Raadsvoorstel
Portefeuillehouder:
A. Ingwersen
Opgesteld door:
Judith de Jong, afdeling Bedrijfsvoering
Besluitvormende vergadering:
10 december 2020
Registratienummer collegebesluit:
20.64874
Raadsnummer:
2020-099 Titel / onderwerp:
Belastingverordeningen en tarieven 2021 Samenvatting:
Om uitvoering te geven aan de begroting 2021-2024, worden de belastingverordeningen 2021 ter op belastinggebied uit de begroting verwerkt. Daarnaast zijn de verordeningen deels inhoudelijk geactualiseerd aan de hand van de modellen van de VNG.
Voorgesteld besluit:
Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:
a) Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaak belasting 2021;
b) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021;
c) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021;
d) Verordening op de heffing en invordering van roerende zaak belasting 2021;
e) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021;
f) Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2021 en de tarieventabel begraafplaatsrechten 2021;
g) Verordening op de heffing en invordering van leges 2021 en de tarieventabel leges 2021;
h) Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2021;
i) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021;
j) Verordening op de heffing en invordering van standplaatsrechten 2021;
k) Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2021.
burgemeester en wethouders van Nieuwkoop
Govard Slooters secretaris
Robbert-Jan van Duijn Burgemeester
TOELICHTING
Inleiding / aanleiding
De gemeenteraad is op grond van artikel 216 van de Gemeentewet bevoegd tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting.
Op grond van artikel 15 van de financi le verordening gemeente Nieuwkoop 2017 doet het college de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, leges, rechten en tarieven. Deze zijn opgenomen in de betreffende verordening.
Het raadsvoorstel geeft uitvoering aan het beleid dat bij de programmabegroting 2021-2024 is vastgesteld. In de paragraaf lokale heffingen is de methodiek voor het bepalen van de tarieven voor belastingen en overige publiekrechtelijke heffingen beschreven. Daar wordt in dit voorstel niet van afgeweken.
Beoogd (maatschappelijk) effect
Een rechtmatige heffing en invordering van gemeentelijke belastingen.
Kader / eerdere besluiten / voorgeschiedenis
Algemeen Collegeprogramma 2018-2022
Het Collegeprogramma 2018-2022 bevat de volgende algemene uitgangspunten voor de gemeentelijke belastingen en tarieven:
1. de belastingtarieven worden in het algemeen de komende bestuursperiode met niet meer dan het inflatiepercentage verhoogd;
2. belastingtarieven waar individuele producten en diensten tegenover staan zijn niet hoger dan kostendekkend.
Programmabegroting 2021-2024
In de paragraaf Lokale Heffingen staan de uitgangspunten voor de begroting van de belastingopbrengsten per soort:
a. onroerende zaak belastingen (OZB)
De begroting voor de OZB gaat niet uit van een tarief, maar van een opbrengst. De gedachte hierachter is dat de totale OZB-opbrengst niet mag veranderen als gevolg van waardefluctuaties op de onroerendgoedmarkt.
Algemeen uitgangspunt is een jaarlijkse indexering van de OZB-opbrengst met het inflatiepercentage (voor 2021 1,8%). Daarnaast leidt een uitbreiding van het WOZ-areaal (toename aantal WOZ-objecten) tot een evenredige toename van de OZB-opbrengst. Bij de bepaling van de areaaluitbreiding wordt uitgegaan van het gerealiseerde WOZ areaal in het lopende jaar en de prognose voor het begrotingsjaar.
b. rioolheffing Conform het raadsvoorstel bij aanbieding van het Gemeentelijk
Rioleringsplan 2021-2025 stelt het college voor de rioolheffing te indexeren met(1,8%). De extra verhoging met 1,23% in de afgelopen jaren is niet meer aan de orde.
c. afvalstoffenheffing Het tarief voor de afvalstoffenheffing moet leiden tot een 100% dekking van de kosten. Om 100% kostendekking te bereiken, volstaat indexatie van de tarieven met 1,8%.
d. roerende zaak belastingen (RZB)
Wettelijk is bepaald dat de tarieven van de Roerende Zaakbelasting (belasting op roerende woon-en bedrijfsruimten) gelijk moeten zijn aan de tarieven van de OZB.
e. precariobelasting De heffing van precariobelasting op leidingen is van rechtswege nog toegestaan tot en met het jaar 2021. Daarna wordt deze belastingsoort
afgeschaft. In de tussenliggende periode mag het tarief niet worden verhoogd ten opzichte van het tarief van 1 januari 2016.
f.
begraafplaatsrechten
In 2015 is besloten om stapsgewijs toe te werken naar kostendekkende tarieven. In 2021 wordt hier een vervolg aan gegeven en worden de tarieven, naast de indexatie voor inflatie (in 2021 1,8%) verhoogd met een percentage van 5%. In 2021 komt de kostendekkendheid op 77%.
g. leges Algemeen uitgangspunt bij de leges is de jaarlijkse indexering met het inflatiepercentage (in 2021 1,8%). Uitzonderingen hierop zijn leges die gebonden zijn aan wettelijke tarieven en leges waarvoor uitdrukkelijk voor een ander beleid is gekozen.
h, i en j overige belastingen
Onder de overige belastingen vallen de forensenbelasting (h), de
marktgelden (i) en de standplaatsrechten (j). Algemeen uitgangspunt is een indexering voor 2021 met 1,8%.
k. kwijtschelding Het kwijtscheldingsbeleid blijft in 2021 ongewijzigd.
Uitwerking
In dit voorstel werken we het in de begroting vastgestelde beleid uit. Hieronder leggen we per belastingsoort uit hoe we dat doen:
Algemeen
In algemene zin geldt dat we de tarieven voor 2021niet afronden. Hierop zijn twee uitzonderingen gemaakt:
1. Voor de tarieven voor riool en afval geldt dat deze deelbaar moeten zijn door twaalf;
uitvoerbaarheid ter plaatse.
a. OZB
De OZB-tarieven volgen uit het beschikbare WOZ-areaal (de waarde van alle WOZ-objecten samen) en de begrote OZB-opbrengsten. Onderstaand de ontwikkeling van het WOZ-areaal, de begrote opbrengsten 2021 en de daar uit volgende tarieven:
Areaal woningen
Verklaring verschil
Areaal 2019 3.815.000.000 Areaaluitbreiding 45.000.000
Areaal 2021 4.054.000.000 Waardeontw. 194.000000
Verschil 239.000.000 239.000.000
Areaal niet-woningen (eigenaren)
Verklaring verschil
Areaal 2020 511.000.000 Areaaluitbreiding 4.000.000
Areaal 2021 520.000.000 Waardeontw 5.000.000
Verschil 9.000.000 9.000.000
Areaal niet-woningen (gebruikers)
Verklaring verschil
Areaal 2020 443.000.000 Areaaluitbreiding 4.000.000
Areaal 2021 452.000.000 Waardeontw. 5.000.000
Verschil 9.000.000 9.000.000
OZB soort Areaal Opbrengst Tarief
(begroting 2021)
Woningen (eigenaren) 4.054.000.000 4.966.370 0,1225%
Niet-woningen (eigenaren) 520.000.000 1.856.697 0,3571%
Niet-woningen (gebruikers) 452.000.000 1.273.629 0,2818%
Het areaal is gebaseerd op de meest actuele raming (september 2020) van SVHW.
b. Rioolheffinq
Conform het raadsvoorstel bij het onlangs aangeboden Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 stelt het college voor de tarieven, met uitzondering van de gebruikelijke indexering (voor 2021 1,8%), niet te verhogen. De extra verhoging met 1,23% in de afgelopen jaren is niet meer aan de orde. Bij de berekening zijn de kosten van kwijtschelding niet meegenomen.
Dit leidt tot de volgende tarieven:
(met het oog op de maandelijkse afrekening zijn de voorgestelde tarieven deelbaar door 12)
Omschrijving Heffingsgrondslag Tarief 2020 Tarief 2021 Stijging
Rioolheffing woningen 208,12 211,92 1,8%
Rioolheffing recreatie- woningen 4,06 105,96 1,8%
Rioolheffing niet- woningen 208,12 211,92 1,8%
c. Afvalstoffenheffing
veranderde. Naast een vast bedrag per huishouden zijn er variabele tarieven per inworp in ondergrondse containers en per aanbieding van een mini-container. Inmiddels blijkt het aantal inworpen en aanbiedingen lager te zijn dan gedacht, waardoor het variabele deel van de
Afvalstoffenheffing achter blijft bij de ramingen. Daarnaast is er een aantal plussen en minnen in de overige kosten en opbrengsten waardoor we over 2020
verwachten. In de begroting 2021 hebben we rekening gehouden met lagere opbrengsten voor oud papier en hogere kosten voor verwerking van het GFT-afval. In de begroting 2021 zijn de lagere kosten als gevolg van de nieuwe overeenkomst met het Afvalfonds nog niet verwerkt. Bij de tariefberekening hebben we dit voordeel wel meegenomen. Voor 2021 kan worden volstaan met aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage van 1,8%.
Conform eerdere besluitvorming zijn bij de berekening geen rentelasten en kosten van kwijtschelding meegenomen. Daarnaast zijn tarieven toegevoegd voor een extra PMD-container en een extra Papier- container. De tarieven van deze extra containers zijn gelijk aan de tarieven voor extra Gft-containers, waarvoor al tarieven waren vastgesteld.
Voor 2021 stelt het college de volgende tarieven voor:
Omschrijving Heffingsgrondslag Tarief 2020 Tarief 2021
Vaste tarieven:
Afvalstoffenheffing Eenpersoonshuishouden 8
Afvalstoffenheffing Meerpersoonshuishouden Variabele tarieven restafval:
Ondergrondse container 60 liter
Per inworp Minicontainer 140 liter Per aanbieding
Minicontainer 240 liter Per aanbieding 13
Extra container
Extra container 140 liter Extra container 140 liter voor GFT, PMD, Papier
4 Extra container 240 liter Extra container 240 liter voor
GFT, PMD, Papier
2
d. Roerende zaakbelasting (RZB)
De tarieven van de RZB zijn gelijk aan de tarieven van de OZB.
e. Precariobelasting
Voor de precariobelasting worden, conform wetgeving, de tarieven van 2016 aangehouden.
f. Beqraafplaatsrechten
De tarieven stijgen in totaal met 6,8%, waarvan 1,8% inflatie en 5% groei naar kostendekkende tarieven.
g, h, i en j. Overige belastingen
Bij de overige belastingen (Leges, forensenbelasting, marktgelden en standplaatsrechten) is een 1,8%
inflatiecorrectie aangehouden. Bij de tarieven voor leges wordt hier op punten van afgeweken i.v.m.
wettelijke tarieven. Verder merken wij over de Leges de volgende bijzonderheden op:
Waar in de tarieventabel conform wettelijk maximaal tarief of conform wettelijk tarief staat worden, zodra de wettelijke tarieven bekend zijn, bedragen ingevuld. Het College is hiertoe bevoegd op grond van artikel 9 lid3a van de legesverordening:
wijzigen van de verordening in de loop van het kalenderjaar indien wijzigingen het gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende paragrafen of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
onderdeel 1.1.6, p
tarieventabel hoeft hiervoor niet nogmaals door de raad te worden vastgesteld.
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning 2.3.1.1.7 is vervallen. Er wordt nieuw beleid verwacht voor zon- en windenergie. Ook duurzaamheidssubsidies worden opnieuw bekeken in het kader van de uitwerking van het nieuwe duurzaamheidsbeleid. In dat kader kan de reductieregeling vervallen omdat waar nodig nieuwe regelingen zullen worden opgesteld. Naast verwachte aanpassingen van het beleid blijkt deze regel in de praktijk bijzonder lastig toe te passen. De uitsplitsing van materiaal- en leveringskosten kost veel tijd en is voer voor discussie met aanvrager.
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning 2.3.4.2 en 2.3.4.3 de tarieven stijgen meer dan alleen met inflatie. Het huidige tarief is niet kostendekkend. Bovendien gaat het hier om afwijkingen die na toepassing veel waarde toevoegen aan het betreffende perceel.
Paragraaf 4 Vermindering en vermeerdering 2.4.10 artikel is nieuw toegevoegd. Achtergrond hiervan is, dat met het oog op de invoering van nieuwe wetgeving pilotprojecten samen met aanvragers en kwaliteitsborgers het hele proces willen doorlopen om hieruit te leren. Om medewerking financieel interessant te maken wordt tijdelijk korting op de leges voorgesteld.
'Indien een aanvrager deelneemt aan een proefproject in het kader van de nog in te voeren Wet kwaliteitsborging bouwen en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges die voortvloeien uit paragraaf 2.3.1, met 40% verlaagd.
Paragraaf 9 Bestemmingsplanveranderingen op aanvraag 2.9.1 Huidige tarief is niet kostendekkend. Bovendien gaat het hier om een procedure die na toepassing veel waarde toevoegt aan het betreffende perceel.
Participatie / betrokken partijen / personen
De belastingverordeningen en tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2021 zijn in samenwerking met SVHW en de betrokken afdelingen opgesteld.
Duurzaamheidsaspecten Niet van toepassing.
Varianten met argumenten voor en tegen
Het niet vaststellen van de belastingverordeningen 2021 leidt tot het in stand blijven van de verordeningen 2020. Dit zou tot gevolg hebben dat de belastingopbrengsten op het peil van 2020 blijven. Er ontstaat dan een tekort in de begroting.
De bevoegdheid om belastingverordeningen vast te stellen inclusief de hoogte van de (meeste) tarieven ligt bij de raad. Uw raad kan besluiten de tarieven hoger of lager vast te stellen.
Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:
a) Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaak belasting 2021;
b) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021;
c) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021;
d) Verordening op de heffing en invordering van roerende zaak belasting 2021;
e) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021;
f) Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2021 en de tarieventabel begraafplaatsrechten 2021;
g) Verordening op de heffing en invordering van leges 2021 en de tarieventabel leges 2021;
h) Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2021;
i) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021;
j) Verordening op de heffing en invordering van standplaatsrechten 2021;
k) Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2021.
Kanttekeningen / risico's en beheersmaatregelen
juridische gevolgen
Dit voorstel is een uitwerking van de in de begroting opgenomen uitgangspunten en opbrengsten. De financi le consequenties zijn conform de Programmabegroting 2021-2024.
Bijlagen
a) Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaak belasting 2021;
b) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021;
c) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021;
d) Verordening op de heffing en invordering van roerende zaak belasting 2021;
e) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021;
f) Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2021 en de tarieventabel begraafplaatsrechten 2021;
g) Verordening op de heffing en invordering van leges 2021 en de tarieventabel leges 2021;
h) Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2021;
i) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021;
j) Verordening op de heffing en invordering van standplaatsrechten 2021;
k) Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2021;
Advies meningsvormende raad II 26 november 2020
De raad heeft voldoende informatie om een besluit te nemen. Het wordt een hamerstuk in de volgende besluitvormende raadsvergadering.