• No results found

Goede Ruimtelijke Onderbouwing follie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Goede Ruimtelijke Onderbouwing follie"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Goede Ruimtelijke Onderbouwing follie

Nieuwegein Definitieve versie

28 maart 2011

Kenmerk 2656/N2010-01/CT Projectnummer 2656

1. Inleiding

Een stad met een levendig stadshart, dat is de doelstelling bij de ontwikkeling van de binnenstad van Nieuwegein. Centraal in de visie voor het centrum staat het creëren van een compacte, com- plete en comfortabele binnenstad. Een van de middelen daartoe is een hoogwaardige openbare ruimte. De Markt is en blijft het centrale plein in de binnenstad. Ontwikkelingen aan het plein, waaronder ook de parkeergarage en winkelruimte zijn geregeld in bestemmingsplan Binnenstad 2007 (vastgesteld 29 maart 2007, goedgekeurd 27 november 2007). Recenter is aan het plein een 'follie' toegevoegd. Dit gebouw is bedoeld als stedenbouwkundig element om De Markt een prettige, beschutte vorm te geven en werkelijk te laten fungeren als plein. De follie is daarnaast toegankelijk en geschikt voor een functie, waarbij op dit moment gedacht wordt aan horeca, dienstverlening en/ of ambachtelijke bedrijvigheid. De follie is niet mogelijk op basis van het gel- dende bestemmingsplan Binnenstad 2007, aan het bevoegd gezag wordt daarom via een omge- vingsvergunning om vrijstelling van het bestemmingsplan gevraagd. Voorliggende notitie is de 'goede ruimtelijke onderbouwing' die hoort bij de omgevingsvergunning.

In deze ruimtelijke onderbouwing wordt achtereenvolgens ingegaan op de afwij- king van het geldende bestemmingsplan, onderbouwing van nut en noodzaak van de follie en de ruimtelijke en functionele kwaliteit. Vervolgens komt een aantal aspecten aan de orde die altijd behandeld moeten worden in een goede ruimtelijke onderbouwing, waaronder archeologie en diverse milieuaspecten. De ruimtelijke onderbouwing wordt afgesloten met de maatschappelijke en financiële uitvoer- baarheid van de follie.

Impressie van de follie (DOK architecten)

2. Verantwoording van de vrijstelling

De Markt en de plek waar de follie komt te staan zijn in het geldende bestemmingsplan Binnen- stad 2007 bestemd tot Centrumdoeleinden 1, specifiek voor een plein met een oppervlakte van ten minste 3.900 m² en een open verbinding met een breedte van ten minste 50 m aan de zijde

(2)

van de Weverstede. De maximale bouwhoogte op het plein is 7 meter + 1,1 m NAP (de gemid- delde maaiveldhoogte in de binnenstad). De follie valt binnen een bouwgrens, onder het plein komt immers een parkeergarage en winkelruimte. De hoogte van de follie, ruim 18,5 m, past ech- ter niet binnen het bestemmingsplan. Daarnaast worden het plein en de opening aan de Wever- stede kleiner dan geregeld is in het bestemmingsplan. Het is een bewuste keuze om een kleiner en intiemer, meer beschut plein te maken: het idee voor een follie is hieruit ontstaan. De follie vormt het plein en verdeelt De Markt in logische en beleefbare ruimtes. Daarnaast voegt de follie publieke functies toe aan de Weverstedezijde van De Markt in de vorm van horeca, dienstverle- ning en/ of ambachtelijke bedrijvigheid. Ook hierdoor ontstaat een prettiger en levendiger plein, waar uitwisseling plaats kan vinden tussen functies aan verschillende zijden van De Markt. Qua bestemming past de follie overigens wel binnen het bestemmingsplan Binnenstad 2007; de func- ties horeca in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, dienstverlening en ambachtelijke bedrijvigheid passen binnen de bestemming Centrumdoeleinden 1. De Staat van Horeca-activiteiten is als bijlage aan deze ruimtelijke onderbouwing toegevoegd. Het is denkbaar dat (een deel van) de follie te zijner tijd gevuld zal worden met detailhandel. In dat geval zal een en ander plaatsvinden binnen de kaders van het bestemmingsplan.

Plankaartfragment

(3)

Resumerend gaat de vrijstelling over de afwijking van het bestemmingsplan Binnenstad 2007 doordat bebouwing van 18,5 m hoogte wordt toegevoegd op De Markt, de opening van het plein aan de zijde van de Weverstede kleiner wordt dan 50 m en de oppervlakte van het plein kleiner wordt dan 3900 m².

3. Ruimtelijke en functionele kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit

De gemeente heeft zich ten doel gesteld om van het huidige stadscentrum een kwalitatief hoog- waardige en levendige binnenstad te maken. Een belangrijk aspect hierin is een hoge mate van functiemenging en uitwisselbaarheid in een doordachte stedenbouwkundige structuur. Straten en pleinen met een eigen sfeer zorgen voor een afwisselende openbare ruimte en spraakmakende architectuur en beeldende kunst in de openbare ruimte geven het centrum identiteit en aantrek- kingskracht. Zo staat de ambitie beschreven in het Operationeel Ontwikkelingsplan Binnenstad (OOB, definitief raadsbesluit 17 januari 2005). Met het OOB zet het gemeentebestuur in op een modern en aansprekend stadscentrum.

Bouwplannen worden op welstand getoetst door de Provinciale Utrechtse Welstandscommissie.

Met de gemeente is op hoofdlijnen overeenstemming over de vormgeving van de follie.

Impressies van De Markt (DOK Architecten)

De combinatie van bouwblokken, stedelijke plinten waarbij de onderste lagen van een gebouw vanuit het openbaar gebied toegankelijk zijn en het straatbeeld bepalen, rooilijnen, straten en pleinen moeten zorgen voor ruimtelijke samenhang. De maximale bouwhoogte in de binnenstad ligt tussen de 30 en 50 m, de maximale bouwhoogte van het U-vormige woongebouw rond De Markt is 21 m, de follie is dus lager dan de maximale bouwhoogte rond De Markt. Door varia- tie in bouwblokken, hoogten en vormen ontstaan variatie, doorkijkjes en optimaal gebruik van zonlicht.

De Markt is en blijft het centrale plein in de binnenstad. Het plein ligt gunstig op de zon en is erg geschikt voor horeca en terrassen. Rond De Markt worden bestaande winkels uitgebreid en nieuwe winkels toegevoegd. De nieuwe rooilijnen liggen iets verdraaid ten opzichte van de be- staande U-vormige bebouwing. Hierdoor krijgt De Markt reeds een andere vorm die meer als een plein beleefbaar zal zijn. De centrale doorgang naar Cityplaza wordt verbeterd en er komt ruimte voor een oost- west passage die de verschillende delen van de binnenstad met elkaar en De Markt met de andere pleinen verbindt. Het lagere deel van De Markt zal op gelijke hoogte komen

(4)

te liggen als het bestaande Cityplaza (+ 2,8 m NAP). Flauwe trappen en hellingbanen overbrug- gen het hoogteverschil met het omliggende gebied. De follie geeft het plein een vierde wand en maakt dat er uitwisseling, een 'loop', zal ontstaat tussen de verschillende zijden en functies van het plein. Hierdoor kan De Markt beter als plein functioneren dan met een grote open zijde, zo ontdekten de ontwerpers bij uitwerking van de eerste ideeën in het OOB. Ook bij benadering van De Markt vanaf de zuidzijde zal de follie een interessante, beeldbepalende blikvanger zijn. De entree(s) van de follie zijn gesitueerd aan de pleinzijde. De representatieve functie van de follie is belangrijk; elke zijde van de follie oogt als een representatieve zijde.

Plankaart Definitief Ontwerp openbare ruimte binnenstad Nieuwegein (maart 2010), inclusief follie

De definitieve plek en vorm van de follie aan de zuidzijde van De Markt

Functionele kwaliteit

De follie heeft een bruto gebruiksvloeroppervlak van circa 500 m², met de mogelijkheid om een extra vloer te maken met een oppervlakte van circa 50 m². In totaal zal dus ruim 500 m² ruimte (gemeten op 1,5 m van vloerpeil) voor voorzieningen aan de binnenstad worden toegevoegd.

(5)

Doorsnede van de follie

Het winkelprogramma in de binnenstad wordt met de ontwikkelingen in de binnenstad met cir- ca 23.000 m² bruto vloeroppervlak uitgebreid. De nadruk in het winkelcircuit zal liggen op niet- dagelijkse goederen als kleding, schoenen, accessoires, woonartikelen en elektronica. Naast detailhandel is er in de binnenstad ruimte voor uiteenlopende commerciële voorzieningen als een schoenmaker, stomerij, reisbureaus en natuurlijk horeca. Grootschalige detailhandel wordt vooral voorzien in het westelijke deel van de binnenstad en past qua ruimte ook niet in de follie. Een bijzondere detailhandelsvoorziening daarentegen past zowel bij De Markt als bij de bijzondere plek en kwaliteit van de follie. Op dit moment wordt echter uitgegaan van horeca, dienstverlening of ambachtelijke bedrijvigheid als mogelijke functies voor de follie. Horeca, dienstverlening en ambachtelijke bedrijvigheid zijn met recht mogelijk binnen de bestemming Centrumdoeleinden I van bestemmingsplan Binnenstad 2007.

Wat horeca betreft maakt de omvang van het aanbod en het gemiddelde kwaliteitsniveau van de aanwezige horeca van Nieuwegein geen aantrekkelijk uitgaansgebied in de huidige situatie. In het bestemmingsplan Binnenstad 2007 wordt geconcludeerd dat het huidige horeca-aanbod vrij mager is in relatie tot de gemeentegrootte. De opgave is om meer diverse voorzieningen van hoge kwaliteit en niet-winkelgerelateerde horeca te realiseren die de uitgaanssfeer in de binnen- stad verbetert. De follie zou ook als bijzondere horecagelegenheid een rol kunnen spelen om in deze behoefte te voorzien.

Het ontwerp van de follie is zo gemaakt dat meerdere partijen hun intrek erin kunnen nemen. Ook een combinatie van bovenstaande functies is dus denkbaar. Het voordeel van een combinatie van functies is dat de follie op meerdere momenten van de dag en avond en voor verschillende soorten publiek toegankelijk is en zo enorm bijdraagt aan de levendigheid van De Markt.

Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de follie zowel ruimtelijk als functio- neel een welkome toevoeging is aan de beoogde ontwikkelingen in de Nieuwegeinse binnenstad.

(6)

4. Ontsluiting

Het CROW heeft onderzoek gedaan naar de verkeersproductie en –attractie van verschillende functies en ook van binnenstadsfuncties. Hierbij is rekening gehouden met het effect dat bezoe- kers meerdere functies bezoeken (publicatie 272, verkeersgeneratie voorzieningen). In het geval van de follie betekent dit dat per weekdag 150 motorvoertuigbewegingen extra zullen optreden.

Van de totale weekintensiteit vindt 25% plaats op zaterdag als piek, wat neerkomt op 220 motor- voertuigbewegingen op zaterdag. Dit betekent een toevoeging van 22 voertuigen (10%) in het spitsuur. Dit is geen substantiële toevoeging aan het aantal verkeersbewegingen in de binnen- stad. Er worden geen verkeersproblemen als gevolg van de follie verwacht.

Ook parkeren zal geen problemen opleveren; de parkeerbehoefte zal met de komst van de follie toenemen met 20 parkeerplaatsen tijdens het piekuur op zaterdagmiddag, er zit voldoende ruimte in de parkeerbalans om aan de parkeervraag van de follie te voldoen.

Expeditie, tot slot, kan via het plein met beperkt, kleinschalige en geluidsarm transportmateriaal plaatsvinden. Verder komt er op de kop van het woonblok aan de westzijde van het plein een expeditie opstalplaats aan de Weverstede. De expeditie van de follie maakt deel uit van de expe- ditie van blok 7 en 8, de follie is hierop een marginale toevoeging. Er worden geen problemen verwacht als gevolg van de follie.

5. Archeologie en monumenten

In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescher- ming en het behoud van archeologische waarden. In het kader van bestemmingsplan Binnenstad 2007 is de archeologische waarde in het bestemmingsplangebied onderzocht. Onder De Markt zijn geen archeologische waarden te verwachten. Bovendien wordt de follie op de parkeerkelder gebouwd, waardoor in het kader van de omgevingsvergunning geen graafwerkzaamheden nodig zijn en dus geen archeologische belemmeringen worden geconstateerd.

6. Milieuaspecten en duurzaamheid

Ecologie

In de nabije omgeving van De Markt zijn geen ecologische verbindingszones, reservaatgebieden of speciale beschermingszones aanwezig. Gedetailleerde gegevens zijn bij het Natuurloket vrij- wel afwezig. Door Bureau Waardenburg is daarom in het kader van bestemmingsplan Binnenstad 2007 ecologisch onderzoek verricht. Het bestemmingsplangebied is van geringe ecologische betekenis. Voor het realiseren van de follie vinden bovendien geen werkzaamheden plaats die natuurwaarden aan kunnen tasten, zoals het verwijderen van beplanting, slopen van bebouwing of grondwerkzaamheden. Het bouwen van de follie zal naar verwachting niet leiden tot verstoring of aantasting van beschermde soorten.

Waterparagraaf

In het kader van Waterbeheer in de 21e eeuw is door de overheid in 2001 besloten om voor nieuwe ruimtelijke plannen een watertoets uit te voeren, dit besluit is in november 2003 verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening. Belangrijke waterhuishoudkundige principes van Water- beheer in de 21e eeuw zijn vasthouden, bergen en vervolgens pas afvoeren van water. Verder mag bij de (her-) inrichting van een gebied geen wateroverlast afgewenteld worden naar een ander gebied (bestuurlijk, financieel en geografisch), bepleit het beleid meer ruimte voor water en geldt de kwaliteitstrits schoonhouden- scheiden- afvoeren.

(7)

In het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben Rijk, provincies, gemeenten en Waterschappen afspraken gemaakt over de manier waarop wateraspecten in planvorming verankerd worden. Zo is afgesproken dat bij nieuwe ontwikkelingen de kosten voor het realiseren van de benodigde waterberging ten laste komen van de planexploitatie. Als het waterbergend vermogen in de oor- spronkelijke situatie niet op orde was, betaalt het Waterschap mee.

De gemeente Nieuwegein heeft samen met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (de waterbeheerder in het gebied) en Hydron een Watervisie opgesteld waarin de knelpunten in het watersysteem beschreven worden (kwalitatief en kwantitatief), oplossingsmogelijkheden globaal worden aangegeven en streefbeelden in het watersysteem worden geformuleerd. Streven is een duurzaam en veilig stedelijk watersysteem. De Watervisie is uitgewerkt in een Waterplan, waarin concrete voorstellen gedaan worden op het gebied van de waterkwaliteit en het waterbeheer.

Watertoets

In het bestemmingsplan Binnenstad 2007 is een watertoets gedaan voor de ontwikkeling van de binnenstad. Voor de ontwikkelingen in de binnenstad is in nauwe samenwerking en overleg met het Hoogheemraadschap een rioleringsplan en waterhuishoudingsplan opgesteld door Tauw. Het Hoogheemraadschap heeft ingestemd met de wijze waarop in het plan met water wordt omge- gaan. Bij realisatie van de plannen zal het Hoogheemraadschap erop toezien dat de geplande ruimte voor water daadwerkelijk gerealiseerd wordt.

Ontwikkelingen in de beschermingszone van een waterkering dienen voorgelegd te worden aan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De Markt ligt niet binnen een dergelijke bescher- mingszone. De binnenstad is voorzien van een verbeterd gescheiden rioolstelsel. Afvalwater en het eerste (vieze) hemelwater wordt met behulp van het rioolgemaal Stadscentrum afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie Klaphek. Het overige hemelwater wordt via het regenwaterriool via overstortputten afgevoerd naar het oppervlaktewater.

Uitgangspunt is dat de totale afvoer uit het plangebied en de wijk Doorslag minimaal gelijk blijft en het liefst kleiner wordt. Hierin is voorzien door de lokale berging van water in vegetatiedaken (2,7 ha) en het aansluiten van schone dakoppervlakken op een schoon hemelwaterriool. Een deel van de binnenstad zal hemelwater direct op de doorslag gaan lozen (5,2 ha) en een ander deel op het oppervlaktewater van de wijk Doorslag. Uit berekeningen blijkt dat door deze maatregelen bij regengebeurtenissen die een zware belasting vormen voor het watersysteem de afvoer kleiner is dan de in de huidige situatie berekende normafvoer. Ten opzichte van de huidige situatie neemt het verhard oppervlak met circa 3 ha toe. Bij de aanleg van het aanwezige rioleringsstelsel is daar reeds rekening mee gehouden. Gezien de verwachte klimaatveranderingen en de wens om de afvoer uit het gebied te verkleinen wordt de waterberging in de binnenstad geoptimaliseerd met behulp van vegetatiedaken, in de dakconstructie van het voetgangersgebied en in het stads- balkon. Naast maatregelen in het plangebied wordt extra berging gerealiseerd in het watersys- teem van de wijk de Doorslag. Deze extra berging ontstaat wanneer hier een beperkte extra peil- stijging wordt toegestaan op de bestaande toelaatbare peilstijging van 20 cm. Zowel in het be- stemmingsplan als bij een follie wordt op De Markt uitgegaan van verhard oppervlak. De follie verandert dus niets aan bovenstaande berekeningen die voor de Watertoets voor bestemmings- plan Binnenstad 2007 gemaakt zijn. Het dak kan aangesloten worden op het schoon hemelwater- riool, het vuilwater op het DWA riool. Mogelijk zal de afvoer van afvalwater plaats moeten vinden met behulp van een pomp.

(8)

Luchtkwaliteit

In bestemmingsplan Binnenstad 2007 wordt geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor realisatie van de plannen en procedures. Dat zal ook met realisatie van de follie niet het geval zijn. Overigens zijn de beoogde bestemmingen voor de follie, dienstverle- ning of horeca, ook niet gevoelig in de zin van het Besluit luchtkwaliteit.

Bodemkwaliteit

De follie wordt gebouwd op de winkelunit met aan de noordzijde een parkeergarage, bodemkwali- teit is hiervoor dus geen relevant aspect. Overigens vormt bodemkwaliteit ook geen belemmering om de plannen voor de binnenstad uit te voeren, zo wordt geconcludeerd in het bestemmingsplan Binnenstad 2007.

Geluidaspecten

In de follie komen geen geluidgevoelige bestemmingen, de Wet geluidhinder kan daarom buiten beschouwing blijven. De eventuele vestiging van bedrijven in de follie die een geluidsuitstraling naar de omgeving kunnen hebben worden te zijner tijd getoetst in het kader van de Wet milieu- beheer.

Activiteitenbesluit

Voor vaste bedrijvigheid als horeca in de follie moet voldaan worden aan de regels van het Activi- teitenbesluit, voor zover van toepassing. In geval van horeca moet er ook een melding in het kader van het Activiteitenbesluit worden gedaan.

Externe veiligheid

Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Binnenstad 2007 viel het invloedsgebied voor het groepsrisico als gevolg van Ecolab Productions Netherlands over de binnenstad. Inmid- dels is in de milieuvergunning voorgeschreven dat de contour voor het plaatsgebonden risico op het eigen terrein moet liggen. Een nieuwe risicoberekening geeft voor het invloedsgebied maxi- maal 200 meter vanaf de inrichtingsgrenzen van het bedrijf en valt dus niet meer over de binnen- stad. Het groepsrisico als gevolg van het bedrijf vormt dus geen belemmering voor de omge- vingsvergunning. Daarnaast ligt het plangebied buiten de toetsingsafstand voor andere risicobe- drijven, het vervoer van gevaarlijke stoffen over de rijkswegen, vaarwegen (Merwedekanaal), hogedruk gasleidingen of defensieleidingen.

Windhinder

Een aspect waar in het bestemmingsplan Binnenstad 2007 bijzondere aandacht aan wordt be- steed is windhinder. De bouwvolumes in de binnenstad zijn of worden zo groot dat dit aspect een rol kan spelen in relatie tot prettige verblijfsruimtes. In de voorschriften wordt gesteld dat het col- lege nadere eisen kunnen stellen aan de plaats, de hoogte en de bouwwijze van gebouwen met een bouwhoogte van meer dan 20 m als dat noodzakelijk is voor het windcomfort. De follie is lager dan 20 m, waardoor deze bepaling verder buiten beschouwing kan blijven.

Duurzaamheid

Nieuwegein kent drie niveaus voor milieu en duurzaam bouwen in de binnenstad: standaard, plus en TOP-niveau. Gemiddeld moet 20% van de projecten, zowel op stedenbouwkundig als ge- bouwniveau, voldoen aan de eisen van het TOP-niveau1. Voor elk bouwproject stelt de gemeen- te, in overleg met de ontwikkelaar, haalbare duurzaamheiddoelstellingen. In een vroeg stadium wordt door de gemeente met architect en ontwikkelaar nagegaan op welke thema's (energie, water, materiaalkeuze etc.) duurzaamheidwinst te behalen valt. Bij het bepalen van deze duur-

(9)

zaamheidscore volgt de gemeente de gangbare strategie van terugdringen van energiegebruik (hoogste prioriteit), inzet van duurzame energie en efficiënter inzetten van fossiele brandstoffen.

Voor de gehele binnenstad is gekozen voor gebruik van Warmte Koude Opslag.

Het streven van de gemeente Nieuwegein bij nieuwbouw of renovatie is het realiseren van een milieuprestatie van 15% of hoger ten opzichte van de op dat moment geldende gebruikelijke bouwstandaard in Nederland (nota Bouwen voor de toekomst; duurzaam bouwen beleid gemeen- te Nieuwegein, 2007). De milieuprestatie kan bij kleinere bouwinitiatieven, zoals de follie, worden gemeten met het duurzaam bouwen instrument GPR-bouw. In dit instrument worden de presta- ties op de thema’s energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde beoordeeld en gewogen.

Bij de follie zit duurzaamheid in het toepassen van de titanium huid. Titanium ontwikkelt bij bloot- stelling aan de buitenlucht een beschermlaag tegen corrosie, deze laag zorgt ervoor dat krassen of lichte beschadigingen uit zichzelf herstellen. Titanium is een niet uitlogend metaal wat wil zeg- gen dat het materiaal het milieu niet belast. Leveranciers bieden een garantie van 100 jaar en het materiaal is voor 100% te recyclen. Daarnaast is de follie duurzaam, omdat hij flexibel is qua indeling. De constructie van de huid is apart van de vloerconstructie. Dit zorgt ervoor dat naarma- te de tijd vordert de follie telkens kan blijven voldoen aan de wensen van gebruikers.

Energie

Volgens het in juni 2009 door het college vastgestelde gemeentelijke Klimaatprogramma 2009- 2013 dient de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) minimaal 10% aangescherpt te worden ten op- zichte van het Bouwbesluit en geldt een streven naar 10% duurzame energie. In het Collegepro- gramma 2010-2014 streeft Nieuwegein naar een klimaatneutrale duurzame stad in 2040. De follie conformeert zich uiteraard aan het gemeentelijk beleid.

Afval

Bedrijven moeten hun afval volgens de Afvalstoffenverordening opslaan op eigen terrein, niet zichtbaar vanaf de openbare weg. In de afbouwvoorschriften van het huurcontract voor de follie zal worden opgenomen dat voor afval een ruimte in de follie gemaakt moet worden, zodat het afval in de follie en uit het zicht vanaf de openbare weg opgeslagen kan worden.

7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

[PM] afweging van belangen en overleg met maatschappelijke instanties/ burgers

8. Financiële uitvoerbaarheid

De in het bestemmingsplan Binnenstad 2007 beschreven ontwikkelingen worden deels door de gemeente zelf, deels in samenwerking met marktpartijen en deels door de marktpartijen gereali- seerd. Met de marktpartijen is een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De gebiedsexploitatie laat een negatief resultaat zien van circa € 48 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met mogelijke planschadeclaims. Voor het negatieve resultaat is in de gemeentebegroting geld gereserveerd.

Financiering van de follie zal geheel door de ontwikkelaar worden geregeld, er zal dus geen ge- bruik gemaakt worden van publieke middelen.

Geplande startdatum voor de bouw van fase 2, waar de follie deel van uit maakt, is september 2011. De geplande oplevering is september 2013.

(10)

Geraadpleegde bronnen

 Bestemmingsplan Binnenstad 2007 (vastgesteld 29 maart 2007, goedgekeurd 27 no- vember 2007)

 Handboek Ruimtelijke Plannen, gemeente Nieuwegein (definitief 6 mei 2010)

 Operationeel Ontwikkelingsplan Binnenstad (OOB, definitief raadsbesluit 17 januari 2005)

 Definitief Ontwerp openbare ruimte binnenstad Nieuwegein, oostelijk deel (maart 2010)

 Follie ontwerp door DOK architecten

(11)

BIJLAGE Staat van horeca-activiteiten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien niet alleen aan de Volmawei, maar ook rond de haven op de Minne Finne woningen worden gebouwd, is ter plekke feitelijk geen ruimte meer voor de opslag en levering

Wij zien de tijdelijke uithuis- plaatsing naar locatie Antonius niet als een laatste optie voor behandeling, maar als een integraal onderdeel van de behandeling van de jongeren,

De Gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke toeken- ning van een tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze

Geconcludeerd wordt dat het aspect milieuzonering geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan en de realisatie van de woningen.. Bodem

Dat betekent dat iedereen, van burgers en bedrijven tot onze samenwerkingspartners, de medewerkers van de Belastingdienst en de politiek, op de Belastingdienst moet

In dit hoofdstuk zijn alle relevante milieuaspecten beschreven. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling geen belemmeringen met zich meebrengt.. 44

Voor de toepassing in de praktijk worden de richtafstanden bij voorkeur op kaart vertaald naar milieuzones. Milieuzones geven gebieden aan waar bepaalde ontwikkelingen moge- lijk

Hoewel een zonnepark niet expliciet wordt genoemd, kan geconcludeerd worden dat een zonnepark (met een dergelijke omvang als de voorliggende) een stedelijke ontwikkeling betreft..