in het door de rechtbank in Amsterdam op 2 mei 2003 uitgesproken faillissement van:
JOMED N.V.
te Amsterdam
faillissementsnummer: 03.0233-F (surseance van betaling: 03.003-S)
Curator: mr. R.J. graaf Schimmelpenninck
(Houthoff Buruma N.V., Gustav Mahlerplein 50 1082 MA Amsterdam) Rechter-commissaris: mevrouw mr. W.A.H. Melissen
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING
1.1 Opmerking vooraf
2. WERKZAAMHEDEN CURATOR
2.1 Renvooiprocedures en eerste tussentijdse uitdeling 2.2 De schuldeiserscommissie
2.3 Afwikkeling ("wind down") van de JOMED Groep
2.4 Aansprakelijkheid voormalige bestuurders, commissarissen & accountants 2.5 Tijdsbesteding curator en medewerkers van de curator
3. BEZITTINGEN EN SCHULDEN JOMED N.V.
3.1 Activa 3.2 Passiva
4. STAND VAN ZAKEN JOMED GROEPSVENNOOTSCHAPPEN PER ULTIMO JUNI 2007
4.1 Opmerkingen per vennootschap
5. DIVERSEN
5.1 Indienen van vorderingen 5.2 Tussentijdse uitdelingen
5.3 Informatieverstrekking aan schuldeisers
BIJLAGEN
1 Overzicht van reeds verschenen openbare verslagen 2 Tussenbeschikking rechtbank Amsterdam 21 maart 2007
3 Ontvangsten en betalingen Kas Bank € rekeningen en US $ rekeningen 4 Ontvangsten en betalingen van het begin van de surseance van betaling tot
en met 30 juni 2007
1. INLEIDING
1.1 Opmerking vooraf
Dit verslag is het vijftiende openbaar verslag in het faillissement van JOMED N.V.
en heeft betrekking op de periode tussen 1 januari 2007 en 30 juni 2007, alsmede ook de eerste dagen van juli 2007 (voor zover van belang). Dit verslag dient gele- zen te worden in samenhang met de eerdere verslagen (voor een overzicht van de reeds verschenen verslagen wordt verwezen naar bijlage 1).
In overleg met de rechter-commissaris is besloten dat de openbare verslaglegging in dit faillissement voortaan eens per half jaar zal plaatsvinden. Dit neemt niet weg dat - indien vereist - de curator via tussentijdse mededelingen, schuldeisers op de hoogte zal houden van relevante ontwikkelingen.
In lijn met de uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 januari 2005 (JOR 2005/104) wordt opgemerkt dat dit verslag niet beoogt om verantwoording af te leggen over de stand van de boedel van JOMED N.V. of om daarin een volledig inzicht te geven. Individuele schuldeisers kunnen dan ook geen rechten ontlenen aan dit verslag.
2. WERKZAAMHEDEN CURATOR
2.1 Renvooiprocedures en eerste tussentijdse uitdeling
Voor nadere informatie aangaande de aanhangige renvooiprocedures wordt ver- wezen naar § 3.2.2. hierna.
Zoals in het vorig openbaar verslag reeds werd gemeld, is tegen de op 11 decem- ber 2006 gedeponeerde eerste tussentijdse uitdelingslijst door een tweetal partijen (te weten United Stenting Inc. en de gebroeders Fratini) verzet aangetekend. Het door United Stenting Inc. gedane verzet is afgewezen. Van de verzetprocedure die door de gebroeders Fratini is geïnitieerd, is door de curator beroep in cassatie in- gesteld.
De rechtbank heeft bij tussenbeschikking van 21 maart 2007 (zie bijlage 2) beslist dat hangende deze cassatieprocedure, er geen beslissing op het verzet kan wor- den genomen. Om die reden kan de eerste tussentijdse uitdelingslijst niet verbin- dend worden waardoor een eerste tussentijdse uitdeling op dit moment niet moge- lijk is.
2.2 De schuldeiserscommissie
In de afgelopen verslagperiode heeft de curator op 14 maart 2007 en 3 juli 2007 met de schuldeiserscommissie vergaderd. De curator heeft een aantal specifieke zaken aangaande de afwikkeling ("wind down") van de JOMED Groep (zie § 2.3
en § 4.1 hierna) alsmede de omvang en status van de ter verificatie ingediende vorderingen besproken met de schuldeiserscommissie.
2.3 Afwikkeling ("wind down") van de JOMED Groep
Voor een aantal vennootschappen geldt dat de afwikkeling in een verder gevor- derd stadium is geraakt. In hoofdstuk 4 volgt een overzicht van de afwikkeling van de JOMED Groep voor zover dienaangaande relevante ontwikkelingen te vermel- den zijn.
2.4 Aansprakelijkheid voormalige bestuurders, commissarissen & accountants
Aangaande het voorstel van de curator om de mogelijkheden te onderzoeken om tot een regeling te komen van zaken die een spoedige afwikkeling van het faillis- sement in de weg staan, wordt opgemerkt dat in april en juni 2007 vervolgbespre- kingen hebben plaatsgevonden tussen de curator en de relevante betrokken par- tijen (betwiste schuldeisers en de aangesproken bestuurders, commissarissen en accountants).
Bestuurders en Commissarissen
In de procedure die door curator is aangespannen tegen een aantal (voormalig) bestuurders en commissarissen van JOMED N.V. is op 11 april jl. door de recht- bank vonnis gewezen naar aanleiding van de door de gedaagde partijen opgewor- pen incidentele vorderingen. Zakelijk weergegeven besliste de rechtbank dat de incidentele vorderingen tot onbevoegdverklaring zoals ingesteld door Ristinmaa en Eriksson is afgewezen, de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring van de Funds is toegewezen en de vordering tot overlegging van stukken - voor zover op dit punt door partijen nog geen overeenstemming was bereikt – is afgewezen. Op 9 juli 2007 hebben Ristinmaa en Eriksson tussentijds hoger beroep ingesteld te- gen het deel van het vonnis dat ziet op de bevoegdheid. De datum waartegen is gedagvaard is 11 oktober 2007. In de hoofdzaak wordt ondertussen verder gepro- cedeerd: de bestuurders en commissarissen zouden op 22 augustus aanstaande hun conclusie van antwoord moeten nemen; de curator heeft echter inmiddels in- gestemd met een uitstel tot na 22 augustus 2007.
Opheffing gelegd derdenbeslag
Het hoger beroep tegen het vonnis van 19 april 2006 (zie Rb. Amsterdam, 19 april 2006, JOR 2006/144) is op 12 oktober 2006 aangebracht bij het gerechtshof in Amsterdam. De curator heeft een uitstel voor het nemen van de memorie van grie- ven verkregen tot 10 april 2008.
Accountants
Zoals in het vorige verslag reeds werd opgemerkt, is op 4 oktober 2006 hoger be- roep aangetekend tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 juli 2006 waarin - zakelijk weergegeven – werd beslist dat de Nederlandse rechter rechts- macht heeft ten aanzien van het geschil tussen de curator en de (Zweedse) ac-
countants. De curator heeft zich op 26 april 2007 gesteld. De zaak staat inmiddels op de rol van 17 juli 2008 voor het nemen van de memorie van grieven.
2.5 Tijdsbesteding curator en medewerkers van de curator
De curator en zijn medewerkers - alsmede ook de advocaten van de curator inza- ke diverse rechtmatigheidsvraagstukken betreffende aansprakelijkheid van be- stuurders, commissarissen en de externe accountants - hebben in de periode tus- sen 1 januari 2007 en 30 juni 2007 in totaal 916,20 uren besteed aan de afwikke- ling van dit faillissement. Een en ander kan als volgt worden verdeeld:
- Inventarisatie 0,10
- Activa 82,20
- Debiteuren 15,80
- Rechtmatigheid 296,70
- Crediteuren 283,00
- Overig 238,40
3. BEZITTINGEN EN SCHULDEN JOMED N.V.
3.1 Activa
Ten aanzien van de activa van JOMED N.V. heeft zich het volgende voorgedaan.
3.1.1 Deelnemingen
Ten aanzien van de minderheidsdeelneming in Pathway Medical Systems Inc. zijn geen bijzonderheden te melden.
3.1.2 Intragroepsvorderingen
Ten aanzien van de intragroepsvorderingen wordt opgemerkt dat een aantal doch- tervennootschappen een eerste of vervolguitkering heeft gedaan of op het punt staat om dat te gaan doen (zie hoofdstuk 4 hierna).
3.1.3 Stand van de faillissementsrekening
Faillissementsrekeningen € 39.634.009,49
US$ 62.648,12 Het hiervoor genoemde bedrag omvat de saldi per 30 juni 2007 op bankrekenin- gen die direct onder beheer van de curator staan. Overzichten van ontvangsten en uitgaven in de periode tussen 1 januari 2007 en 30 juni 2007 zijn opgenomen in bijlage 3. Voorts is als bijlage 4 een overzicht van de inkomsten en uitgaven over de periode tussen de aanvang van de voorlopige surseance van betaling en 30 ju- ni 2007 bijgevoegd.
3.2 Passiva
Ten aanzien van de passiva van de boedel van JOMED N.V. kan het volgende worden opgemerkt.
3.2.1 Boedelvorderingen
United Stenting Inc. (“United Stenting”) heeft – zoals reeds in het vorige verslag werd opgemerkt – op 4 januari 2007 de curator in zijn hoedanigheid en ook pro se gedagvaard. United Stenting baseert haar vorderingen op dezelfde feiten als waar zij haar concurrente vordering op heeft gebaseerd. Primair wordt door United Stenting een bedrag van € 97.000.000 gevorderd; subsidiair loopt het gevorderde bedrag op tot € 332.413.912,80. Op 31 januari 2007 is de zaak aangebracht bij de rechtbank.
In deze zaak heeft de curator voor alle weren – door middel van een incidentele vordering – de rechtbank verzocht om United Stenting te veroordelen tot het stel- len van zekerheid voor eventueel te liquideren proceskosten. Bij vonnis van 25 april 2007, heeft de rechtbank Amsterdam – op straffe van niet-ontvankelijkheid – United Stenting veroordeeld om een bankgarantie te stellen voor € 20.785,00. Aan dit bevel heeft United Stenting op 20 juni 2007 voldaan. Voorts heeft de rechtbank in datzelfde vonnis geoordeeld dat de zaak gevoegd zal worden bij de reeds eer- der aanhangige renvooiprocedure (zie § 3.2.2. hieronder). Op 1 augustus 2007 zal de curator voor conclusie van antwoord in deze procedure dienen.
Voorts is op 4 april 2007 een eerder overeengekomen vaststellingsovereenkomst tussen de boedel van JOMED N.V. enerzijds en de curator van Syndeon AB en Valvida AB anderzijds, afgerond. Zakelijk weergegeven behelst deze vaststel- lingsovereenkomst dat de boedel van JOMED N.V. aan deze twee vennootschap- pen in totaal € 1.300.000 betaalt als boedelschuld. In ruil hiervoor trekken deze vennootschappen de door hen ingediende concurrente vorderingen in (beide ven- nootschappen hadden een vordering van € 2.177.000 ieder ingediend). Hiervoor is gekozen omdat het bedrag van in totaal € 1.300.000 op dit moment voldoende zal zijn om alle schuldeisers van deze vennootschappen (het betreft feitelijk alleen de Zweedse fiscus) naar behoren te voldoen. Zou hiermee gewacht worden totdat een eerste uitdeling aan deze vennootschappen mogelijk is, dan zal dat bedrag verder oplopen omdat de vorderingen van de Zweedse fiscus rentedragend zijn.
De schuldeiserscommissie en de rechter-commissaris zijn akkoord gegaan met deze regeling.
Anders dan de kosten voor het beheer en vereffening van de boedel zijn bij de cu- rator geen andere boedelvorderingen ingediend.
3.2.2 Betwiste concurrente vorderingen
Hieronder zal kort voor een aantal betwiste vorderingen de stand van zaken wor- den weergegeven. Voor zover een vordering hier niet wordt genoemd, geldt dat ten aanzien daarvan reeds een regeling is getroffen dan wel dat er geen bijzon- derheden zijn te melden.
Deutsche Bank
De curator is met Deutsche Bank AG (“DB”; schuldeiser nummer 11 op de lijst van betwiste vorderingen) overeengekomen dat de door haar ingediende vordering van
€1.118.163,54 volledig zal worden toegelaten. Om dit te bewerkstelligen is na- mens de curator op 11 juli 2007 een akte genomen waarin de curator de rechtbank verzoekt de vordering te verifiëren voor het hiervoor genoemde bedrag. Op die- zelfde datum is namens DB eveneens een akte genomen, waarmee DB de akte van de curator onderschrijft.
Getz
In de renvooiprocedure tegen Getz Bros. Co. Ltd. ("Getz"; schuldeiser nummer 16 op de lijst van betwiste vorderingen) is op 8 maart 2007 namens de curator voor memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel gediend.
In overleg met Getz heeft de curator ermee ingestemd dat Getz in haar memorie van antwoord in incidenteel appel ook kan reageren op de memorie van antwoord in het principaal appel. De voorwaarde die de curator hieraan heeft verbonden is dat de boedel van JOMED N.V. in een nadere memorie eveneens kan reageren op hetgeen Getz ter berde zal brengen. Naar aanleiding van die afspraak heeft Getz op 12 juli 2007 een memorie van repliek genomen. De curator zal niet eerder dan op 23 augustus 2007 een memorie van dupliek nemen.
GE Capital Equipment Finance
Op 4 april 2007 heeft GE Capital Equipment Finance Ltd. ("GE"; schuldeiser nr. 45 op de lijst van betwiste vorderingen) haar conclusie van eis tot verificatie geno- men, waarmee zij de rechtbank verzocht haar vordering te erkennen voor een be- drag van € 2.780.657,73. De curator heeft naar aanleiding van een nadere bestu- dering van de stukken besloten zich te refereren naar het oordeel van de recht- bank in deze kwestie; op 27 juni 2007 heeft de curator een akte tot referte geno- men. Op diezelfde datum hebben de Funds een conclusie van antwoord genomen, die concludeert tot verwerping van de erkenning van de vordering. Bij een tussen- vonnis van 11 juli 2007 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast; de- ze zal plaatsvinden op 14 september 2007.
United Stenting
In de ‘eerste’ renvooiprocedure (de renvooiprocedure waarin United Stenting veri- ficatie van haar vordering verzocht voor € 13.346.383,00) is door de curator op 2 mei 2007 voor conclusie van dupliek in conventie, repliek in reconventie gediend.
United Stenting zal op 8 augustus 2007 voor conclusie van dupliek in reconventie moeten dienen.
3.2.3 Verzet door schuldeisers
Zoals reeds eerder werd opgemerkt, beoogt United Stenting met haar verzet de reeds door haar ingediende concurrente vordering van € 13.346.383,00 (de ‘eer- ste’ renvooiprocedure) te verhogen naar maximaal € 332.413.912,80 (eenzelfde
bedrag dat ook wordt gevorderd als boedelschuld en van de curator pro se; zie § 3.2.1. hiervoor). In overeenstemming met het Nederlands faillissementsrecht, is voorafgaand aan de behandeling van het later afgewezen verzet (zie bijlage 4 bij het veertiende openbaar verslag) de verhoogde vordering van United Stenting voor verificatie behandeld. Aangezien de vordering betwist werd door zowel de cu- rator als de Funds, heeft de rechter-commissaris dit geschil verwezen naar de renvooiprocedure (waarmee dus een ‘tweede’ renvooiprocedure gestart is).
Op 28 maart 2007 heeft United Stenting haar conclusie van eis tot verificatie ge- nomen in de ‘tweede’ renvooiprocedure. Op 9 mei 2007 heeft de curator een inci- dentele conclusie genomen waarin hij de rechtbank verzoekt deze zaak te voegen met de reeds aanhangige renvooiprocedure (zie § 3.2.2 hiervoor). United Stenting heeft zich niet verzet tegen dit verzoek. Naar verwachting zal de rechtbank op 15 augustus 2007 het verzoek tot voeging toewijzen.
In verband met het door de gebroeders Fratini ingediende verzet zij primair verwe- zen naar § 2.1 hiervoor. In dit kader heeft op 7 maart 2007 een voortgezette be- handeling van het verzet plaatsgevonden, welke behandeling resulteerde in de be- slissing van 21 maart 2007 (zie § 2.1 hiervoor en bijlage 2). Voorafgaand aan de voortgezette behandeling van het verzet is de door de gebroeders Fratini inge- diende vordering geverifieerd. Deze vordering is toen betwist door zowel de cura- tor als de Funds en om die reden heeft de rechter-commissaris dit geschil verwe- zen naar een renvooiprocedure. De vordering is echter wel voor het volledige be- drag (€ 14.949.654,00) voorwaardelijk toegelaten (vgl. art. 125 Fw.).
De verwijzing door de rechter-commissaris naar de renvooiprocedure heeft plaats- gevonden tegen 20 juni 2007. Op die datum is namens de gebroeders Fratini geen procureur gesteld. Twee weken later, op 4 juli 2007, is dat eveneens niet gebeurd.
Partijen zijn op dit moment in overleg om na te gaan welke consequenties dit kan hebben.
4. STAND VAN ZAKEN JOMED GROEPSVENNOOTSCHAPPEN PER ULTIMO JUNI 2007
4.1 Opmerkingen per vennootschap
Voor zover bepaalde vennootschappen hieronder niet worden besproken, geldt dat ten aanzien van die vennootschap op dit moment geen bijzonderheden zijn te melden.
4.1.1 JOMED AB (Zweden)
Begin juni 2007 heeft de curator een derde vervolguitkering ad 10% gedaan aan de concurrente schuldeisers van JOMED AB, waaronder ook JOMED N.V.; de boedel van JOMED N.V. ontving in dat verband op 7 juni 2007 € 3.334.013,00.
4.1.2 JOMED Belgium SA (Belgie)
Op 15 juni 2007 vond een laatste algemene vergadering van aandeelhouders van JOMED Belgium SA plaats, waarin is besloten de vereffening te beëindigen.
Daarmee is de afwikkeling van deze vennootschap thans afgerond.
4.1.3 JOMED Distribution Centre B.V.
Sinds 16 juli 2007 ligt de eerste tevens slotuitdelingslijst in het faillissement van JOMED Distribution Centre B.V. gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Amsterdam. Ervan uitgaande dat er geen verzet zal worden aangetekend tegen deze uitdelingslijst, zal deze op 27 juli 2007 verbindend zijn, waarmee dan ook het faillissement van deze vennootschap beëindigd zal zijn.
5. DIVERSEN
5.1 Indienen vorderingen
Aangezien de verificatievergadering op 2 oktober 2003 heeft plaatsgevonden, is het niet langer mogelijk vorderingen ter verificatie in te dienen. Dit laat onverlet dat onder Nederlands insolventierecht schuldeisers die zich nog niet hebben aange- meld nog steeds de mogelijkheid hebben mee te delen in de (uiteindelijke) uitke- ring aan de concurrente schuldeisers, bijvoorbeeld door het aantekenen van ver- zet tegen een uitdelingslijst. Schuldeisers die menen recht op uitkering te hebben, wordt aangeraden contact op te nemen met een Nederlandse advocaat.
5.2 Tussentijdse uitdelingen
In december 2006 werd de eerste tussentijdse uitdelingslijst gedeponeerd (zie ook
§ 2.1 en § 3.2.3 hiervoor). Gelet op de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 21 maart 2007 (zie § 2.1) is deze uitdelingslijst nog niet onherroepelijk gewor- den, waardoor het op dit moment nog niet mogelijk is daadwerkelijk tot een eerste tussentijdse uitkering over te gaan.
5.3 Informatieverstrekking aan schuldeisers
De openbare verslagen van de curator zijn te raadplegen via www.houthoff.com/jomed.
Het zestiende openbaar verslag zal naar verwachting in januari 2008 verschijnen (dit verslag zal dan de periode juli tot en met december 2007 bestrijken). Indien daartoe aanleiding mocht bestaan, zal de curator de schuldeisers tussentijds in- formeren. Schuldeisers die bericht per e-mail wensen te ontvangen van het ver- schijnen van berichten kunnen hun emailadres opgeven aan c.zijderveld@houthoff.com.
Een Engelse vertaling van dit verslag is eveneens te raadplegen op www.houthoff.com/jomed. Bij een verschil tussen het Nederlandse verslag en de Engelse vertaling, prevaleert de Nederlandse tekst. De openbare verslagen liggen
kosteloos ter inzage bij de faillissementsgriffie van de rechtbank in Amsterdam. De rechtbank verstrekt geen kosteloze exemplaren.
Amsterdam, 24 juli 2007,
mr. R.J. graaf Schimmelpenninck Gustav Mahlerplein 50
1082 MA Amsterdam, Nederland Postbus 75505
1070 AM Amsterdam, Nederland T + 31 20 605 6387
F + 31 20 605 6708
