De leer van Christus: het evangelie
“Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, […]Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften” (1 Kor.15:1-4).
1. Gestorven voor de zonde
Jezus Christus is gestorven voor onze zonden, dat is voor iedere gelovige duidelijk.
Maar is het volgende ook duidelijk voor elke gelovige? Er wordt vrijwel niet over gesproken in de christelijke wereld:
“Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend.” (1 Joh.3:6)
“Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.
Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is.” (1 Joh.3:8,9)
“Wij weten dat ieder die uit God geboren is, niet zondigt; maar wie uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze heeft geen vat op hem.” (1 Joh.5:18)
Uit bovenstaande teksten kun je opmaken dat het niet zo kan zijn dat je blijft zondigen als je uit God geboren bent. Jezus heeft de zonden echt weggenomen, zodat we zonder zonde zullen leven! Sterker nog, als iemand gelooft dat hij een zondaar is en blijft
zondigen, dan kent hij God niet en is bovendien uit de duivel. Jezus hoefde maar één keer zichzelf te offeren, dat was voldoende om de zonde van de hele mensheid teniet te doen! “Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid
volmaakt.” (Heb.10:14)
Wat Jezus gebracht heeft wil ik aan de hand van een illustratie uitleggen.
Een illustratie
Stel je een boom voor die vruchten geeft. De eigenaar van de boom ziet dat de
vruchten slecht zijn en haalt ze eraf om ze weg te gooien. Vervolgens groeien er weer vruchten aan, maar alweer zijn ze slecht en de eigenaar plukt ze er weer af. Dit gebeurt steeds weer en tot slot ziet hij in dat de boom niet verandert door de slechte vruchten er af te halen. De boom is dezelfde gebleven en blijft slechte vruchten produceren.
Zonden kun je zien als slechte vruchten die steeds weer komen; de vruchten worden weggeplukt: voor de zonden wordt voortdurend om vergeving gevraagd. De slechte vruchten zijn dan weg, maar er komen steeds weer andere.
Er zit niets anders op dan de slechte boom met wortel en al uit de grond te halen en er een nieuwe boom te planten. Een nieuwe, gezonde boom die goede vruchten voort zal brengen. Niet de zonden (slechte vruchten), maar de zonde zelf (het ongeloof) zal
vernietigd moeten worden, voordat er een nieuwe schepping kan komen, die goede vruchten geeft. De nieuwe boom is Christus, dus zonder zonde en hij geeft alleen goede vruchten, geen slechte.
In Johannes 16:9 staat geschreven wat zonde is: het niet geloven in wat Jezus heeft gebracht.
“van zonde, omdat zij niet in Mij geloven”.
Wat heeft Jezus Christus met Zijn offer gebracht?
“Want Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem” (2 Kor.5:21)
“De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!” (Joh.1:29)
Door Zichzelf eenmaal te offeren op Golgotha, heeft Hij de zonde van de wereld weggenomen en teniet gedaan (zie ook Hebr.9:26). Hij heeft de oude boom, de oude Adam met zijn zondige natuur, gekruisigd. Niet alleen slechte vruchten, maar met wortel en al is de oude boom vernietigd en gedood.
Romeinen 6:5-11
“Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.
Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonden zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven.
[…] Want wat Zijn sterven betreft, is Hij voor eens en altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God.
Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.”
De oude boom die met wortel en al uit de grond is gehaald, ziet er tijdelijk nog groen uit en er zitten nog vruchten aan. Na verloop van tijd verdorren de boom en de vruchten.
De boom was al dood gegaan toen hij uit de grond getrokken werd en geen water meer kreeg. Toch ziet zo’n boom er tijdelijk nog levend uit. Zo is onze oude “boom”, de oude natuur, wel gestorven door het geloof, maar als er nog oude vruchten in ons leven te zien zijn, rekenen we onszelf dood voor de zonde. De oude boom is er immers niet meer, die is met wortel en al uit de grond gehaald. Zo groeit de nieuwe plant in ons en komen de vruchten. We zijn heilig door Christus die in ons geplant is, en worden geheiligd doordat de nieuwe plant groeit.
Samengevat:
Jezus heeft de zonde weggenomen, zodat we naast de vergeving van onze zonden ontvangen te hebben, ook zonder zonde zijn en leven. Met Hem zijn we gestorven voor de zonde, met wortel en al. Als de wortel weg is, zullen de vruchten van die wortel ook verdwijnen. In plaats daarvan is een nieuwe wortel geplant, en de vruchten volgen daaruit. Die nieuwe wortel is Christus, die volmaakt en zonder zonde is. Hij werkt de vruchten van gerechtigheid.
2. Kruisiging voor de wereld
“Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld” (Gal.6:14).
Paulus zei met deze woorden (zie vers 15) dat alleen de nieuwe schepping kracht heeft. Deze nieuwe schepping is niet van deze wereld! Jezus zegt dat Zijn volgelingen niet van deze wereld zijn en ook Paulus zegt dat we niet hebben ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest die uit God is. (Joh.17:14;1 Kor.2:12)
Wat heeft het kruis met de wereld te maken? Blijkbaar heel veel, want Paulus zegt het bovenstaande niet voor niets. Doordat Jezus Christus aan het kruis is gegaan, is de wereld voor mij gekruisigd en ik voor de wereld. Dan betekent dan toch dat de wereld dood is voor mij en ik dood ben voor de wereld? Met andere woorden: de wereld betekent niets voor mij en ik beteken niets voor de wereld. Maar dat wil zeggen dat ik helemaal niets meer te maken heb met deze wereld, door het in geloof aan te nemen dat ik in Christus gekruisigd ben! Door de kruisiging ben ik in Christus niet meer van de wereld. Ik ben gestorven voor de geest van de wereld, en heb daarvoor in de plaats de Geest ontvangen die uit God is!
De Geest van God heeft niets met de geest van de wereld te maken, die twee gaan niet samen. Daarmee is al veel gezegd, want het betekent dat er geen overlap, geen
vermenging bestaat tussen deze wereld en Gods wereld; tussen het rijk van de duisternis en Gods Koninkrijk.
Wat is de wereld waar Jezus en de apostelen over spreken?
“Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” (1 Joh.2:16)
We kunnen ons daar allemaal wel een voorstelling bij maken wat dat inhoudt vandaag de dag. Deze drie dingen die de apostel noemt, zijn in de wereld door de geest van de wereld. Jacobus noemt de wijsheid die niet van boven komt: aards, natuurlijk en duivels (Jak.3:15). En verder:
“U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten door te brengen. Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt” (Jak.4:3,4).
De wereld zoals die nu bestaat, is vol met woorden. Daar bedoel ik mee dat er allerlei leringen zijn, die al dan niet samenhangen met een religie. Niet alleen bekende religies bestaan uit leringen, maar ook bijvoorbeeld de wetenschap is gebaseerd op leringen, bijvoorbeeld de evolutieleer. En wat denk je van de talloze theorieën over hoe je slank en fit kunt blijven, dat zijn ook allemaal ‘woorden’ waar je geloof aan kunt hechten.
Kortom, de wereld bestaat uit woorden waar mensen in geloven. Naast al die woorden
bestaat ook het woord van God. Alleen het woord van God is waar, want dat is de waarheid. Het woord van God is niet van de wereld, Jezus was immers het
vleesgeworden Woord. En Hij was niet van de wereld!
Bij het woord van God, de zuivere waarheid, is er geen vermenging met woorden van deze wereld. Dus ook geen leringen en opvattingen die deels uit de bijbel komen en deels door mensen zelf zijn verzonnen. Er is ontzettend veel vermenging in de
christelijke wereld, in de kerken en bewegingen. Het woord van God wordt vermengd met de wereld. In het Oude Testament zien we bij het volk Israel dat God niet van vermenging met heidense volken hield, het was een gebod om zich niet te vermengen.
Wat er met het volk Israel gebeurde is een beeld van de gemeente van Christus. Het is dus heel serieus! De houding van “het maakt niet zoveel uit hoe je gelooft, zolang je van elkaar kunt leren en elkaar kunt vinden in Christus”, is heel gevaarlijk. Het is niet wat God zegt namelijk! Het is de geest van de wereld, die we, als je in Christus bent, niet hebben ontvangen. Er bestaat bij God geen grijs gebied, maar alleen licht of duisternis.
Als je niet in de duisternis wilt blijven, dan moet je uit deze wereld overgaan in de
andere wereld, het hemelse koninkrijk. Als iemand niet uit de wereld gaat, dan blijft hij in de dood en zal vergaan samen met de wereld.
De wereld is niet alleen maar de wereld die overduidelijk slecht is, zoals de vleselijke lusten volgen met als gevolg overspel, criminele acties, zaken die zoveel mogelijk verborgen gehouden worden. Maar ook als iemand uiterst netjes leeft, vriendelijk en dienend is, nooit aan uitspattingen meedoet ed kan nog vol zitten met deze wereld. Uit het hart komen namelijk voort kwade overwegingen, overspel, ontucht, moord, diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering,
hoogmoed, dwaasheid, zegt Jezus in Markus 7:21. De buitenkant kan netjes gereinigd zijn, maar hoe zit het met de binnenkant? En bovendien, waar geloof je in? Aan welke leringen schenk je geloof? Is het van alles en nog wat, een mengelmoes, of alleen de waarheid, die Jezus Christus is? Bij de wereld horen ook alle leugens en onwaarheden, alle leringen die niet uit God zijn, maar wel christelijk lijken.
Samenvattend:
Als je bij God hoort ben je niet van de wereld. Als je bij God wil horen moet je uit deze wereld gaan. Christus is gekruisigd om ook ons te laten sterven voor deze wereld, om dan over te gaan in het hemelse Koninkrijk. Als je daarin wil overgaan, moet je weten waar de wereld uit bestaat, anders weet je niet waar je voor sterft in Christus aan het kruis. Dan tast je nog in het duister. Er bestaat geen vermenging van Gods wereld en deze wereld; er is geen overlap.
3. Gestorven voor de wet
“Maar wij weten dat de wet goed is, als men die wettig gebruikt, en als men dit weet:
dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en voor opstandigen, goddelozen en zondaars, onheiligen en onreinen, voor hen die vader of moeder vermoorden, voor de doodslagers, voor ontuchtplegers, voor mannen die met mannen slapen, voor mensenhandelaar, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is.” (1Tim.1:8-10)
Paulus zegt hier dat de wet niet bedoeld is voor de rechtvaardigen, maar voor degenen die in zonde leven. Aan het volk Israel, dat God uitgekozen had, gaf de Heere God de wet. Zo kregen de mensen de mogelijkheid, door zich met inspanning van de ziel aan de wet te houden, om niet toe te geven aan de zonde waardoor ze gedreven werden.
God vroeg gehoorzaamheid van zijn volk: het houden aan Zijn geboden. Omdat het de mensen niet lukte om zich aan alle geboden te houden, stelde God de offerdienst in om het volk te heiligen. Er moest steeds weer opnieuw geofferd worden om vergeving van zonden te ontvangen. De mens was vleselijk en viel daardoor steeds weer opnieuw in zonden.
Hoe is dat nu, in de tijd nadat Jezus is opgestaan uit de dood en de Heilige Geest is uitgestort? De mensen die nog gedreven worden door de zonde, die hebben de wet nog altijd nodig. Want de wet zorgt ervoor dat het nog leefbaar hier op aarde is, dat mensen zichzelf in toom kunnen houden. Door zich aan de wet te houden, kunnen ze netjes leven en zelfs heel vriendelijk en behulpzaam zijn.
Je ziet het in de tijd van Noach dat er nog geen wet was waar men zich aan hield: het werd zelfs zo slecht in de wereld dat het God berouwde dat Hij de mensen gemaakt had. Maar toen de wet kwam, werd er als het ware een meetlat geplaatst: als je je aan de wet houdt ben je rechtvaardig. Door de wet kon men weten dat men gefaald had, als hij zich niet aan een gebod had gehouden, en dus niet rechtvaardig voor God kon zijn.
Daar spreekt Romeinen 7 ook over: de wet heeft ertoe geleid dat je weet dat je niet rechtvaardig en heilig bent voor God, want je kan je niet aan de wet houden. De vleselijke mens kan dat niet, en dat geeft ook de innerlijke strijd waar Paulus het over heeft verderop in dat hoofdstuk.
Aan het begin van Romeinen 7 staat: de wet heerst zolang hij leeft. Paulus neemt het voorbeeld van een huwelijk. Door getrouwd te zijn, is een vrouw door de wet verbonden aan haar man, zolang de man leeft. Als de man niet meer leeft, is de vrouw vrij. Vrij van de wet die haar aan haar man bond. Zo is het ook geestelijk: Wij waren getrouwd met de oude zondige mens. Zolang die oude mens nog leeft, zijn we niet vrij, maar
gebonden aan die oude mens. Het enige wat nodig is om vrij te worden en om met een ander te trouwen, (om af te komen van de oude mens), is dat de oude mens dood gaat.
We weten dat Jezus de oude mens heeft gekruisigd, die is dus dood gegaan! Als we in geloof aannemen dat in Christus onze oude zondige mens is gestorven, dan zijn we vrij van de oude mens. Dan zijn we vrij om met een ander te trouwen. Die Ander is Jezus Christus zelf, die uit de dood is opgewekt.
We zijn dan ontslagen van de wet, want waar is de wet dan nog voor nodig? Alleen de oude mens heeft de wet nodig toch? Christus heeft de wet niet nodig, Hij is toch
volmaakt? Als je in Christus bent, wordt je gedreven door de geest van Christus, en niet door de zonde.
Nog ter verduidelijking: waarom zou Jezus de lat zo hoog leggen? Bijvoorbeeld: “U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft” (Matt.5:27,28).
In vers 48 staat het antwoord: “Wees u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is”.
Hoe kunnen we dan volmaakt zijn als we ons niet aan de wet kunnen houden?
Dit kan alleen als we vrij zijn van de wet van de zonde en de dood, en gebonden worden aan de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus.
“Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood” (Rom.8:2).
Er geldt dus een andere wet voor degenen die in Christus leven. In een ander koninkrijk geldt een andere wet. In Gods koninkrijk geldt de wet van de Geest. Het is een wet van vrijheid! Het is niet de vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees, maar het is leven naar de Geest, dat vrucht geeft tot heiliging (Gal.5:13; Rom.6:22).
“Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet.”(Jak. 1:25)
Samenvattend:
De wet die God gegeven had in de tijd van het Oude Testament, is bedoeld voor de mens die nog slaaf van de zonde is. Voor de rechtvaardigen geldt er een andere wet, de wet van de vrijheid. Door het offer van Jezus zijn we vrijgemaakt van de wet van zonde en dood en zijn we gebonden aan de andere wet, als we het in geloof
aannemen. In het koninkrijk van God is er geen sprake van de wet die nodig is om de zonde in toom te houden, maar in dat koninkrijk geldt een andere wet: de wet van de vrijheid. Het koninkrijk van de duisternis en dat van God hebben niets
gemeenschappelijk met elkaar, en ook de wetten niet.
