• No results found

25-1 en de klas als leefdomein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "25-1 en de klas als leefdomein"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

25-1 en de klas

als leefdomein

(2)

In dit eerste deel van mijn verslag heb ik een een aantal subhoofdstukken van hoofdstuk 4 uit het boek ‘Praktische psychologie voor leren en onderwijzen’ van Alblas, Heinstra en van de Sande willen uitlichten. Ik heb een sociogram gemaakt van één van mijn 2-Havo klassen op de middelbare school waar ik aan lesgeef. Niet alleen om uit te zoe- ken hoe dat nu eigenlijk in zijn werk gaat, maar ook om te kijken hoe deze klas als sociale omgeving en de leerlingen die daar deel van uit maken in elkaar zit. Welke subgroepen zitten er in deze groep leerlingen en wie vallen er buiten deze subgroepen? Met de uitslagen hoop ik meer accuraat in te kunnen spelen op reacties die leerlingen kunnen geven zowel naar elkaar als ook naar mij als docent.

Ik moet zeggen dat dit een leuke groep is met een aantal talenten op het gebied van beeldende vorming.

Wat ik bemerk is dat een aantal leerlingen die minder getalenteerd zijn in beeldende vorming en tekenen in het bijzonder, naast leerlingen zijn gaan zitten die dat wel in zich hebben. (effectafhankelijkheid)

Ik heb ook bemerkt dat ze elkaar ook echt helpen op het moment dat ze er even niet uitkomen en ik even met anderen bezig ben.

Ik heb van de klas een sociogram gemaakt aan de hand van de input die ik van de leerlingen heb gekregen.

Dit heb ik gedaan door ze een viertal vragen te stellen.

1. Met wie ga je graag om in je vrije tijd? Maak 3 keuzes 2. Met wie ga je liever niet om in je vrije tijd?

3. Met wie werk je graag samen? Maak 3 keuzes 4. Met wie werk je liever niet samen? Maak 3 keuzes

Aan de hand van de antwoorden die ik daaruit verkreeg heb ik een overzicht gemaakt van keuzes van de leer- lingen. Daarvan heb ik een sociogram kunnen maken, waardoor ik vrij goed inzichtelijk kreeg hoe de sociale relaties in deze klas zijn.

Ik heb een viertal kleuren gebruikt om enigzins overzicht te houden in de wirwar van lijnen; roze voor eenzij- dig negatieve keuze, donkerrood voor wederzijds negatieve keuze, lichtgroen voor eenzijdig positieve keuze en donkergroen voor wederzijds positieve keuze.

Tot mijn verbazing kreeg ik resultaten te zien die ik niet echt tijdens de lessen bemerkt had. Welliswaar is de ene leerling drukker dan de ander, heb je uitschieters qua getalenteerdheid in tekenen, en zijn er leerlingen die zich beter kunnen focussen tijdens de les dan anderen. Maar dat sommige leerlingen zo buiten de boot vielen was me nooit zo opgevallen tijdens de lessen. Voor het gemak en hun eigen privacy heb ik van de leerlingen alleen de voornamen genoemd.

In het sociogram op de volgende pagina is een duidelijke onderverdeling te zien van de populaire leerlingen, de meelopers, de opzichzelfstaande groepjes en de ‘einzelgängers’. Ik heb er voor gekozen de groepjes in te delen aan de hand van wederzijds positieve keuzes die de leerlingen hebben gemaakt. Opvallend is dat de jongensgroep uit meerdere leerlingen bestaat. De contacten zullen hier, zoals dit in het boek ook omschreven staat, wat oppervakkiger zijn dan die van de meisjes. Die hebben wat kleinere subgroepen en daardoor zullen de contacten wat inniger zullen zijn.

In deze klas is nog duidelijk sprake van een tweedeling tussen jongens en meisjes. De gelijkheid of ongelijk- heid in sekse is in dit geval nog duidelijk aan de orde. De leerlingen zijn 14/15 jaar oud en zitten in hun vroeg adolecente periode. De ommekeer, zoals ik dat opgemerkt heb in voorgaande jaren, komt als ze naar het derde jaar gaan en er meer geïntegreerd wordt tussen meisjes en jongens. Voor het mooie zou ik, omdat deze leerlin- gen nog relatief jong zijn, aan het einde van dit schooljaar deze test nogmaals moeten doen. Waarschijnlijk zal de klas dan toch wat meer met elkaar geïntegreerd zijn. Ik ben dan ook benieuwd hoe het dan met de einzel- gängers staat in de sociale omgeving van de klas. Gelijkheid en groepsvorming op basis van etnische afkomst is niet aan de orde in deze klas.

(3)

eric

fabian daniel

steve

lucas

srdjan

lizzy

sven jeroen

hibo nadia

mette nina

sebastian

aicha emma

anouk

ewout

rawien

michelle romy

lindsey laura

eenzijdige keuze negatief tweezijdige keuze negatief eenzijdige keuze positief tweezijdige keuze positief

mike groepsverdeling aan de hand van sociagram

Meisjesgroep I Meisjesgroep II Meisjesgroep III Meisjesgroep IV Jongensgroep V Solisten

Anouk Hibo Emma Mette Sven Lucas

Laura Nadia Aicha Nina Steve Daniel

Lindsey Celeste Michelle Rawien Eric

Lizzy Romy Ewout Jeroen

Srdjan Fabian Sebastian

sociogram klas 25-1

(4)

jongens meisjes

stevesven nina - nadia - michelle hibo - mette - lindsey - lizromy zy

emma anouk - aicha - laura

fabian - jeroen lucas - eric - daniel - sebastian

mike - srdjan - ewout rawien

jongens meisjes

nina mette - laura

aicha

steve - mike - ewout - sven hibo - emma - romy - lindsey - lizzy - mic

helle

1 2 3 4 5 6 8 12 14 1 2 3 4 5 6 8 12 14

fabian - sebastian nadia - emma

rawien - srdjan - jeroen anouk

daniellucaseric

Uit het sociogram heb ik de onderstaande diagrammen kunnen destilleren. Hierop is te zien hoe het staat met de sociale cohesie van de leerlingen ten opzichte van elkaar. Zoals duidelijk te zien is, staat Sven met 14 stemmen bovenaan, gevolgd door Steve. Je zou dus kunnen stellen dat zij een positieve statusdimensie hebben oftewel deze leerlingen zijn aantrekkelijk om als vriend te hebben. Ze hebben ook geen ‘tegenstemmen’ gehad van zowel jongens als meisjes. Dat is in de klas ook te merken. De grootste groep jongens heeft zich zoals in het lokaaloverzicht op pagina zes te zien is, om Steve en Sven gesitueerd. Deze groep jongens ontleent zoals op pagina 87 van het boek staat een positieve identiteit aan de groep.

(5)

Mike heeft duidelijk strategisch gekozen. Hij zit in een groepje met meisjes dat in positieve zin uitschiet in beel- dende vorming. Hij kijkt veel af bij ze en is duidelijk trots dat hij betere cijfers haalt dan vorig jaar toen hij nog niet bij ze zat. De meisjes helpen hem ook echt. Je zou zeggen dat hij zich duidelijk effectafhankelijk opsteld.

Rawien had geen keus in waar hij wilde zitten, omdat hij te laat in de les was en dus een plek van mij aangewe- zen heeft gekregen. Rawien is een doublant en ik ken hem van vorig schooljaar. Aan het begin van het school- jaar distantieerde hij zich een beetje van de groep, maar inmiddels heeft hij zijn plek wel gevonden zonder negatief aanwezig te zijn. Als Rawien wel een eigen keuze had gehad, had hij ongetwijfeld bij de jongensgroep gezeten. Dit is ook in het sociogram te zien.

Het meest negatief staat Lucas gevolgd door Eric. Lucas is heel druk en heeft een hele korte concentratieboog.

Lucas schreeuwt letterlijk en figuurlijk om aandacht en hij kan moeilijk stilzitten. Je merkt dan ook in de groep dat hij zich nergens echt kan aansluiten. Hij wordt wel ‘gedoogd’ door de jongens maar vindt eigenlijk nergens echte aansluiting. Ook in zijn werk is het duidelijk terug te zien. Hij is vaak als eerste ‘klaar’, maar het blijkt dan altijd dat hij de helft van de opdracht vergeten is. Lucas heeft een slecht zelfbeeld wat ‘vrienden’ aangaat.

Hij heeft twee leerlingen als positief aangemerkt terwijl zij hem als negatief beoordelen. (Mike & Rawien). Lucas zoek emotionele ondersteuning bij de twee in het algemeen positief beoordeelde jongens. Verder heeft hij al- leen maar wederzijds negatieve beoordelingen met meisjes (Nadia uit groep II, en Emma en Aicha groep III).

In het boek op pagina 88/89 staat een stukje over chronische eenzaamheid. Als ik de kenmerken daarvan met Lucas zijn gedrag vergelijk komen een aantal punten overeen: Lucas heeft een lage dunk van zijn eigen uiterlijk, hij heeft een negatieve houding ten opzichte van anderen, een sterk verlangen naar contact en tegelijk sterke neiging dit te vermijden (Lucas schreeuwt om toenadering maar duwt het gelijk ook van zich af). Hij beschikt over gebrekkige sociale vaardigheden in contact met anderen en krijgt negatieve reacties van anderen op het eigen inadequate gedrag.

Voor zover dit bij zijn mentor nog niet bekend is, zal ik dit sociogram toch met hem willen bespreken, omdat ik me hier zorgen over maak. In dit geval lijkt het me zinnig om eens een gesprek aan te gaan met Lucas, om te horen hoe hij hierin staat. Ik bemerk dat Lucas wel aansluiting zoekt bij vooral de jongensgroepen maar daar toch zijn ei niet kwijt kan. Ik wil ook eens proberen de groepen door elkaar te gooien, om Lucas een kans te geven zich op een positieve manier te profileren. Aan het einde van dit verslag hierover meer.

Zoals te zien is in het sociogram, is Eric op het moment van de test niet aanwezig en heb ik geen beeld van op wie hij eventueel positief dan wel negatief zou stemmen. Aan de hand van met wie hij in de klas omgaat, denk ik dat hij Daniël als positief zou beoordelen. Eric is een hele stille leerling die opvalt omdat hij een echte ‘einzel- gänger is. Hij haalt naast voor het vak beeldende vorming, ook voor andere exacte vakken extreem hoge cijfers.

De talen zijn iets lager maar nog steeds ruim voldoende. Ik vermoed dat hij daardoor buiten de boot valt. Wat dat aangaat gaat het bij Eric niet helemaal op, dat leerlingen die buiten de groep vallen over het algemeen lagere leerprestaties hebben dan leerlingen die populair zijn en in het leefdomein een goede positie hebben verworven. Waarschijnlijk is Eric hierin een uitzondering. Ik zou eerder zeggen dat het de reden zou kunnen zijn omdat Eric zulke hoge cijfers haalt, hij niet in de groep past.

Daniël is heel vaak ziek. Daardoor is hij erg vaak afwezig. Hij krijgt dus ook niet goed de kans om zich op een positieve manier te profileren. Daniël is, daarbij opgeteld, van zichzelf al een erg rustige jongen, die absoluut niet op de voorgrond staat. Je ziet ook in het sociogram dat hij buiten de boot valt. Ook Daniël was, net als Eric op het moment dat de test afgenomen werd niet aanwezig. Ik denk wel dat hij positief zou kiezen voor Eric.

Puur vanuit het feit dat hij bij Eric aan tafel zit en ze samen contact hebben.

Van de meisjes staan Nina, Nadia en Michelle bovenaan in de cirkel waarin het opvallend is dat Nina evenveel positieve als negatieve stemmen heeft gekregen. De negatieve stemmen waren -en dat is ook opvallend- uit- sluitend van jongens. Van de meisjes heeft Anouk de laagste score, gevolgd door Nina. Anouk heeft een weder- zijdse positieve stem gekregen van haar vriendin Laura. Zij hebben volgens het boek op pagina 80 een duidelij-

(6)

ke individuele vriendschap. Verder heeft het overgrote deel van de jongensgroep V negatief gestemd op Anouk.

Lindsey geeft wat dat aangaat een uitgesproken negatieve stem aan de beide meisjes, aangezien ze de enige is van de meisjes die dat doet. Ik ben er nog niet uit hoe dit komt, het is interessant om uit te zoeken in een later stadium.

Toen ik deze uitslagen bekeek viel me wel op dat -met uitzondering van Lucas- de meest rustige leerlingen negatief werden beoordeeld door hun klasgenoten. Ook zijn dit de leerlingen waar duidelijk talent aanwezig is voor beeldende vorming. Zo heb ik ook gekeken naar de resultaten van de andere vakken op school, waar- bij ik constateerde dat ze over het algemeen hoger dan gemiddeld scoren voor de expressieve vakken zoals beeldende vorming en muziek. Waarschijnlijk heeft de isolatie van dit groepje leerlingen ook te maken met het feit dat ze op een andere manier denken dan de rest van de klas. Begrijpelijk dat de kern van de klas waar de

‘populaire’ leerlingen inzitten, deze leerlingen negeren en uitkiezen als moeilijk om mee te werken of als ‘rare persoonlijkheden’ worden bestempeld. Toch worden deze leerlingen gedoogd en zitten ze niet apart aan een tafel. Opvallend is wel dat de zelfgekozen plekken waar de leerlingen zitten, niets laten zien van enige geïso- leerdheid. De meerderheid van de klas ‘tolereert’ ze in hun groepjes.

Hiernaast is de klassenindeling te zien van de groep bij het vak Beeldende vorming.

De rood omcirkelde gezichten zijn de meest negatief gekozen leerlingen. Deze leerlingen hebben zich vlak bij elkaar gepositioneerd, op Lucas na. Hij probeert aanslui- ting te vinden met de jongensgroep die meeloopt met Steve en Sven.

De groen omcirkelde gezichten zijn de meest positief gekozen leerlingen. Eric en Daniël zijn bij elkaar gaan zit- ten, evenals Anouk en Laura.

Steve en Sven hebben als ‘gelijkgestemden’ elkaar opge- zocht en zitten tegen over elkaar. Hoewel zij de meest positief gekozen leerlingen zijn, gedragen ze zich niet als ‘leiders’ of ‘gangmakers’. De grote overeenkomst die deze jongensgroep met elkaar heeft is voetbal. Daar wordt dan ook vaak over gesproken tijdens de les. Je zou dus kunnen zeggen dat deze groep jongens een aantal factoren in zich heeft die de interpersoonlijke attractie en vriendschappen bevordert. In dit geval ruimtelijke nabijheid; ze zitten elke dag bij elkaar in de klas, gelijk- heid; het zijn allemaal jongens van dezelfde leeftijd en een gemeenschappelijke interesse namelijk voetbal. Het grappige is wel dat als we het over gelijkheid hebben en we kijken naar etniciteit in dit groepje, de gemeenschap- pelijke interesse blijkbaar zwaarder weegt dan wat voor etnische achtergrond deze jongens hebben.

STEVE

(7)

Nu weet ik dat de conclusies die ik getrokken heb aan de hand van het sociogram voor dit moment gelden en dat het er volgend jaar misschien heel anders uit zal zien. Dit neemt niet weg dat ik wat wil doen met deze informatie. Over het algemeen kunnen we stellen dat het niet goed is met uitzonderingen daargelaten dat leer- lingen buiten de groep vallen. Het is belangrijk dat leerlingen opgroeien in een voor hen veilige sociale omge- ving. Mijn bedoeling is dan ook om een opdracht te wijden aan het gebruiken van elkaars kwaliteiten.

Het zou dus kunnen betekenen dat de minder ‘populaire’ leerlingen de spil zouden kunnen zijn in een groeps- opdracht. Uiteraard neemt dit risico’s met zich mee. Een goede sturing vanuit de docent op een dusdanige groep is dan ook essentieel, als ik dit een grotere kans van slagen willen geven.

Dit afgezet ten opzichte van de gevestigde groepjes die bestaansrecht hebben doordat de vormen van beïnvloe- ding zijn uitgekristalliseerd en het samenwerken aan taken probleemloos verloopt.

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En, waar jongeren hoge verwachtingen hebben ten aanzien van het kunnen opbouwen van een carrière, zullen oudere werknemers meer gericht zijn op baanzekerheid en op het voorzien

De boom heeft een hoge weerstand tegen wind, kan zeer goed langs de kust toegepast worden, is uitste- kend bestand tegen kanker en redelijk tot goed bestand tegen andere

Niet alle ‘nepnieuws’ is direct een complot en niet alle complotten zijn alleen maar terug te voeren op uit de duim gezogen en via de sociale media verspreide nieuwsberichten..

Bij e-mail van 20 maart 2013 wordt de directie van de school door het secretariaat in kennis gesteld van de vraag, van de datum van de zitting en van de mogelijkheid om een repliek

Je mag zelf weten wat je het eerst in het glas doet: water, poeder of een klontje; Als je alles in het glas hebt gedaan ga je goed roeren.. Ik kan deze vraag

Mogelijk heeft uw zoon of dochter thuis behoefte om verder te praten over dit tragische ongeval.. Als u hierbij ondersteuning nodig hebt, kunt u contact opnemen met

Als u vragen hebt of met ons over dit tragische voorval wilt praten, kunt u ons persoonlijk in de school aanspreken of met ons bellen of mailen. Vriendelijke

Spreek alle leerlingen aan dat het fijn is om als groep voor elkaar een steun te zijn, dat het fijn is dat elke leerling aanwezig is en belangrijk voor jou is. Met dank aan Maartje