• No results found

Tiens dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tiens dialect"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tiens dialect

Tiens wordt gesproken in Tienen. Dit woordenboek Tiens bevat 58 gezegden, 470 woorden en 3 opmerkingen.

58 gezegden

∙ alleen de koning in een bepaalde kaartsoort hebben - ne hier bloewet hemme

∙ bang zijn - bè de poepers zitte

∙ binnen en buiten lopen - men aas es 'n kezjerme

∙ boemelen - oep schjok goan

∙ daar valt aan te twijfelen - as 't mar wower es , stut achter de kèrk geschraive

∙ dat is iemand die de deur niet achter zich dicht trekt (verwijzend naar de kerkdeur die automatisch sluit) - déja és gewoewen van no de mès te goan

∙ dat kan ik niet bekostigen - da kan menne witte nie trekke

∙ die is er ook op achteruit gegaan - dè es och deur de sloewsters gesleuid

∙ dood zijn - bè Pikke Reigà zen

∙ dronken thuis komen - dea es oup zenne zaap geweést

∙ dronken zijn - een goei bai oep hemme

∙ droog brood - zoe droejg as ne kempstek

∙ dure winkels - ze kinne depowet van maastricht

∙ een goede minnaar, een verleider - ne feine pikeur

∙ een slag op het gezicht krijgen - Een vots oep ur maal kreige

∙ een slijm uitspuwen - een flaam aatspiksele

∙ een zware nederlaag lijden ( vb bij een voetbalwedstrijd) - een pil hóale

∙ enorme funderingswerken laten uitvoeren wegen slechte ondergrond - een haas in de grond staike

∙ er was grote ruzie - 't kot was te klein

∙ friet met steak - frit be beufstaik

∙ grote sier maken - bonjoer maken

∙ hard vallen - nen tallaj gowen

∙ herhaal eens even - zaait da nog ne kieje

∙ het aan zijn been hebben - het loewet hemme

∙ het aan zijn been hebben (getten = slobkousen) - het an zen gette hemme

∙ het heeft hard geregend - Do ès iet aatgevalle

∙ hij is een rusteloos iemand - héa ai gien ermte

∙ hij werkt bij de nmbs - déa werrekt bè den eezereweg

∙ hij zal zwaar ontgoocheld zijn - da zal dik taige ze gat gesniefd zèn

∙ hou uw mond - hoft ur bakkes

∙ iemand beledigen - mé bloeme smééte ma de pot angt er nog an

∙ iemand die het sacrament der stervenden ( H. Oliesel) heeft ontvangen = stervend is - bedint zen

∙ ik ben moe - ich zen poemp af

∙ ik ben stijf van de kou - menne reug gut oupe en tow

∙ ik vind het goed - ich vîng het goed ménneman

∙ ik werd in kennis gesteld - ich èm teng gehat

∙ Invertsuikerafdeling van de Tiense Suikerraffinaderij, vroeger (jaren 50-60) gevestigd in de Pastorijstraat waar thans de gebouwen van de beschermende werkplaats Planckendaele zich bevinden - eintervertie

∙ Kerkhof aan de Aarschotse steenweg - groewet boender

∙ knettergek - zoe zot as blyckaerts

∙ leven op kosten van het OCMW - léjeve van de èreme

∙ mensen van laag allooi - soep en kujel

∙ naar een andere politiek partij overlopen - kazàk droweje

(2)

∙ niet uit de voeten kunnen - dea mins ait et kowed

∙ Oorlogsgedenkteken op de Kalkmarkt - 't vleugent kind

∙ Oorlogsmonument op de Grote Markt - Groine Jef

∙ op het slechte pad zijn - zen aike verlauwere laie

∙ problemen hebben, in de knoei zitten - an zen getten emme

∙ pronken met mooie kleren (letterlijk : pronken als een pad in een dakvenster) - paradeire lek 'n pat in een zaldervinster

∙ ruggegraat gebroken - fàs euver

∙ stomdronken - zoewe zat as e vèrreke

∙ vals spelen - oewerzak doen

∙ verstoppertje spelen - kekkenoenkel spaile

∙ voormalig Tiens Liberaal café gelegen aan de Hennemarkt - 't blaataas

∙ vuile vrouw - een zwette zoeg

∙ waterreservoir aan de Viaductstraat waar vroeger de stoomlocomotieven zich van water voorzagen. De plaats werd ook illegaal als zwembad gebruikt - machineke fiks

∙ wij speelden vroeger met de knikkers op de stoep van het politiebureel. - wèlle spelde vreuger bè de mais oep de braai van't kottegoar.

∙ ze ziet er goed uit voor iemand die in het ziekenhuis ligt - ze lait schoewen

∙ zwak mager persoon - aat ouw zen kas gekraupe

470 woorden

∙ 14 daags loonvoorschot ( Fr. quinzaine) - kezem

∙ aai - aajke

∙ aandringen - moare

∙ aangetekende zending - rekommandai

∙ aangezicht - bakkes

∙ aansmeren - oepsollefere

∙ aansteller - jolkadei

∙ aanstellerij - jol

∙ aardappelen - petotte

∙ aardappelras (bintjes) - binkes

∙ aardappelras (Eigenheimer) - ààgiemmers

∙ aarde - ejar

∙ aars - gaj, strop

∙ aartsdom - geleuntig

∙ aarzelen - druitelen

∙ achterdochtig - gefallewait

∙ achterlaten - in berdel lowete

∙ adem - owesem

∙ administratief taalgebruik - stataas woowde

∙ advokaat - avekowat

∙ afgezakte kousen - oepgestroefelde kase

∙ aftruggelen - aflaaze

∙ afvoerputje - daajker

∙ anjer - genoffel

∙ apotheek - appetaik

∙ appelflap ( letterlijk : broekzak) - broektes

∙ appelflap ( uit het Frans tarte au pomme) - tattepoem

∙ appelmoes - appelfrons

∙ appeltaart - tout

∙ arm - èrem

(3)

∙ armkracht - poewetkraat

∙ autoped - trotinet

∙ autoscooters (kermisattractie) - botsotokes

∙ badpak - majo

∙ bakharing - boekstring

∙ band behangpapier - bende

∙ bangerik - broekschèter

∙ bangerik - schrikschèter

∙ bankbiljet van 20 - brifke van 20

∙ bed - biebak

∙ bedenkingen hebben - perzoenkels emme

∙ bedriegen - bedodderen

∙ bedrieger - bazzesnear

∙ beha - tettesjeir

∙ behangen - tappessaire

∙ bejaardentehuis - paikeshaas

∙ ben - zen

∙ bevuilen - begowaje

∙ bijna - bekans

∙ bijna - wijt

∙ bijna - bekanst

∙ bleek, mager jongetje - mellènger

∙ blinden - plaffetuere

∙ bloementuil - bloemmekei

∙ bloot , wordt gezegd in het kaartspel als men van een kaartsoort maar één exemplaar heeft (blote aas) - bloewet

∙ blootsvoets - bèrevoets

∙ bluffer - stoefer

∙ boer - bouwer

∙ bolster ( van een noot) - sloewester

∙ boodschappen - komisses

∙ borstel - bastel

∙ boterham - bauwke

∙ bovenal - sertoew

∙ braambes - broombais

∙ braken - gàbbelen

∙ breien - braaje

∙ brood - broewet

∙ brood smeren - broewed braaje

∙ broodje - pistolaj

∙ Bruin jongerencafé uit de jaren zeventig, gelegen in de kelder van de 'Sissen'. - 't Kelderke

∙ buiten spelen - bate spaile

∙ carbonade - rinsbraije

∙ cardigan - kasjekei

∙ Charles de Jaegerinstituut , voormalige school in de Donystraat (letterlijk Rode Poort) - Roewjpoat

∙ chicorei - bittere

∙ chocolade met zachte vulling - peipes

∙ christelijke feestdag - ééligen dag

∙ collaborateur tijdens WO II - zwetzak

∙ dadels - dit en dat

∙ darm - dèrem

∙ das - plastron

∙ dasstrikje - neujke

(4)

∙ de bloemetjes buiten zetten - raddedai , op raddededai goan

∙ dekanale kerk (St Germanus) - hoegkerk

∙ deugniet - mettekauw

∙ deur - deujer

∙ diarree - afgank

∙ diarree - kakkerei

∙ diarree - den rappe

∙ die vertelt om het even wat - déa broebbelt zoewe mar ewà

∙ domme vrouw - stoemme zoeg

∙ dommerik - aabe

∙ dommerik - mettekauw

∙ donker - doenkel

∙ dood zijn - konijn zen

∙ doodlopend stuk van de Pastorijstraat , loopt parallel met de Klein Molenstraat - Aat Belgie

∙ doodmoe - kapot

∙ dorpel - dalleper

∙ driewielige fiets met laadbakvroeger gebruikt door bakkers en ijsventers - tripoteur

∙ duw - doef

∙ duwen tijdens de stoelgang, al zijn krachten gebruiken bij een inspanning - kame

∙ dynamometer - aaster

∙ een pak slaag geven - intige rabasse gejeve

∙ een pak slaag geven - neki goud inkappe

∙ een pak slaag krijgen - spown kreege

∙ een pak slaag krijgen - nest kreege

∙ eend - eng

∙ ei - aar

∙ enkel - knoesel

∙ er goed vanaf komen - schamperen

∙ erg (versterkend woord) - bra , vb.tes bra kaat

∙ ergens - ieveranst

∙ ezel - aizel

∙ fabeltjes - flauwskes

∙ feest waarbij de medewerkers van de Tiense Suikerraffinaderij gedecoreerd werden voor het aantal jaren dat ze gewerkt hadden (Ereteken van de Arbeid) - veuvat onze pà

∙ feestdag - hoegdag

∙ fel - nijg

∙ fiets - vló

∙ frituur - fritkaar

∙ frivool persoon - charel

∙ gaan jullie mee - go gelle mai

∙ gazon - blaaik

∙ gebabbel, achterklap - gereddel

∙ gebakje - pataike

∙ gedeelte van de Grote Gete rond de Schipplaats (letterlijk Paardenwater) - Péjarrewatter

∙ geen koffie meer - gin graimel kaffai nemije

∙ geknoei - mettelree

∙ geld - owede

∙ gemaskerde - schabelleke

∙ gespuis - sop

∙ getuige bij een huwelijk ( afkomstig van bruidsjonker) - bradschjoengman

∙ gevangenis - prezong

∙ gevangenis tienen - tuijreke

∙ gewaad van priester - kassaafel

(5)

∙ gezeur van oude mensen - païjerei

∙ gierig, krenterig - verwargd

∙ gierigaard - strontfretter

∙ golf - kazekein

∙ goochelen - skrametaire

∙ gootsteen - poembak

∙ grap - fars

∙ gras - groas

∙ groenten - legumme

∙ groentenserre - koushbak

∙ grote knikker - bonket

∙ gulzigaard - sloekker

∙ haantje de voorste - kastaar

∙ haas - oas

∙ hagedis - arstis

∙ hard vloeken - aftrekken

∙ hark - gritsel

∙ heimelijk - gefallewait

∙ Heldensquare naast de Grote Markt - Bumkes

∙ Heldensquare naast de Grote Markt - Veirekesmèt

∙ het heeft geen zin - het es gin avance

∙ hiel - vessem

∙ hoe gaat het - hoes est

∙ hoesten - kraiche

∙ Home Marie Delacroix naast het Stadspark - Bollèt

∙ horse ale (amber bier) - pèjareke

∙ horzel - pejerwespel

∙ houten dwarsliggers van het spoor - billen

∙ huis - haas

∙ iemand die slecht of traag eet - kievereir

∙ iemand kopje onder duwen - soppen

∙ iets oplossen - eut arrenjaire

∙ ijsje - kremke

∙ ik - ich

∙ ik ga - ich gon

∙ ineens - bots

∙ ironisch glimlachen - gramiejele

∙ jagertjesspel - ajoei-abaai

∙ Je kan de boom in - gij kunt mèn kloewete kusse !

∙ jesus - jujezeke

∙ jullie - ojle of gelle

∙ kaart - kaijkè

∙ kaas - kejes

∙ kachel - stauf

∙ kakken - schète

∙ kalf - mutte

∙ kameel - kaimel

∙ kamelot - akkeremansgetaajg

∙ kanarievogel - knarievaugel

∙ kapstok - kapstek

∙ kast - schap

∙ katapult - vark

∙ katechismus - kattekiezemes

(6)

∙ Katoliek lokaal in de O.L.Vrouw Broederstraat - Sissen

∙ kauwgom - schik

∙ kennisgeving - teng

∙ kermis - kerremes

∙ kerstkrentebrood - tauwteman

∙ klap om zijn oren - fèèrem lodder taige zén oewere

∙ klappen geven - koenkels gejeve, oewesters gejeve

∙ klappertjes (pistool met) - kenanekes (pestaul mè)

∙ Klein Molenstraat - de marolle

∙ kleuterschool - kakkeschaul

∙ knaap gekleed als volwassene - pikke-waikke

∙ knettergek - haurendul

∙ knikker - maai

∙ knoeien - gadderen

∙ knoeier - kweddeleer

∙ knoeier - toeker

∙ knoeier - gadderéjer

∙ koekjes in lettervorm - niknakskes

∙ kolenas, sintels - skraboelen

∙ kolenhandelaar - oeleboewer

∙ konijn - ka nein

∙ koninginnehapjes - poelfrikas

∙ kop (van het Frans jatte) - jat

∙ kotsen - gjabbele

∙ kroesel - krouwsel

∙ kuisen - kache

∙ kuisen - een vod slagen

∙ kus mijn kloten - kust men kloewete

∙ kussenovertrek - oewerfleween

∙ kwajongen - kemèkke

∙ kweekgras, bij uitbreiding onkruid zoals distels en netels - pèttemme

∙ labiele man - wabbe

∙ labiele vrouw - wowej

∙ lakverf - emaï

∙ lammeling - mutte

∙ leegloper, nietsnut - pachakroet

∙ leveren - laivere

∙ liberaal - blaa vod

∙ liefdesverdriet - ledevede

∙ lomperik - kloefkàpper

∙ loopster - brats

∙ lopen - loupe

∙ losbol - mettekauw

∙ luchtschip - dirrejààbel

∙ lucifer - kretske

∙ mager persoon - stoutfleske

∙ mantel - paltau

∙ markt - met

∙ masker - moembakkes

∙ meikever - prizzekant

∙ meisje - gaminne

∙ meisje - maske

∙ meisje - mieke

(7)

∙ memel - millever

∙ met de handen schrobben op iets - poewetkraat gebraake

∙ met goed voorkomen - pront

∙ met moeite zijn bord leegeten - kebberen

∙ mier - bézzeke

∙ mij - mich

∙ mijnwerker - koulpatter

∙ mis - mès

∙ misdienaar - mesdinder

∙ modder - maus

∙ morsen - braddele

∙ mosterd - mostad

∙ motorfiets - motchoeklet

∙ muis - maas

∙ naakt - moejernaks

∙ neef - kozèèn

∙ nergens - nieverants

∙ niet gemakkelijk - ginne ijle

∙ nietsnut - lengstekant

∙ Nieuwe Brugstraat - Zaatkist

∙ nu wel - nowel

∙ om zot van te worden - um rastenik van te wedde

∙ omgekeerd - èverechs

∙ onderwijzeres - schauwlmestes

∙ ongeorganiseerd - ne kloewetemanswenkel

∙ onhandig iemand - gadderéjer

∙ onnozel vrouwmens - labberlut

∙ onrustig iemand - wezzelèjer

∙ onstabiel persoon - wabbe

∙ onzin uitkramen - gie rezang hèmme

∙ Ooievaartstraat - Klabekkestrakke

∙ oorveeg - koenkel

∙ oorveeg - lodder

∙ oorveeg - oewester

∙ opgelet - attense

∙ oplichters - lejerkesbende

∙ opscheppen - afgéjeven

∙ opschepper, bluffer - jan men kloewete

∙ oud paard - ardel

∙ oude fiets - ats

∙ oudevesten straat - vèssestraike

∙ overgeven - spooge

∙ overhoop halen - verdisterewaire

∙ overhoop halen - verwezzele

∙ overloop huis - dender

∙ overmatig drinken - zaapen

∙ paard - pèijad

∙ paardebloem - pisbloem

∙ paardenmolen met mooi versierde houten paarden ( van het Frans galopant) - gallepàn

∙ pantoffel - sloef

∙ pensioensverhoging gekregen ingevolge indexaanpassing - pèrrekoasse getrakke

∙ pestkop - doewer

∙ peter - paiter

(8)

∙ piekeren - zen kas oepfretten

∙ piemel - pip

∙ plagen - pessekweire

∙ plots - bots

∙ pochet, een vierkante doek die opgevouwen in het borstzakje van een jasje, wordt gedragen - stoefferke

∙ poedelnaakt - paddelot

∙ poot - poewet

∙ por - doef

∙ preistamppot - pauwerstoemp

∙ preskop - ujetekejes

∙ pruimtabak - schik

∙ prutser - gadderéjer

∙ Psychiatrische kliniek St Alexus - Sellebreus

∙ puist - broebel

∙ radertjes - rowajes

∙ redenering - rezang

∙ regenjas - gaberdin

∙ remsporen in wc - retse

∙ reuma - rammetis

∙ rijkswachter - gendarem

∙ rode mier - pismeroewj

∙ roesten - rouwselen

∙ rolluik - persjén, parsjén

∙ rolwagen - stoewetkaar

∙ rondom - roendemedoem

∙ rubber - kaletchoew

∙ ruggegraat - reugstrank

∙ rust - ermte

∙ ruzie - kweddelen

∙ scharrel, gelegenheidslief - scheir

∙ scheldnaam voor katoliek - kattekop

∙ schep - schoep

∙ schijn - apprense

∙ schijnheilig persoon - amejuseke

∙ schijnheilige - gefallewajde

∙ schommel - reinschàkkel

∙ school - schaul

∙ schreef werpen voor geld (wedenschap) - berlikken

∙ schudden - schodderen

∙ schup - schoep

∙ scrotum - bas

∙ sigaretten - koeten

∙ sigarettenpeukje - koeteke

∙ Sint Katherinastraat - Strontstrakke

∙ slabbetje - bavèt

∙ slak - slek

∙ slechte moeder ( letterlijk hondenmoeder) - onnemojer

∙ smeren - braije

∙ sneeuw - snief

∙ snel rijden - basse gève

∙ spade - schjap

∙ sperma - fut

(9)

∙ spiegelei (letterlijk paardenoog) - péjaroeg

∙ spieken - afketsen

∙ spijbelen - haagstoewete

∙ spoorweg - rut

∙ spuwen - spikselle

∙ staanklok die om het kwartier slaat en om het uur tevens een klein deuntje speelt - regletar

∙ steenkool - oele

∙ stelen - schoepen

∙ stervende zijn (letterlijk staren in de verte) - veir zien

∙ stoep - braai

∙ stofjas - kashpesjeer

∙ stomdronken - zoewe zat as è mèkke

∙ stoofvlees - rindsbrajje

∙ stortregenen - gatschen

∙ straat - stròwët

∙ straathond - broewetzoeg,

∙ straathond - stak ont

∙ straatje - strajke

∙ straks - astriën

∙ straks - fleus

∙ struik - stroek

∙ stuiter - bonket

∙ suf voelen (zich) - eel zen

∙ suiker - saajker

∙ taaie biefstuk - peijarrejeu

∙ taart - vlowai

∙ tante - tenge

∙ teen - tiejen

∙ tegenpruttelen - stippelmet make

∙ tegenpruttelen - stippelmet maken

∙ ternauwernood, krap - krai

∙ Tiens zuiveringsstation in Grimde - strontfabrik

∙ tol - pindop

∙ toon houden - voewes hove

∙ Torsinplein - Vèsmèt

∙ trage eter - kebberéjer

∙ treuzelen - taffele

∙ treuzelen - lanterfanten

∙ trottoir - braai

∙ u - oech

∙ uiitleggen - een oraimes make

∙ uitgerafeld - aatgeketteld

∙ uitleggen - aatlaaie

∙ uurwerk - arlaje

∙ vagina - preut

∙ vagina - mouche

∙ vagina - genoffel

∙ vals spelen - oewerzak doewn

∙ varken - kurre

∙ veel - veul

∙ Veemarkt - Koejmèt

∙ veldwachter - champetter

∙ verdenking - persóenksel

(10)

∙ verhuizen - veraze

∙ verkreuken - verreumpele

∙ verminderen, achteruit gaan - slabakken

∙ verrekijker - zengbaas

∙ versleten - renk oep

∙ verstoppertje (kinderspel) - kekke noenkel

∙ verstoppertje spelen - noenkelen

∙ vervelend persoon - flaa n aap

∙ veter - nistel

∙ visgraten - vleumen

∙ vitter - prottekol

∙ vlinder - peupel

∙ voetpad - braai

∙ vogelkooi - gajoewel

∙ voorspraak hebben bij een politicus - een dikke piston hemme

∙ voort - voets

∙ vreemd gaan - owàn oven

∙ vroedvrouw - verwaweres

∙ vrouw - vramins

∙ vrouw of meisje die veel te licht gekleed is voor de tijd van het jaar - zaumernicht

∙ vrouwen - vralie

∙ vruchten van de meidoorn - spikken

∙ vuil - vaal

∙ vuil persoon - zwette prouw

∙ vuilniswagen - statskaar

∙ vuilniswagen - vaalkaar

∙ vuurpijl - ferzaai

∙ wachthuis van de politie (corps de garde) - kottegoar

∙ wanorde, chaos - rawajje

∙ warboel - hannekesnest

∙ warboel - hoarenest

∙ wat zei hij - wa zaj ter

∙ wc - kakedau

∙ wenkbrauwen - ougschejere

∙ werkschuw iemand - géjettekaschjer

∙ wesp - pejerewespel

∙ wij - welle

∙ wijfjesvogel - poep

∙ wikken - pujeze

∙ Wilgenbosje in Wommersom dat Julia Tulkens inspireerde tot een gedicht. - Wissebos

∙ windvlieger - ballong

∙ woelen - wezzelen

∙ woelrat - toop

∙ woordenboek - wowëdeboek

∙ woordenboek - diksjionèèr

∙ worst - wast

∙ worstelen - waffele

∙ wortelen - poewette

∙ wroeten - vroitele

∙ wurgen - warigge

∙ zachte schuimige snoep in repen, spekjes - maskesvlies

∙ zagen - moare

∙ zakdoek - tesneujsdoek

(11)

∙ ze is zwanger - ze ès zoe vèr

∙ zeer - nijg

∙ zeer arm zijn - giene nagel oem ze gat te krabbe hemme

∙ zeil - basch

∙ zeker als... - sertouw

∙ zich aanstellen - smeiten

∙ zich zorgen maken - zen kas oepfretten

∙ zij - zelle

∙ zij is zwanger - ze ès vol

∙ zij is zwanger - z'ai preis

∙ zoethout - kaukelis

∙ zonde - sung

∙ zuinig zijn - krinschààre

∙ zuurkijkend iemand - pisbezinder

∙ zuurpruim ( letterlek : grietmuil) - greuttmaal

∙ zwanger zijn - in poziesse zèn

∙ zwart masker (zoals Zorro draagt) - loeke

∙ zwarte pieten (kaartspel) - scheppe zot an er broek

∙ zwoerd - zwash

3 opmerkingen

∙ Een grote vraag is of de etymologie van `dender` mnl dennen 'laden op een zolder' dezelfde is van die van denter en zo ja: hoe dat in denter te verklaren.

∙ een haas = nen hoas (maar de "h" wordt in het Tiense dialect niet aangeblazen....

en ouders = oas: mèn oas = mijn ouders (wordt nog gebruikt!)

∙ kezem :van franse taal = quinzaine (het loon werd om de veertien (15) dagen betaald.

Dit woordenboek 'Tiens' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik herinner me dat mijn promotor me ooit zei dat de theologie van Thomas van Aquino – met wie ik in die tijd in gesprek was – voor mij een hele andere functie had dan voor

‘Hierdoor kunnen boomveren worden toegepast op plaatsen waar bomen op de traditionele manier niet of niet vanzelfspre- kend kunnen groeien?. Vergroening van daken en

Deze nog niet uitgekomen knoppen worden door Japanners gebruikt voor een middel tegen kanker, waarvan sinds 2015 het effect wetenschappelijk zou zijn aangetoond.. Auteur: Santi

Deze zaak gaat over de verhouding tussen het vorderingsrecht tot verwijdering van bomen die in de verboden zone tot de erfgrens (artikel 5:42 BW) staan, en de afwegingsbelangen

Met nieuwe verwondering keek hij naar zijn tot de tanden gewapende ridder, vervaarlijk zwaaiend met een goedendag, en ik begon net te denken dat we ons toch wel op

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Marc Van Hoey paste in juni dit jaar euthanasie toe op een 85-jarige vrouw die niet meer wilde voortleven na het overlijden van haar dochter.. Het hele verhaal werd ge- filmd door