Blok 5 MK vraag 1: bouwplan blokkenbouwsels vanuit verschillende gezichtspunten

(1)

Blok 5 MK vraag 1: bouwplan blokkenbouwsels vanuit verschillende gezichtspunten

Bouwplan blokkenbouwsels vanuit verschillende gezichtspunten

■ Bovenaanzicht met hoogtegetallen

• Tel het aantal blokken dat je nodig hebt om 1 toren te bouwen.

• Schrijf dit getal op de passende plaats van het grondplan.

• Herhaal tot je alle torens hebt afgewerkt.

■ Vooraanzicht

• Kijk naar de voorkant.

• Teken wat je ziet.

■ Zijaanzicht

• Kijk naar de zijkant (links of rechts).

• Teken wat je ziet.

(rechts) (links)

3 2 3

2 1 3

15A

(2)

Hoe deed ik de opdracht?

Ik denk: Juf/Meester vindt:

J L J L

¨ Bekijk de blokkenbouwsels goed. Er staan geen blokken achter de derde rij.

¨ Teken bij elk blokkenbouwsel:

• het bovenaanzicht met hoogtegetallen;

• de zijaanzichten;

• het vooraanzicht.

Bovenaanzicht met hoogtegetallen

Vooraanzicht

Rechterzijaanzicht Linkerzijaanzicht

Bovenaanzicht met hoogtegetallen

Vooraanzicht

Rechterzijaanzicht Linkerzijaanzicht

1 2 3 3 2 1 1 1

2 1

1 3

1

(3)

Hoe deed ik de opdracht?

J L J L

Blok 5 MK vraag 2: ruimtefiguren benoemen

Ruimtefiguren benoemen

Veelvlakken

Zijn alleen begrensd door veelhoeken Niet-veelvlakken

Zijn niet volledig begrensd door veelhoeken Hebben minstens één gebogen oppervlak

Piramide Balk Kubus Cilinder Kegel Bol

Grondvlak:

Veelhoek Zijvlakken:

Opstaande driehoeken die

samenkomen in een punt, de top

Grond- en bovenvlak:

Rechthoek Zijvlakken:

Allemaal rechthoeken

Vierkant Zijvlakken:

Allemaal vierkanten

Identieke cirkels, verbonden door een gebogen mantel

Grondvlak:

Cirkel Gebogen mantel:

Komt uit in één punt, de top

Bestaat uit alle punten die even ver liggen van het middelpunt

¨ Duid aan wat juist is.

¨ Schrijf de best passende naam bij elke ruimtefiguur.

2 3

1 4 5 6 1 7 2 8 3 1 2 4 5 3 6 4 7 5 6 8 7 8

¨ veelvlakken

¨ niet-veelvlakken

¨ alleen gebogen oppervlakken

¨ gebogen en vlakke oppervlakken

¨ alleen vlakke oppervlakken

¨ veelvlakken

¨ niet-veelvlakken

¨ veelvlakken

¨ niet-veelvlakken

Dit is een . Dit is een . Dit is een .

1 x

x

x x

piramide cilinder bol

(4)

(5)

Blok 5 MK vraag 3: schaduwen tekenen

Schaduw tekenen

■ Een lamp/lichtbron

• Teken de lichtstraal vanuit de lichtbron.

• Vertrek vanuit het punt van de lichtbron over de rand van het voorwerp tot op de grond.

• Teken de schaduwlijn op de grond.

• Herhaal voor de andere voorwerpen/

figuren.

■ De zon

• Kijk naar de gegeven lichtstraal.

• Teken de andere lichtstralen evenwijdig met die lichtstraal en rakend aan het voorwerp/de figuur.

• Teken de schaduwlijn op de grond.

¨ Teken de schaduwen op de palen als de lamp brandt.

Teken eerst de lichtstralen die je nodig hebt.

1

17A

(6)

Hoe deed ik de opdracht?

J L J L

Het is mooi weer en de zon schijnt.

¨ Teken de schaduwen op de palen als de zon schijnt.

Teken eerst de nodige lichtstralen.

2

(7)

Blok 5 MK vraag 4: kijklijnen of viseerlijnen tekenen vanuit een gezichtsveld

Kijklijnen of viseerlijnen tekenen vanuit een gezichtsveld

■ Kijklijn of viseerlijn

• bepaalt wat je kunt zien vanwaar je staat.

■ Kijklijnen of viseerlijnen tekenen Voorbeeld: Kan Noah Seppe zien?

• Teken een rechte lijn vanaf het oog van Noah naar Seppe.

• Noah kan Seppe zien.

Sarah en Willem-Jan zitten aan hun bureau in hun kamer. Ze kijken naar buiten, de tuin in.

¨ Bekijk het plan.

¨ Beantwoord de vragen.

¨ Teken de kijklijnen of viseerlijnen die nodig zijn.

Kan Willem-Jan de regenton zien?

Aan de muur van de schuur hangt een vogelhuisje. Kan Sarah dat zien?

Wie van beiden kan de jonge eik zien?

Zet een bolletje op de plaats waar Willem-Jan moet zitten, zodat hij de jonge eik wel kan zien.

1

Sarah

regenton

schuur

vogelhuisje vijver

rozen

Willem-Jan

jonge eik

ja

ja Geen van beiden.

meerdere oplossingen mogelijk

(8)

Hoe deed ik de opdracht?

J L J L

Op de tekening zie je een verkeersituatie met twee fietsers en twee auto’s. De donkergrijze gebieden zijn hoge gebouwen. Wie ziet wie?

¨ Bekijk de tekening.

¨ Lees de vragen.

¨ Teken de kijklijnen of viseerlijnen die nodig zijn.

¨ Onderstreep het juiste antwoord.

A B

2

1

De bestuurder van auto A kan auto B zien. JA NEEN De bestuurder van auto A kan fietser 1 zien. JA NEEN De bestuurder van auto B kan fietser 2 zien. JA NEEN Fietser 1 kan fietser 2 zien. JA NEEN De bestuurder van auto A kan fietser 2 zien. JA NEEN De bestuurder van auto B kan fietser 1 zien. JA NEEN

2

(9)

Hoe deed ik de opdracht?

J L J L

19

Blok 5 MK vraag 5: spiegelbeeld tekenen

Spiegelbeeld tekenen

■ Leg de geodriehoek met de rechthoekszijde loodrecht op de spiegelas.

■ Meet de afstand van hoekpunt A tot de spiegelas.

■ Meet dezelfde afstand af aan de andere kant van de spiegelas en plaats daar een punt A’.

■ Plaats stippellijnen van A tot A’.

■ Herhaal tot alle hoekpunten gespiegeld zijn.

■ Teken de gespiegelde figuur door de spiegelbeelden van de hoekpunten te verbinden. (A’

met B’ enz.)

A’

A B

C C’

B’

s

¨ Teken het spiegelbeeld van de figuren ten opzichte van de spiegelas.

¨ Volg het stappenplan uit het onthoudkader.

¨ Benoem de gespiegelde punten.

A

E B

C D

B

A E

F

1

A’

E’

B’

C’

D’

D’ C’

B’

E’ A’

F’