• No results found

Factsheet Inzet zorgmedewerkers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Factsheet Inzet zorgmedewerkers"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Factsheet

Inzet zorgmedewerkers

januari 2021

Inleiding

Voldoende en goed opgeleide medewerkers zijn van groot belang voor een goede gezondheidszorg. Daarom wordt al jaren informatie verzameld over de arbeidsmarkt in zorg en welzijn, zodat betrokken partijen hun arbeidsmarktbeleid kunnen afstemmen op de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Deze informatie wordt o.a. ontsloten via de websites van het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (azwinfo.nl, azwstatline.nl) en de regionale arbeidsmarktdashboards van RegioPlus.

Informatie over de belasting en inzetbaarheid van zorgverleners is extra urgent wanneer sprake is van toenemende druk op de zorg. Daarom zijn enkele indicatoren toegevoegd aan de reeds bestaande regionale arbeidsmarktdashboards.

Deze indicatoren bieden aanvullende arbeidsmarktinformatie voor regionale partijen. Het gaat om zaken als verzuim, gewerkte overuren en zo actueel mogelijke informatie over het totaal aantal werknemers en FTE. Daarnaast wordt er elke maand een factsheet uitgebracht met een aantal kerngegevens uit dit arbeidsmarktdashboard.

Klik hier om naar de regionale arbeidsmarktdashboards te gaan:

https://inzetzorg.arbeidsmarktinbeeld.nl/inzetzorg-landelijk-dashboard https://regioplus.nl/arbeidsmarktinformatie/

(2)

Data en databronnen in deze factsheet

• Verzuimpercentage en de meldingsfrequentie: de bron hiervoor is Vernet. Deze cijfers betreffen 4 branches (ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, GGZ en VVT).

• De bron voor gegevens over aantallen werknemers, fte, ORT en aandelen oproepkrachten is PFZW (m.u.v. de cijfers over de UMC’s). Deze cijfers betreffen 8 branches (ziekenhuizen, revalidatiecentra, gehandicaptenzorg, GGZ, VVT, huisartsenzorg

& gezondheidscentra, jeugdzorg en sociaal werk). Bij deze data gaat het om voorlopige cijfers die nog kunnen wijzigen.

• De bron voor gegevens over aantallen werknemers en fte in de UMC’s is ABP. Bij deze data gaat het om voorlopige cijfers die nog kunnen wijzigen.

• De gegevens zijn weergegeven op landelijk niveau en/of op het niveau van de 25 veiligheidsregio’s.

Verzuimpercentage

5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 8,5

2021 2019 2020

dec nov okt sep aug jul jun mei apr mrt feb Jan

Verzuimpercentage

Branche Jan 2019 Jan 2020 Jan 2021

ZKH 5,62 5,89 6,55

GHZ 6,75 7,11 7,79

GGZ 6,74 6,63 6,34

VVT 7,45 7,86 9,38

Totaal 6,57 6,88 7,68

Het verzuimpercentage is het aandeel fte dat in een bepaalde periode wordt gemist als gevolg van ziekte van medewerkers.

Dit verzuimpercentage kent een grote seizoensinvloed. De cijfers kunnen daarom het beste vergeleken worden met dezelfde periode in het voorafgaande jaar. In januari 2021 is het verzuimpercentage 7,68%. In de VVT is het verzuimpercentage het hoogst (9,38%), in de GGZ het laagst (6,34%).

Meldingsfrequentie

0,00 0,45 0,90 1,35 1,80

2020 2021 2019

dec nov okt sep aug jul jun mei apr mrt feb Jan

Meldingsfrequentie

Branche Jan 2019 Jan 2020 Jan 2021

ZKH 1,56 1,56 0,97

GHZ 1,32 1,29 0,83

GGZ 1,62 1,54 0,81

VVT 1,36 1,40 1,03

Totaal 1,44 1,44 0,94

De meldingsfrequentie in een maand is het gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker, vermenigvuldigd met 12 (dit laatste wordt gedaan om een vergelijking met jaarcijfers mogelijk te maken). In januari 2021 is de meldingsfrequentie lager dan de meldingsfrequentie in de twee voorgaande jaren.

(3)

Aantal fte en aantal werknemers

Branche Aantal fte Aantal werknemers

Jan 2019 Jan 2020 Jan 2021 2019 2020 2021

HZ&GC* 19.587 20.465 21.135 31.533 32.769 33.789

RC 6.849 6.841 6.876 9.616 9.607 9.656

ZKH 147.066 149.435 152.611 193.895 195.775 200.964

UMC 60.464 61.131 62.036 72.828 73.795 74.220

GHZ 126.384 130.841 135.114 180.709 185.840 189.730

GGZ 64.622 65.910 68.109 81.057 82.140 84.315

VVT 251.752 264.395 272.103 420.299 440.903 456.044

JZ 24.031 24.639 25.427 29.588 30.295 31.215

SW 43.841 45.707 45.370 58.832 60.683 59.766

Zorg en welzijn* 744.596 769.363 788.780 1.067.077 1.100.776 1.128.020

* In de vorige factsheets waren alleen de cijfers over de huisartsenzorg opgenomen, in deze factsheet zijn de cijfers van de huisartsenzorg en

gezondheidscentra samengenomen. Ook het totaal is daarom iets hoger dan in de vorige factsheet. NB omdat mensen in meerdere branches werkzaam kunnen zijn, is het totaal iets lager dan de optelsom van de verschillende branches.

Het aantal werknemers en het aantal fte in de zorg geeft aan of er sprake is van groei of krimp van de sector. Eind januari 2021 is het aantal werknemers en het aantal fte in bijna alle branches gestegen t.o.v. de aantallen in januari 2020.

Uitzondering hierop is de branche Sociaal Werk, waar zowel het aantal werknemers als het aantal fte iets is gedaald t.o.v.

januari 2020.

500.000 600.000 700.000 800.000 900.000 1.000.000 1.100.000 1.200.000

werknemers 2021 werknemers 2020 werknemers 2019

dec nov okt sep aug jul jun mei apr mrt feb Jan

(4)

Gemiddelde ORT

0 30 60 90 120 150 180

2021 2020

2019

dec nov okt sep aug jul jun mei apr mrt feb Jan

Gemiddelde ORT

Branche Jan 2019 Jan 2020 Jan 2021

HZ&GC 41,86 44,16 44,87

RC 75,41 68,96 74,55

ZKH 157,04 158,95 182,21

GHZ 134,37 131,76 128,74

GGZ 128,97 128,67 126,67

VVT 154,68 151,63 162,24

JZ 65,07 58,6 49,9

SW 34,26 38,46 41,11

Totaal 135,9 134,51 143,41

Een toe- of afname in de gemiddelde ORT geeft aan of er sprake is van een toenemend beroep op medewerkers of juist niet.

De gemiddelde ORT is het bedrag aan onregelmatigheidstoeslag dat gemiddeld per medewerker is uitbetaald in die maand (dit is het gemiddelde over alle medewerkers). ORT wordt niet altijd uitbetaald in de maand waarin de onregelmatige diensten zijn gedraaid. Bij deze data moet daarom vooral naar de trend en/of de ontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar gekeken worden. Hierbij moet wel in het achterhoofd worden gehouden dat de

loonsverhogingen in 2020 ook doorwerken in de ORT.

In januari 2021 ligt de gemiddelde ORT hoger dan in januari 2020. Dit is echter niet in alle branches het geval, de ORT in de GGZ, de Gehandicaptenzorg en Jeugdzorg is in januari 2021 lager dan in januari 2020.

Aandeel oproepkrachten

7,0 7,5 8,0 8,5 9,0 9,5 10,0

2020 2021 2019

dec nov okt sep aug jul jun mei apr mrt feb Jan

Aandeel oproepkrachten

Branche Jan 2019 Jan 2020 Jan 2021

HZ&GC 5,0% 6,6% 6,4%

RC 3,6% 4,9% 5,2%

ZKH 4,8% 5,8% 6,7%

GHZ 8,2% 7,8% 6,5%

GGZ 2,4% 2,7% 2,3%

VVT 11,9% 12,2% 11,4%

JZ 2,1% 2,5% 1,9%

SW 5,0% 6,6% 5,1%

Totaal* 8,1% 8,6% 8,1%

Een toe- of afname in het aandeel oproepkrachten geeft een indicatie of er sprake is van een toenemend beroep op medewerkers of juist niet. Het aandeel oproepkrachten is het aandeel werknemers met een oproepcontract dat in de betreffende maand is ingezet, ten opzichte van het totaal aantal werknemers in die maand. Het is vooral de trend die hier van belang is, daarbij ook rekening houdend met seizoenspatronen.

In januari 2021 worden iets minder oproepkrachten ingezet dan in januari 2020. In de Revalidatiecentra en de Ziekenhuizen zijn meer oproepkrachten ingezet dan in januari vorig jaar, in de andere branches zijn juist minder oproepkrachten ingezet.

(5)

Meldingsfrequentie en verzuimpercentage per veiligheidsregio

In het spreidingsdiagram is per veiligheidsregio te zien wat de meldingsfrequentie en het ziekteverzuimpercentage waren in januari 2021. Welk nummer bij welke regio hoort is terug te vinden in de tabel.

6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 8,5 9,0

0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5

Meldingsfrequentie

Verzuimpercentage

1 2 10

23 4

16

6 8

12 13

24

25

21 14 22

9 5 7

3 19

20

11 17

18 15

verzuimpercentage

Nummer Veiligheidsregio

1 Groningen

2 Fryslân

3 Drenthe

4 IJsselland

5 Twente

6 Noord-en Oost-Gelderland

7 Gelderland-Midden

8 Gelderland-Zuid

9 Utrecht

10 Noord-Holland-Noord 11 Zaanstreek-Waterland

12 Kennemerland

13 Amsterdam-Amstelland 14 Gooi en Vechtstreek

15 Haaglanden

16 Hollands-Midden

17 Rotterdam-Rijnmond 18 Zuid-Holland-Zuid

19 Zeeland

20 Midden-en West-Brabant

21 Brabant-Noord

22 Brabant-Zuidoost

23 Limburg-Noord

24 Limburg-Zuid

25 Flevoland

(6)

Kerngegevens per veiligheidsregio

In de onderstaande tabel is een aantal kerngegevens per veiligheidsregio weergegeven, voor januari 2020 en januari 2021.

Meer gedetailleerde informatie is te vinden op het arbeidsmarktdashboard www.inzetzorg.arbeidsmarktinbeeld.nl

Verzuimpercentage Aantal fte Gemiddelde ORT

Nummer Veiligheidsregio Jan

2020

Jan 2021

jan 2019

Jan 2020

Jan 2021

Jan 2019

Jan 2020

Jan 2021

1 Groningen 7,40 8,16 32.548 33.538 33.932 € 135,09 € 132,26 € 140,28

2 Fryslân 7,11 7,90 29.490 30.519 30.715 € 131,60 € 125,26 € 146,51

3 Drenthe 7,58 8,51 25.867 26.406 26.530 € 132,79 € 132,58 € 146,10

4 IJsselland 6,45 7,75 25.784 26.511 27.449 € 126,86 € 127,84 € 146,07

5 Twente 7,32 7,76 27.948 29.149 30.616 € 139,20 € 146,31 € 155,12

6 Noord-en Oost-Gelderland 6,99 7,82 39.619 40.772 41.820 € 131,12 € 133,09 € 144,11

7 Gelderland-Midden 6,64 8,09 29.922 30.894 31.814 € 121,50 € 121,19 € 138,88

8 Gelderland-Zuid 6,37 7,21 28.817 29.862 30.828 € 131,56 € 130,38 € 138,97

9 Utrecht 6,95 7,47 58.344 60.130 61.824 € 121,84 € 113,17 € 132,08

10 Noord-Holland-Noord 6,55 7,33 28.047 28.998 29.387 € 143,93 € 138,55 € 138,65

11 Zaanstreek-Waterland 7,52 8,36 12.918 13.427 13.677 € 96,14 € 132,87 € 137,39

12 Kennemerland 7,15 7,21 21.570 22.092 22.647 € 142,40 € 139,23 € 147,86

13 Amsterdam-Amstelland 6,17 6,76 32.185 33.564 35.213 € 132,86 € 138,46 € 140,20

14 Gooi en Vechtstreek 6,48 7,64 9.334 9.485 9.764 € 136,67 € 136,71 € 138,04

15 Haaglanden 7,18 8,20 38.684 39.800 40.840 € 144,04 € 140,49 € 146,83

16 Hollands-Midden 6,63 6,74 37.813 38.944 40.015 € 131,22 € 129,29 € 139,87

17 Rotterdam-Rijnmond 6,84 7,61 52.028 53.995 55.763 € 150,75 € 152,06 € 156,45

18 Zuid-Holland-Zuid 6,68 8,07 20.178 20.819 21.297 € 134,62 € 135,37 € 144,28

19 Zeeland 6,87 7,94 16.473 17.157 17.406 € 143,10 € 138,62 € 148,50

20 Midden-en West-Brabant 6,52 7,94 44.692 46.410 47.580 € 136,58 € 130,84 € 134,38

21 Brabant-Noord 7,07 7,66 27.462 28.574 28.862 € 141,12 € 131,04 € 138,27

22 Brabant-Zuidoost 6,80 7,50 29.644 30.309 31.082 € 137,43 € 134,90 € 132,88

23 Limburg-Noord 6,78 6,80 23.473 24.338 25.058 € 148,39 € 142,88 € 151,97

24 Limburg-Zuid 7,32 8,39 28.900 30.313 31.084 € 144,74 € 147,32 € 146,47

25 Flevoland 6,63 7,99 15.771 16.517 17.104 € 146,62 € 143,23 € 155,22

Inventarisatie knelpunten

GGD GHOR brengt wekelijks in kaart hoe het staat met de personele capaciteit in de veiligheidsregio’s en of er knelpunten zijn rondom mensen, middelen of processen. Deze uitvraag betreft de V&V, Thuiszorg, Gehandicaptenzorg en GGZ.

In week 9 (de week van 1 maart) geven drie van de vijf regio’s aan dat er knelpunten zijn rondom de personele capaciteit in de verpleeghuizen (te weinig mensen). In de thuiszorg geeft ongeveer de helft van de regio’s aan knelpunten te ervaren rondom personele capaciteit, in de GGZ en de gehandicaptenzorg zijn dat er twee op de vijf (bron: Monitor zorgcontinuïteit week 9 2021).

(7)

Toelichting

Dataset

Deze factsheet bevat data over medewerkers met een arbeidsovereenkomst, inclusief BBL-leerlingen. ZZP’ers, vrijwilligers, mantelzorgers etc. zijn niet meegenomen in deze cijfers. Aanvullend geldt dat alleen de medewerkers die maandelijks verloond worden in de telling zijn meegenomen, vierwekelijkse verloning is uitgesloten.

Afkortingen

ZKH Ziekenhuizen, exclusief academische ziekenhuizen GHZ Gehandicaptenzorg

GGZ Geestelijke gezondheidszorg

VVT Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg

HZ&GC Huisartsenzorg, & gezondheidscentra, exclusief huisartsen RC Revalidatiecentra

JZ Jeugdzorg

UMC Universitair Medisch Centra Definities

Het verzuimpercentage geeft aan hoeveel arbeidscapaciteit er in een bepaalde periode wordt gemist. Van alle werknemers wordt elke ziekte- en dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna deze worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%.

De meldingsfrequentie: het aantal ziekmeldingen in een verslagperiode wordt gedeeld door het aantal werknemers in die periode. Om een vergelijking met (voortschrijdend) jaarcijfers mogelijk te

maken, wordt de meldingsfrequentie van een maand altijd herleid tot een jaarcijfer, dus vermenigvuldigd met twaalf.

Onregelmatigheidstoeslag (ORT) is de toeslag die een werknemer op zijn brutoloon krijgt, wanneer deze op onregelmatige tijden moet werken.

FTE: het aantal FTE is gebaseerd op het aantal verloonde uren gedeeld door het aantal normuren. Het gaat hier om het definitief aantal verloonde uren en niet de contracturen. De normuren zijn gebaseerd op de cao-norm van de medewerker.

Meestal is dit 36 uur per week, maar de norm kan ook 45 uur per week bedragen bij bijvoorbeeld medisch specialisten. In beide gevallen leidt een fulltime werkweek (van 36 of 45 uur per week) tot 1 FTE.

Relatie tot andere gegevensverzamelingen

Voor een deel van de informatie in deze factsheet zijn ook gegevens beschikbaar binnen het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW). Het AZW programma doet zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek naar de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt in zorg en welzijn. Er wordt o.a. op structurele wijze eenduidige informatie verzamelt door het CBS. De informatie uit het onderzoeksprogramma beslaat alle branches binnen Zorg en Welzijn en is goed vergelijkbaar, zowel onderling tussen branches als met andere sectoren. De data van AZW vormen de basis van de monitor van het actieprogramma Werken in de zorg. Voor de factsheet is gekozen voor andere, aanvullende bronnen. Hier zijn twee redenen voor. De eerste is de benodigde actualiteit van de data. De tweede is dat niet alle gebruikte gegevens ook in AZW beschikbaar zijn (o.a. gegevens naar functie en gewerkte meeruren). Vanwege het verschil in databronnen kan er verschil zitten tussen de informatie in deze factsheet en de informatie van AZW.

(8)

De data uit deze facsheet is verzorgd door

Dit is een uitgave van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Bezoekadres

Parnassusplein 5 | 2511 vx Den Haag

Postadres

Postbus 20350 | 2500 ej Den Haag Telefoon 070 340 79 11

www.rijksoverheid.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De instroom in het onderwijs stijgt bij de opleidingen voor de sector zorg en welzijn maar kan per sector sterk verschillen.. Als totaal zal de instroom in het initiële

• Als we naar alle mobiliteit in de Groningse zorg- en welzijnssector kijken over 2019, dan is de instroom van nieuwe medewerkers (8.110) groter dan het aantal medewerkers (7.580)

Hierin verschilt de sector Zorg en WJK van andere sectoren: het aandeel medewerkers met een vast contract en vaste uren ligt in de Zorg en WJK ongeveer 15 procentpunten

In- en uitstroom algemene ziekenhuizen en huisartsen en gezondheidscentra (aantal medewerkers).. Bron: CBS en PFZW, bewerkt door

Het gevolg van de kwalificatie als onvrijwillige zorg is dat het stappenplan van toepassing is en dus periodiek door meerdere deskundigen beoordeeld moet worden of voortzetting van

In het hoofdlijnenakkoord tussen het kabinet en de medisch-specialistische zorg is afgesproken dat de zorgkosten van de ziekenhuizen na 2021 niet meer mogen stijgen, onder andere

• Gemeenten hebben voor uitvoering van de regeling een aangepast financieringsmodel nodig (inclusief ver- deelmodel en ruimte om het I-deel WWB in te zetten

Kinderen van nu groeien grotendeels op in gezinnen waarin moeders veel vaker dan vaders thuis zijn en het meest voor de kinderen en de huishouding zorgen.. Het verschil