerdenaars verliep meer noordelijk, langs de Heidestraat naar de oude Brusselsesteenweg;.. -->ook de Zemstenaars namen

Het werk bij deze organisatie biedt voor medewerkers vanzelf al veel potentiële leersituaties, vooral vanuit de samenwerking met anderen (klanten en collega’s), de complexiteit

Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben in de omgeving waarin ze gepest worden dikwijls geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met

1) Expertise en informatie, gericht op Nederlandse hulpverleners aan asielzoekers en ongedocumenteerden die te maken hebben met de Dublinregeling. De website WaytoStay van STIL

Dissociatie Onplezierige affecten vervangen met plezierige. Men is dramatisch en emotioneel oppervlakkig. Vaak theatrale persoonlijkheden. Ze zoeken juist gevaar op om de angst

ten volle van het nieuwe wooncomfort! Ook de sceptici die in het begin wat meewarig waren over wonen buiten de camping, zeggen gelukkig te zijn met hun nieuwe situatie. Een

CITO DMT kaart 1,2 & 3 Bij een score van IV/V wordt door de leerkracht een uitgebreide analyse gemaakt en krijgt de leerling extra ondersteuning en begeleiding op het

In deze Berap 2013 - 2 worden alleen de beleidsmatige en financiële afwijkingen in de uitvoering van de begroting per 1 september 2013 gemeld.. De in Berap 2013-1