Dilemma Dinsdag
Getting to know each other
1.
5 miljoen krijgenOF
voor 15 miljoen werken?
2.
Nooit hoeven te slapenOF
nooit hoeven te eten/drinken?
3.
Een vogelspin over je laten lopenOF
een slang op je schouders?
4.
Een professionele sporter zijnOF
een professionele gamer zijn?
5.
Een week naar de NoordpoolOF
een week naar de Sahara?
6.
Telepathisch zijnOF
telekinetisch zijn?
7.
Astronaut zijnOF
diepzeeduiker zijn?
8.
Zoveel eten als je wilt zonder dik te wordenOF
onbeperkt geld hebben?
9.
Terug in de tijdOF
de toekomst kunnen zien?
10.
Tenen aan je handenOF
vingers aan je voeten?
Dilemma Dinsdag
Getting to know each other
11.
Doof zijnOF
blind zijn?
12.
Altijd een steentje in je schoen hebbenOF
altijd op hoge hakken lopen?
13.
Al je foto’s verliezenOF
al je geld verliezen?
14.
Leven in het verledenOF
leven in de toekomst?
15.
Arm en knap zijnOF
rijk en lelijk?
16.
Je stem kwijt zijnOF
na elke zin dwangmatig je middelvinger op moeten steken?
17.
De slimste in de groep zijnOF
de knapste?
18.
Doorgaan met je huidige levenOF
opnieuw beginnen als dat mogelijk is?
19.
Altijd 10 minuten te laatOF
20 minuten te vroeg?
20.
De liefde van je leven ontmoetenOF
3 miljoen euro krijgen?
Dilemma Dinsdag
Getting to know each other
21.
Nooit meer vleesOF
nooit meer alcohol?
22.
5 cm langer zijnOF
5cm korter zijn?
23.
Geen kinderenOF
alleen drielingen krijgen?
24.
Rijst bij elke maaltijdOF
brood bij elke maaltijd?
25.
OvergewichtOF
ondergewicht?
26.
Meer tijdOF
meer geld?
27.
In de stad wonenOF
op het platteland?
28.
Sneller kunnen typenOF
sneller kunnen lezen?
29.
Op het strand wonenOF
in het bos?
30.
Alleen scherp gekruid etenOF
alleen smaakloos eten?
Dilemma Dinsdag
Getting to know each other
31.
Zelf een huis ontwerpenOF
je huis laten ontwerpen?
32.
Twee weken backpackenOF
twee weken op het strand in Spanje liggen?
33.
ParachutespringenOF
bungee jumpen?
34.
Actieve baanOF
kantoorbaan?
35.
Eerst het goede nieuws horenOF
het slechte nieuws?
36.
De hele dag op een huilend kind passenOF
een week lang een zeurende schoonmoeder op bezoek hebben?
37.
In een grot wonenOF
in een boomhuis?
38.
Een kok in huisOF
een schoonmaakster?
39.
Altijd weten of iemand liegtOF
nooit betrapt worden op liegen?
40.
Begin van de aarde meemakenOF
eind van de aarde meemaken?
Dilemma Dinsdag
Getting to know each other
41.
Een jaar lang dezelfde dag herlevenOF
een jaar van je leven verliezen?
42.
Altijd moeten niezenOF
Altijd de hik hebben?
43.
Alleen op een eiland zittenOF
met een irritant iemand?
44.
Nooit meer in de file staanOF
nooit meer struikelen in het openbaar?
45.
Altijd zingend pratenOF
na elk woord dat je uitspreekt twee seconden wachten?