Aan de Minister voor Jeugd en Gezin Mr A. Rouvoet
Aan de Minister voor Wonen, wijken en integratie Drs. E. Vogelaar
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350
2500 EJ Den Haag Rotterdam, 16 april 2007
Zeer geachte mevrouw Vogelaar en heer Rouvoet,
Met genoegen namen wij kennis van uw recente benoeming als minister voor jeugd en gezin en minister voor wonen, wijken en integratie. Met die keuze wordt een heus begin gemaakt met een integratieve benadering van hedendaagse opgroei- en opvoedingsproblemen in de grote stad. Wat de afgelopen 35 jaar aan beleidsinitiatieven verspreid is geraakt over zes ministeries kan met de
aanbevelingen van de Operatie Jong en het Coalitieakkoord meer samenhang verkrijgen. Vooral in de grote steden is een dergelijke afstemming in het beleid van groot belang. Het succes van een
dergelijke coördinatie is in enkele van die steden al gebleken met de benoeming van ‘brede’
wethouders voor jeugdzaken.
Wij nemen de vrijheid u met bijgaande notitie in de eerste honderd dagen van de uitoefening van uw ambt onze inzichten voor te leggen en we tekenen daarbij aan dat we te allen tijde bereid zijn deze nader toe te lichten.
Wij stellen ons aan u voor. De Kenniskring Opgroeien in de Stad (KOS), gevestigd bij de Hogeschool Rotterdam, waarvan wij als lectoren de leiding hebben, verricht sinds 2002 onderzoek rond
opvoeding, opvoedingsondersteuning, diverse onderwijsthema’s (van brede school tot de aanpak en preventie van schooluitval) en integrale wijkontwikkeling. De kenniskring draagt daarmee bij aan de professionalisering van het werk van (deel)gemeentelijke diensten en pedagogische en
welzijnsorganisaties in en om Rotterdam: scholen, jongerenwerk, jeugdzorg, etc. en hun wijkgerichte oriëntaties. In de lijn van het door het Ministerie van OCenW en de HBO-raad ingezette beleid ten aanzien van kenniskringen en lectoraten inspireert de KOS voorts de deskundigheidsbevordering van hogeschooldocenten en daarmee het onderhoud en de actualisering van een groot aantal opleidingen van de hogeschool (van lerarenopleidingen – pabo, VO/BVE – tot sociale en pedagogische
opleidingen).
De kenniskring wist daarmee in ruim vier jaar een goede naam te verwerven in Rotterdam, maar ook landelijk en internationaal. Wij voegen ter illustratie het recente Jaarverslag 2006 toe, en wijzen u op onze website www.opgroeienindestad.nl.
De kern van onze notitie verwoorden wij als volgt. De prachtwijken van de toekomst kampen vooralsnog met erbarmelijke opgroeiomstandigheden. Praktijkvoorbeelden waarin een effectief en efficiënt pedagogisch klimaat ontwikkeld is, zijn schaars. Rotterdam ontwikkelt enkele voorbeeldige praktijken, waarbij praktijkleren bijdraagt aan de oplossing van problemen in de stad. Als
programmaministers Jeugd & Gezin en Wonen, wijken & integratie kunt u uw beleidsdoelen beter realiseren als u de beleidsmiddelen op elkaar afstemt. Zo raakt de jeugd in de toekomstige prachtwijken niet opnieuw bekneld in verkokerde situaties.
Ons verzoek aan u is tweeërlei:
1. Graag raken wij nader met u in gesprek over deze visie.
2. Het Rotterdams Onderwijsmodel is succesvol. Studenten aan het werk te zetten en ze laten leren in de praktijk is echter een arbeidsintensieve werkwijze. We hebben goede ervaringen opgedaan met de Beroepsoriënterende praktijkvorming in samenwerking met Zadkine College, de Beijerlandsestraat nummer 13 in samenwerking met Dura Vermeer,
Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting en Zadkine College, de adoptie van Zuidwijk met Vestia Rotterdam Zuid en alle daaraan verbonden projecten. De
coördinatie vormt hierbij de sluitpost. Voor nieuwe leervormen die bijdragen aan de oplossing van problemen in de stad én de ontwikkeling van competenties van grootstedelijk werken, dient de praktijkopdracht gekoppeld te zijn en blijven aan het onderwijs. Telkens dient de overdracht naar een volgende groep studenten, met andere woorden de continuïteit, goed geregeld te worden. Dit geldt ook voor het SIA/RAAK-project REPRO: hier zijn nu de middelen voor beschikbaar, maar als straks de beroepspraktijk de coördinatie over moet nemen zonder extra middelen, komt dit goede initiatief onder druk te staan.
Wij zien uit naar uw reactie.
Met gevoelens van hoogachting,
Namens de Kenniskring Opgroeien in de Stad
Prof dr A.L.T. Notten / dr F.C.P.P. Spierings