• No results found

HOOFDSTUK 4 Doelstellingen van het bestemmingsplan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HOOFDSTUK 4 Doelstellingen van het bestemmingsplan"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOOFDSTUK 4 Doelstellingen van het bestemmingsplan

4.1 Inleiding

Het hoofddoel van dit bestemmingsplan Gilzewouwerbeek, fase 1, is primair het bieden van mogelijkheden voor natuurontwikkeling.

Nevendoelen zijn:

 het ontwikkelen van natuurwaarden (doelsoort: boomkikker en bosbeekjuffer);

 het ontwikkelen van het landschap en de belevingskwaliteit ervan (doel: beekdallandschap);

 het geschikt maken van het gebied voor extensieve recreatie (uitsluitend voor wandelaars);

 het beperken van wateroverlast;

 het geven van invulling aan de verwachtingen van de inwoners van Bavel;

 het compenseren (voorinvesteren) in natuur en landschap in het kader van toekomstige ontwikkelingen rond het dorp Bavel en specifiek voor het toevoegen van twee woningen aan de Bolbergseweg en het toevoegen van een aan huis gebonden beroep in een Vlaamsche schuur.

Paragraaf 4.2 geeft de inbedding van het natuurontwikkelingsproject weer in de bredere context van het gemeentelijk beleid voor Breda-Oost, de meerwaarden van het plan, de subsidie Samen

Investeren ‘Schoon Brabant’ en de koppeling met de ontwikkeling van twee woningen aan de Bolbergseweg. Ook wordt in deze paragraaf aangegeven welk Programma van Eisen ten grondslag ligt aan het natuurontwikkelingsplan. Randvoorwaarden vanuit landschap, natuur en recreatie zijn hierbij bepalend.

Paragraaf 4.3 geeft in woord en beeld inzicht in het aanbiedingsontwerp voor de natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek, fase 1. Aan de hand van de thema’s landschap, natuur en recreatie wordt het ontwerp toegelicht.

4.2 Landschappelijke opzet

4.2.1 Voorgeschiedenis Beleidskader

Figuur 10: Plankaarten Structuurvisie Breda Oost en Ontwerp Structuurplan Lijndonk-Tervoort

(2)

De ontwikkeling van het gebied rond de Gilzewouwerbeek maakte deel uit van het Structuurplan Breda-Oost ‘Bavel, Beek en Berg’ (vastgesteld door gemeenteraad Breda in november 2005) en het Structuurplan ‘Lijndonk Tervoort’ (vastgesteld door gemeenteraad Breda in juni 2007). Gezien de bevindingen over de stedelijke herprogrammering in Breda (teveel plancapaciteit woningen tot 2020) zijn deze structuurkaders niet meer actueel. Een groot deel van het woningprogramma voor

Breda-Oost is geschrapt (Lijndonk Tervoort) of verdaagd tot na 2020 (merendeel woningbouw Bavel-Zuid). Het college van B&W heeft in mei 2011 besloten tot het opstellen van een nota van uitgangspunten als actualisatie van de structuurplannen van Breda-Oost. De uitwerking van deze nota gebeurt op basis van een scenariostudie voor Breda-Oost. Hierbij gaat het niet alleen om woningbouw maar ook om bedrijventerrein en voorzieningen.

Figuur 11: Oorspronkelijk plan Gilzewouwerbeek (alle fasen) uit Structuurplan/MER

In het oorspronkelijke plan is er sprake van het realiseren van een compleet groenblauw raamwerk dat met betrekking tot het project Gilzewouwerbeek uit drie fasen bestaat. De tweede en derde fase liggen ten noorden van fase 1 en reiken tot aan de voet van de Bavelse Berg. Conform de hoofddoelstelling uit het structuurplan Breda-Oost ‘Bavel, Beek en Berg’, zoals hierboven genoemd en de nota ‘Delen in kwaliteit’ was het ontwikkelen van een robuust groen-blauw raamwerk van belang als tegenwicht voor de stedelijke ontwikkeling van dit gebied. Nu een belangrijk deel van de stedelijke ontwikkeling in ieder geval tot 2020 niet, of in veel beperkter mate, wordt gerealiseerd zal voorlopig alleen fase 1 van het project Gilzewouwerbeek worden uitgevoerd.

Meerwaarden volwaardig zelfstandige ontwikkeling Fase 1

Fase 1 van Gilzewouwerbeek (natuurgebied Bolberg) kan als een volwaardige zelfstandige ontwikkeling worden uitgevoerd, passend binnen de totaalvisie van het gebied, zelfs als in de toekomst geen andere fases volgen. Het betreft een gebied van ca. 18 ha. groot, voornamelijk agrarisch gebied waar de Gilzewouwerbeek ca. 1 km doorheen stroomt. Doel van de gemeente Breda is de morfologie van het beekdal te herstellen, de beek te herprofileren en waterretentie,

natuurontwikkeling en een recreatieve route te realiseren.

Meerwaarden:

(3)

1. Een volledig zelfstandige ontwikkeling van fase 1 heeft een direct positief effect op de natuurwaarden in het gebied, alsmede op de waterhuishouding.

De realisatie van Gilzewouwerbeek fase 1 zal een positieve bijdrage leveren aan de ecologische waarde van het gebied doordat een kwalitatieve step-stone (rustplek) ontstaat in het gebied, dat verder voor het grootste deel intensief gebruikt wordt voor de landbouw. Door de aanleg van een beekdal met zomer- en winterbed zal tevens de waterhuishouding worden verbeterd;

2. De aanleg van een recreatieve route zal een positieve bijdrage leveren aan de belevingswaarde van het gebied. Deze positieve effecten treden ook op indien het project zelfstandig, los van de verdere ontwikkeling van het groen-blauwe raamwerk, wordt uitgevoerd;

3. Met de uitvoering van fase 1 kan invulling worden gegeven aan de verwachtingen die zijn gewekt naar de inwoners van Bavel over de beleving, bereikbaarheid en zichtbaarheid van de beek;

4. Met het realiseren van fase 1 doet de gemeente Breda een voorinvestering in natuur vooruitlopend en ter compensatie op mogelijke toekomstige vastgoedontwikkelingen rond het dorp Bavel en specifiek voor de komst van twee woningen aan de Bolbergseweg (zie verderop onder: Koppeling Bolbergseweg);

5. De investeringen in de grondpositie hebben reeds plaatsgevonden. De Provincie Noord-Brabant wil in het kader van Schoon Brabant met de subsidie Samen Investeren financieel bijdragen in de aanleg van het gebied. Het is jammer de gronden te laten liggen zonder gebruik of invulling, juist nu er financiële dekking voor is.

Subsidie Schoon Brabant

De subsidie Samen Investeren ‘Schoon Brabant’ heeft de provincie Noord-Brabant op 5 januari 2011 toegekend aan de gemeente Breda. De financiële bijdrage van de provincie kan volledig benut worden voor het ontwerp en de uitvoering van de natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek, fase 1.

De subsidieregeling Samen Investeren ‘Schoon Brabant’ kent twee belangrijke voorwaarden. Namelijk dat de gemeente Breda voor 31 december 2010 een financiële verplichting is aangegaan en dat de natuurontwikkeling voor 31 december 2013 is gerealiseerd.

Aan de eerste voorwaarde is voldaan. Op basis van een aanbiedingsontwerp (zie paragraaf 4.3) is op 22 december 2010 tussen de gemeente Breda en een derde partij een contract gesloten. Hierin is afgesproken dat de derde partij verantwoordelijk is voor het maken van het definitief ontwerp en de realisatie van de natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek, fase 1. Het jaar 2011 is benut voor het maken van het Definitief Ontwerp en voor het doorlopen van de bestemmingsplanprocedure. Medio 2012 wil de aannemer aan de slag kunnen met de realisatie van het project. Pas nadat er een vigerend bestemmingsplan is, kan het natuurontwikkelingsproject worden uitgevoerd. Na oplevering van het werk eind 2013 wordt aan de tweede voorwaarde van de subsidieverstrekker voldaan.

Koppeling Bolbergseweg

De ontwikkeling van natuur in de 1e fase van de Gilzewouwerbeek is altijd gekoppeld geweest aan de realisatie van twee nieuwe woningen op een locatie aan de Bolbergseweg en met de komst van een aan huis gebonden beroep in de Vlaamsche schuur aldaar. De koppeling is ontstaan, omdat met de eigenaren van deze locatie een overeenkomst is afgesloten. Hierin staat de gemeente hen toe twee woningen op eigen terrein te realiseren, op voorwaarde dat de eigenaren agrarische grond verkopen aan de gemeente ten behoeve van natuurontwikkeling. Samen met de provincie is gezocht naar mogelijkheden om de beide woningen planologisch mogelijk te maken op basis van beleid uit de Verordening Ruimte Noord Brabant 2011. De oplossing is gevonden om hiervoor artikel 11.4

‘Kwaliteitsverbetering in bebouwingsconcentraties’ toe te passen mits aan de eisen van een goede landschappelijke inpassing van de te bouwen woningen en aan de kwaliteitsverbetering van het landschap (sloop overtollige opstallen en wegnemen van verharding) wordt voldaan. Dit

bestemmingsplan natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek, fase 1 biedt compensatiemogelijkheden in natuur en landschap voor het toevoegen van beide woningen aan de Bolbergseweg. Hiermee is voldaan aan het advies van de provincie om een koppeling te leggen tussen het bestemmingsplan natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek en de komst van beide woningen. Voor de twee woningen aan de Bolbergseweg zal te zijner tijd een apart postzegelbestemmingsplan worden opgesteld.

4.2.2 Programma van Eisen

(4)

Het Programma van Eisen (PVE) voor de natuurontwikkeling Gilzewouwerbeek, fase 1, was de input voor het contract met een marktpartij. Middels dit contract is zowel het ontwerp als de uitvoering van de natuurontwikkeling aanbesteed. De toepassing van het contract is gericht op het realiseren van het gewenste eindbeeld binnen randvoorwaarden van tijd, geld en kwaliteit, waarbij de marktpartij de kans krijgt eigen oplossingen in te brengen. De gemeente Breda, de opdrachtgever, voert hierbij een regierol.

Figgur 12: Getekend Programma van Eisen

Het Programma van Eisen bestaat uit een beschrijving en een getekende randvoorwaardenkaart. In de beschrijving worden eisen gesteld aan de beek, het beekdallandschap, de hogere gronden, de gewenste natuur, de hydrologie, de recreatie, de voorzieningen en het onderhoud. Het doel is om een natuurlijker beekdal te creëren. Bij het herstel van het beekdal en met de natuurontwikkeling wil de gemeente Breda de volgende zaken realiseren:

A.Doelstelling Landschappelijke Inpassing

Het ontwerp dient de landschappelijke condities te scheppen waarin het gebied ontwikkeld wordt tot een beekdal met daarin een beek met een natuurlijk verloop (binnen een zomer- en winterbed).

Belangrijk is dat het beekdal als zodanig beleefbaar is. Het beekdal dient doelmatig te worden vormgegeven zonder toevoeging van landschapsvreemde elementen. Het streven is dat het beekdal van de Gilzewouwerbeek een maximale breedte krijgt conform de contouren van het gele gebied (zie het getekend PVE) zodanig dat het beekdal eens in de drie jaar voor het grootste deel overstroomt.

Het streven hierbij is een licht geaccidenteerde terreinafwerking te verkrijgen, welke van nature hoort bij een natuurlijke laaglandbeek. In twee open zones (zichtlijnen) over het beekdallandschap dient de openheid gewaarborgd te zijn (met uitzondering van het bestaande landschapselement). Zowel het beekdal als de hogere gronden blijven relatief open vanwege een maximale opgaande begroeiing van respectievelijk 15% in het beekdal en 30% op de hogere gronden. De beplanting dient in compacte groepen te worden gesitueerd.

(5)

B.Doelstelling Ecologie

Het aangeboden ontwerp dient een optimale ecologische omgeving te creëren waarin planten en diersoorten die thuishoren in een laaglandbeekdal zich kunnen vestigen. Binnen de landschappelijke kaders dient een passende biodiversiteit mogelijk te zijn. Realisatie van enkele poelen (die niet mogen inunderen) op een bepaalde gewenste onderlinge afstand is een eis. Doelsoorten betreffen

boomkikker en bosbeekjuffer. De verwachting is door het gebied geschikt te maken voor de boomkikker, dat ook verschillende andere diersoorten zich in het gebied zullen vestigen.

C.Doelstelling Recreatie

Het verkrijgen van een omgeving waarin ruimte is voor extensieve recreatie. Het gebied moet geschikt zijn voor wandelaars, niet voor fietsers, mountainbikes en ruiters. De paden dienen onverhard te zijn.

4.3 aanbiedingsontwerp

In deze paragraaf wordt het aanbiedingsontwerp nader toegelicht en verbeeld. De toelichting op het aanbiedingsontwerp is onder verdeeld in de kopjes landschap, ecologie en recre atie.

Figuur 13: aanbiedingsontwerp

(6)

A. Landschap beekdal

De basis voor het aanbiedingsontwerp is het reliëf van het landschap.

Het beekdal bestaat uit een winterbed, een enigzins dynamisch zomerbed en een dynamische stroom- geul. Het beekdal zal eens in de 3 jaar voor 50% onderlopen en eens in de 10 jaar voor 90%. Het beekdal laat hiermee de dynamiek van het water zien. Het beekdal ken merkt zich door zijn openheid, lichte glooiingen, lage ligging en de aanwezigheid van enkele poelen. De openheid van het beekdal maakt dat de beek zichtbaar blijft en het open karakter van het gebied gehandhaafd blijft. Om het beekdal te laten functi oneren en vooral weer zichtbaar te maken dient deze te worden afgegraven.

Uitgaande van de hui dige bodemhoogte van de beek zal er een laag van ongeveer 30 cm uit het beekdal gegraven moeten worden. Binnen het beekdal ligt het winterbed en zo merbed. Deze dienen dieper te worden uitgegraven ten opzichte van het beekdal. De poelen die binnen de begren zing van het beekdal vallen, worden zodanig gegraven dat zij voor het groot ste deel van het jaar water bevatten. Deze poelen functioneren niet als voortplantingsbiotoop voor de boomkikker. Deze poelen moeten dan ook worden gezien als migratiebiotoop voor de boomkikker.

winterbed

Binnen de grenzen van het beekdal ligt het winter bed. Het winterbed zal jaarlijks volstromen. Het winterbed ligt lager dan het beekdal. Het winterbed slingert lichtjes door het landschap. Het winterbed heeft een breedte van minimaal 15 en maximaal 25 meter. Om het winterbed te realiseren zal op het diepste punt ongeveer 60 cm afgegraven moeten worden ten opzichte van het huidige maaiveld.

zomerbed

In het winterbed meandert het zomerbed. Om dat de beek met name zomers weinig tot geen wa ter afvoert, is ervoor gekozen de stroomgeul een bodembreedte te geven van 30 cm. Deze breedte maakt dat bij lagere stroomsnelheden er toch nog stroming ontstaat en de beleving van het beek(je) wordt vergroot. Om het zomer bed te realiseren moet er op het diepste punt 90 cm worden afgegraven ten opzichte van het maaiveld.

stuwen

De stuwen aan beide zijden van het projectgebied vormen een knelpunt voor de migratie van dieren in de Gilzewouwerbeek. Daarom is in het aanbie dingsontwerp binnen het projectgebied een vistrap aangebracht. De vistrap zorgt ervoor dat het verval van de stuw Bolberg wordt overbrugd voor de Bol- bergseweg. De stuw Bolberg is hiermee overbodig en wordt geämoveerd. De vistrap zorgt dat migra tie weer mogelijk is. Voor de vistrap zal een zand vang worden gerealiseerd.

meanderproces

Gedurende het meanderproces zal het zomerbed gekenmerkt worden door erosieprocessen. Hierdoor ontstaan steile oevers (afkalving) en flauwe oevers (afzetting van erosie materiaal). De gradatie in steile oevers zal verschillen. Echte steile oevers liggen op de plek waar het zomerbed tegen de hoge gronden aanbotst. Maar er zullen ook kleinere steilranden zichtbaar zijn op de overgang van zomer naar win terbed.

De a-symmetrische profielen vergroten de variatie in stroomsnelheden en waterdiepten. Door de stroom snelheids- en diepteverschillen zal er (op termijn) geleidelijk meer variatie in het

beddingmateriaal en in de vegetatieontwikkeling ontstaan. Langs de beek zal aan de zuidzijde op enkele plekken spontane opslag gewenst zijn. Door spontane opslag op enkele plekken langs de beek toe te staan en deze als hakhout te beheren zal dit geen invloed hebben op het open karakter van het beekdal. De spontane opslag zal voorname lijk bestaan uit zwarte els.

de hogere gronden

Het beekdal wordt geaccentueerd door zijn lagere ligging tussen de dekzandruggen. De hogere gronden staan niet onder invloedsfeer van de beek. Toch kennen ook deze gronden lager gelegen delen. Deze lager gelegen delen zijn ideaal om een voortplantingsbiotoop voor de boomkikker te realiseren. Dit zijn hydrologisch geïsoleerde poe len.

Op de hogere gronden wordt de meeste opgaande beplanting gerealiseerd. Hiermee wordt het con- trast met het open beekdal versterkt.

(7)

beplanting

In het aanbiedingsontwerp is voor de opgaande be planting gekozen voor het streefbeeld “struweel”.

De struwelen bestaan uit struiken met enkele verspreid staande bomen. Dit streefbeeld past bij het gewens te open landschap. De opgaande beplanting wordt in compacte groepjes geplant om voldoende doorzichten in en naar het projectgebied te behou den. Met name de zichtlijnen vanaf de Bolbergse weg en de Eikbergseweg blijven vrij van opgaande beplanting. Een uitzondering daarop is het bestaan de bos aan de oostkant van het projectgebied.

De groepen van struwelen geven een natuurlijk beeld en versterken hiermee de beleving van een natuur lijk beekdal. De struwelen worden ruim uitgerasterd zodat er ruimte is voor de ontwikkeling van een zoomvegetatie. Langs het bos van Staatsbosbeheer vormen de struwelen de mantel. De

struwelen zijn een natuurlijke over gang van het bos. In alle struwelen zullen bramen aangebracht worden ten behoeve van de boomkik ker.

De keuze voor plantsoorten is afhankelijk van de bodemgesteldheid en de waterhuishouding. De bo- demtypen zijn belangrijk voor de overlevingskans van beplantingssoorten. Behalve dat er uitsluitend inheemse plantsoorten worden toegepast sluiten de plantsoorten ook aan op de bodemsamenstelling en grondwatertrappen.

 plantsoorten op enkeerdgronden

Het struweel op de hogere gronden (enkeerdgron den) zal onder andere bestaan uit vuilboom, zome- reik, winterlinde, lijsterbes,= boswilg, hulst en wilde appel.

 plantsoorten beekeerdgronden

De struwelen in het beekdal zullen onder andere be staan uit zwarte els, vuilboom, éénstijlige meidoorn, grauwe wilg, lijsterbes, vogelkers en hazelaar.

B. Ecologie

Het projectgebied dient een geschikt habitat te vor men voor de boomkikker en de bosbeekjuffer. Om- dat deze doelsoorten hoge eisen stellen aan hun omgeving, moeten er specifieke in-

richtingsmaatregelen getroffen worden.

(8)

Figuur 14:Situering van de diverse poelen

Boomkikker

twee poelen als voortplantingsbiotoop

Het projectgebied bestaat uit vier poelen. Twee van deze poelen liggen hydrologisch geïsoleerd. Dit be tekent dat de poelen niet in contact komen te staan met de Gilzewouwerbeek. Hiermee zijn zij geschikt als voortplantingsbiotoop voor de boomkikker. De andere poelen staan wel onder invloed van de beek, deze noemen we migratiepoelen.

twee poelen als migratiebiotoop

Boomkikkers hebben een lengte van 2 cm tot 4,5 cm maar kunnen toch tot enkele kilometers ver migre ren. Het betreft voornamelijk de jongere exempla ren. De corridors die ze daarvoor gebruiken bestaan uit (braam)struwelen en structuurrijke beekoevers. Al deze elementen komen in dit gebied voor. De mi gratiepoelen die onder invloed staan van de beek functioneren niet optimaal als

voortplantingsbiotoop, maar zijn wel zeer geschikt als tijdelijk verblijfsbio toop en dus ook als

migratiebiotoop. In de oevers komen pioniervegetaties voor, afgewis seld met grasland-, moeras- en ruigtevegetaties. In het aanbiedingsontwerp liggen de migratie- en bio tooppoelen op een maximale afstand van 280 meter van elkaar.

landbiotoop

De boomkikker is het overgrote deel van het jaar te vinden op het land. Het landbiotoop voor de boom- kikker bestaat in dit aanbiedingsontwerp uit de bloemgraslanden en de mantel- en zoomvegetaties in de bosranden en struwelen. Een belangrijk onderdeel zijn de rustplekken. Hier brengen de

boomkikkers een groot deel van de dag door met zonnebaden, waarbij ze veelal zitten op bladeren van bramen.

overwinteringsbiotoop

De boomkikker gaat ongeveer vanaf oktober in winterslaap en zoekt hiervoor (relatief)droge en be- schutte plekken op, alwaar de temperatuur kan da len tot enkele graden onder nul. De stobben die worden verwijderd na het kappen van het bestaande bos worden deels hergebruikt langs de poelen.

De gestapelde stobben fungeren als beschutting. Omstreeks begin april verlaat de boomkikker het winterverblijf om zich te begeven naar het voortplantingsbiotoop. Daarom is de stob benwal dicht bij het voortplantingswater gesitueerd.

Bosbeekjuffer

De bosbeekjuffer is zeer kritisch ten aanzien van de temperatuur van het water en de meandering van de beek. Is er te weinig zuurstof in het water, is de temperatuur van het water hoger dan 18°C, of gaat het om een weinig meanderende beek, dan kan de bosbeekjuffer er niet leven.

gevarieerd landschap

Om een biotoop van de bosbeekjuffer te realiseren is er in het aanbiedingsontwerp een gevarieerd land schap gemaakt. Het beekdal heeft een variatie van natte graslanden, poelen, stromend water en struwelen. Langs de stru welen zal een zoomvegetatie blijven staan. Deze ruige zoom draagt bij aan een natuurlijke opbouw van het struweel en een gevarieerd biotoop voor de bosbeekjuffer. Op enkele plekken staan compacte groepen met struwelen. Deze zorgen voor een lichte afwis seling aan open en gesloten delen van het beekdal. Door op diverse plekken langs de beek spontane plantopslag te stimuleren wordt tevens de diversiteit vergroot. Het gehele beekdal is aangemerkt als nat grasland.

schaduw op het water

De spontane opslag langs de beek zal schaduw geven dat hierdoor bijdraagt aan de biotoopeisen van de bosbeekjuffer. Beschaduwde en zonnige plekjes wisselen elkaar af. Schaduw zorgt ervoor dat het water koel blijft. Zonnige plekjes zijn dan weer nodig voor de bosbeekjuffer om op te warmen. Tevens groeien op zonnige plaatsen meer water planten, waar de eitjes op afgezet worden.

C. Recreatie

Vanaf de Bolbergseweg en de Blookweg moet het gebied eruit zien als een natuurlijk beekdal. De bloemrijke graslanden, de meanderende beek en de compacte groepen van struwelen stralen “natuur”

(9)

uit. Het ge bied nodigt uit voor een wandeling. Door twee open zones (80 meter breed) behoud het gebied zijn open karakter.

Figuur 15: Recreatieve routes

Toegankelijkheid

De toegang tot het projectgebied vindt plaats vanaf de openbare wegen: de Bolbergseweg en de Blook weg. De toegang aan de Bolbergseweg is tevens de toegang voor onderhoudsmaterieel. Bij deze en tree staat een infobord met uitleg over de ge schiedenis en de huidige waarden van het gebied.

Het gaat hier om een recreatief pad dat alleen door wandelaars betreden mag worden. De padenstruc tuur bestaat uit een onverhard wandelpad en een onverhard laarzenpad.

Wandelpaden

Het wandelpad komt aan de zuidzijde van de beek. Het doel van het wandelpad is om de wande laar een goede beleving te geven van het reliëfrijke gebied. Het pad zal op enkele plek ken dicht langs de beek lopen. De wandelaar zal hier kennis maken met een meanderende beek vanaf de hogere gronden. Het hoogteverschil zal door het af- of oplopen van het pad worden ervaren. Vanaf de hogere gronden zal het beekdal als “dal” zichtbaar zijn. Het wandelpad zal bij de hoogste waterstanden niet onderlopen. Vanaf het wandelpad zal de dynamiek van de beek beleefbaar zijn. Via een bruggetje zal het pad de Blook passeren. Het bruggetje wordt gemaakt van natuurlijke materialen passend bij het natuurlijke beekdallandschap.

Met een laarzenpad bestaat de mogelijkheid af te wijken van het wandelpad. Het laarzenpad is een aftakking van het wandelpad en zal alleen bereikbaar zijn wanneer de Gil zewouwerbeek wordt doorkruist. Dit kan op twee plekken. Het verschil tussen het wandelpad en het laarzenpad is dat bij

(10)

piekafvoeren het laarzenpad mag overstromen. Het laarzenpad doorkruist de Gilzewouwerbeek via twee voorden (doorwaadbare plaatsen).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast zijn binnen de kern Poortugaal een aantal ontwikkelingen voorzien die het voorgaande bestemmingsplan niet rechtstreeks mogelijk maakt.. Als laatste is ook een

[r]

Een eerste globaal onderzoek levert op dat in de Defensiehaven, naast de bestaande 3 ligplekken, plek voor 3 extra woonschepen kan worden gecreëerd zonder dat daarbij

Ook bij gemeentelijke initiatieven worden de natuurwaarden en effecten op soorten die bescherming genieten onder de Wet natuurbeheer vooraf in beeld gebracht2. De

Met geld dat de VNG in het kader van het Energieakkoord beschikbaar heeft gesteld voor de ondersteuning van gemeenten voor de invulling van de energieloketten gaat een werkgroep

 Maart 2020: bedankingsreceptie voor alle vrijwilligers van het gemeentebestuur..  Maart 2020: vrijwilligersacties in het kader van corona: opbellen 80+'ers, aan huis

■ In het Saneringskrediet worden de vorderingen van alle schuldeisers overgenomen door 1 schuldeiser, de schuldenaar heeft gedurende de looptijd van 36 maanden alleen nog

WOONKAMER Woonkamer, gelegen aan de voorzijde, met eiken houtenvloer, marmerschouw met gashaard en middels 'en suite' deuren toegang tot de middenkamer.. MIDDENKAMER Middenkamer