• No results found

Veiligheid en Gezondheid Peuterspeelzaal t Stekkie. oktober 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veiligheid en Gezondheid Peuterspeelzaal t Stekkie. oktober 2020"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Veiligheid en Gezondheid Peuterspeelzaal ’t Stekkie

oktober 2020

(2)

2

hoofdstuk pagina

1 Inleiding/algemene informatie 3

2 Missie en visie 3

2.1 Visie 3

2.2 Doel 3

3 Grote risico’s 4

3.1 Risico’s met grote gevolgen voor de fysieke veiligheid 4 3.2 Risico’s met grote gevolgen voor de gezondheid 5 3.3 Risico’s door grensoverschrijdend gedrag van volwassenen 5 3.4 Risico’s door grensoverschrijdend gedrag van kinderen 5

3.5 Vier ogen principe 6

3.6 VOG verplichting 6

3.7 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling 6

3.8 Vermissing 6

4 Omgang met kleine risico’s 6

4.1 Om leren gaan met risico’s 6

4.2 Inrichting binnenruimte 7

4.3 Inrichting buitenruimte 7

4.4 Materialen 8

4.5 Gezondheidsrisico’s 8

5 Risicovolle situaties voorkomen 8

5.1 Grensoverschrijdend gedrag 8

5.2 Vier ogen principe 8

5.3 Achterwachtregeling 8

6 EHBO 9

7 Beleidscyclus 9

8 Communicatie en afstemming intern en extern 10

(3)

3

1. Inleiding/ Algemene informatie Inleiding

Voor u ligt het beleidsplan Veiligheid en Gezondheid van Peuterspeelzaal ’t Stekkie te Zandvoort. Met behulp van dit beleidsplan wordt inzichtelijk gemaakt hoe we op onze locatie werken, met als doel de kinderen en medewerkers een zo veilig en gezond mogelijke werk, speel –en leefomgeving te bieden.

In dit beleidsplan wordt beschreven hoe de organisatie omgaat met kleine en grote risico’s.

Welke maatregelen daarvoor getroffen zijn en hoe de kinderen wordt geleerd om te gaan met kleine risico’s.

Samen met het pedagogisch beleidsplan, dat een onlosmakelijk deel vormt van het

Beleidsplan veiligheid en gezondheid, wordt een praktijk omschreven waarin kinderen zich veilig en gezond kunnen ontwikkelen. Beide plannen worden actueel gehouden zodat de plannen op elkaar blijven aansluiten en het te allen tijden recht doet aan de praktijk.

Om tot een gedragen document te komen waarmee de pedagogisch medewerkers van psz ’t Stekkie dagelijks kunnen werken en waarover ze zich verantwoordelijk voelen, wordt tijdens ieder teamoverleg een thema, of een onderdeel van een thema over veiligheid of

gezondheid, met elkaar besproken.

Het beleidsplan Veiligheid en Gezondheid is tevens onderdeel van de visie over veiligheid en gezondheid van de stichting SKiP. Het bestuur draagt hierover de eindverantwoordelijkheid.

2. Missie en visie

In het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid wordt uitgelegd wat de visie is van psz ’t

Stekkie ten aanzien van de veiligheid en de gezondheid van de kinderen en de medewerkers die zich dagelijks bevinden in de ruimtes van de peuterspeelzaal en wat verstaan wordt onder kleine en grote risico’s. Bij het beleidsplan hoort een Plan van Aanpak waarin staat beschreven wat de aandacht behoeft.

2.1 Visie

Kinderen spelen en leren de hele dag door.

Bij de peuterspeelzaal krijgen ze te maken met een nieuwe, uitdagende omgeving en andere materialen dan ze thuis misschien hebben. De binnen –en buitenruimte en materialen zijn speciaal geschikt gemaakt voor peuters, maar dat wil niet zeggen dat er geen sprake is van risico’s. Het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid van psz ’t Stekkie is bedoeld om te laten zien hoe de visie ten aanzien van veiligheid en gezondheid vertaald is in het dagelijks werken met de peuters en hoe dat er praktisch uitziet.

De psz heeft daarmee niet de illusie dat alle risico’s worden uitgesloten, maar de intentie om deze waar mogelijk te voorkomen, is er wel. Aangetekend moet worden dat het ook kan voorkomen dat bewust risico’s worden aanvaard wanneer hier (voor ons) belangrijke pedagogische redenen voor zijn.

2.2 Doel

In het pedagogisch beleidsplan wordt uiteengezet hoe de kinderen bij psz ‘t Stekkie worden begeleid in hun ontwikkeling; hoe we met de kinderen omgaan en hoe we proberen de ouders daarbij te betrekken. Het uitdagen van kinderen en het leren omgaan met allerhande situaties hoort daarbij. Een veilige omgeving in de breedste zin is daarvoor een belangrijke voorwaarde: peuters en ouders moeten zich ten eerste veilig voelen, daar start alles mee!

Veiligheid begint met het creëren van een open en prettige sfeer. Daarnaast moet de omgeving waarin de kinderen zich bevinden (de binnen- en buitenruimte) veilig zijn. Ten slotte moet iedereen die met de peuters contact heeft, begrijpen wat veiligheid voor een kind betekent.

Een veilig en gezond klimaat wordt niet gewaarborgd door het op papier te zetten van

(4)

4

mogelijke risico’s en de richtlijnen om de grote risico’s te voorkomen of kleine risico’s te beperken. In dit beleidsplan is daarom ook aandacht voor het bewust zijn en blijven van de pedagogisch medewerkers van mogelijke grote en kleine risico’s. Dat gebeurt door het bespreekbaar te maken. Met elkaar, maar ook met andere betrokkenen. Dit alles met als doel een veilige en gezonde omgeving te creëren, waar kinderen op een onbezorgde wijze kunnen spelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen en leren.

3. Grote risico's

In dit hoofdstuk komen de belangrijkste grote risico’s aan de orde die kunnen leiden tot ernstige ongevallen, incidenten of gezondheidsproblemen. Er zijn daarvoor verschillende categorieën te benoemen die hieronder in afzonderlijke paragrafen aan de orde komen.

Hoewel we proberen zo veel mogelijk risico’s te benoemen, zullen er altijd nieuwe

omstandigheden ontstaan die weer nieuwe grote risico’s kunnen meebrengen. Hier zullen de pedagogisch medewerkers van psz ’t Stekkie altijd scherp op zijn en bij constatering ervan initiatief nemen tot het benoemen van aangepaste en nieuwe maatregelen.

3.1. Risico’s met grote gevolgen voor de fysieke veiligheid

Kinderen die spelen kunnen zo opgaan in hun spel dat ze zichzelf of andere peuters soms in onveilige situaties kunnen brengen. De belangrijkste risico’s zijn:

Vallen van grote hoogte of ongeval:

Kinderen klimmen graag. Klimmen is een belangrijke vaardigheid die ze in stapjes onder de knie krijgen. Maar klimmen neemt ook risico met zich mee. Niet elk kind is al even handig.

Een pedagogisch medewerker dient het kind daarom goed te volgen. Wat kan het al wel aan en wat niet. In de binnen- en buitenruimte zijn uitsluitend speelmaterialen die geschikt zijn voor peuters. Klimmen leren de kinderen met behulp van peuterglijbanen, speeltoestellen en klimkussens. Ander los materiaal (zoals fietsjes en stepjes) wordt weggehouden van de grote toestellen zodat kinderen er niet op kunnen vallen of erover kunnen struikelen.

Op hekken, kasten en dergelijke die niet bedoeld zijn om te klimmen, wordt met de peuters afgesproken dat ze daar niet op klimmen.

Een ongeluk kan ook gebeuren in het verkeer. Wanneer we met de kinderen naar de duinen of naar de schooltuin gaan komen ze in de buurt van een weg waar auto’s rijden. Daarom wordt er altijd gebruik gemaakt van de bolderkar of het wandelkoord. Bovendien hebben zij allemaal een herkenbaar veiligheidshesje aan.

Verstikking:

Peuters steken nog onbewust dingen in hun mond. Om verstikking te voorkomen wordt erop toegezien dat er geen kleine materialen zijn die niet geschikt zijn voor peuters. Kapot

speelgoed wordt vervangen of gerepareerd. Speelgoed dat alleen geschikt is voor oudere kinderen wordt in een afgesloten kast bewaard. Kinderen wordt geleerd dat ze geen materiaal in hun mond moeten stoppen.

Verstikking kan ook veroorzaakt worden door touwtjes en kettinkjes aan kleding,

spelmateriaal of inventaris. Touwtjes en kettinkjes zijn daarom niet toegestaan die langer zijn dan 22 centimeter. Plastic zakken worden in een afgesloten kast bewaard. Elke ochtend eten de kinderen in de kring een 10-uurtje dat meegenomen is van huis. De kinderen wordt

geleerd dat ze zitten tijdens het eten en goed moeten kauwen. Ronde fruit soorten (tomaatjes en druiven en dergelijke) worden doorgesneden, indien de ouders dit nog niet vooraf hebben gedaan.

Vergiftiging:

Giftige materialen vormen een groot risico voor peuters. Schoonmaakmiddelen (en

medicijnen e.d.) worden hoog en in een afgesloten kast bewaard. Bij aanschaf van planten (binnen) wordt gecheckt of ze niet giftig zijn. In de schooltuin groeien uitsluitend eetbare planten. Er worden geen bestrijdingsmiddelen op de locatie gebruikt of bewaard.

Verbranding:

Hete vloeistoffen kunnen een groot gevaar opleveren voor peuters. De pedagogisch

(5)

5

medewerkers zien erop toe dat peuters niet bij de hete kraan kunnen. Voor peuters zijn er aparte wasbakjes die alleen een koudwaterkraan hebben. Verbranding kan ook worden veroorzaakt door hete thee of koffie. Deze dranken worden niet gedronken met een peuter op schoot en het wordt hoog weggezet. Als het warm weer is kan ook de zon voor

verbranding zorgen. Aan ouders wordt gevraagd de kinderen ’s morgens al in te smeren.

Kinderen worden als dat nodig is later nog een keer ingesmeerd met zonnebrandcrème factor 50 en het buitenspelen in de hete zon wordt beperkt.

3.2. Risico’s met grote gevolgen voor de gezondheid

De risico’s die grote gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid worden onder andere veroorzaakt door ziektekiemen, het binnen -en het buitenmilieu.

Ziektebeleid:

Het algemene ziektebeleid van SKiP geldt vanzelfsprekend tevens voor psz ’t Stekkie. Dit is gebaseerd op het advies van de GGD en eventueel aangepast op de specifieke locatie of doelgroep. Soms is het nodig om een kind te weren van de peuterspeelzaal vanwege een besmettelijke ziekte. Echter niet alleen het weren is voldoende om ziektekiemen tegen te gaan, ook hygiëne en reinigen is een belangrijke voorwaarde.

Binnenmilieu:

Bij risico’s die gevormd kunnen worden door een ongezond binnenklimaat moet men denken aan: bedompte en of vochtige ruimten, te laag of te hoog afgestelde verwarming, beperkte ventilatiemogelijkheden waardoor een hoog CO2 gehalte ontstaat. Daarom wordt de binnenruimte tijdens schooluren constant gelucht d.m.v. het openzetten van de bovenlichten/roosters. Daarnaast is het gebouw voorzien van een climate control.

Het verschonen van luiers gebeurt in een aparte ruimte die dagelijks wordt schoongemaakt (de commode wordt na ieder gebruik schoongemaakt). Er is een ‘handenwasprotocol’: altijd de handen wassen bij binnenkomst, na elke verschoning, snotneus e.d.. hotspots worden gedesinfecteerd. In verband met de huidige risico’s m.b.t het Corona-virus zijn er

aanvullende extra maatregelen in het hygiëneprotocol.

Buitenmilieu:

Buitenspelen is voor peuters heel erg belangrijk. Niet alleen de motoriek wordt erdoor ontwikkeld, ook de sociale vaardigheden krijgen bij het buitenspelen belangrijke aandacht.

Ook bij het buitenspelen is de gezondheid een belangrijk aandachtspunt. Kinderen leren vooral door zelf te ontdekken in een groene ruimte. Een zandbak is daar vrijwel altijd onderdeel van. Maar dat brengt wel risico’s met zich mee. Kinderen kunnen in aanraking komen met vervuild zand. Planten kunnen giftig zijn. Kinderen worden geleerd hun handen te wassen na het buiten spelen of na een uitje naar de duinen of een bezoek aan de schooltuin.

Elk jaar wordt door SpeelTopVeilig (of een andere gecertificeerde instelling) de

speeltoestellen in de buitenruimte geïnspecteerd op veiligheid. Te nemen maatregelen worden opgenomen in het keuringsrapport.

Allergieën:

Kinderen die allergisch zijn kunnen van bepaalde stoffen heel ziek worden of zelfs overlijden.

Bij de intake wordt er naar mogelijke bekende allergieën gevraagd bij de ouders. In de kind- administratie wordt bijgehouden welk kind waarvoor allergisch is, welke medicijnen een kind thuis eventueel krijgt toegediend en wie de huisarts is. Dit is voor de pedagogisch

medewerkers direct te raadplegen op de IPad.

3.3 Risico’s met grote gevolgen door grensoverschrijdend gedrag van medewerkers en andere volwassenen

Zie hoofdstuk 5.1

3.4 Risico’s met grote gevolgen door grensoverschrijdend gedrag van andere kinderen

Zie hoofdstuk 5.1

(6)

6

3.5 Vierogenprincipe

Zie hoofdstuk 5.2

3.6 VOG verplichting

In de kinderopvang is een VOG verplicht voor alle volwassenen, anders dan ouders, die zich ophouden in de peuterspeelzaal. Elke medewerker, stagiaire of vrijwilliger is in het bezit van een geldige VOG, is geregistreerd in het personenregister van de kinderopvang en

gekoppeld aan de organisatie (SKiP).

3.7 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Grote risico’s kunnen ook ontstaan als er een onveilige situatie lijkt te bestaan in de thuissituatie of in een andere directe omgeving van het kind. Bij vermoedens van

kindermishandeling zal de pedagogisch medewerker starten met het stappenplan van de Meldcode Kindermishandeling (inclusief afwegingskader). Dat betekent dat er in het uiterste geval in overleg met de ouders een melding wordt gedaan bij Veilig Thuis. Op de IPad van de peuterspeelzaal staat de app van de Meldcode.

3.8 Vermissing

Als een kind vermist wordt bij de peuterspeelzaal dan is dat een heel ernstig feit. Het kan zijn dat een kind is weggelopen of bijvoorbeeld door een persoon is opgehaald die daar geen toestemming voor had. Er ontstaat al snel grote onrust wat weer kan leiden tot blinde paniek.

Om ervoor te zorgen dat er snel en doelgericht wordt gehandeld is het Protocol ‘Vermissing’

opgesteld.

Stapsgewijs worden maatregelen doorgelopen die moeten leiden tot het zo snel mogelijk terugvinden van het kind.

Om vermissingen te voorkomen zijn buitendeuren en hekken altijd op slot tijdens de ochtend.

De tussendeuren zijn voorzien van een kinderbeveiliging. Ouders die hun kind door een ander laten ophalen moeten dit persoonlijk aan de pedagogisch medewerkers laten weten.

Broertjes of zusjes mogen de peuter niet zelfstandig meenemen. In het intakeformulier wordt specifiek gevraagd naar omgangsregelingen en personen die de peuter (wettelijk gezien) niet mogen ophalen.

Na afloop van de ochtend op de peuterspeelzaal worden de kinderen een voor een aan de hand naar hun ouders bij het hek gebracht (dit is een extra maatregel tijdens de Corona-tijd).

4. Omgang met kleine risico's

Uiteraard moeten grote risico’s worden voorkomen. Maar het is daarnaast net zo belangrijk dat peuters met kleine risico’s leren omgaan. Dit hoofdstuk gaat vooral over de kleine beperkte risico’s. Er kan bijvoorbeeld met peuters afspraken worden gemaakt over het opruimen van spullen, of met welke materialen er aan tafel gewerkt wordt.

Ook over gezondheidsrisico’s kunnen afspraken gemaakt worden met peuters. Bijvoorbeeld handen wassen na het plassen en niesen en hoesten in je mouw/elleboog.

4.1. Om leren gaan met risico’s

De peuters ontwikkelen zich op tal van gebieden en doen dat meestal zonder nadenken spelenderwijs.

Om kinderen ontwikkelingskansen te kunnen bieden moet de peuterspeelzaal wel veilig en gezond zijn.

Het ontwikkelingsmateriaal en het meubilair moet schoon en deugdelijk zijn. Maar met maatregelen die leiden tot overbescherming worden kinderen niet geholpen. Uit

internationaal wetenschappelijk onderzoek is komen vast te staan dat leren omgaan met risico’s goed is voor de ontwikkeling van kinderen.

Door ervaringen op te doen met situaties die risico’s met zich meebrengen - bij het

(7)

7

buitenspelen (klimmen op het klimrek of in de duinen over een omgevallen boomstam), maar ook bij het binnenspelen (knippen met een schaar, prikken met een prikpen) - ontwikkelen kinderen risicocompetenties. Ze leren risico’s inschatten en ontwikkelen cognitieve

vaardigheden om de juiste inschatting te maken wanneer zich een nieuwe situatie met risico’s voordoet. Het maken van afspraken met de kinderen, zonder dat het spel wordt overgenomen, is een belangrijk onderdeel.

Risico’s nemen bij het spelen zorgt ook voor een competentiebeleving: “kijk eens wat ik kan”.

Hierdoor leren kinderen uitdagingen aangaan en ervan genieten als ze ervan hebben geleerd, in plaats van ze louter te vermijden. Hierdoor wordt het doorzettingsvermogen groter, wat weer leidt tot onafhankelijkheid en groter zelfvertrouwen. De kinderen worden daarnaast emotioneel stabieler, staan sterker in hun schoenen en zijn beter in het oplossen van conflicten.

De grove motoriek is een aspect dat vaak voorkomt bij risicovol spel. De vaardigheden zoals slingeren, klimmen, rollen, hangen en glijden zijn natuurlijk leuk maar ook aspecten die van essentieel belang zijn voor het ontwikkelen van balans, coördinatie en lichaamsbewustzijn.

Kinderen die achter lopen in hun (grove) motoriek voelen zich onhandig en ongemakkelijk en lopen de kans op ‘bewegingsangst’. Buiten, maar ook in de speelzaal krijgen de kinderen voldoende gelegenheid tot het oefenen van hun motoriek.

Peuterspeelzaal ’t Stekkie heeft de beschikking over een binnen- en buitenruimte waarin kinderen met behulp van speelmateriaal de kans krijgen zich fijn en grof motorisch te ontwikkelen. Pedagogisch medewerkers geven de kinderen de kans zich daarin te

ontwikkelen door te begeleiden, sturen, steunen en motiveren. Met behulp van de sensitieve vaardigheden worden peuters begeleid in het omgaan met risico’s.

4.2. Inrichting binnenruimte

De inrichting van de binnenruimte is dusdanig dat kinderen er alle ruimte hebben om te spelen. Er zijn hoeken waarin en tafels waaraan gespeeld wordt. Met de kinderen worden afspraken gemaakt over het opruimen van speelgoed. Alles heeft een vaste plaats in kasten of bakken. Peuters hebben heel veel fantasie en ze gebruiken speelgoed ook vaak voor spel dat daar eigenlijk niet voor bedoeld is. Een rijtje stoelen wordt een bus, puzzelstukjes kunnen lekkere koekjes zijn en met plastic bananen kun je ‘branden blussen’. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn. Maar de afspraak met de kinderen is dat er niet met speelgoed wordt gegooid, rennen doen ze buiten en knutselen wordt aan tafel gedaan.

4.3. Inrichting buitenruimte

De buitenruimte van de peuterspeelzaal is ruim opgezet en wordt gedeeld met Openbare Basisschool ‘de Duinroos’. De gehele buitenruimte rondom de school is omheind. De omheining direct aan de duinrand is in 2020 vernieuwd.

Het terrein om de school is niet afgebakend per school, dit betekent dat de ‘schoolpleinen’ in elkaar overlopen. Er is wel een duidelijke afscheiding tot waar de kinderen mogen spelen en tijdens het buiten spelen is altijd meer dan 1 volwassene op het schoolplein aanwezig. Er wordt door hen opgelet dat ze binnen het speelterrein van basisschool ‘de Duinroos’ blijven.

Wanneer de kinderen toch verder gaan dan toegestaan, dan kunnen ze in ieder geval niet het terrein af. Met de peuters worden hierover duidelijke afspraken gemaakt, net zoals het verbod om te klimmen op de hekken. Daarnaast hebben de peuters van de peuterspeelzaal bij het buitenspelen altijd hun veiligheidshesjes aan, dit maakt ze beter herkenbaar.

Spel met rijdend materiaal wordt gescheiden gehouden van klim, glij- en klauterspel zodat kinderen vanaf de toestellen niet op de fietsjes of stepjes kunnen vallen. Fietsjes hebben dichte spaken en zijn geschikt voor peuters. Het speelgoed dat in de zandbak gebruikt wordt mag niet ergens anders gebruikt worden.

Ook zullen we regelmatig gebruik maken van de grote schooltuin aan de overkant in plaats van het schoolplein. Wanneer we hierheen lopen wordt gebruik gemaakt van het

wandelkoord. (Dit wordt ook gebruikt bij een eventuele evacuatie) De schooltuin is geheel omheind, de kinderen kunnen hier vrij rondrennen.

(8)

8

4.4. Materialen

De materialen die worden aangeschaft worden aangeschaft bij erkende leveranciers.

Materiaal dat kapot is wordt weggehaald. Als het mogelijk is wordt het materiaal gerepareerd en anders wordt het vervangen of in elk geval weggegooid.

Er wordt alleen materiaal aangeschaft wat geschikt is voor peuters. Materiaal wat alleen geschikt is voor oudere peuters wordt apart gehouden van jongere peuters.

Materialen worden volgens een schema schoongehouden. Zie daarvoor Protocol ‘Hygiëne’.

4.5. Gezondheidsrisico’s

Peuters kunnen ook zelf bijdragen aan het beperken van gezondheidsrisico’s. Daarom worden er afspraken gemaakt over handen wassen: na het toiletbezoek, na het buiten spelen. De neus wordt gepoetst met papieren zakdoeken die na gebruik in de afvalemmer worden gestopt. De afvalemmer heeft een deksel.

5. Risicovolle situaties voorkomen

Een veilige omgeving heeft natuurlijk betrekking op de ruimte en het materiaal van de peuterspeelzaal, maar het allerbelangrijkst zijn de mensen waarmee het kind in contact komt. Een veilige omgeving bieden aan een kind betekent ook dat de contacten die het kind opdoet op de speelzaal veilig moeten zijn. Een kind moet zich vrij voelen in zijn/haar doen en laten, veilig om te zijn wie hij of zij is. Moet met respect behandeld worden, zonder angst voor ongewenste contacten of ervaringen met beschadigend gedrag van een ander.

5.1 Grensoverschrijdend gedrag

Voor elk kind, maar ook voor collega’s is grensoverschrijdend gedrag door medewerkers of andere volwassene ontoelaatbaar. SKiP is er alles aan gelegen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Er heerst een open-aanspreek-cultuur. Grensoverschrijdend gedrag wordt indien nodig besproken tijdens het teamoverleg. SKiP heeft ook een

vertrouwenspersoon.

Voor peuters is het nog niet gemakkelijk om hun grenzen aan te geven. Het is de taak van de pedagogisch medewerker om hen daarin te ondersteunen. Door ze te leren dat ze stop mogen en moeten zeggen tegen een ander kind of volwassene, als zij zich niet prettig voelen bij bepaald gedrag van de ander.

Peuters ontdekken al het verschil tussen jongens en meisjes. Soms vinden ze het verschil tussen jongens en meisjes erg interessant. Ook begint op de peuterleeftijd al een klein beetje de ontwikkeling van de seksualiteit. Medewerkers houden de ontwikkeling van het kind op dit vlak goed in de gaten.

De ontwikkeling van een kind mag een ander kind niet beschadigen. Als er vragen zijn bij de pedagogisch medewerkers over het gedrag van peuters dat mogelijk grensoverschrijdend is, wordt dat (na onderlinge consultatie) besproken met de ouders.

5.2 Vierogenprincipe

In principe zijn er altijd 2 volwassenen aanwezig in de peuterspeelzaal (die in het bezit zijn van een geldige VOG). Bovendien is er aan de gangzijde een groot raam waardoor collega’s van OBS ‘de Duinroos’, ouders en toevallige passanten te allen tijden kunnen zien wat er zich in het klaslokaal afspeelt. Ook door de ramen aan de voorzijde is het mogelijk om in de klas te kunnen kijken. Daarnaast komen, regelmatig en onverwacht, collega’s of de

conciërge van OBS ‘de Duinroos’ binnenlopen.

De toiletruimte bevindt zich naast de ingang in het klaslokaal en is voorzien van ramen op volwassenhoogte.

5.3 Achterwachtregeling

Indien er slechts een leidster aanwezig is op het kinderdagverblijf en de BKR wordt niet

(9)

9

overschreden, dan is een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen ambulance- aanrijdtijden op het kinderdagverblijf (peuterspeelzaal) aanwezig kan zijn. Omdat er tijdens de openingstijden van de peuterspeelzaal altijd iemand van de (een van de) scholen in het pand aanwezig is, zal dit nooit voorkomen.

6. EHBO

Op de Peuterspeelzaal doen de pedagogisch medewerkers er alles aan om ongelukken te voorkomen, maar toch gebeuren er soms kleine ongelukjes met peuters. Ook met een groot ongeluk moet altijd rekening worden gehouden.

De pedagogisch medewerkers die aanwezig zijn in de peuterspeelzaal zijn in het bezit van een geldig certificaat/diploma Eerste Hulp aan kinderen van het Oranje Kruis. Op dit moment is het certificaat van één van de leidsters verlopen, oorzaak: uitgestelde cursussen (ivm Corona-problemen), echter de tweede leidster is wel in het bezit van een geldig certificaat.

Om de geldigheid van de certificaten/diploma’s te handhaven volgen de pedagogisch medewerkers periodiek EHBO-trainingen. Daarnaast komen er diverse onderdelen uit de EHBO aan bod tijdens de vergaderingen. Op deze manier blijft de theorie steeds weer fris in het geheugen.

Op de peuterspeelzaal is een EHBO doos aanwezig. In de EHBO doos zitten alle door het Oranje kruis geadviseerde materialen. De inhoud van de EHBO doos wordt tenminste eens per jaar gecontroleerd op volledigheid en houdbaarheidsdata.

7. Beleidscyclus

Om het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid op een effectieve wijze blijvend te kunnen implementeren zijn er telkens verschillende fasen die doorlopen moeten worden. De verschillende fasen duren samen ongeveer een jaar. Dat is niet anders dan bij het gebruik van de digitale lijsten van de RisicoMonitor die tot in 2017 werden

gebruikt. Wat wel anders is, is het gebruik daarbij van de QuickScan per januari 2018.

De eerste fase is het bepalen van de onderwerpen waarop de QuickScan door de beroepskrachten wordt uitgevoerd. Belangrijk in deze fase zijn ook de formulieren die aanwezig zijn op de groep en die ingevuld moeten worden na ieder ongeluk/voorval.

Daarnaast het bepalen van de periode waarin aan het gekozen onderwerp wordt gewerkt.

Van de bevindingen wordt na de onderzoeksfase verslag gedaan tijdens de

teamvergaderingen zodat dit ook bekend is bij eventuele invallers en vrijwilligers en iedereen die betrokken is bij de peuterspeelzaal op de hoogte blijft van de verschillende onderwerpen.

Op basis van de bevindingen van de uitkomsten van de verschillende QuickScans wordt een verbeterplan opgesteld. De beroepskrachten bespreken gezamenlijk de voortgang van de benodigde acties en wie welke actie gaat ondernemen.

De te nemen acties moet men breed zien. Er kunnen suggesties worden gedaan voor

wijzigingen in het gevoerde beleid. Men signaleert benodigde aanpassingen of aanscherping van het gedrag van pedagogisch medewerkers ten aanzien van de uitvoering van het

veiligheids- en gezondheidsbeleid. Er zouden aanpassingen gedaan kunnen worden aan materiaal of gebouw. Of er kunnen aanpassingen worden geformuleerd voor de protocollen en of het Beleidsplan veiligheid en gezondheid. De te nemen acties worden opgenomen in een Plan van aanpak.

In het Plan van aanpak worden niet alleen acties geformuleerd. Er wordt ook een datum bij vermeld waarop de actie moet zijn afgerond.

Het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid wordt elk jaar in het vierde kwartaal

geactualiseerd. Het beleidsplan, inclusief het vierogenprincipe en de achterwachtregeling wordt jaarlijks besproken met de oudercommissie. De leidinggevende is daarvoor

verantwoordelijk.

(10)

10

8 Communicatie en afstemming intern en extern

Elk jaar wordt het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid herzien en waar nodig bijgesteld.

De benodigde informatie daarvoor komt direct van de werkvloer. Daarom is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers en andere directbetrokkenen, zich betrokken voelen bij het beleidsplan. De actieve rol van de pedagogisch medewerkers is hiervoor onmisbaar.

Net zo belangrijk is het direct meenemen van nieuwe medewerkers, stagiaires en vrijwilligers in het veiligheids-en gezondheidsbeleid. Tijdens het teamoverleg van de pedagogisch

medewerkers is het bespreken van mogelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s een vast agendapunt. Zo wordt het mogelijk zaken snel bespreekbaar te maken en bij te sturen.

Op dit moment is er geen oudercommissie actief. Echter wanneer deze er wel zal zijn, dan hebben zij periodiek overleg over tal van onderwerpen. Ook het pedagogisch beleid en het veiligheid- en gezondheidsbeleid komt ter sprake. Acties die op grond van het Plan van Aanpak worden ondernomen worden met de oudercommissie besproken.

Als het beleidsplan inhoudelijk is gewijzigd worden de oudercommissieleden om advies gevraagd ten aanzien van het beleidsplan. Op die manier hopen we dat de onderwerpen veiligheid, gezondheid en risico’s ook bij ouders een belangrijk thema wordt in de opvoeding.

Na de herziening wordt het plan op de website gepubliceerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Medewerkers delen privé informatie via WhatsApp of andere social media kanalen;.. Medewerkers plaatsen foto’s in

 We proberen vermissing van een kind te voorkomen in de locatie, tijdens activiteiten buiten de groep en tijdens uitstapjes door daglijsten in te vullen, de kinderen altijd

• De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. • U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet

Alle medewerkers op alle groepen houden rekening met spullen op kind hoogte te leggen/ zetten dat gevaar voor de kinderen zou kunnen veroorzaken... Beleidsplan veiligheid en

Totdat de risico’s gecheckt zijn, er eventueel maatregelen genomen zijn en verwerkt zijn in het Beleid Veiligheid en Gezondheid, blijven de bestaande en geïmplementeerde

Als er gegronde medische redenen zijn en een kind medicijnen toegediend moet krijgen tijdens zijn/haar verblijf in Peuterspeelzaal Hannie Schaft, wordt dit door onze gediplomeerde

gezondheid hoog in het vaandel staan. Dit beleidsplan is geldig vanaf 1 april 2020. De directie van kinderopvang de Berenstad is eindverantwoordelijke voor het beleidsplan

Totdat de risico’s gecheckt zijn, er eventueel maatregelen genomen zijn en verwerkt zijn in het Beleid Veiligheid en Gezondheid, blijven de bestaande en geïmplementeerde