• No results found

Boekverslag Nederlands Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boekverslag Nederlands Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boekverslag Nederlands Oosterschelde, windkracht 10 door Jan Terlouw

Boekverslag door een scholier 2362 woorden

21 jaar geleden

6,8

118 keer beoordeeld

Auteur Jan Terlouw

Genre Streekroman, Jeugdboek

Eerste uitgave 1976

Vak Nederlands

Samenvatting (Vloed)

Op een dag gaat Anne Strijen varen. Als ze midden op het Grevelingenmeer is, verandert de windrichting.

De wind is zo sterk dat Anne's boot omslaat. Ze gaat aan wal en kleedt zich uit om haar kleren te drogen.

In het water vindt ze een kistje dat niet open kan, ze legt het in de boot. Op dat moment komt er een agent (Giel Nolen) langs. Hij maakt een procesverbaal op,omdat ze naakt rondloopt, maar die is niet serieus bedoeld. Als haar kleren droog zijn kleedt ze zich weer aan. Ze vaart terug naar huis. De volgende dag probeert ze samen met haar vriend het kistje te openen; het lukt. In het kistje zitten allemaal papieren over dijken, dammen, overstromingen, enz. Het kistje blijkt van ene Brooshoofd te zijn. Na een paar weken gaan ze opzoek naar de eigenaar van het kistje. Het blijkt een nogal slordig typ te zijn. Van de buurvrouw krijgen ze tehoren dat ze hem al weken niet heeft gezien. Op de weg terug vertelt Anne aan Henk dat ze zwanger is, dit vindt Henk geweldig nieuws. Dat vindt Anne een goeie aanleiding om Henk ten huwelijk te vragen.

Henk antwoordt daar zonder te twijfelen "ja" op. Ze bereiden het feest voor en gaan trouwen. Alles gaat nogal snel,omdat alles gebeurd moet zijn voordat het kind geboren is. Brooshoofd wordt gevonden in een sloot: gewikkeld in een zeil met touw, stenen en ijzer om het pakket te laten zinken. Een Rotterdamse rechercheur en Giel Nolen worden op de zaak gezet. De rechercheur legt de zaak weg,omdat hij niet verder komt. Giel Nolen gaat in het geheim verder. Hij vindt een aanknopingspunt en gaat naar Stafmaat (de rechercheur). Anne wordt beschuldigd van moord op Brooshoofd en wordt verhoord op het

politiebureau in Rotterdam. Na 2 dagen wordt ze vrijgelaten, omdat er te weinig bewijs tegen haar is. Het hele eiland weet wat Anne heeft gedaan. Haar vader stapt uit de kerkenraad, omdat hij de druk niet meer aankan. Er verlopen vele maanden. Elk weekend komt Henk vanuit Delft (waar Henk studeert) naar

Battenoord: de woonplaats van de fam. Strijen. Alles verloopt rustig tot Henk op zaterdagavond 31 januari naar de radio luistert. Hij hoort dat er een hele hevige storm op komst is: noord-noordwesterstorm met springvloed (volgens Brooshoofd zouden dan de dijken het begeven). Henk gaat met Piet (broertje van Anne) meteen naar de havenmeester en vraagt hoe de situatie is. Hij zegt dat de situatie kritiek is. Na enige tijd krijgen Henk en Piet de opdracht iedereen te waarschuwen en te evacueren. De familie Strijen

(2)

(Anne, vader, moeder, opoe) gaan naar de kleine zolder. Na een half uurtje breken de dijken door (als eerste achter het huis van de familie Strijen): er stroomt veel water het huis in en er stroomt veel huisraad weg. Ook opoe (die op bed was blijven liggen) wordt meegenomen door het water en verdrinkt. Henk is, nadat hij iedereen gewaarschuwd heeft, zelf op een hoog huis gaan zitten. Hij zit wel veilig. De polder stroomt intussen vol. Hennie was dat weekend bij iemand logeren en zit droog en veilig. 's Maandags komt de hulp voor Anne, vader, moeder en Hennie. Henk wordt pas op woensdagochtend gevonden. Iedereen is verdrietig om de vele doden. De buurman van de familie vertelt dat Piet is verdronken toen hij iemand wou helpen. Na twee dagen begint het water te zakken. Anne krijgt weeën (drie weken te vroeg), ze gaat liggen op een matras en wil alleen zijn. "Het is een zoon!" zegt Anne. De hele familie is blij (vanwege de baby) en verdrietig (vanwege Piet, opoe en alle andere mensen die zijn verdronken. Een agent komt zeggen dat Anne niet meer verdacht wordt van de dood op Brooshoofd, omdat iemand de moord heeft bekend.

(Eb)

Valeer (zoon van Anne en Henk) zit bij een actiegroep: Nog TIJd. Deze actiegroep is voor een open Oosterschelde (omdat anders de natuur verloren gaat) en voor dijkverzwaring. Ze hebben 1x per maand vergadering in een café. Bij de Deltadienst wordt een maquette opgeblazen van de Deltawerken. De actiegroep 'Nog TIJd' is de enige verdachte, maar ontkent alles. Op een avond komt een politieman bij de voorzitter en stelt hem een paar vragen. De voorzitter moet een formulier inleveren van alle namen en adressen van de leden van Nog TIJd. De voorzitter vindt dat goed en levert de lijst de volgende dag in op het politiebureau. Anne zit met een probleem: of ze voor haar man (die voor een dichte Oosterschelde is, omdat hij bij de Deltadienst werkt) of voor haar zonen Piet en Valeer die tegen een dichte Oosterschelde zijn, omdat die de natuur willen sparen. Ze wil dat zij bewijzen leveren om het probleem op te lossen. Dat vinden ze goed. Meteen die avond gaat Henk bewijzen leveren. De familie gaat eerst naar een

begraafplaats van de slachtoffers van de watersnoodramp en naar een getuige van de ramp. Daarna gaan ze naar huis. Na 14 dagen gaan Piet en Valeer bewijjzen leveren. Ze gaan naar het meer en laten zien heo schoon het water is, vervolgens laten ze zien hoe vies het water kan worden. Daarna gaan ze naar iemand die zwaar verongelukt is, net als velen met hem, op een dijk van de Deltawerken. Ook gaan ze naar een dijkverzwakking waar volgens hun wat aan gedaan moet worden. Anne kiest nog geen kant en wacht op de uitslag van een commissie die bezig is met een onderzoek naar de Deltawerken bij

Oosterschelde. Valeer verdenkt een ingenieur van de Deltawerken (Lievenbach) van de bom in het

gebouw, omdat hij de enige was die de sleutel had van het kamertje waar de maquette stond. Valeer stelt de voorzitter van Nog TIJd (Jos) op de hooget, maar vertelt niks aan zijn familie. Als er een rondvaartocht van de Commissaris van de Koningin, burgemeesters, journalisten en medewerkers van de Deltawerken is om te laten zien hoe het met de Oosterschelde gaat, trommelt Nog TIJd alle mossel- en oestervisser uit de omgeving bijelkaar voor een demonstratie. Met veel spandoeken en getoeter maakt het een heel goede indruk bij de mensen voor een overweging tussen een open of een dichte Oosterschelde. Na een week komt de uitslag van de commissie die een onderzoek deed naar de Oosterschelde. De conclusie is dat er een blokken dam moet komen met kokers erin en schuiven, zodat hij alleen dicht hoeft met een hoge waterstand. Nog TIJd stemt na een vergadering voor evenals het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Dat Ministerie stuurt een brief naar de regering. Na twee weken komt er een debat in de Tweede Kamer.

De uitslag is dat het meerendeel voor een dam met schuiven (stuwcassiondam) is.

(3)

Titelverklaring

De titel "Oosterschelde windkracht tien" slaat op de watersnoodramp van 1953 in Zeeland. Oosterschelde slaat op het water de Oosterschelde in Zeeland en wat zich hierrond afspeelt. Windkracht tien slaat op de watersnoodramp met de storm van windkracht tien.

Genre

Het boek behoort tot de volgende genres: jeugdboeken, historisch- en liefdesverhaal en informatief.

Personages

Hoofdpersonen van het eerste deel uit het boek (vloed)

Anne Strijen is de hoofdpersoon uit het verhaal. Zij is 20 jaar, vriendin en later vrouw van Henk. Ze heeft een slank figuur, zo'n één meter zestig, zacht bruin haar, apart gezicht, brede mond, twee donkere, bruine ogen die stralen als edelstenen. Ze is een eigenwijs meisje die lak heeft aan andere mensen en vaak ruzie heeft met haar vader. Ze is de oudere zus van Hennie en Piet, de dochter van vader en moeder Strijen, kleindochter van opoe. In het begin van het verhaal raakt ze zwanger van Henk en aan het eind van het verhaal krijjgt ze het kind (een zoon).

Bijpersonen van het eerste deel uit het boek (vloed).

Brooshoofd is een persoon die veel weet van stormen, dijken en dammen. Anne vinndt een kidtje van hem en gaat naar hem opzoek. Hij blijkt eerst vermist en daarna en vermoordt te zijn. Anne wordt verdacht van deze moord; dit zorgt voor een heleboel opschudding in het dorp. Later bekent iemand anders de moord en gaat Anne vrijuit.

Vader Strijen heeft vaak ruzie met zijn dochter, en is net als Anne heel koppig. Hij is de vader van Anne, Piet en Hennie, man van zijn vrouw en schoonzoon van zijn schoonmoeder. Hij heeft samen met zijn vrouw een boerderij.

Moeder Strijen is een stil persoon en bemoeit zich niet met de ruzies tussen haar man en haar dochter Anne. Ze heeft veel zorg aan haar moeder en haar drie kinderen (Anne, Piet en Hennie). Ze beheert samen met haar man een boerderij.

Henk is de vriend en later man van Anne. Hij studeerd in Delft en komt elk weekend naar Battenoord toe.

Hij denkt overal goed overna en hij is zeer behulpzaam met iedereen. Hij krijgt samen met Anna een zoon.

Hennie Strijen is de oudste zoon van vader en moeder en is 16 jaar. Hij de broer van Piet, het broertje van Anne en de kleinzoon van z'n oma.

Piet Strijen is de jongste van de familie en is 14 jaar oud. Hij de zoon van vader en moeder, het broertje van Hennie en Anne. Voor en tijdens de watersnoodramp redt hij mensen totdat hij wordt meegesleurd in het koude water van de Oosterschelde.

Opoe is de moeder van moeder Strijen en de oma van Hennie, Anne en Piet. Ze overleid tijdens de

(4)

watersnoodramp als ze wordt meegesleurd door een vloedgolf.

Hoofdpersonen van het tweede deel uit het boek (Eb).

Anne Boesschoten-Strijen is de vrouw van Henk en de moeder van Valeer en Piet. Ze heeft een slank figuur, zo'n één meter zeventig, zacht bruin haar, apart gezicht, brede mond, twee donkere, bruine ogen die stralen als edelstenen. Ze is een eigenwijze vrouw, maar denkt meer na over de dingen dan vroeger (in het eerste deel). Ze is de oudere zus van Hennie en Piet (die tijdens de watersnoodramp in 1953 overleed) , de dochter van vader en moeder Strijen (die ongeveer 6 jaar geleden overleed). Anne werkt 's morgens bij een boekbinderij en 's middags in het huishouden en alles wat daarbij hoort.

.Henk Boesschoten is de man van Anne en de vader van Valeer en Piet. Hij werkt bij de Deltadienst met het opbouwen van de Deltawerken. Hij is voorstander van het plan om de Oosterschelde af te sluiten met een dam.

Vader Strijen heeft twee kinderen Hennie en Anne ze hebben allebei een eigen familie. Z'n vrouw is zo'n 6 jaar geleden gestorven. Hij heeft 5 kleinkinderen, waarvan Valeer en Piet er twee zijn.

Valeer Boesschoten is de zoon van Henk en Anne, hij is 17 jaar en de broer van Piet. Valeer zit bij de actiegroep Nog TIJd. Deze groep wil de Oosterschellde open houden en de dijken verzwaren. Nog TIJd vergaderd één keer per maand. Valeer werkt bij een mosselbedrijf.

Piet Boesschoten is de jongste zoon van Henk en Anne en is 20 jaar. Hij is de broer van Valeer. Piet studeert in Delft; hetzelfde als wat zijn vader heeft gestudeerd.

Tijd

Het eerste deel van het boek speelt zich af voor en tijdens de watersnoodramp van 1953: 1952, januari en de eerste dagen van februari. Tussen het begin en het eind van het verhaal verloopt 8 maanden en één week. Het tweede deel van het boek speelt zich rond 20 jaar na de watersnoodramp af. Er zijn enige tot veel terugblikken in het verhaal, deze zijn om het verhaal interessanter te maken en om het verhaal te verduidelijken. Het is een chronologisch verteld verhaal.

Vertelsituatie

Door de ogen van een buitenstaander, door de ogen van Jan Terlouw, het is verteld uit een personale vertelsituatie.

Plaats

Het eerste deel speelt zich vooral af in en om Battenoord: de woonplaats van de fam. Strijen. Het plaatsje ligt op Goeree Overflakkee aan het Grevelingenmeer. Het tweede deel speelt zich vooral af in Yerseke en omgeving, aan de Oosterschelde.

Structuur

Het boek begint met een soort inleiding. De belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal ,van het eerste

(5)

deel, is de watersnoodramp. De belangrijkste gebeurtenissen, van het tweede deel, is het onderzoek en de discussies over de afsluiting van de Oosterschelde. Het hoogtepunt ligt beide keren helemaal aan het einde van het verhaal. Het boek (de twee delen) eindigent met een 'happy end'.

Thema en motieven (1e deel)

Het thema van het verhaal is de watersnoodramp. De schrijver heeft het zelf meegemaakt, leefde toen het gebeurde, familieleden en bekenden kwamen om bij de watersnoodramp.

(2e deel)

Het thema van het verhaal wel/niet afsluiten van de Oosterschelde met een dam. Hij wil kijken wat er in die tussen tijd gebeurd is.

De schrijver wil de lezer informeren over de watersnoodramp en de gevolgen daarvan, ook wil hij (in tweede instantie) de lezer amuseren.

Mijn Mening

Ik vind het een leuk boek om te lezen, omdat er allemaal spannende en afwisselende gebeurtenissen in voorkomen. Ook vind ik dat er leuke personages zijn gebruikt, verschillende leeftijdscategoriën. Ik zou best Valeer willen spelen in het tweede verhaal, omdat hij overal tegen in opstand komt. Het onderwerp is een stukje Nederlandse geschiedenis en dat vind ik wel interessant. Het verhaal bestaat uit een ingewikkelde bouw, omdat er veel terugblikken zijn en zo is het moeilijker te volgen en te begrijpen. Het is een makkelijk taalgebruik, dat moet ook wel, omdat het voor de jeugd is geschreven.

De Auteur

Jan Terlouw werd op 15 november geboren in Kamperveen (een klein dorpje in Overijssel). Hij studeerde eerst wiskunde, maar later ging hij natuurkunde studeren aan de Universiteit van Utrecht. Hij werkte daarna als natuurkundig in de V.S. en Zweden. In 1966 ging hij in Nederland de politiek in. Hij zat in de tweede kamer; minister van economische zakenen later was hij ook voorzitter van D'66. In 1982 stopte hij voorlopig met de politiek en ging in Parijs de zakenwereld in. Een paar jaar geleden was hij nog

Commissaris van de Koningin in Gelderland nu is hij gepensioneerd.

Hier volgt een lijst van een groot aantal van de door Jan Terlouw geschreven boeken:

1970 Oom Willibrord 1970 Pjotr 1971 Koning van Katoren: Gouden Griffel 1972 Oorlogswinter: Gouden Griffel 1973 Briefgeheim 1974 De heks van IJsselstein 1976 Oosterschelde windkracht tien 1983 De Kloof 1986 Gevangenis met een open deur 1989 De kunstrijder

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 1976 werd een onderzoek gestart naar de relatie tussen chlorositeit bepaald uit geleidendheid en chlorositeit bepaald via ti- tratie voor de Grevelingen, Veerse Meer

Omdat ik heel nieuwsgierig was hoe Anne West dit nu allemaal bedacht had en het toch ook weer niet helemaal snapte (welk element hoort bij de zwarte diamant en speelt het element

Wat het einde van het jaar betreft, zouden de verlaging van de woontaks, de afschaffing van de werknemersbijdragen en de behoorlijke groei van de werkgelegenheid een opleving

Voor een voLLedig gepenetreerde bekLeding geldt dat deze goed wordt getoetst als de golven kleiner zijn dan 3,0 meter en de bekLeding een dikte heeft van minimaaL 0,30

 De  hoogteligging  is  cruciaal   voor  groefwier,  omdat  deze  van  nature  slechts  in  een  smalle  zone  voorkomt.. Verspreide  uitvoering:  De  uitvoering

Geconcludeerd kan worden dat deze techniek leidt tot een overleving van groefwier op 93% van de zuilen, bovendien is de bedekking met groefwier licht toegenomen en is er op 67% van

De kwaliteit van de gelegde plaggen was minder dan in 2007, niet alleen door de geringere bedekking met zeegras (zie punt 2 onder donorlocatie), maar ook hoe de

Er is een duidelijk verband tussen aantallen volwassen wadpieren per vierkante meter en zeegrasbedekking: hogere scheutdichtheden van >1000 per plot zijn uiterst