STATUTEN NEDERLANDSE GO BOND 1
2
Artikel 1: Naam en zetel 3
Artikel 2: Doel 4
Artikel 3: Organisatie 5
Artikel 4: Leden 6
Artikel 5: Algemene rechten en verplichtingen 7
Artikel 6: Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak 8
Artikel 7: Einde lidmaatschap 9
Artikel 8: Bestuur 10
Artikel 9: Taken en bevoegdheden bestuur 11
Artikel 10: Vertegenwoordiging 12
Artikel 11: Commissies 13
Artikel 12: Bondsbureau 14
Artikel 13: Boekhouding en financiën 15
Artikel 14: Rekening en verantwoording 16
Artikel 15: Algemene vergadering 17
Artikel 16: Het bijeenroepen van de algemene vergadering 18
Artikel 17: Toegang tot de algemene vergadering 19
Artikel 18: Agenda van de algemene vergadering 20
Artikel 19: Besluiten 21
Artikel 20: Reglementen en uitvoeringsbesluiten 22
Artikel 21: Statuten 23
Artikel 22: Ontbinding en vereffening 24
25
Artikel 1 - Naam en zetel 26
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam: ‘Nederlandse Go Bond’ en 27
wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: ‘de bond’. De korte naam van de 28
vereniging is NGoB.
29
2. De bond is in Amsterdam gevestigd.
30
3. De bond is opgericht op zeven september negentienhonderd negenenvijftig.
31 32
Artikel 2 - Doel 33
1. De bond heeft ten doel het in verband brengen van allen die in Nederland het Go-spel beoefenen 34
of deze denksport op enigerlei wijze bevorderen.
35
2. De bond tracht dit doel te bereiken door:
36
a. het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van haar leden;
37
b. het maken van propaganda voor het Go-spel;
38
c. het bevorderen van het oprichten van Go-verenigingen;
39
d. het uitgeven van een bondsorgaan;
40
e. het organiseren en aanmoedigen van Go-wedstrijden, waaronder begrepen het instellen van 41
kampioenschappen;
42
f. het naar vermogen samenwerken met andere organisaties en het gebruik maken van alle 43
andere wettige middelen voor zover dit voor het doel van de vereniging bevorderlijk kan zijn.
44 45
Artikel 3 - Organisatie 46
1. De bond wordt geleid door een bestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de algemene 47
vergadering van de bond.
48
2. De algemene vergadering bestaat uit de afgevaardigden van de verenigingen en uit de individuele 49
leden.
50
3. Organen van de bond zijn het bestuur en de algemene vergadering, de tuchtcommissie en de 51
commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede die personen en commissies 52
die op grond van de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven 53
taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
54 55
Artikel 4 - Leden 56
1. De bond kent als lid:
57
a. verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid (verenigingen);
58
b. natuurlijke personen die lid zijn van een onder a. bedoelde vereniging (verenigingsleden);
59
c. natuurlijke personen die niet lid zijn van een onder a. bedoelde vereniging (individuele leden).
60
2. Het bestuur beslist over het toelaten van leden. Indien het bestuur niet tot toelating besluit, kan de 61
algemene vergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
62
3. De wijze van toelating wordt nader geregeld in het Algemeen Reglement.
63
4. De algemene vergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke 64
categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
65
5. Het bestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden 66
die voor het realiseren van het doel van de bond noodzakelijk zijn. Na voorafgaande toestemming 67
van de algemene vergadering kan het bestuur geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, 68
behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
69
6. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich voor één of meer 70
in de bond beoefende sporten in het algemeen en voor de bond in het bijzonder verdienstelijk 71
heeft gemaakt het predicaat 'lid van verdienste' verlenen.
72
7. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich voor één of meer 73
in de bond beoefende sporten in het algemeen en voor de bond in het bijzonder gedurende lange 74
tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat 'erelid' verlenen.
75 76
Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen 77
1. Leden van de bond zijn verplicht:
78
a. de statuten, reglementen en besluiten van de bond na te leven;
79
b. de belangen van de bond en/of van de Go sport niet te schaden;
80
c. de statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven;
81
d. de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de European Go 82
Federation en van de International Go Federation na te leven;
83
e. alle overige verplichtingen die de bond in naam of ten behoeve van de leden aangaat of die uit 84
het lidmaatschap van de bond voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
85
2. Verenigingen zijn verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan leden van 86
die vereniging verplicht zijn het lidmaatschap van de bond aan te vragen en na toelating tot de 87
bond te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van de bond.
88
Betreft het een omnivereniging, dan geldt deze bepaling alleen voor die leden van de 89
omnivereniging die de Go sport beoefenen.
90
3. De bond kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich 91
daartegen verzet, kan de bond voor het lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding 92
vorderen. De bond kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze 93
verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen die de bond is 94
aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van t.v.-registraties en -uitzendingen, 95
alsmede met betrekking tot de (tucht)rechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak.
96
4. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of 97
bij besluit van een orgaan.
98
5. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de bond aangegeven datum (de 99
vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn 100
financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep 101
uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de bond totdat het lid geheel aan diens financiële 102
verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de bond geen rechten 103
uitoefenen en blijft het verplicht te voldoen aan alle verplichtingen die uit het lidmaatschap 104
voortvloeien.
105
6. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de bond, is het lid 106
vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het 107
lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, 108
dan is het lid behalve de wettelijke rente ook tien procent aan buitengerechtelijke kosten over het 109
oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de 110
wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn 111
schuld aan de bond door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de 112
rechter anders beslist.
113
7. Het gebruik of doen gebruiken van verboden middelen en/of methoden (doping) is verboden.
114
Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden 115
aan het Dopingreglement.
116
8. Verenigingsleden en individuele leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van 117
seksueel gedrag of seksuele toenadering, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen 118
e.d., in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, 119
die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze 120
bepaling geldt als een overtreding, zoals geregeld in het desbetreffende Tuchtreglement.
121 122
Artikel 6 - Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak 123
124
Artikel 6.a. - Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak 125
1. De in dit artikel bedoelde (tucht)rechtspraak en geschillenbeslechting is op alle leden van de bond 126
van toepassing, indien en voor zover de bond met de Stichting Instituut Sportrechtspraak een 127
overeenkomst heeft gesloten waarin de bond zijn tuchtrechtspraak en/of civiele rechtspraak en/of 128
mediation geheel of gedeeltelijk aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. Genoemde 129
stichting wordt hierna in de statuten en reglementen nader aangeduid als ‘Instituut 130
Sportrechtspraak’. Het bestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut 131
Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk mededeling aan alle leden van de bond.
132
2. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten is de tuchtrechtspraak van de 133
bond van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie 134
van beroep van het Instituut Sportrechtspraak.
135
3. Geschillen tussen leden onderling die samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de 136
bond kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door arbitrage, bindend advies en/of 137
mediation, op de wijze zoals is bepaald in artikel 6.c.
138
4. Geschillen tussen leden onderling dan wel tussen een lid en een sponsor, voor zover deze 139
betrekking hebben op sponsoring, kunnen worden beslecht door arbitrage volgens het 140
Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak.
141
5. Indien een beslissing, zoals bedoeld in artikel 6.a. t/m 6.d., tot gevolg heeft dat een besluit nietig 142
is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op 143
schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een 144
gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd of evenement.
145
6. De door het Instituut Sportrechtspraak in de bond krachtens een overeenkomst uit te oefenen 146
(tucht)rechtspraak en mediation geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico 147
van de bond. De bond vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn 148
tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, 149
zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid 150
ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging 151
en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en 152
nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in 153
de bond.
154 155
Artikel 6.b. - Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak 156
1. Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de bond uit te oefenen rechtspraak sluit 157
de bond met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van 158
artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen 159
van de overeengekomen rechtspraak in de bond wordt opgedragen aan het Instituut 160
Sportrechtspraak. De bond kan in die overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak ook het 161
beslechten van geschillen door mediation overeenkomen.
162
2. Het bestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut 163
Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
164
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen (tucht)rechtspraak en 165
mediation gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van 166
toepassing zijnde reglementen van de bond, welke reglementen door het bestuur van het Instituut 167
Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
168
4. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de bond in 169
werking op de door het bestuur van bond met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen 170
datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet.
171
Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het 172
Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bestuur doet van deze datum alsmede van de 173
wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De 174
bond is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut 175
Sportrechtspraak aan te brengen.
176
5. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de van 177
toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden van de bond van 178
toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde 179
versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
180
6. De bond en zijn leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de 181
toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de 182
(tucht)rechtspraak en mediation van de bond. De verplichting om bedoelde reglementen te 183
aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 184
van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 185
van het Burgerlijk Wetboek.
186
7. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de bond de in dit artikel ten hunnen 187
laste door de bond in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane 188
verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de bond indien 189
zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, 190
zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
191 192
Artikel 6.c. - Beslechten van geschillen door Instituut Sportrechtspraak 193
1. Indien de bond daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten, 194
kunnen geschillen tussen leden onderling die samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling 195
van de bond naar keuze van partijen worden beslecht door:
196
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
197
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
198
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is 199
een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een 200
onafhankelijke, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing 201
van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende 202
vaststellingsovereenkomst.
203
2. Het bepaalde in artikel 6.b. is op het beslechten van geschillen door het Instituut Sportrechtspraak 204
van toepassing.
205
3. Er is sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk 206
verklaart dat dit het geval is.
207
4. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiter(s), bindend 208
adviseur(s) en de mediator(s) om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
209
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden voorgelegd aan het 210
Instituut Sportrechtspraak, indien de betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid 211
hebben verklaard.
212
6. Een geschil tussen een lid en de bond kan niet door arbitrage, bindend advies of mediation 213
worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het bestuur zich bevoegd en 214
verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen 215
beslechten.
216 217
Artikel 6.d. - Tuchtrechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak 218
1. Alle leden van de bond zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de bond, welke 219
tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de bond is opgedragen aan het Instituut 220
Sportrechtspraak.
221
2. Met ‘Algemeen Tuchtreglement’, ‘Tuchtreglement seksuele intimidatie’, ‘Tuchtreglement 222
dopingzaken’ en ‘Dopingreglement’ worden - indien van toepassing - in deze statuten en in de 223
reglementen van de bond het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele 224
intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement met bijlagen van het Instituut 225
Sportrechtspraak bedoeld.
226
3. Op de tuchtrechtspraak van de bond is het Algemeen Tuchtreglement van toepassing.
227
Op de leden is ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele 228
intimidatie.
229
Op de leden is in dopinggevallen van toepassing het Tuchtreglement dopingzaken en het 230
Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten en bijlagen, waaronder de Bijlage 231
Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door de International Go Federation op de 232
bond van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen. Wanneer het Dopingreglement 233
wordt overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement 234
dopingzaken en het Dopingreglement. Zolang het Tuchtreglement dopingzaken van het Instituut 235
Sportrechtspraak nog niet in werking is getreden, is naast het Dopingreglement het Algemeen 236
Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak in dopingzaken van toepassing.
237
4. Indien in een door de bond aanhangig te maken zaak regelgeving van toepassing is van een 238
International Go Federation, waarvan de bond lid is of waarbij de bond is aangesloten, doet de 239
bond hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de bond de 240
juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de International Go Federation over en geeft 241
het bestuur tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn.
242
5. Tenzij anders met het Instituut Sportrechtspraak is overeengekomen geschiedt de 243
tuchtrechtspraak in de bond met uitsluiting van andere organen door de tuchtcommissie en 244
commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. Met ‘tuchtcommissie’ en de ‘commissie 245
van beroep’ worden in de statuten en reglementen van de bond de tuchtcommissie en de 246
commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over 247
de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen 248
voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het 249
Instituut Sportrechtspraak. 250
6. Met inachtneming van het bepaalde in het Dopingreglement is het bestuur bevoegd naar 251
aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke 252
ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf is. Het bestuur is op grond van 253
het Tuchtreglement seksuele intimidatie eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen.
254
7. Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de tuchtcommissie en de commissie van 255
beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de bond. De tuchtcommissie en de 256
commissie van beroep spreken recht in naam van de bond en hun uitspraken gelden als uitspraken 257
van de bond.
258
8. De leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het 259
bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De tuchtcommissie en de commissie van beroep 260
kennen elk een dopingkamer die met het behandelen van een overtreding van het 261
Dopingreglement is belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens 262
een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen seksuele intimidatie betreffende.
263
De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van 264
het Instituut Sportrechtspraak.
265
9. Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien er sprake is van een 266
overtreding in de zin van het Algemeen Tuchtreglement, Tuchtreglement seksuele relatie, 267
Tuchtreglement dopingzaken en/of van het Dopingreglement.
268
10. Het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement 269
dopingzaken en/of het Dopingreglement regelen de wijze van het benoemen van de leden van de 270
tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en 271
werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en 272
verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
273
11. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend, zowel voor het 274
betrokken lid, de andere leden van de bond als voor de bond zelf. De in lid 6 genoemde 275
ordemaatregel van het bestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
276
12. Alle leden, organen en commissies van de bond zijn gehouden mede te werken aan het tot stand 277
komen van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep en zijn 278
tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies 279
opgelegde straffen.
280
13. Indien de reglementering van de International Go Federation daarin voorziet, kunnen leden van 281
de bond die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn 282
bestraft hiervan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne 283
(Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten 284
van de CAS. De reglementen van de bond en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die 285
beroepsprocedure niet van toepassing.
286 287
Artikel 7 - Einde lidmaatschap 288
1. Het lidmaatschap van de bond eindigt:
289
a. van verenigingen: door opzegging of ontzetting (royement);
290
b. van verenigingsleden en van individuele leden: door hun dood, opzegging en ontzetting 291
(royement).
292
2. Indien de bond het lidmaatschap van een verenigingslid beëindigt, is de vereniging gehouden het 293
lidmaatschap van het desbetreffende verenigingslid door opzegging met onmiddellijke ingang te 294
beëindigen. Worden in de omnivereniging nog andere sporten beoefend dan de Go sport, dan is 295
de vereniging gehouden slechts de deelname van het lid aan de Go sport in de vereniging te 296
beëindigen.
297
3. Indien de vereniging het lidmaatschap met een verenigingslid beëindigt, eindigt hierdoor niet het 298
lidmaatschap van de bond wanneer het verenigingslid uit andere hoofde verenigingslid van de 299
bond blijft dan wel individueel lid wordt en als zodanig aansluitend wordt toegelaten.
300
4. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het 301
lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
302
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de bond in een andere rechtsvorm, dan wel 303
tot fusie of splitsing van de bond;
304
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn 305
verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van 306
toepassing is.
307
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging 308
van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een 309
verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
310
In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging 311
beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
312
5. Opzegging door de bond geschiedt door het bestuur. De bond kan het lidmaatschap opzeggen 313
tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de bond kan geschieden wanneer:
314
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de bond niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet 315
uitsluitend - die van artikel 5;
316
b. de belangen van de bond of van de Go sport schaadt;
317
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
318
Voorts kan de bond het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen 319
indien redelijkerwijs van de bond niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
320
6. Een opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een 321
opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het 322
einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan 323
eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was 324
opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn 325
verplichtingen nakomen.
326
7. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen op verzoek van het bestuur worden 327
uitgesproken door de tuchtcommissie en de commissie van beroep, wanneer een lid in ernstige 328
mate in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de bond, dan wel de bond op 329
onredelijke wijze benadeelt. De behandeling van het royement geschiedt met inachtneming van 330
het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak, van het Tuchtreglement 331
seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak of van het Tuchtreglement dopingzaken.
332
8. Behalve in geval van de dood en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten 333
hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet 334
heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de bond of zolang een aangelegenheid 335
waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf 336
hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
337 338
Artikel 8 - Het bestuur 339
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven meerderjarige personen. De algemene 340
vergadering bepaalt het aantal bestuursleden.
341
2. Het bestuur kent in ieder geval een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
342
3. De voorzitter en de penningmeester worden in functie kandidaat gesteld en benoemd.
343
4. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie 344
en van de tuchtcommissie of van de commissie van beroep. Het lidmaatschap van het bestuur is 345
tevens onverenigbaar met het zijn van werknemer van de bond.
346
5. Een bestuurslid wordt kandidaat gesteld op voordracht van het bestuur of van ten minste tien 347
leden.
348
6. De bestuursleden worden door de algemene vergadering uit de leden benoemd.
349
7. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaren. Een aftredend lid is 350
aansluitend driemaal herbenoembaar. Na afloop van de vierde bestuursperiode kan een 351
bestuurslid niet meer voor een vijfde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een 352
daaropvolgende periode van drie jaren is verstreken.
353
8. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de dag 354
van de vergadering van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of 355
waarin zij aftreden. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende 356
vergadering van de algemene vergadering voorzien.
357
9. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.
358
10. Het bestuur verdeelt de functies en stelt de taken van ieder bestuurslid vast, waarvan mededeling 359
wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover de bond gehouden tot een behoorlijke 360
vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of 361
meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een 362
tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van 363
maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
364
11. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene 365
vergadering, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een 366
schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing 367
eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder 368
door een besluit tot opheffing van de schorsing. De algemene vergadering neemt haar besluit niet 369
eerder dan nadat het desbetreffende bestuurslid door de algemene vergadering is gehoord, althans 370
daartoe in de gelegenheid is gesteld.
371
12. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door de dood, ontslag, bedanken, door het verstrijken 372
van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de bond eindigt. Voorts 373
eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd in een functie die 374
onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bestuur.
375 376
Artikel 9 - Taken en bevoegdheden bestuur 377
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de bond.
378
2. Het bestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken 379
door commissies of personen doen uitvoeren. Bovendien is het bestuur bevoegd - al dan niet 380
tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
381
3. Indien het aantal bestuursleden beneden het aantal, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1, is gedaald 382
blijft het bestuur bevoegd.
383
4. Het bestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en door organen van de bond 384
genomen besluiten.
385
5. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering bevoegd te besluiten 386
tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van 387
registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg of 388
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot 389
zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
390
6. Het bestuur is bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst 391
aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van rechtspraak in de bond en het 392
beslechten van geschillen door mediation wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
393 394
Artikel 10 - Vertegenwoordiging 395
1. Het bestuur vertegenwoordigt de bond.
396
2. De bond wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, 397
waaronder de voorzitter of de penningmeester.
398
3. Het bestuur of twee gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen een ander bestuurslid of een 399
derde schriftelijk machtigen om de bond te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de 400
voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
401
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de gezamenlijk handelende 402
bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De 403
vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die 404
volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
405
5. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij een volmacht 406
vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe 407
een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is 408
besloten.
409 410
Artikel 11 - Commissies 411
1. Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te 412
stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
413
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een 414
reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft 415
ingesteld.
416
3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
417
4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit ten minste drie leden en ten 418
hoogste vijf leden.
419
5. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter, een secretaris en 420
uit één of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie 421
verdelen in onderling overleg de overige functies.
422
6. De leden van een permanente commissie worden benoemd voor de duur van drie jaren en kunnen 423
aansluitend tweemaal voor eenzelfde periode als lid van die commissie worden herbenoemd.
424
7. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie 425
verstrekte opdracht.
426
8. De kascommissie bestaat uit drie leden die door de algemene vergadering jaarlijks worden 427
benoemd. De kascommissie is belast met het onderzoek als vermeld in artikel 14 lid 5. Het 428
lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur.
429 430
Artikel 12 - Bondsbureau 431
1. Voor de administratieve werkzaamheden van de bond kan het bestuur een bondsbureau instellen, 432
dan wel die werkzaamheden bij het bondsbureau van een andere organisatie onderbrengen. Indien 433
de bond een eigen bondsbureau kent, zijn de navolgende leden van dit artikel van toepassing.
434
2. De bond kent een bondsbureau dat belast is met de administratieve en beleidsmatige 435
ondersteuning van het bestuur en van de algemene vergadering. Het bondsbureau is het centrale 436
apparaat van de bond.
437
3. Aan het hoofd van het bondsbureau staat een directeur die belast is met de dagelijkse gang van 438
zaken, met het uitvoeren van de besluiten van het bestuur en van de algemene vergadering, 439
alsmede met het verrichten van werkzaamheden die op grond van de met de directeur gesloten 440
overeenkomst aan hem zijn opgedragen of welke anderszins door het bestuur worden opgedragen.
441
De directeur is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
442
4. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur.
443
5. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat op voordracht van de directeur de overige werknemers, 444
waaronder de plaatsvervangend directeur.
445
6. De werknemers zijn verantwoording verschuldigd aan de directeur.
446
7. Het bestuur stelt voor de werknemers het arbeidsvoorwaardenbeleid vast.
447
8. De directeur woont de vergadering van het bestuur en van de algemene vergadering bij, tenzij 448
deze - al dan niet per agendapunt - anders beslissen.
449 450
Artikel 13 - Boekhouding en financiën 451
1. Het boekjaar van de bond is gelijk aan het kalenderjaar.
452
2. De geldmiddelen van de bond bestaan uit: contributies, bijdragen, boetes, subsidies en andere 453
inkomsten. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van 454
boedelbeschrijving.
455
3. De leden zijn gehouden tot het betalen van de contributie en van andere bijdragen die de 456
algemene vergadering vaststelt.
457
4. Indien een lidmaatschap tijdens het boekjaar eindigt, is de contributie of bijdrage voor het gehele 458
boekjaar verschuldigd.
459
5. Het bestuur kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing van de verplichting tot 460
het betalen van een contributie of een bijdrage verlenen.
461 462
Artikel 14 - Rekening en verantwoording 463
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond en van alles betreffende de 464
werkzaamheden van de bond, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op 465
zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere 466
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van 467
de bond kunnen worden gekend.
468
2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de 469
staat van baten en lasten van de bond op te maken en op papier te stellen.
470
3. Het bestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden algemene 471
vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de bond en over het gevoerde beleid.
472
Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de 473
algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden. Heeft een 474
bestuurslid de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding 475
gemaakt.
476
4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf 477
maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de 478
gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
479
5. Het bestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende stukken en gegevensdragers 480
door de kascommissie te doen onderzoeken. De kascommissie brengt van haar bevindingen 481
jaarlijks verslag uit aan de algemene vergadering. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten 482
behoeve van zijn onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar 483
desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers 484
van de bond voor raadpleging beschikbaar te stellen.
485
6. Goedkeuring door de algemene vergadering van de balans en van de staat van baten en lasten met 486
toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaring van de kascommissie.
487
Goedkeuring strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
488
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en 489
bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen - met uitzondering van 490
de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten - de op een gegevensdrager 491
aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het 492
overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens 493
geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en 494
binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
495
8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers 496
gedurende zeven jaren te bewaren.
497 498
Artikel 15 - Algemene vergadering 499
1. De algemene vergadering bestaat uit alle verenigingen, verenigingsleden en individuele leden van 500
de bond. De verenigingsleden worden in de algemene vergadering vertegenwoordigd door een 501
afgevaardigde van de vereniging.
502
2. Elke vereniging wijst één afgevaardigde aan die bevoegd is tijdens de algemene vergadering 503
namens de vereniging en haar verenigingsleden het stemrecht uit te oefenen.
504
3. Iedere vereniging heeft in de algemene vergadering evenzoveel stemmen als de vereniging op 1 505
januari van dat jaar bij de bond geregistreerde leden telt, te vermeerderen met één stem voor de 506
vereniging zelf.
507
4. Ieder individueel lid heeft één stem.
508
5. Een vereniging en een individueel lid kunnen zich in geval van afwezigheid tijdens de algemene 509
vergadering door een andere vereniging of individueel lid doen vertegenwoordigen mits dit uit 510
een schriftelijke volmacht blijkt. Een vereniging en een individueel lid kunnen tijdens de 511
algemene vergadering slechts voor één andere vereniging of individueel lid als gevolmachtigde 512
optreden.
513
6. Een geschorst lid heeft geen stemrecht. Een geschorste afgevaardigde kan niet namens zijn 514
vereniging het stemrecht uitoefenen.
515
7. Ereleden en leden van verdienste kunnen de algemene vergadering van advies dienen.
516 517
Artikel 16 - Het bijeenroepen van de algemene vergadering 518
1. Jaarlijks worden twee algemene vergaderingen gehouden:
519
a. de voorjaarsvergadering die uiterlijk dertig juni wordt gehouden;
520
b. de najaarsvergadering die uiterlijk dertig december wordt gehouden.
521
2. Het bijeenroepen gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen en door een 522
schriftelijk oproep aan de verenigingen, die hun verenigingsleden van de oproep in kennis stellen, 523
alsmede aan de individuele leden. In afwijking van de vorige zinnen, kan de oproep tot het 524
bijwonen van de algemene vergadering eveneens geschieden door een langs elektronische weg 525
toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het lid voor dit doel aan de 526
bond bekend heeft gemaakt, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd.
527
3. De termijn van het bijeenroepen bedraagt veertien dagen. Het bestuur kan in bijzondere gevallen 528
die termijn bekorten.
529
4. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig acht.
530
5. Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden indien ten minste zoveel leden 531
als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de in de algemene vergadering uit 532
te brengen stemmen het bestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te 533
behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien 534
dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering te 535
doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het 536
bestuur de algemene vergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een 537
veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de 538
leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
539
6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bestuur waar en wanneer een 540
algemene vergadering wordt gehouden.
541 542
Artikel 17 - Toegang algemene vergadering 543
1. Toegang tot de vergadering van de algemene vergadering hebben de bestuursleden, de 544
afgevaardigden van de verenigingen, de individuele leden, alsmede diegenen die door het bestuur 545
of door de algemene vergadering zijn toegelaten. Voor zover de plaatsruimte dit toelaat hebben 546
verenigingsleden toegang tot de vergadering van de algemene vergadering. Een geschorst lid 547
heeft geen toegang tot de algemene vergadering.
548
2. De algemene vergadering gaat in een besloten vergadering over wanneer de voorzitter, het 549
bestuur of ten minste drie afgevaardigden van verenigingen en/of individuele leden hierom 550
verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben toegang de afgevaardigden van de verenigingen, 551
de bestuursleden, de individuele leden en degenen die door de algemene vergadering worden 552
toegelaten.
553
3. De algemene vergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen 554
van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit 555
niet het geval, dan wordt de vergadering weer niet-besloten voortgezet.
556
4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen 557
die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
558 559
Artikel 18 - Agenda 560
1. Tegelijk met het bijeenroepen van de algemene vergadering wordt de agenda door publicatie in 561
de officiële mededelingen en door toezending ter kennis van de verenigingen en van de 562
individuele leden gebracht. Indien het lid op grond van het bepaalde in artikel 16 lid 2 hiermee 563
heeft ingestemd, kan de agenda met bijlagen hem langs elektronische weg worden toegezonden.
564
De agenda wordt tevens bekendgemaakt op de website van de bond.
565
2. De agenda van de voorjaarvergadering bevat in ieder geval:
566
a. het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
567
b. het jaarverslag van het bestuur;
568
c. het financieel verslag van het bestuur;
569
d. de verklaring van de kascommissie;
570
e. het goedkeuren van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
571
f. het verlenen van decharge aan de bestuursleden;
572
g. het goedkeuren van het beleidsplan;
573
h. het behandelen van voorstellen;
574
i. het benoemen van de leden van de kascommissie;
575
j het voorzien in overige vacatures;
576
k. de rondvraag.
577
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
578
a. het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
579
b. het goedkeuren van contributies en andere bijdragen;
580
c. het goedkeuren van het beleidsplan en van de begroting voor het volgende boekjaar;
581
d. het benoemen van de leden van de classificatiecommissie;
582
e. het voorzien in overige vacatures;
583
f. het behandelen van voorstellen;
584
g. de rondvraag.
585
4. Uiterlijk een week voor de dag van de algemene vergadering kunnen ten minste drie verenigingen 586
en/of individuele leden een voorstel of amendement schriftelijk bij het bestuur indienen, die 587
voorzien is van een toelichting. Het bestuur kan nog een later voorstel aan de agenda toevoegen.
588
5. Indien de algemene vergadering meent dat een voorstel of amendement te ingrijpend is om deze 589
in de algemene vergadering te behandelen, kan zij besluiten het voorstel of het amendement op de 590
eerstvolgende algemene vergadering te behandelen.
591
6. De algemene vergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn 592
vermeld, tenzij de algemene vergadering bij gewone meerderheid anders beslist.
593 594
Artikel 19 - Besluiten 595
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de bond worden genomen.
596
Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de algemene 597
vergadering.
598
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De algemene 599
vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van 600
de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
601
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen 602
genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien stemmen staken is 603
het voorstel verworpen. Voor het bepalen van een meerderheid wordt van het totaal aantal 604
uitgebrachte stemmen de onthoudingen en ongeldige stemmen afgetrokken, waarna van het 605
restant aantal stemmen de vereiste meerderheid wordt berekend.
606
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer 607
schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten 608
dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
609
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende 610
vergadering één stem uit. Een lid kan een ander stemgerechtigd lid machtigen namens hem aan 611
een stemming deel te nemen. Tenzij in de statuten anders is bepaald kan een gemachtigd lid ten 612
hoogste namens zichzelf en één ander lid aan een stemming deelnemen.
613
6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over 614
zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de 615
vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval 616
wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
617
7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een 618
gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het 619
hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald.
620
Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd 621
is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt of door 622
loting na een derde stemming is aangewezen.
623
8. Bij een schriftelijke stemming in de algemene vergadering benoemt de voorzitter een stembureau 624
van drie leden die geen bestuurslid mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de 625
uitgebrachte stemmen en berekent de uitslag.
626
9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend.
627
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet 628
schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de 629
voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en 630
vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - 631
wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een 632
stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de 633
oorspronkelijke stemming.
634
10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij 635
naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft 636
dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
637
11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot 638
wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel 639
te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
640 641
Artikel 20 - Reglementen en uitvoeringsbesluiten 642
1. De organisatie van de bond alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies 643
kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
644
2. Reglementen worden met een gewone meerderheid door de algemene vergadering vastgesteld en 645
gewijzigd.
646
3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in 647
werking op de veertiende dag na de dag waarop de algemene vergadering tot vaststelling of 648
wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de 649
algemene vergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald. Van een 650
nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de 651
officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van 652
de datum van inwerkingtreding.
653
4. Zodra de bond op grond van een met het Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst 654
rechtspraak en/of mediation in de bond aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen, 655
worden de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd door het 656
bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. Het bestuur doet hiervan mededeling aan de leden. De 657
algemene vergadering is vanaf de datum van die overeenkomst niet bevoegd in een reglement van 658
het Instituut Sportrechtspraak een wijziging aan te brengen.
659
5. Het in lid 2 en 3 bepaalde geldt niet voor het door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak 660
vast te stellen en te wijzigen Algemeen Tuchtreglement, Tuchtreglement Seksuele intimidatie, 661
Tuchtreglement dopingzaken, Dopingreglement met bijlagen, Arbitragereglement, Reglement 662
Bindend advies, Mediationreglement en andere door het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde 663
reglementen.
664
6. Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen die door de European Go Federation of de 665
International Go Federation worden vastgesteld en aan de bond en zijn leden worden opgelegd.
666
Het bestuur doet hiervan in de officiële mededelingen mededeling aan de leden en maakt de 667
datum bekend waarop die reglementen of wijzigingen daarin op de leden van toepassing worden.
668
7. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bestuur. In gevallen 669
waarin er onduidelijkheid bestaat over de uitleg van een bepaling van de statuten of van een 670
reglement beslist de algemene vergadering.
671
8. Het bestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere 672
regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van 673
een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de 674
eerst volgende algemene vergadering te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de 675
statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn 676
met de statuten en reglementen.
677
9. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder 678
begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement van toepassing zijnde 679
bijlagen, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd.
680
10. Alle officiële mededelingen van organen van de bond worden bekend gemaakt in de officiële 681
mededelingen van de bond. De officiële mededelingen kunnen ook op de website van de bond 682
bekend worden gemaakt, alsmede aan leden, die hiermede hebben ingestemd, langs elektronische 683
weg worden toegezonden.
684 685
Artikel 21 - Wijziging van statuten 686
1. In de statuten van de bond kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een 687
algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de 688
statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering 689
bedraagt ten minste drie weken.
690
2. Zij die de oproep voor de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot 691
statutenwijziging hebben verzonden, moeten ten minste twee weken vóór de algemene 692
vergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is 693
opgenomen en die is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden 694
ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.
695
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de algemene vergadering met tenminste 696
twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
697
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle 698
verenigingen en individuele leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot 699
statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
700
5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is 701
opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
702
6. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde 703
statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de bond is ingeschreven.
704 705
Artikel 22 - Ontbinding en vereffening 706
1. Een besluit tot ontbinding van de bond kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal 707
bijeengeroepen algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 4 van het vorige artikel 708
is van overeenkomstige toepassing.
709
2. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de bond heeft besloten, treden de 710
bestuursleden als vereffenaar op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan een derde 711
opdraagt.
712
3. Na de ontbinding blijft de bond voortbestaan voor zover dit voor het vereffenen van het 713
vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel 714
mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de bond uitgaan wordt aan de naam 715
toegevoegd "in liquidatie".
716
4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de bond zal 717
bewaren gedurende zeven jaar na afloop van de vereffening. De algemene vergadering kan de 718
bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar 719
niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende 720
uit de leden een bewaarder aanwijzen.
721
5. Na het besluit tot ontbinding van de vereniging beslist de algemene vergadering welke 722
bestemming na vereffening aan het batig saldo wordt gegeven. Deze bestemming dient zoveel 723
mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de bond.
724