Het belastingstelsel
In Nederland
Op welke wijze nivelleert de overheid de primaire inkomensverdeling
Nivellering
Progressief Proportioneel Degressief Belastingheffing
Uitkeringen en subsidies
Vlaktaks
Schijvenstelsel (box 1)
(denivellerend)
nivellerend
= nadelig voor hogere inkomens
= voordelig voor lagere inkomens
Kenmerk van een progressief belastingstelsel is dat je procentueeel meer belasting gaat betalen
naarmate je inkomen stijgt.
Als je het woord procentueel of relatief vergeet is het antwoord niet goed. In alle drie stelsels betaal je
namelijk meer belasting als je inkomen stijgt
Het verband tussen het belastingtarief en de belastingopbrengst (Laffercurve)
Belastingopbreng st
Belastingtarief
O A B
Ontduiken en
ontwijken
3 boxen
vermogensrendem ent
Aanmerkelijk belang Inkomen
(arbeid)
1 2 3
Het Nederlandse schijvenstelsel (box 1)
Begrippen
Bruto inkomen = wat je verdient voor loonheffing
Netto loon is datgene wat je op de bank aan inkomen ontvangt
Belastingschijven verdelen het belastbaar inkomen in delen waarover een verschillend tarief wordt
gerekend
Heffingskortingen = kortingen op de te betalen belasting
Aftrekposten = bedrag waarmee het belastbaar inkomen daalt
Bijtellingen = bedrag waarmee het belastbaar inkomen stijgtBelastbaar inkomen = bedrag waarover je
belasting betaalt
Begrippe
n
16.320 7.680 16.120 9.880 14.500 10.500
8.160 8.840
8.000 (afrtekposten)
32
% 38
% 42
% 52
%
Bruto inkomen Belastbaar
inkomen 100.00
0
24.000 50.000 92.000
75.000
Belasting heffen in box 1 (schijventarief)
€
36.900 Heffingskorting = €
2.000
Te betalen€
34.900
Marginale belastingdruk = tarief van de laatst verdiende euro = 52%
Gemiddelde belastingdruk = deel van het bruto inkomen dat je moet afdragen aan loonheffing
34.900 / 100.000 x 100% = 34,9%
De
premiegrens
Belasting op vermogen
Begrippen
Fictief rendement (verondersteld rende-ment op het belastbaar
vermogen) (=4%)
Belastingvrij vermogen
Rendementheffing (=30%)
€
100.000
€ 25.000 Belastba ar
vermoge n €
75.000
Te betalen vermogensbelasting 0,04 x € 75.000 = € 3.000
(fictief rendement)Te betalen = 0,30 x € 3.000 = €
900
opgave
Berekend de gemiddelde belastingdruk
Hannelore verdient bruto per maand: € 4.282
Het nettoloon van Hannelore is: € 2.608
In mei ontvangt Hannelore haar vakantiegeld: € 4.110 bruto
Ze betaalt een aftrekbare premie aan haar pensioenfonds van € 3.693 per jaar
Hannelore heeft een eigen woning en ze betaalt maandelijks een rente van € 101,25
Aan heffingskorting krijgt ze een algemene korting van € 1.489 en ze krijgt een arbeidskorting van € 1.991
schijven schijflengte percentage
1e schijf € 0 t/m € 19.822 € 19.822 36,5 % 2e schijf € 19.823 t/m € 33.589 € 13.767 42%
3e schijf € 33.590 t/m € 57.585 € 23.996 42%
4e schijf € 57.586 EN MEER 52%
antwoord
Bruto jaarloon: 12 x € 4.282 + € 4.110 = € 55.494
-/- aftrekposten: 12 x € 101,25 + € 3.693 = € 4.908
Belastbaar inkomen: =
€ 50.586-/- 1e schijf: 36,5% x € 19.882 = € 7.235
blijft over: = € 30.764
-/- 2e schijf: 42% x € 13.767 = € 5.782
blijft over in schijf 3: 42% x € 16.997 = € 7.138
TOTALE HEFFINGSBEDRAG OVER DE SCHIJVEN = € 20.155
-/- heffingskortingen: algemene korting = € 1.489
arbeidskorting =
€ 1.991TOTALE HEFFINGSKORTING
= € 3.480
TE BETALEN INKOMENSHEFFING
= € 16.675
Gemiddelde belastingdruk = 16.675 / 55.494 x 100% = 30,0%
