• No results found

Bestemmingsplan Wierdensestraat te Nijverdal VASTGESTELD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bestemmingsplan Wierdensestraat te Nijverdal VASTGESTELD"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bestemmingsplan

Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal

V A S T G E S T E L D

(2)
(3)

Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal

V A S T G E S T E L D

Inhoud

Toelichting en bijlagen Regels en bijlagen Verbeelding

20 september 2011

Projectnummer 112.22.50.00.00

(4)
(5)

O v e r z i c h t s k a a r t

G e m e e n t e H e l l e n d o o r n , b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

(6)
(7)

112.22.50.00.00.toe

T o e l i c h t i n g

(8)
(9)

112.22.50.00.00.toe

I n h o u d s o p g a v e

1 I n l e i d i n g 9

2 P l a n b e s c h r i j v i n g 11

2.1 Huidige situatie 11

2.2 Toekomstige situatie 12

3 B e l e i d 15

3.1 Provinciaal beleid 15

3.2 Gemeentelijk Beleid 17

4 S t e d e n b o u w k u n d i g p l a n 19

5 O n d e r z o e k e n 23

5.1 Bodem 23

5.2 Wegverkeerslawaai 24

5.3 Luchtkwaliteit 24

5.4 Archeologie 25

5.5 Ecologische inventarisatie 26

5.6 Watertoets 29

5.7 Externe veiligheid 30

5.7.1 Inrichtingen 30

5.7.2 Vervoer van gevaarlijke stoffen 31

5.7.3 Buisleidingen 32

5.8 Spoorweglawaai 32

6 J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g 33

7 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d 35

8 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d 37

(10)
(11)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 9

I n l e i d i n g

Voor het perceel direct ten oosten van de Wierdensestraat 15 is een verzoek binnengekomen voor het realiseren van een woning.

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan Nijverdal-Oost. Het bestem- mingsplan Nijverdal-Oost is op 2 februari 2006 door de raad vastgesteld en het college van Gedeputeerde Staten heeft op 9 oktober 2006 (nummer RWB/2006/748) het bestemmingsplan gedeeltelijk goedgekeurd. Het gedeelte van de plankaart en de voorschriften met betrekking op deze woningbouwloca- tie, is geheel goedgekeurd.

In het bestemmingsplan Nijverdal Oost is een wijzigingsbevoegdheid opgeno- men voor vijf à zes woningen op het (bos-)terrein aan de Wierdensestraat tus- sen de huisnummers 15 - 17. Het terrein zal daartoe in vijf of zes kavels worden opgesplitst met op iedere kavel de mogelijkheid voor het realiseren van een vrijstaande woning. Voorwaarde is wel dat het gebied als één geheel wordt ontwikkeld. De te realiseren woning in het hiervoor genoemde verzoek is één van deze vijf à zes woningen.

De eigenaar van de kavel direct ten oosten van huisnummer 15 wil, vooruitlo- pend op dit plan al een woning realiseren. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn is akkoord gegaan met deze vooruit- loper, mits de verdere ontwikkeling van het gebied niet in gevaar komt. Omdat nu niet het gehele plan, maar slechts één woning daarvan eerder tot ontwikke- ling wordt gebracht, is een stedenbouwkundig plan (schets inrichting gebied) voor het hele wijzigingsbevoegdheid gebied nodig, waarin zichtbaar is hoe het terrein als één geheel wordt ontwikkeld en hoe deze ene woning in dat gebied past. Daarnaast is een nieuw bestemmingsplan nodig voor de kavel waarop deze woning wordt gebouwd.

Om de woning te kunnen realiseren is een bouwvlak met een woonbestemming noodzakelijk. Met het oog hierop is onderhavig bestemmingsplan opgesteld.

In het volgende hoofdstuk is de huidige situatie van het plangebied weergege- ven. Ook wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de toekomstige situatie. In hoofd- stuk 3 staat het provinciaal en het gemeentelijk beleid centraal. In hoofdstuk 4 wordt de stedenbouwkundige onderbouwing beschreven. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de onderzoeken. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 aangegeven hoe het bestemmingsplan juridisch is opgebouwd. In de laatste twee hoofdstukken komen de economische uitvoerbaarheid en de inspraak en het overleg aan bod.

AANLEIDING

VIGEREND BESTEMMINGS- PLAN

LEESWIJZER

(12)
(13)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 11

P l a n b e s c h r i j v i n g

2 . 1

H u i d i g e s i t u a t i e

Initiatiefnemer is eigenaar van een perceel aan de noordelijke rand van de bebouwde kom van Nijverdal. Het perceel is gelegen aan de Wierdensestraat tussen de huisnummers 15 - 17. Noordelijk van het terrein ligt de spoorlijn Almelo-Zwolle, zuidelijk de rijksweg N35 (Wierdensestraat) met aan weerszij- den een fietspad en een parallelweg. De woningen aan de Wierdensestraat zijn bereikbaar via een ontsluiting op deze parallelweg. De parallelweg wordt ont- sloten op de provinciale weg ter hoogte van de Wierdensestraat 7 - 17.

P l a n g e b i e d v a n u i t d e l u c h t b e k e k e n ( b r o n : G o o g l e E a r t h )

Het gebied tussen de Wierdensestraat 15 en Wierdensestraat 17 bestaat voor- namelijk uit bos. Het perceel waar onderhavig plan betrekking op heeft ligt tegen huisnummer 15 aan en bestaat naast bomen ook uit gras, tuin en een moestuin. Dit perceel (plangebied) heeft een oppervlak van circa 0,1 ha en is onverhard.

(14)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

12

P l a n g e b i e d v a n a f d e W i e r d e n s e s t r a a t b e k e k e n m e t l i n k s W i e r d e n - s e s t r a a t 1 5 e n h e t p l a n g e b i e d r e c h t s d a a r v a n ( b r o n : G o o g l e E a r t h )

Tussen de bestaande bebouwing wordt door de gemeente, op basis van het vigerend bestemmingsplan (zie volgende hoofdstuk) de mogelijkheid geboden om 5 à 6 vrijstaande woningen te bouwen in dezelfde rooilijn als de overige bebouwing. Initiatiefnemer wil gebruik maken van deze mogelijkheid en heeft het voornemen een woning te realiseren op het perceel dat hij in eigendom heeft. In de volgende paragraaf wordt dit voornemen omschreven.

2 . 2

T o e k o m s t i g e s i t u a t i e

Het voornemen is om een woning te realiseren op een kavel gelegen naast (ten oosten van) de woning met huisnummer 15. Op navolgende schets is de situe- ring van het perceel aangegeven met k2.

(15)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 13

De kavel wordt ontsloten door een oprit op de parallelweg van de Provinciale- weg (Wierdensestraat).

De overige kavels tussen de woningen met huisnummers 15 - 17 zullen in een volgende fase worden bebouwd met een woning. Om de breedte van kavel 2 te bepalen is alvast een globale schets gemaakt (zie de hiervoor genoemde teke- ning), met een indeling van kavels die ongeveer even groot zijn. Alle kavels (inclusief de kavel met de woning met huisnummer 15, waarvan de huidige tuin deels wordt ondergebracht bij kavel 2) zullen ongeveer 15 m breed zijn.

Op het erf komt naast de woning ruimte voor een garage en tevens zal op het erf ruimte zijn voor het parkeren van ten minste twee auto's.

K1 K2 K3

K4 K5 K6

(16)
(17)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 15

B e l e i d

De Nota Ruimte zet onder andere in op inbreiding in bestaand stedelijk gebied.

Het bouwplan past dus geheel in dit beleid.

3 . 1

P r o v i n c i a a l b e l e i d

De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In dit integrale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving, waarin het streekplan, het verkeers- en vervoerplan, het waterhuishoudingsplan en het milieubeleids- plan zijn samengevoegd, geeft de provincie de richting aan voor de ontwikke- ling van Overijssel tot 2020 en verder. De hoofdambitie in de Omgevingsvisie is 'een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden'. Leidend voor de beleidskeuzes die op dit gebied worden gemaakt, zijn de thema's duurzaam- heid en ruimtelijke kwaliteit.

In het provinciaal beleid staat het uitvoeringsmodel centraal. Bij dit model draait het om drie vragen. De eerste vraag is of een ontwikkeling wenselijk is.

Hierbij zijn de generieke beleidskeuzes van belang. De tweede vraag is waar de ontwikkeling kan plaatsvinden. Hierbij is het ontwikkelingsperspectief van een locatie van belang. De derde en laatste vraag is hoe de ontwikkeling wordt ingepast in het landschap. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van belang. In het navolgende wordt ingegaan op deze drie vragen.

De provincie geeft bij de generieke beleidskeuzes aan dat voor gebiedsontwik- keling op het gebied van woningbouw de zogenaamde SER-ladder moet worden doorlopen. Op basis van de SER-ladder worden ruimtelijke keuzes in een hië- rarchische volgorde gemaakt en onderbouwd. De SER-ladder houdt in dat bij gebiedsontwikkeling eerst moet worden gekeken naar de ruimte die al voor een bepaalde functie beschikbaar is gesteld of die door herstructurering be- schikbaar kan worden gesteld. Daarna kan worden gekeken naar de mogelijk- heden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen.

Pas als deze eerste twee opties zijn doorlopen, kan worden gekeken naar het in gebruik nemen van nieuwe terreinen.

De nieuwbouw voldoet aan de eerste trede van de SER-ladder. Het plangebied heeft in de bestaande situatie een woonbestemming en door de nieuwbouw van de woning heeft het plangebied ook in de toekomst deze functie.

In de Omgevingsvisie wordt een ontwikkelingsvisie voor de hele provincie Over- ijssel gegeven. Dit doet de provincie aan de hand van twee ontwikkelingsper- spectieven, een voor de stedelijke omgeving en een voor de groene omgeving.

OMGEVINGSVISIE OVERIJS- SEL

UITVOERINGSMODEL

GENERIEKE BELEIDSKEUZES

ONTWIKKELINGSPERSPEC- TIEF

(18)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

16

De ontwikkelingsperspectieven geven richting aan wat waar kan worden ont- wikkeld. Het plangebied valt onder het ontwikkelingsperspectief voor de ste- delijke omgeving. In de Omgevingsvisie is opgenomen dat het in de stedelijke omgeving de uitdaging is om de economische centra bereikbaar te houden en om door herstructurering de kwaliteit van woonomgevingen en bedrijfslocaties te vergroten.

De stedelijke omgeving wordt door de provincie weer onderverdeeld in twee ontwikkelingsperspectieven. Voor Nijverdal geldt het ontwikkelingsperspectief bebouwing. De provincie heeft hier ruimte voor herstructurering, inbreiding en transformatie naar diverse woon- werk- en gemengde stadsmilieus als ambitie.

Bij onderhavig bestemmingsplan is sprake van inbreiding en past daarmee bin- nen het ontwikkelingsperspectief van het provinciaal beleid.

Bij de vraag hoe de ontwikkeling dient te worden ingepast in het landschap wordt een lagenbenadering gehanteerd. In totaal zijn er vier lagen. Alle vier deze lagen worden hierna behandeld.

Bij de natuurlijke laag valt het plangebied in de laag 'beekdalen en natte laag- tes'. De ambitie van de provincie bij deze laag is om de beekdalen als functio- nele en ruimtelijke dragende structuren in het landschap vorm te geven.

Gezien het feit dat het plangebied is gelegen in een bebouwd gebied, kan hierbij niet worden aangesloten.

Bij de laag van het agrarisch cultuurlandschap valt het plangebied in het ma- ten- en flierenlandschap. De ambitie van de provincie bij deze laag is om dit landschapstype weer herkenbaar te maken. Aangezien het plangebied niet meer in gebruik is als agrarisch gebied kan hier niet bij worden aangesloten.

Bij de stedelijke laag ligt het plangebied in de laag 'woonwijken 1955-nu'. De provincie geeft ten aanzien van deze laag aan dat de woonwijken van na 1955 grotendeels planmatig zijn ontworpen en gerealiseerd. Dat heeft geleid tot een per wijk kenmerkende hoofdstructuur met eigen aard, maat en karakter (patroon van o.a. hoofdroutes en wegen, wooneenheden en parken en groenstructuur). Functies zijn meestal ruimtelijk van elkaar gescheiden.

Het plangebied maakt deel uit van een woongebied met vrijstaande woningen.

Het realiseren van een vrijstaande woning binnen dit woongebied, die zoveel mogelijk aansluit op de bestaande structuur, past daarmee binnen de kenmer- ken van de stedelijke laag.

Het plangebied valt niet onder de vierde en laatste laag, de lust- en leisure- laag.

De conclusie ten aanzien van de gebiedskenmerken is dat bij de toekomstige inrichting van het plangebied daar waar mogelijk is aangesloten bij deze ge- biedskenmerken.

GEBIEDSKENMERKEN

(19)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 17

Voor de bouw van de woning in het plangebied is naast het uitvoeringsmodel nog het woonbeleid van de provincie van belang. In de Omgevingsvisie is opge- nomen dat het de ambitie van de provincie is om aantrekkelijke en gevarieer- de woonmilieus, die voorzien in de woonvraag, te creëren. Hierbij moet nu en in de toekomst voldoende ruimte zijn voor de huisvesting van alle doelgroe- pen. Deze woningbouw kan plaatsvinden in binnensteden, stadsranden, grote en kleine dorpen. Hierbij wordt de kwaliteit van de woonomgeving hoog ge- waardeerd.

De bouw van de woning past binnen het beleid van de provincie Overijssel. Er wordt voldaan aan het uitvoeringsmodel en de ontwikkeling past binnen het woonbeleid van de provincie.

3 . 2

G e m e e n t e l i j k B e l e i d

Het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor onderhavig plangebied is weergegeven in het bestemmingsplan Nijverdal-Oost. Het bestemmingsplan Nijverdal-Oost is op 2 februari 2006 door de raad vastgesteld en het college van Gedeputeerde Staten heeft op 9 oktober 2006 (nummer RWB/2006/748) het bestemmingsplan gedeeltelijk goedgekeurd. Het gedeelte van de plankaart en de voorschriften dat betrekking heeft op deze woningbouwlocatie, is geheel goedgekeurd.

Het perceel waar onderhavig plangebied betrekking op heeft, heeft in het bestemmingsplan Nijverdal-Oost voor een groot deel reeds een bestemming Woondoeleinden met daarop een aanduiding voor te bebouwen erven.

Daarnaast heeft het plangebied deels een bestemming agrarisch gebied. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Het realiseren van een woning op deze gronden is in strijd met het bestemmingsplan.

In het bestemmingsplan Nijverdal-Oost is echter reeds voorzien in een woning- bouwontwikkeling op deze locatie door een wijzigingsbevoegdheid die over deze locatie ligt. In dat bestemmingsplan wordt uitgegaan van ten hoogste 6 woningen binnen de grenzen van de wijzigingsbevoegdheid. Randvoorwaarde van deze wijzigingsbevoegdheid is dat het gehele gebied waarop deze wijzi- gingsbevoegdheid ligt in één keer wordt ontwikkeld. Initiatiefnemer is nu voor- nemens één woning te realiseren vooruitlopend op de ontwikkeling van het gehele terrein. Dit is in strijd met het vigerend bestemmingsplan.

WONEN

TOETSING AAN PROVINCI- AAL BELEID

BESTEMMING WOONDOEL- EINDEN

BESTEMMING AGRARISCH GEBIED

(20)
(21)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 19

S t e d e n b o u w k u n d i g p l a n

B e e l d k w a l i t e i t W i e r d e n s e s t r a a t t u s s e n 1 5 - 1 7 t e N i j v e r - d a l

I n l e i d i n g

Aan de noordzijde van de Wierdensestraat tussen de nummers 15 - 17 ligt een bosperceel waarop (voor het grootste deel) een wijzigingsbevoegdheid is ge- legd. Deze zal worden ontwikkeld als woonlocatie ten behoeve van de bouw van vijf vrijstaande woningen. De stedenbouwkundige schets laat het gewenste verkavelingsvoorstel zien. De basis wordt gevormd door een gelijkmatige ver- deling van het terrein, inclusief de gronden van huisnummer 15, waardoor zes nagenoeg identieke kavels ontstaan van elk circa 15 m breed. Dit heeft tot gevolg dat het meest oostelijke perceel deels (circa 5,5 m) buiten de wijzi- gingsbevoegdheid ligt. Door middel van een ontheffing (artikel 3.23) kan hier in de toekomst een bijgebouw worden gebouwd, maar om de bouw van een hoofdgebouw met een redelijke breedte (en dus ook inhoud) mogelijk te ma- ken wordt het perceel met 1,5 m verbreedt ten koste van de naastgelegen drie percelen, met de aangegeven verkaveling tot gevolg.

(22)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

20

B e e l d k w a l t e i t s r i c h t l i j n e n

De nieuw te bouwen woningen worden onderdeel van de lintbebouwing langs de Wierdensestraat. Op dit moment vormt de locatie een hiaat in het lint dat in de jaren dertig van de vorige eeuw is ontwikkeld. Door middel van de beeld- kwaliteitsrichtlijnen wordt erop toegezien dat de nieuwe ontwikkeling goed aansluit bij de belendende bebouwing. In het kader van dit bestemmingsplan gelden de richtlijnen voor de kavel naast huisnummer 15, maar het is de be- doeling dat te zijner tijd ook de andere woningen hieraan worden getoetst. De beeldkwaliteitseisen zijn opgesteld in relatie tot de voorwaarden die het be- stemmingsplan Nijverdal-Oost zijn opgenomen in het kader van de wijzigings- bevoegdheid.

S i t u e r i n g

- De bebouwing staat in de rooilijn van de bestaande woningen.

- De totale diepte van het hoofdgebouw is maximaal 12 m.

- De garage staat minimaal 8 m achter de voorgevelrooilijn.

- De woningen hebben allen een individuele oprit die vanaf de parallel- weg van de Wierdensestraat worden ontsloten. Deze oprit ligt steeds oostelijk van het hoofdgebouw. De breedte van de oprit is maximaal 3 m.

- De woningen hebben de voordeur aan de voorzijde.

H o o f d v o r m

- De bebouwing bestaat uit één laag met kap.

- De goothoogte is maximaal 3,5 m en de bouwhoogte maximaal 9 m.

- De kap is een zadeldak met de nokrichting haaks op de Wierdensestraat.

Wolfseinden komen niet voor.

K l e u r - e n m a t e r i a a l g e b r u i k

- De gevels zijn opgetrokken uit een rode, bruinrode of grijsrode gebak- ken steen.

(23)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 21

- De daken zijn voorzien van een grijze tot antracietkleurige, ongegla- zuurde gebakken pan.

D e t a i l l e r i n g

- De woning heeft een horizontaal afgetimmerde dakgoot.

(24)
(25)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 23

O n d e r z o e k e n

Voorliggend plan heeft betrekking op het realiseren van een woning aan de Wierdensestraat (op de kavel naast 15 tussen 15 - 17) in Nijverdal. De van belang zijnde onderzoeken komen in dit hoofdstuk aan de orde.

5 . 1

B o d e m

Zoals reeds beschreven omvat het omliggende plan de realisatie van een wo- ning. Voordat de gemeente echter een bouwvergunning zal afgeven, moet duidelijk zijn of de milieuhygiënische gesteldheid het voornemen niet in de weg staat. De resultaten van het bodemonderzoek zullen worden betrokken bij de aanvraag voor de bouwvergunning. Als blijkt dat de milieuhygiënische ge- steldheid van de bodem geen beletsel vormt voor de beoogde bestemming, zal een bodemgeschiktheidsverklaring worden afgegeven. Als wel bodemverontrei- niging aan het licht komt, kunnen saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn.

Uit het bodemonderzoek dat is uitgevoerd door Eco Reest BV (verkennend Bo- demonderzoek ter plaatse van Wierdensestraat Nijverdal, opdrachtnummer 100549, 25 juni 2010) is geconcludeerd dat in de bovengrond een overschrij- ding van de achtergrondwaarde aan polycyclische aromatische koolwaterstof- fen (PAK) uit de wet bodembescherming is aangetoond. Gezien de aard en de concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de woonbestem- ming van het terrein, kan worden gesteld dat verhoogde risico's voor de volks- gezondheid en/of voor het milieu ten gevolge van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit, niet is te verwachten.

De resultaten van het onderzoek vormen dan ook geen aanleiding tot nader onderzoek of saneringsmaatregelen.

Toepassing van eventueel vrijkomende grond op het terrein zelf acht Eco Reest BV milieuhygiënisch verantwoord. Toepassing van eventueel vrijko- mende grond elders kan eventueel plaats vinden binnen een gemeentelijke bodemkwaliteitskaart of met een aanvullend AP-04 onderzoek. De gemeente waar de grond eventueel wordt toegepast is hierbij het bevoegd gezag.

Aanvullend wordt geadviseerd de asbest afzetting bij de moestuin op een ver- antwoorde wijze te verwijderen en het vrij te komen materiaal af te voeren naar een daarvoor erkende verwerker.

(26)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

24

5 . 2

W e g v e r k e e r s l a w a a i

Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van een nieuw- bouwwoning. Gezien de ligging van deze woningen is hoofdstuk 6 (zones langs wegen) van de Wet geluidhinder van belang.

In het kader van dit bestemmingsplan is akoestisch onderzoek verricht. Dit onderzoek is in de bijlagen als "Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Wier- densestraat 15 - 17, d.d. 21 september 2010" opgenomen.

Uit dit onderzoek blijkt dat de eerder verleende hogere waarden niet worden overschreden. In die zin wordt voldaan aan de eisen van de Wet geluidhinder.

5 . 3

L u c h t k w a l i t e i t

Sinds mei 2008 is een nieuwe EU richtlijn 2008/50/EG betreffende de lucht- kwaliteit en schonere lucht voor Europa. Deze nieuwe richtlijn vervangt de tot dan toe geldende EU richtlijnen betreffende de luchtkwaliteit (behalve de 4e dochterrichtlijn).

Ten opzichte van de vorige regelgeving zijn onder andere de volgende zaken gewijzigd:

- die locaties waarop de regelgeving van toepassing is;

- de definitie van natuurlijke bronnen;

- mogelijkheden tot uitstel.

De Nederlandse regelgeving voor de luchtkwaliteit is aan deze nieuwe richtlijn aangepast.

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmple- menteerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstan- dighedenwet van toepassing) en locaties waartoe leden van het publiek ge- woonlijk geen toegang hebben.

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingspro- gramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt reke- ning met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infra- structuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.

De ministerraad heeft op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruim- telijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.

WET GELUIDHINDER

REGELGEVING EUROPEES

REGELGEVING NEDERLAND

NSL/NIBM

(27)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 25

Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm.

In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toena- me van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd.

Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van een woning. Op basis van de CROW-publicatie nummer 256 'Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden' (oktober 2007) is de ritproductie van een woning bepaald op zeven ritten per etmaal. De totale toename van het aantal ritten bedraagt derhalve zeven rit- ten per etmaal.

Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het Miniserie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil de nibm-tool in mei 2010 ontwik- keld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.

Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project moet der- halve worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.

5 . 4

A r c h e o l o g i e

Archeologische waarden dienen op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Eén van de hulpmiddelen daarbij is de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Hierin is het plangebied niet gekarteerd in

BESTEMMINGSPLAN

NIBM-TOOL

(28)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

26

verband met de ligging binnen de bebouwde kom. De gemeente Hellendoorn beschikt nog niet over een archeologische beleidskaart.

Om vast te stellen of in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn, die door de woningbouw worden bedreigd, heeft het archeologisch onderzoeks- en adviesbureau De Steekproef een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten in een rapport zijn weergegeven (Steekproefrapport 2010-07/02). Hieronder worden de conclusies en het advies weergegeven.

Het plangebied ligt op een rug langs het beekdal van de Regge. Uit het inven- tariserend Archeologisch veldonderzoek is gebleken dat de dichtstbijzijnde archeologische waarde op dezelfde rug op circa vijftig m noordelijk ligt. Er zijn bewoningssporen vastgesteld uit de periode midden-neolithicum tot en met de ijzertijd. Op grotere afstand zijn verspreid over dezelfde rug onder meer be- werkt vuursteen en scherven aardewerk uit dezelfde periode gevonden. Ook is een grafheuvel uit het neolithicum aanwezig.

De kwaliteit van de bodem in het plangebied blijkt slecht te zijn. Daardoor zullen eventuele archeologische grondsporen sterk zijn aangetast. Aanwijzin- gen voor dergelijke sporen zijn er bovendien niet, aangezien het onderzoek geen vondsten heeft opgeleverd zoals bewerkt vuursteen of scherven aarde- werk. Het archeologisch verwachtingsmodel, dat waarden aanwezig kunnen zijn uit alle archeologische periodes, wordt door het onderzoek niet bevestigd.

Op basis van de resultaten wordt een vervolgonderzoek niet geadviseerd. In- dien bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dan dienen deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 en 54 direct te worden gemeld bij de ge- meente Hellendoorn.

5 . 5

E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e

Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied uitgevoerd. Tevens is gekeken naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en/of een oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbe- schermingswet 1998 of de Ecologische Hoofdstructuur noodzakelijk is. Het projectgebied is daartoe op 29 juli 2010 bezocht door een ecoloog van Bügel- Hajema Adviseurs.

ONDERZOEK

ADVIES

(29)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 27

S i t u a t i e p r o j e c t g e b i e d o p 2 9 j u l i 2 0 1 0

S o o r t e n b e s c h e r m i n g

Het projectgebied ligt ingeklemd tussen de spoorlijn Zwolle-Almelo en de Wierdensestraat en bestaat uit een klein bosperceel en een voormalige moes- tuin. Uit de informatie van Het Natuurloket1 (kilometerhok 229-486, d.d.

28 juli 2010) blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied naast enkele in het kader van de Flora- en faunawet licht beschermde dier- en plantensoor- ten, ook enkele (middel)zwaar beschermde diersoorten voorkomen.

Op basis van het veldbezoek blijkt echter dat het plangebied een beperkte natuurwaarde kent. Gezien de inrichting en het gebruik van het plangebied worden enkele algemene, licht beschermde soorten (zoals spitsmuizen) en zwaarder beschermde vogels in en direct rond het plangebied verwacht. Alle inheemse vogelsoorten zijn in het kader van de Flora- en faunawet zwaar be- schermd. Tijdens het veldbezoek werd onder andere konijn, gaai, pimpelmees, ekster en vink in het projectgebied waargenomen. Tevens werden oude (knaag)sporen van eekhoorn aangetroffen, maar tijdens inspectie van de bo- men zijn geen nesten van deze middelzwaar beschermde soort aangetroffen.

Het projectgebied maakt waarschijnlijk een klein deel uit van het leefgebied van deze soort. Ten noorden van het spoor ligt een groot bosgebied, dat meer dan voldoende ruimte biedt als leefgebied.

De overige volgens Het Natuurloket waargenomen (middel)zwaar beschermde zoogdiersoorten betreffen zeer waarschijnlijk alle vleermuizen. In het project- gebied zijn geen potentiële verblijfplaatsen (gebouwen/bomen) voor vleermui- zen aanwezig. De aanwezige bomen (fijnspar, larix, grove den) hebben een te geringe omvang of staan niet bekend als bomen met geschikte holten. Ook worden geen belangrijke lijnvormige landschapselementen doorkruist. Door de ontwikkelingen zullen geen negatieve effecten op vleermuizen optreden.

1 Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van talloze organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het Natuurloket bezit zelf geen gegevens. Het Natuurloket is een initiatief van het Ministerie van Land- bouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de organisaties binnen de VOFF (www.natuurloket.nl).

INVENTARISATIE

(30)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

28

De aanwezige licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan be- dreigd en vallen in de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor deze soorten de zorgplicht van de Flora- en faunawet.

Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te vernietigen of te verstoren. Met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden dient der- halve rekening te worden gehouden met het broedseizoen. De Flora- en fau- nawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt.

Met betrekking tot het voorkomen van de middelzwaar beschermde eekhoorn worden geen negatieve effecten op deze soort verwacht. Het plangebied vormt een ondergeschikt onderdeel van zijn leefgebied, dat voornamelijk ten noor- den van de spoorlijn ligt.

G e b i e d s b e s c h e r m i n g

Het plangebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De meest nabijgelegen gebied uit de Natuurbeschermingswet 1998 betreffen de Natura 2000-gebieden 'Wierden- se Veld' en 'Sallandse Heuvelrug', respectievelijk op ongeveer 1 km ten oosten en 2 km ten westen van het projectgebied. De bospercelen ten noorden van het spoor vormen de meest nabijgelegen gebieden uit de Ecologische Hoofd- structuur. Door de aanwezigheid van de spoorlijn zijn echter geen bijzondere ecologische relaties tussen beide gebieden te verwachten.

Deze beschermde gebieden liggen, gezien de aard van de ingrepen, op een voldoende afstand van het projectgebied. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van de ontwikkelingen te verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De voor- genomen activiteit is ook niet in strijd met het 'nee, tenzij'-beleid uit de Nota Ruimte en de uitwerking daarvan in de Omgevingsvisie Overijssel en de Omge- vingsverordening Overijssel 2009 voor de Ecologische Hoofdstructuur. Deze inventarisatie geeft geen aanleiding voor verder onderzoek.

C o n c l u s i e

Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat, wanneer bij de planning en werkzaamheden voldoende rekening wordt gehouden met het broedseizoen van vogels, geen noodzaak bestaat voor een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet. Het plan is wat betreft de Flora- en fau- nawet uitvoerbaar.

Voorts is naar voren gekomen dat geen noodzaak bestaat een oriëntatiefase in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel een analyse van de Ecologische Hoofdstructuur uit te voeren. Het is aan het bevoegd gezag, het

EFFECTEN

INVENTARISATIE

EFFECTEN

(31)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 29

college van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel, om de visie ten aanzien van beschermde gebieden te bevestigen.

5 . 6

W a t e r t o e t s

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Water- toets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Deze standaard waterparagraaf heeft betrekking op het plan Wierdensestraat tussen de nummers 15 - 17 te Nijverdal.

Het Waterschap Regge en Dinkel is geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording van de vragen heeft er- toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De water- toets en het bijbehorende waterdocument zijn in de bijlage bijgevoegd. De relevante onderwerpen komen hierna aan de orde. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding.

Het plangebied is momenteel onverhard (bos/tuin) en krijgt in de toekomstige situatie een verhard oppervlak van circa 100 m2. Er is geen wateroverlast be- kend in het plangebied.

W a t e r h u i s h o u d i n g

Uit het waterdocument blijkt dat het plan geen verhoogd risico loopt op wa- teroverlast als gevolg van overstromingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is minder dan 1.500 m2, waardoor geen compensatiemaatregelen noodzakelijk zijn. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beschermingszone of herinrichtingszone langs een waterloop, pri- mair watergebied, invloedszone zuiveringstechnisch werk of een retentiecom- pensatiegebied. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding.

In het plan wordt het afvalwater en het hemelwater behandeld via een ge- mengd stelsel.

Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) advi- seert het waterschap een ontwateringsdiepte van minimaal 80 cm ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Bij een afwijkende maat- voering is de kans op structurele grondwateroverlast groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiep- te. Kelders dienen waterdicht te zijn. Om wateroverlast en schade in de wo- ning te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 cm boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen

WATERTOETSPROCES

WATERTOETSPROCES

WATERAFVOER

ADVIES AANLEGHOOGTE BEBOUWING

(32)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

30

ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast.

De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen. Het Water- schap Regge en Dinkel geeft een positief wateradvies.

5 . 7

E x t e r n e v e i l i g h e i d

5 . 7 . 1

I n r i c h t i n g e n

Op 13 februari 2009 is het gewijzigde Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Dit besluit geeft voorwaarden voor nieuwe en be- staande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opge- slagen of geproduceerd.

Om te bepalen of in de nabijheid van het plangebied risicovolle inrichtingen liggen, die de nieuwe ontwikkelingen in het gebied belemmeren, is de risico- kaart van de provincie Overijssel geraadpleegd. De navolgende kaart is een uitsnede hiervan.

U i t s n e d e r i s i c o k a a r t m e t h e t p l a n g e b i e d g e m a r k e e r d m e t h e t g e l e s t e r r e t j e

Uit de risicokaart blijkt dat op circa 550 m van het plangebied de (ter- rein)grens ligt van een risicovolle inrichtingen (het bedrijf van Koninklijke Ten Cate nv). Dit bedrijf heeft een CPR 15-2 opslag (opslag met meer dan tien ton

ONDERZOEK

(33)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 31

aan gevaarlijke stoffen) met volgens de risicokaart een risicocontour van 165 m. Aangezien het plangebied ruim buiten deze risicocontour ligt (grens contour op circa 475 m van het plangebied) vormt deze risicovolle inrichting geen belemmering voor het voornemen.

In 2005 is door Royal Haskoning voor de situatie op het terrein van Koninklijke Ten Cate nv een rapport2 opgesteld. In dit rapport is gekeken naar de huidige en toekomstige situatie op het terrein. De toekomstige situatie betreft de situatie zoals die ten tijde van het opstellen van het rapport werd ingeschat.

Uit dit rapport wordt duidelijk dat er verschillende afstanden gelden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Uit het rapport blijkt dat de contouren van het plaatsgebonden risico (10-6) en het invloedsgebied van het groepsrisico (effectafstand 1% letaal) van de bron- nen op het terrein van Koninklijke Ten Cate nv niet tot aan het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan reiken. Dit betekent dat de activiteiten van Koninklijke Ten Cate nv uit het oogpunt van externe veiligheid geen belemme- ring voor het onderhavige bestemmingsplan vormen (onder de aanname dat sinds 2005 geen aanpassingen van het bedrijf hebben plaatsgevonden die van invloed zijn op de plaatsgebonden risicocontour en het invloedsgebied van het groepsrisico).

5 . 7 . 2

V e r v o e r v a n g e v a a r l i j k e s t o f f e n

Het thema vervoer van gevaarlijke stoffen kan worden onderverdeeld in we- gen, spoor en water. In 2001 en 2003 zijn voor deze onderwerpen risicoatlas- sen opgesteld, waarin staat vermeld of langs de route een plaatsgebonden risico en/of een groepsrisico aanwezig is. Tevens zijn voor wegen in 2006 en 2007 nieuwe verkeerstellingen verricht.

Het Rijk is op dit moment bezig met het opstellen van nieuwe wetgeving rond transportroutes, het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Deze wetgeving gaat de huidige Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stof- fen vervangen en treedt naar verwachting in de zomer van 2010 in werking.

In de omgeving van het plangebied liggen geen wegen die zijn aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De dichtstbijzijnde weg waar- over vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, is de provinciale weg N346 (Zutphen-Hengelo) op circa 25 km. Gezien de afstand van deze weg tot het plangebied zijn er geen belemmeringen voor onderhavig plan.

Aan de noordkant van het plangebied is de spoorlijn Zwolle-Almelo gelegen.

Voor het eventuele vervoer van gevaarlijke stoffen over deze spoorlijn is het document 'Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor, een ver- wachting voor de middellange termijn' (ProRail; 26-09-2007) geraadpleegd.

2 Externe veiligheidsanalyse Koninklijke Ten Cate nv voor bestemmingsplan Nijverdal-Noord opgesteld door Royal Haskoning, d.d. 15 juni 2005.

TEN CATE

INLEIDING

ONDERZOEK WEGEN

ONDERZOEK WEGEN

(34)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

32

In dit document staat beschreven dat over het traject langs Nijverdal geen transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Op basis van deze gegevens vormt de spoorlijn, wat betreft de externe veilig- heid, geen belemmering voor de te realiseren woning.

5 . 7 . 3

B u i s l e i d i n g e n

Aardgastransportleidingen zijn voor het plangebied relevant vanwege de regel- geving op het gebied van externe veiligheid. Deze regels zijn vastgelegd in de Circulaire Zonering langs hogedrukaardgastransportleidingen (1984). De circu- laire onderscheidt toetsings- en bebouwingsafstanden.

Momenteel is het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bezig met het vernieuwen van het externe veiligheidsbeleid rondom aardgasleidingen (het Besluit externe veiligheid buisleidingen, Bevb).

Deze nieuwe wetgeving en de bijbehorende nieuwe afstanden (voor het plaats- gebonden risico en het groepsrisico) zijn nog niet definitief vastgesteld.

Op circa 775 m ten westen van het plangebied ligt de dichtstbijzijnde buislei- ding van Gasunie (N-557-35-KR-004, werkdruk 40 bar, doorsnee 4,5 inch). Van- wege de afstand valt het plangebied buiten de invloedssfeer van de leiding.

Derhalve treden geen belemmeringen op voor de nieuwe ontwikkelingen.

5 . 8

S p o o r w e g l a w a a i

Het plangebied ligt aan de spoorlijn Almelo-Zwolle. Voor deze spoorlijn geldt een geluidszone van 100 m waarbinnen een geluidsonderzoek is vereist.

In paragraaf 5.2 is aandacht besteed aan het aspect wegverkeerslawaai. Met betrekking tot het aspect spoorweglawaai kan het volgende worden opge- merkt.

In het bestemmingsplan Nijverdal-Oost (moederplan) is aandacht besteed aan het aspect spoorweglawaai. Op basis van een reeds eerder uitgevoerd onder- zoek in het kader van dat bestemmingsplan en het Combiplan Nijverdal is ge- bleken dat geen hogere grenswaarden ten gevolge van het spoorweglawaai benodigd zijn.

INLEIDING

ONDERZOEK

(35)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 33

J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g

Ieder bestemmingsplan moet voldoen aan de regels gesteld in het Besluit ruim- telijke ordening.

Een bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding. Bij een bestem- mingsplan hoort een toelichting. De regels moeten worden gelezen in samen- hang met de verbeelding. De verbeelding geeft veel informatie, in die zin dat hierop direct kan worden afgelezen waar kan worden gebouwd. In de regels wordt de informatie nader toegelicht, uitgewerkt en juridisch vastgelegd. Met het hiervoor genoemde wordt bedoeld dat de regels uiteindelijk bepalen op welke wijze de informatie op de verbeelding moet worden geïnterpreteerd.

Het is dus altijd van belang om de regels te bekijken in samenhang met de verbeelding als daadwerkelijk gaat worden gebouwd of andere ontwikkelingen worden gepland.

De verbeelding is opgemaakt conform het Informatiemodel Ruimtelijke Orde- ning (IMRO). Het IMRO is een gestandaardiseerd uitwisselingsformaat, waarmee een kaart digitaal raadpleegbaar kan worden gemaakt.

Het bestemmingsplan is verder opgezet overeenkomstig de Standaard Verge- lijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008). De standaard heeft betrekking op de presentatie van de verbeelding en de hoofdopzet van de regels. Alle bestemmingen zijn bij deze systematiek in alfabetische volgorde opgenomen.

Zoals vermeld, is bij de opzet van de regels aangesloten op de nieuwe wette- lijke regelingen, namelijk de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimte- lijke ordening, die in juli 2008 in werking zijn getreden. Tevens sluiten de regels aan bij de nieuwe eisen conform Standaard Vergelijkbare Bestemmings- Plannen 2008 (SVBP 2008). Dit heeft de volgende consequenties.

De term vrijstelling is nu gewijzigd in ontheffing. De strafbepaling en de alge- mene gebruiksbepalingen zijn niet langer opgenomen, aangezien dit in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (artikel 7.10) is geregeld. Wel kent het plan de mogelijkheid om specifieke gebruiksregels op te nemen.

De inleidende regels (begrippen en wijze van meten) sluiten aan bij de eisen van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening. Dit geldt tevens voor de opzet van de algemene regels (anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene ontheffingsregels) en het overgangsrecht.

Het bestemmingsplan is overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening vervat in:

a. een geometrische plaatsbepaling van het plangebied en van de daarin aangewezen bestemmingen;

OPZET VAN DE REGELS

(36)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal - 20 september 2011

34

b. een beschrijving van die bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven.

A f s t e m m i n g o p a n d e r e w e t t e n e n v e r o r d e n i n g e n

Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel vergunningstelsel te voorkomen, is ten aanzien van het welstandsbeleid aangegeven hoe het ge- meentebestuur bij de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt met het ruimtelijk beleid, zoals dat met het bestemmingsplan wordt nagestreefd.

B e s t e m m i n g s r e g e l s

In het plan is een bestemming opgenomen. De verschillende bestemmingen hebben een vaste opbouw en volgorde:

1. bestemmingsomschrijving;

2. bouwregels;

en voorzover nodig:

3. nadere eisen;

4. ontheffing van de bouwregels;

5. specifieke gebruiksregels;

6. ontheffing van de gebruiksregels;

7. aanlegvergunning;

8. sloopvergunning (karakteristieke panden);

9. wijzigingsbevoegdheid.

In het hoofdstuk Planopzet is de inhoud van de afzonderlijke bestemmingen omschreven.

A l g e m e n e r e g e l s

Naast de bestemmingsregels, de begrippen en de wijze van meten, zijn nog algemene gebruiks- en ontheffingsregels, overige regels en overgangs- en slot- regels opgenomen. In verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn de regels aangepast aan de terminolo- gie van de Wabo.

(37)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 35

E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d

De kosten van de bestemmingsplanprocedure komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer.

Door middel van een planschadeovereenkomst zullen eventuele verzoeken om planschade voor rekening van initiatiefnemer komen. Indien nodig, zal door middel van een exploitatieovereenkomst het financiële risico voor de gemeen- te worden afgedekt.

(38)
(39)

112.22.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Wierdensestraat 15 - 17 te Nijverdal -

20 september 2011 37

M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d

Er heeft geen inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro plaatsgevonden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van een goede ruimtelijke ordening, kan de raad gemotiveerd besluiten om het bestemmingsplan niet vast te stellen.. TOELICHTING OP

In het oude bestemmingsplan Weidegebied was de vestiging van een agrarisch veeteeltbedrijf met bedrijfswoning mogelijk en in het nieuwe bestemmingsplan Landelijk Gebied Noord is

“Partiële herziening bestemmingsplannen Buitengebied Asten 2008 en Glastuinbouwgebied Kleine Heitrak, huisvesting arbeidsmigranten” gewijzigd vast te stellen. De wijzigingen zijn

Indien uit controle blijkt dat de brandveiligheidssituatie ontoereikend is, werknemers langer verblijven dan is toegestaan, er meer werknemers verblijven dan is toegestaan of als

mening is dat geen sprake (meer) is van een goede ruimtelijke ordening, kan de raad gemotiveerd besluiten om het bestemmingsplan niet vast te stellen.. TOELICHTING OP

Tegen de achtergrond van voorliggend hoofdstuk 6 van deze toelichting, wordt op de locatie Joost Ivanghlaan 2, de nieuwe bestemming Wonen uitvoerbaar geacht binnen de planperiode

Bij brief van 21 september 2016 heeft de buurman (belanghebbende) bij de Raad van State beroep ingesteld tegen het niet nemen van een besluit tot vaststelling van het ontwerp

De begrenzing van de gebiedsaanduiding ‘overige zone - cultuurhistorisch waardevolle akkers en kampontginningen’ afstemmen op bestemming ‘Agrarisch met waarden’; NIET ter