• No results found

Waarom vertelt Vanackere de waarheid niet?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waarom vertelt Vanackere de waarheid niet?"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,20

72ste jaargang • nummer 34 • donderdag 25 augustus 2016 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Luc Beyer de Ryke: “De collaborateurs hadden hun redenen.” (lees blz. 11)

Dit blad wees vorige week op de verant- woordelijkheid van minister Steven Vanackere (CD&V), die van 2009 tot 2011 minister van Buitenlandse Zaken was en die bij Irak had aan- gedrongen op de vrijlating van Atar. We hadden toen, eerlijk gezegd, geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat Vanackere zijn betrok- kenheid zou ontkennen.

Ontkenning

Aan De Tijd (16/8) verklaart hij nu: “Ik heb nooit diplomatieke actie ondernomen, en ik heb evenmin officiële brieven geschreven of demarches gedaan bij de Iraakse regering.”

Vanackere is blijkbaar vergeten dat zijn eigen departement op 9 oktober 2010 een persme- dedeling heeft verspreid waarin te lezen staat:

“Herhaalde Belgische verzoeken aan de Iraakse overheid om een vervroegde vrijlating (van Atar) te overwegen om humanitaire redenen bleven tot nog toe zonder gevolg.”

Omdat het volgende ‘t Pallieterke nog een week moest wachten, publiceerde onze mede- werker Jurgen Ceder dit document al op zijn Facebookpagina. Daarna deden de sociale media hun werk. Dezelfde dag werd het bericht overgenomen door blogger Luc van Braekel (een Vlaming die in Texas woont). De nieuws- webstek Newsmonkey las het daar en maakte een artikel over de zaak. En vandaar namen de grote kranten het over. In de Waalse pers gebruikt men al de term “Atargate”.

Vanackere probeerde dan maar een nieuwe verdediging: die van het slecht geheugen. “Ik heb er geen enkele herinnering van dat wij op het kabinet zijn tussengekomen voor Atar, eer-

lijk waar. ... Ik kan u héél formeel bevestigen dat ik geen enkele kennis had van zo’n demarche.

Het was zeker geen politieke beslissing dus.

Zelfs als u het mij op m’n doodsbed zou vragen, zou ik blijven zeggen, ‘neen, politiek is niets ondernomen voor Atar’. (Newsmonkey 18/8).

Schuld afschuiven

Probleem voor Vanackere is dat het internet nooit vergeet. Het was niet zo moeilijk voor onze medewerkers om ook een RTBF-jour- naal van 2 september 2010 terug te vinden, waarin Bart Ouvry, de woordvoerder van Van- ackere, verklaart: “Wij gaan onze inspannin- gen voor de vervroegde vrijlating (van Atar) hernieuwen.” Wat doet een “woordvoerder van de minister” anders dan het woord voeren namens de minister? Is het ook maar in de ver- ste verte denkbaar dat Ouvry zich liet intervie- wen door een nationaal televisiejournaal zon- der zijn minister te kennen? Of dat hij daar een leugen zou verzinnen zonder eerst Vanackere te raadplegen? Ook de familie en de advocaat van Atar bevestigen trouwens dat de minister hen had beloofd om tussen te komen.

Een kat in het nauw maakt rare sprongen.

Vanackere probeerde dan maar de schuld door te schuiven. Eerst naar de minister van Buiten- landse Zaken na hem: “Bij zijn vrijlating in 2012 was ik al geen minister meer. Maar ik ga hier de bal ook niet doorspelen aan mijn opvol- ger Didier Reynders. Ik kan me niet inbeelden dat Reynders zich anders heeft opgesteld dan ikzelf.” Prachtig hoe een politicus de schuld kan afschuiven op een andere politicus terwijl hij eigenlijk beweert het tegendeel te doen.

Daarna sleurde Vanackere ook de minis- ter vóór hem mee, waarschijnlijk nog terecht ook: “Ik leer dat de vraag om een vrijlating om humanitaire redenen te overwegen dateert van 2008. Ikzelf zat toen in de Vlaamse regering.”

(De Standaard 18/8). Buitenlandse Zaken was in 2008 in handen van Karel de Gucht. Die zegt nu de zaak te onderzoeken, maar hij heeft alvast zijn eigen excuus klaar voor de blunder:

“Wellicht treft niemand echt schuld in deze zaak. We wisten toen niet wat we nu weten.”

“We konden het niet weten”

Is dat zo? Kon men niet weten dat Atar gevaarlijk was? In ongeveer alle persberichten over de zaak vindt men het verhaal dat Atar enkel en alleen werd veroordeeld wegens het

“illegaal oversteken van de grens”. Maar daar- voor krijg je geen levenslang (in eerste aan- leg), daarna verminderd naar 10 jaar, zelfs niet in Irak. Zijn advocaat geeft uiteindelijk schoor- voetend toe dat Atar ook werd veroordeeld wegens “het vervoegen van het verzet”. Het

“verzet”, moet u weten, is een eufemisme voor de activiteiten van soennitische terreurgroepen die elke jaar duizenden doden maken in Irak, in overgrote meerderheid burgers.

Het weekblad HUMO - ere wie ere toekomt - heeft reeds in juli een uitstekend dossier over Atar gebracht. Daaruit blijkt dat deze zich aan- gesloten had bij een jihadistische groep. Hij werd bij gevechten gewond door een granaat.

Zijn eigen makkers lieten hem achter nabij een Amerikaanse kazerne omdat ze wisten dat dit de enige plaats was waar hij verzorging zou krijgen (ongewild een mooie illustratie van de morele ongelijkheid der kampen in de strijd tussen jihadisten en het vrije Westen). De sol- daten vonden ook nog eens een arsenaal aan wapens in zijn auto. Voor de Amerikanen en het Iraakse gerecht kon er dus weinig twijfel over bestaan over de vraag wie Atar was of wat hij kwam doen in Irak. Daarom ook kreeg hij

een zware straf.

Konden onze politici dit dan niet weten?

Alleen indien ze het echt niet wilden weten.

Eén telefoontje naar Irak en ze hadden verno- men waarvoor Atar was veroordeeld. Eén vraag aan de Amerikanen of de Staatsveiligheid en ze hadden de uitleg gekregen dat Atar strijder was in een terreurbeweging. Eén email naar Interpol en ze wisten dat hij geseind stond als wapen- smokkelaar. Zelfs even de persberichten nakij- ken had al geleerd dat zelfs onze vaak opper- vlakkige pers al melding had gemaakt van de wapens in zijn bezit (zie Het Nieuwsblad van 10 mei...2010).

Was dat allemaal te veel gevraagd? Je vraagt de vrijlating en terugkeer van een man die tot een lange straf in het buitenland is veroordeeld en je doet niet eens de moeite om te weten te komen wie die man is of waarom hij is ver- oordeeld?

Commissie Aanslagen

De parlementaire commissie “Aanslagen”

herneemt binnenkort haar werkzaamheden. In een eerder artikel waren we sceptisch over de mogelijke resultaten van deze commissie. Het is de vraag of ze bereid zal zijn tot op het bot te gaan in het onderzoek, inclusief naar de poli- tieke betrokkenheid bij de bevrijding van Atar.

Ecolo, PS en CD&V waren alvast rechtstreeks betrokken bij de publieke campagne om Atar vrij te laten. Parlementsleden van Ecolo en MR stelden vragen in dezelfde zin in het parlement.

Ministers van VLD, CD&V en MR hebben bij Irak aangedrongen op de repatriëring. Er blijven er niet veel meer over die geen boter op hun hoofd hebben. Vlaams Belang werd geweerd uit de commissie. Tenzij u op de sp.a rekent om de kastanjes uit het vuur te halen, zal het bijge- volg van de N-VA afhangen. We zijn benieuwd.

Op de voorpagina van ons vorig nummer hadden we het over de vrijlating van topter- rorist Oussama Atar. Deze Belg van Marokkaanse afkomst, die de aanslagen in Brussel organiseerde, zat tot 2012 nog in een Iraakse gevangenis. Hij werd vrijgelaten na tussen- komst van de Belgische Staat, die zich gewillig had laten wijsmaken dat Atar een jonge idealist was, die enkel schuldig was aan het oversteken van de grens zonder papieren en die bovendien nog eens op sterven lag.

Waarom vertelt Vanackere de waarheid niet?

Filipijns president Duterte dreigt VN te ruilen voor China

(2)

Actueel

25 augustus 2016

2

Uit de smalle beursstraat

Heimwee naar marken, guldens en franken

De Duitse mark is deel van het DNA van de Duitser. Dat ver- klaart wellicht waarom ze nog 13 miljard oude marken (omge- rekend 6,5 miljard euro) thuis hebben opgepot. Elk jaar wordt er slechts 10 miljoen mark in filialen van de Bundesbank omge- ruild in euro’s. Als het aan dit tempo verdergaat, zullen er over een eeuw nog altijd Duitse marken in omloop zijn. En die kans is reëel, ook al is in Duitsland – in tegenstelling tot België – omruiling van muntstukken eveneens mogelijk. Tijdens de eurocrisis van een paar jaar geleden drukte het boulevardblad Bild elke dag een oud Duits bankbiljet af. Meer en meer oos- terburen hadden toen heimwee naar hun oude sterke munt.

Die stak schril af tegen die euro, die zwaar onder druk kwam te staan door het budgettaire wanbeleid in Zuid-Europa en vooral in Griekenland.

Winkelen met de oude munt

Duitsers die heimwee hebben naar de Duitse mark hebben nu een uitlaatklep. Ze kunnen sinds vorige week op de inter- netwinkel Hertie met oude marken betalen. Ze kunnen kiezen uit 1,2 miljoen artikelen. Al is er een praktisch probleem, want betalen met kredietkaart of PayPal kan niet. Dus moeten klan- ten hun betaling doen door oud geld per post op te sturen.

Niet handig, maar Hertie doet een geste: één euro kost bij Hertie slechts 1,8181 mark. Een interessantere ruilwaarde dan de officiële van 1,95583 mark om oude biljetten in te wisse-

len. Gezien de vele miljarden die in omloop zijn, is de kans groot dat andere winkels zich tevens op de markt van de oude munten storten.

Ook bij ons heeft dat fenomeen zich al voorgedaan, zij het op een kleinere schaal. Lokale winkels beslissen wel eens om de klanten een dag lang de kans te geven in oude franken te betalen. In België zijn momenteel nog 15.158.514 biljetten in omloop, ter waarde van bijna 151 miljoen euro (6 miljard frank).

Vorig jaar zijn 69.282 oude Belgische frankbiljetten omgeruild voor euro’s. Het aantal biljetten dat jaarlijks binnenkomt, zit in dalende lijn. In 2014 waren het er nog bijna 73.000 en in 2013 ruim 88.000. Dat wil zeggen dat het ook hier nog een hele tijd zal duren vooraleer alle biljetten zijn ingewisseld, als het ooit nog zover komt.

Dus zullen winkels en onlinewebshops zoals gezegd geneigd zijn het voorbeeld van Hertie in Duitsland ook elders te vol- gen. Waarom ook niet in Nederland, waar nog 500 miljoen gulden in omloop zijn? Hier is een commerciële nichemarkt aan het ontstaan.

Onzekerheid over de euro

Naast zo’n lokale commerciële initiatieven is er nog een reden waarom veel Europeanen hun oude munt blijven oppot- ten: de onzekerheid over de toekomst van de euro. Akkoord, de eurocrisis, waarbij Griekenland de hele muntunie in de val

Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 2800 Mechelen

5 minuten

persoonlijke moed!

Voor een Vlaamse

sociale zekerheid!

Bel gratis 0800 179 75 of surf voor ons kantorennetwerk even naar vnz.be

Word lid van het VNZ

Goed nieuws voor de Duitsers die heimwee hebben naar de Duitse mark: ze kunnen sinds vorig weekend online winkelen en met de oude munt betalen. Er zouden nog 13 miljard oude Deutschmarken in omloop zijn. Bij ons zijn in biljetten zo’n 6 miljard Belgische franken in omloop. In Nederland is het iets minder: nog 500 miljoen guldens lig- gen bij de mensen thuis. En er is meer dan één reden waarom dat aantal niet snel zal dalen.

dreigde mee te slepen, is al een paar jaar voorbij. Maar ze slui- mert. De eurozone kampt nog altijd met een aantal structu- rele constructiefouten.

Zo is het begrotingsbeleid van de verschillende lidstaten nog altijd onvoldoende op elkaar afgestemd. De nationale begro- tingsdiscipline, één van de pijlers van een muntunie, lijkt weer wat minder streng te zijn geworden. De regering-Michel is er stilaan van overtuigd dat een begrotingsevenwicht in 2018 niet haalbaar is. De Europese Commissie heeft al duidelijk gemaakt dat dit geen probleem hoeft te zijn indien er voldoende zoge- naamde structurele hervormingen worden doorgevoerd, zoals het verder verstrengen van systemen van vervroegde uittreding als het brugpensioen. Ook investeren in infrastructuur krijgt goede punten van Europa.

Het Europees sanctiemechanisme voor lidstaten die de begrotingsnormen niet respecteren, is ondertussen stilgelegd.

Spanje zou volgens het Europees verdrag een boete moeten betalen omdat het zijn begrotingstekort heeft laten oplopen tot meer dan 3 procent van het bbp. Normaal staat daar een boete op van 0,2 procent van het bbp, voor Spanje is dat 2,2 miljard euro. Die boete wordt niet betaald.

Dat de begrotingsteugels gevierd worden, kan op termijn een probleem worden voor de stabiliteit van de muntunie en de eurozone in een nieuwe crisis duwen. Als die losbarst in een grote lidstaat als Spanje of Italië zal de hele muntunie op haar grondvesten daveren. Daarom is het geen slecht idee die oude marken, guldens en franken nog even bij te houden. In Nederland zou er zelfs een strijdplan bestaan om de gulden bij een zware crisis opnieuw in te voeren.

Angélique VAnderstrAeten

Nieuwe Sluis Terneuzen

van cruciaal belang voor Gentse haven

Vlaanderen en Nederland gaan samen een nieuwe, grotere sluis bouwen binnen het huidige sluizencomplex te Terneuzen. Nadat de Nederlandse Raad van State vorige week alle bezwaren tegen het Tracébesluit naar de prullenmand heeft verwezen, gaat de pro- jectorganisatie op zoek naar een geschikte aannemer. In 2022 zullen de eerste schepen wellicht door de Nieuwe Sluis varen. De Nieuwe Sluis is van cruciaal belang voor de toe- komst van de Gentse haven.

Niet minder dan zeven partijen hadden bij de Nederlandse Raad van State beroep aan- getekend tegen het trajectontwerp dat door Melanie Shultz van Haegen, de Nederlandse minister van Infrastructuur en Milieu, begin dit jaar werd ondertekend. Het ging voornamelijk om technische aspecten, zoals de vrees dat er tijdens de werken een onvoldoend aantal lig- of wachtplaatsen ter beschikking zouden zijn voor zowel zeeschepen als binnenschepen.

Ook omwonenden en sommige bedrijven in de onmiddellijke nabijheid worden geconfron- teerd met onteigening. Zo zal het haveninfor- matiecentrum Portaal van Vlaanderen moeten wijken en moeten uitkijken naar een nieuwe locatie in Terneuzen.

Gent zeehaven

Het huidige sluizencomplex bij Terneuzen is de toegangspoort naar de havens van Terneu- zen en Gent, en zorgt voor de scheepvaartver- binding tussen Nederland, België en Frankrijk.

Het kanaal van Gent naar Terneuzen, met twee sluizen, werd al op 18 november 1827 ingewijd.

De sluizen zijn gebouwd om Gent en Zeeuws- Vlaanderen te beschermen tegen overstromin- gen. De Gentenaren beschikten door dit kanaal ook over de zo gevraagde directe verbinding met de zee. Hierdoor werd Gent een zeehaven.

Toen waren de sluizen in Terneuzen respectie- velijk 8 en 12 meter breed. Het toenemende scheepvaartverkeer vroeg echter al vlug naar een derde sluis, de huidige Middensluis, 18 meter breed, die in 1910 officieel werd open- gesteld. De verdere ontwikkeling van de regio en de scheepvaart noopte uiteindelijk tot de aanleg van twee nieuwe sluizen in 1963: één voor de binnenvaart en één voor de zeevaart.

Na de verbeteringen werden de namen van de sluizen aangepast. De zeevaartsluis werd West- sluis genoemd, de oude Westsluis werd Mid- densluis genoemd, en de binnenvaartsluis is nu de Oostsluis.

Vlaams-Nederlands project

Om de economische toekomst voor de Kanaalzone en Vlaanderen te verzekeren, bleek een vlottere doorstroming van binnenvaart- schepen en een betere toegang voor grote zeeschepen noodzakelijk. Na onderzoek van een aantal alternatieven in 2012 maakten de Nederlandse en Vlaamse autoriteiten een plan- besluit bekend over de bouw van de Nieuwe Sluis. Dit was meteen het startschot voor een voorbereidingsfase die haar einde kende met de goedkeuring van het Tracébesluit op 29 februari 2016. Minister Melanie Schultz van Haegen en haar Vlaamse collega Ben Weyts

(Mobiliteit en Openbare werken) tekenden ongeveer een jaar voordien al het verdrag dat van de Nieuwe Sluis bij Terneuzen een Vlaams- Nederlands project maakt, uitgevoerd door de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie.

Het verdrag bepaalt de politieke, juridische en financiële afspraken voor de aanleg. Het is inmiddels door beide parlementen goedge- keurd en ging in op 1 maart 2016.

Gedeelde kosten

Het kanaal Gent-Terneuzen is één van de drukst bevaren kanalen van Europa.

In 2013 voeren in totaal 65.000 schepen door het sluizencomplex te Terneuzen, waar- van 2.350 recreatievaart. Naar verwachting zul- len in 2040 ruim 96.000 schepen van het slui- zencomplex gebruik maken. De binnenvaart zou koploper blijven met 70.628 schepen, gevolgd door de zeevaart met 17.582 sche- pen. De recreatievaart zou dan weer goed zijn voor 8.684 schepen. Wij hebben er het raden naar hoe men aan die precieze cijfers voor de toekomst komt, maar het zou gaan om onge- veer 200 schepen per etmaal.

De Oostsluis is nu 280 meter lang en 23 meter breed. De Westsluis is nu 290 meter lang en 40 meter breed. De Nieuwe Sluis zal 427 meter lang, 55 meter breed en 16 meter diep zijn. In grote lijnen komt dat overeen met de nieuwe sluizen in het Panamakanaal. Dit maakt de sluis geschikt voor grote zeeschepen van 366 meter lang, 49 meter breed en 15 meter diep. Schepen tot 120.000 ton krijgen daarmee toegang tot de haven van Gent.

Daartegenover staat een (geraamd) kos- tenplaatje van 920 miljoen euro voor de aan- leg en 75 miljoen euro voor het onderhoud.

De kosten worden gedeeld door Vlaanderen en Nederland. De kosten voor het onderhoud voor dertig jaar worden geraamd op 75 mil- joen euro. Nederland betaalt éénmalig 155 mil- joen euro. Vlaanderen draagt de overige kos- ten. Van de Nederlandse bijdrage neemt de Zeeuwse regio 10 miljoen euro voor zijn reke- ning. Aan Vlaamse zijde neemt het Havenbe- drijf Gent 15 procent op zich. Afhankelijk van de raming en de Europese subsidies zal deze bijdrage schommelen tussen 71 en 95 miljoen euro. Voor de financiering worden reeds nu de nodige reserves aangelegd. Deze financiële bij- drage voor de bouw van de Nieuwe Sluis Ter- neuzen is voor het Havenbedrijf Gent de groot- ste investering ooit. Nederland en Vlaanderen zullen bij de Europese Commissie ook geza- menlijk een aanvraag indienen voor het ver- krijgen van Europese subsidies in het kader van de uitbouw van het trans-Europese ver- voersnetwerk.

Meer aanpassingen

Zal alles daarmee betaald zijn? Wij vrezen van niet. Grotere schepen vergen de nodige aanpassingen, opdat het zogenaamd ‘maat- gevend schip’ ook het kanaal Gent-Terneuzen werkelijk zou kunnen bevaren. Het gaat onder andere hierom: de verbreding van het kanaal over de volledige lengte; de verdieping van de vaargeul van het kanaal tot 16,44 meter over de volledige lengte; bochtverbredingen; vernieu- wing of aanpassing van de bruggen te Sluiskil, Sas van Gent en Zelzate. Ook de tunnel van Zelzate zou vervangen moeten worden. Er is dus nogal wat werk aan de winkel alvorens de havens van Terneuzen en Gent ten volle zul- len kunnen genieten van de nieuwe infrastruc- tuur en effectief grotere schepen zullen kun- nen ontvangen.

Naar verwachting zal de bouw van de Nieuwe Sluis een bijkomende impuls geven aan de economie en de werkgelegenheid in de kanaalzone. Volgens het Havenbedrijf Gent is de Gentse haven nu reeds goed voor 60.000 jobs of meer dan 10 procent van de tewerk- stelling in de provincie Oost-Vlaanderen. Een 300-tal bedrijven in en rond de haven zorgen blijkbaar voor een toegevoegde waarde van 6,3 miljard euro. Gent kent jaarlijks tot 500 miljoen euro private (90 procent) en publieke (10 pro- cent) investeringen in de maritieme en de niet-

maritieme sectoren. rirO

SlEchTE SchuTTERS

In 2010 schoot de Belgische politie slechts veertien keer op personen die als een bedreiging werden beschouwd, in 2015 was dat al zevenentwintig keer. In 60 procent van de gevallen werd een niet- dodelijk wapen gebruikt. Die zeventwin- tig schoten leidden slechts tot één overlij- den en vier gewonden. Sommige kranten slaagden erin die cijfers te publiceren zon- der ook maar één keer te verwijzen naar de oorlog tegen IS, of naar de islamitische terreur. In 2015 had die België nog niet met zo’n verwoestende kracht getroffen als nu, maar ons buurland Frankrijk natuurlijk wel.

(3)

Actueel 25 augustus 2016 3

Het noorden kwijt

Mijnheer de ziende blinde,

Nu de vakantie stilaan op z’n einde loopt, gaan de serieuze gazetten eens langs bij de politieke tenoren om te horen of zij iets ori- gineels te zeggen hebben nadat zij hun bat- terijen weer hebben opgeladen. Zo kwam vorige zaterdag De Standaard bij u aanklop- pen. En ja, gij waart weer fris en monter; de breuken en kneuzingen die u deze zomer in Puurs hadden gehouden na een memora- bel fietstochtje, waren haast vergeten. Maar gij wist te vertellen dat gij meerdere keren uw wenkbrauwen hadt gefronst onder de zomerzon.

Gij waart namelijk een aantal keren geschrokken van voorstellen van uw groot- ste coalitiepartner als het ging om veilig- heidsmaatregelen die moeten dienen om onze samenleving beter te beschermen tegen geïmporteerde terreur en gewoontes waar onze doorsneeburgers het erg moei- lijk mee hebben omdat zij zichzelf daardoor steeds meer vervreemd gaan voelen in hun oorspronkelijke biotoop. De voorstellen over gewapend bestuur, het inperken van de vrije meningsuiting, door bijvoorbeeld sympathie voor IS te verbieden, of het verbod op het zwemmen in een boerkini, maar ook het voorstel tot het invoeren van een Patriot Act deden uw tenen krullen. Ook het feit dat uw partij een moslimpartij werd genoemd door het pamperen en vergoelijken van moslims en hun uitspraken, kondt gij niet appreciëren.

Onder ons, Kris: gij beseft maar al te goed dat de straffere rechtse taal die op steeds meer sympathie van de goegemeente kan rekenen, zich vroeg of laat zal vertalen in concrete voorstellen op de regeringstafel. En gij weet ook dat veel conservatieve mensen die eertijds hun volste vertrouwen gaven aan uw ‘Partij van God’ allang naar de Vlaams- nationale partijen zijn overgelopen, waar- van de ene al conservatiever en rechtser dan de andere is, en waarvan de grootste zich laat opjagen uit electorale overwegingen omdat de kleinste opnieuw met haar onver- bloemde boodschappen de andere regel- recht bedreigt. En als CD&V’ers hebben jullie het daar altijd al moeilijk mee gehad, want gij weet ook dat uw vroegere kiezers niet naar sp.a of Groen, laat staan de PVDA zijn vertrok-

ken. Maar in plaats van daar een nieuw chris- telijk-behoudend pleidooi tegenover te plaat- sen, worden jullie kleurlozer dan ooit, bang als jullie zijn van de eigen schaduw.

Gij kwaamt in het interview dan maar weer aandraven met respect voor de rechtsstaat en de grondwet en de ondertussen uitge- holde mantra dat iedereen natuurlijk onze waarden moet respecteren en dat je alle groepen in de samenleving moet verbinden en zo harmonieus moet laten samenleven.

Geeuw! Ja, dat soort softe praat waar ieder- een het mee eens is, maar waarvan ieder- een zich afvraagt hoe dat dan moet gebeuren en waarop jullie ook geen antwoord geven omdat jullie helemaal het noorden kwijt zijn en over niets nog expliciete uitspraken dur- ven doen. Tenzij over de Duitse kanselier Angela Merkel, wier aanpak gij nog altijd moedig en de enig juiste vindt en dat jullie die blijven verdedigen. Als Merkel inderdaad jullie leermeesteres is om te leren hoe je in de eigen voeten moet schieten, dan hadt ge er inderdaad geen betere kunnen vinden…

Gij vergeet dat als gij het over de rechts- staat en de grondwet hebt, er in de loop der jaren tal van mensen op al dan niet legale manier hier zijn komen binnenwaaien die zich van onze rechtsstaat en zijn basiswaar- den geen barst aantrekken en ook ten onzent liefst hun eigen, vaak godsdienstige regels toegepast zien. Het gaat dan om de schei- ding van Kerk en Staat, de gelijkwaardigheid van man en vrouw en de godsdienstvrijheid, waarvoor zij hun neus ‘carrément’ ophalen.

Allemaal zaken die hier verworven zijn, maar die op de helling komen staan als wij het pamperen niet stoppen en onze ogen ‘uit verdraagzaamheid’ blijven sluiten. Het zijn dus niet degenen die onze regels willen aan- scherpen die onze grondregels willen aantas- ten. Integendeel. Het is goed dat bijwijlen het puntje op de ‘i’ wordt gezet als sommigen onze spelregels, helaas soms ook op geweld- dadige wijze, komen afkeuren.

Adem eens heel diep als gij een dezer terug ter Wetstraat trekt en probeer met uw tsjevenclub het noorden terug te vinden. Als gij wilt zien wat ge daartoe moet zien, natuur- lijk.

Briefje aan Kris Peeters

Links is in Vlaanderen nooit erg groot geweest. In Wallonië kon de PS tot voor enkele jaren vlotjes scores van boven de veer- tig procent neerzetten, en is de partij nu in volle crisis omdat ze volgens de peilingen wel eens onder de dertig procent zou kunnen zakken. En dat is dan de socialistische partij alleen nog maar. In Vlaanderen moet je sp.a, Groen en PVDA bij mekaar optellen om nog maar in de buurt van een kwart van de kie- zers te komen.

Zolang de SP in Vlaanderen zowat het monopolie had op het socialisme – waarbij we abstractie maken van de kleine extreem- linkse partijtjes die vooral uitblonken in het bestrijden van mekaar – had ze een achter- ban die groot genoeg was om er een stevige partij mee uit te bouwen. Toen kwam er con- currentie van Agalev, later Groen, en recent ook meer en meer PVDA. Gevolg is dat als de partij in een peiling nog eens in de buurt van de zestien procent komt, ze wekenlang in een sfeer van euforie baadt. Vanuit een Euro- pees perspectief bekeken, wordt een linkse partij met een aanhang van pakweg twaalf à vijftien procent gewoonlijk toch eerder onder de noemer “klein links” geplaatst. Alleen in Nederland doet de PvdA het tegenwoordig zo mogelijk nog slechter.

Geen verhaal

Het probleem van de sp.a is dat de partij geen verhaal heeft. Of correcter: in Vlaande- ren nog veel minder een verhaal heeft dan in de rest van Europa. In Noord-Europa hebben de socialistische partijen de sociaaldemocra- tische welvaartsstaat uitgebouwd, in Zuid- Europa stonden ze garant voor een gulle over- heid die altijd wel ergens bij de overheid een baantje extra kon bijmaken. In Vlaanderen heeft de sp.a noch het ene noch het andere kunnen doen, ook al hebben ze zo lang mee aan de macht gezeten. De welvaartsstaat wordt in Vlaanderen door de christendemo- craten geclaimd, voor de overheidsbaantjes moet je in Bruxelles en Wallonië zijn.

Navelstaarderij

Wat rest de partij dan nog? Ze is tegen elk voorstel van de N-VA, en is verder vooral met zichzelf bezig. Symptomatisch hiervoor was het hoogtepunt van hun laatste congres van voor de zomer: het cumulverbod. Waaw!

Verpakt als een principieel standpunt is dat cumulverbod in de eerste plaats een han- digheidje om de steeds schaarser wordende postjes over zoveel mogelijk poppetjes te kunnen verdelen, maar het is niet iets waar- van de man in de straat ‘s nachts wakker ligt.

De soap rond de voorzittersverkiezingen verleden jaar valt onder dezelfde categorie thuis te brengen. Wie vreest voor zijn baan, zijn veiligheid of zijn pensioen, zal het worst wezen of de voorzitter Bruno of John heet, behalve natuurlijk voor de kleine schare men- sen voor wie het volgende postje precies van die kwestie afhangt. De energie die van twee kanten in de voorzittersverkiezingen gestopt werd, had men beter voor iets anders kun- nen gebruiken.

Voorzitter

Over de voorzitter gesproken: hoeveel mili- tanten zouden vandaag nog het gevoel heb- ben dat het met John Crombez aan het hoofd allemaal zoveel beter zal gaan met de sp.a dan toen Bruno Tobback nog de plak mocht zwaaien? Als Crombez het afgelopen jaar al iets aangetoond heeft, dan wel dat het niet aan de figuur van de voorzitter lag, maar dat heel de partij een probleem heeft. Je vraagt je af wat een mens bezielt om nog voorzit- ter van die partij te willen worden. De laatste die verstandig met die vraag is omgegaan, is Freya van den Bossche geweest in 2007, toen ze wijselijk de kelk doorschoof naar Caroline Gennez. Die laatste is na vijf jaar nog steeds niet bekomen van haar voorzitterschap.

John Crombez zal het geweer dringend van schouder moeten veranderen als hij wil dat

het met de partij weer goed komt tegen de verkiezingen van 2018 en 2019. Hoe kan een partij immers op een ordelijke wijze naar de verkiezingen gaan als de partijvoorzitter op zowat elk punt gecontesteerd wordt door een niet onbelangrijk deel van de partij? En hoe kan je oppositie tegen een regering voe- ren, als je zelf voortdurend met een interne oppositie geplaagd zit?

Geloofwaardigheid

Zelfs zonder die interne oppositie en haar navelstaarderij heeft de sp.a al problemen genoeg. Hoe kan je geloofwaardig oppositie voeren, als je zelf zo lang mee aan de macht hebt gezeten? Leg dat maar eens uit, dat de vermogenswinstbelasting vandaag zo drin- gend is, terwijl ze dat drie jaar geleden, toen de partij nog mee in alle regeringen zat, dat blijkbaar niet was. Het is gemakkelijk storm te lopen tegen een “turteltaks”, maar dat ver- doezelt niet dat het feitelijk wel degelijk om een “freyafactuur” ging. Doe daar bovenop dan nog eens het Optima-schandaal, waar zowel tweede beste burgemeester van de wereld Daniël Termont als de voorzitter zelf en voormalig staatssecretaris van fraudebe- strijding (!) bij betrokken blijken te zijn, en de kreet dat alle bankiers gangsters zijn begint toch wel bijzonder hol te klinken.

En in plaats van zich bezig te houden met onnozelheden zoals een cumulverbod, zou men zich op een volgend congres misschien toch eens beter bezighouden met een con- sistente uitleg rond ex-mandatarissen die na hun carrière proletarisch centjes gaan bijver- dienen in dik betalende raden van bestuur, bovenop hun riante parlementaire pensi- oen. De verdediging dat ze geen lid meer zijn van de partij, of toch wel maar er tenmin- ste geen functie meer uitoefenen, is bijzonder magertjes. En geeft de indruk dat men vooral geen te straffe uitspraken wil doen waarmee men later geconfronteerd kan worden, wan- neer men zelf allerlei raden van bestuur zal afschuimen.

Op een volgend partijcongres zou men zich dan ook eens kunnen bezinnen over de rela- tie met de PS. Interessant als hefboom om mee in een federale regering te kunnen klim- men, dat wel, maar de manier waarop de PS zich blijft profileren als ofwel een Waalse paleosocialistische ofwel een Brusselse isla- mosocialistische partij straalt niet bepaald positief af op de sp.a.

Veel groezelige “have beens”…

Al evenzeer een probleem voor de geloof- waardigheid van de partij: de vele groeze- lige “have beens” die de partijcoulissen nog steeds bevolken. Wie zijn vandaag de front- figuren van de partij? Ten eerste een hoop mensen met nogal wat op hun kerfstok, zoals John Crombez, Freya van den Bossche en Daniël Termont, maar ook Karin Temmer- man (ook betrokken bij Optima) en Johan van de Lanotte (Electrawinds). En met mensen als Caroline Gennez, Bert Anciaux, Dirk van der Maelen, Yasmine Kherbache, Kathleen van Brempt, Peter Vanvelthoven, Monica de Coninck, Bruno Tobback, en, godbetert, zelfs Louis Tobback, maak je niet bepaald een frisse indruk. Hans Bonte probeert wel, maar komt maar niet uit de verf, en Mery- ame Kitir zal nog veel boterhammen moe- ten eten voor ze indruk kan maken als poli- tica van formaat. In Antwerpen gaat men in 2018 proberen de burgemeesterssjerp te her- overen met de onverdoofd slachtende Tom Meeuws, en in Leuven met Mohamed Ridou- ani, maar bruisend is toch anders. Het wordt dus voortkwakkelen tot in 2018 en 2019, en hopen dat de laatste peilingen er voor de sp.a niet te veel naast zaten. En wie weet, met wat geluk keren CD&V, Open Vld en MR de N-VA in 2019 de rug toe, en dan kan er weer volop meegeregeerd worden.

FvL

Als hij maar geen voorzitter wordt…

Het probleem van de sp.a kon niet treffender geïllustreerd worden dan door de rel van afgelopen week over dat “flinkse” interview van John Crombez in De Standaard.

Zodra de partijvoorzitter over eender welk onderwerp “wit” zegt, staat de helft van de partij meteen al klaar om, al dan niet anoniem, “zwart” te zeggen. Waarna de andere helft van de partij een dag later nadrukkelijk opnieuw “wit” zegt, ook al dan niet anoniem. Als militant kan je er alleen maar op staan kijken, en als kiezer heb je een paar dagen later geen flauw idee meer van waar de partij nu eigenlijk nog voor staat.

Nieuwsfeit van de week

Dronken jongeman rijdt slaapkamer bejaard

koppel binnen in Bornem

(4)

Dossier

25 augustus 2016

4

Biografie soms

spannender dan het oeuvre

Literatuur is niet mijn lievelingslectuur.

Ooit las ik alles wat vast of los zat. Ik schreef in het regentaat een gedegen stuk over Hubert Lampo en twee jaar nadat ik regent Neder- lands-Engels werd, haalde ik zijn juist ver- schenen laatste roman in huis. Na vier blad- zijden haakte ik af. Het was voorbij. Pogingen om ‘Het verdriet van België’ te lezen, strand- den even vlug. Bij “De naam van de roos”

sloeg ik het boek dicht toen Eco bladzijden lang middeleeuwse kloosterordes opsomde.

Dat stond beter en duidelijker in mijn cursus- sen Middeleeuwen in de 2de kandidatuur.

Maar goede biografieën van een literator zijn geschiedschrijvingen waar ik van smul:

over de Manteau-biografie van Kevin Absil- lis en de Claes-biografie van Bert Govaerts schreef ik met plezier in dit blad. Het boek van Vic van de Reijt over de sluwe transacties van de Antwerpse reclameman Fons de Rid- der vond ik spannender - dit is echt vloeken in de kerk - dan het proza van Willem Elsschot.

En met de bekende rode oortjes las ik de 763 pagina’s lange biografie van Geert van Oorschot. De auteur is journalist en criticus Arjen Fortuin, bekend bij iedereen die weke- lijks de boekenbijlage van het NRC Handels- blad leest.

Fortuin heeft er zeven jaar aan gewerkt en dat merk je, want er is geen tegel die hij niet oplicht. En hij heeft het geluk dat Van Oorschot en al zijn auteurs (1) onverbid- delijke brievenschrijvers waren die (2) hun mond niet met honingwater maar met azijn spoelden. Fortuin heeft ook de belangrijke Vlaamse bronnen niet verwaarloosd.

De Vlaamse connectie

Een naam die voortdurend opduikt, is die van de Vlaamse criticus (en ambtenaar) Clem Bittremieux. (1920-2003), medewerker van De Gids, Dietsche Warande en Belfort en Tirade (dat Van Oorschot uitgeeft). Tegenover de Vlaming is Van Oorschot zeldzaam eerlijk, vertelt hij dingen die hij aan niemand van zijn Nederlandse vrienden of auteurs schrijft. Is dat toeval, of acht de Zeeuw Van Oorschot het niet nodig dezelfde grote muil open te trekken die hij nodig acht in zijn contacten met Hollanders, zeker die van de Amster- damse variant?

Natuurlijk delen de twee mannen ook een tragedie. Zowel de vrouw van Bittremieux als Van Oorschots zoon Guido pleegt zelf- moord. Maar ook Arjen Fortuin valt het op dat de grofgebekte Van Oorschot anders, voor- zichtiger, beleefder wordt als hij de Vlaams/

Nederlandse grens oversteekt. De zakenhaai Van Oorschot, die geregeld op dubbeltjes en kwartjes bezuinigt, doet er alles aan om onontvankelijk Nederland warm te maken voor de gedichten van Richard Minne en Jan van Nijlen. Zijn liefde voor de twee Vlamin- gen gaat ver.

Hij is zelf een gesjeesde schrijver die ooit droomde van literaire roem en die door critici ongenadig werd neergesabeld. Op zijn 66ste neemt hij weerwraak met een geslaagde en geprezen sleutelroman, “Twee vorstinnen en een vorst”, die ook nog een eclatant verkoop- succes wordt.

Hij gebruikt het pseudoniem R.J. Peskens en die R en J staan voor Richard en Jan. Een andere Vlaming die hij probeert in zijn fonds binnen te rijven, is de jonge Hugo Claus. Die speelt geslepen Van Oorschot uit tegen De Bezige Bij, zodat die uitgeverij hem direct een groot voorschot toestopt en Claus zich verontschuldigt bij Van Oorschot met het bekende voetballersexcuus dat hij geen dief kan zijn van de eigen portemonnee.

Ook bij Elsschot en later bij diens erfgena- men vangt Van Oorschot bot, want men moet de familie De Ridder niet de commerciële tru- ken van de foor leren.

Iemand die Van Oorschot wel dag en nacht het hof maakt, is Herman de Coninck. Hij wil

absoluut een uitgever in Amsterdam vinden ter wille van het prestige, en ten slotte geeft Van Oorschot De Conincks meest intense bundel “Zolang er sneeuw ligt” uit, waarin de dichter het tragische verkeersongeluk beschrijft waarbij zijn eerste vrouw sterft, een naamloos iemand bij Fortuin en andere schrijvers over De Coninck (in een artikel in De Mechelse Kerjeuze heb ik Anneke Somers een gezicht en een eigen verleden gegeven).

Een schelmenroman over een schelm

De essentie van het boek is het leven van de uitgever, en dat leest als een schelmenro- man; wat Van Oorschot ook was. De Vlissin- ger verlaat zeer jong zijn geboortestad waar zijn bewonderde maar arme vader lange tijd een belangrijke rol in de socialistische partij speelt. Van Oorschot zwerft door heel Neder- land in linkse kringen. Hij zakt in zijn litera- tuurexamen, maar ontdekt dat hij een schitte- rende verkoper is van boeken, zelfs van grote literatuur, aan eenvoudige mensen die opzien tegen een bezoek aan pretentieuze boekhan- dels. Zo iemand kan de Amsterdamse uitge- ver Samuel Querido gebruiken; zeker als hij tijdens de bezetting als Jood moet onder- duiken - hij wordt verraden en eindigt in Auschwitz.

Van Oorschot sleept de uitgeverij door de oorlog en vergeet zeker niet zichzelf te belo- nen. Na de bevrijding begint hij op zijn eentje met een uitgeverij voor zogenaamde kwali- teitsboeken: proza, poëzie, maar ook anti- communistisch werk. Veel stelt het aanvan- kelijk niet voor, want zelfs jonge auteurs als Willem Frederik Hermans en Gerard van het Reve zijn nog geen namen. Later worden ze dat wel en ze maken Van Oorschot welstel- lend, maar niet gelukkig. Hilarisch zijn de woedende brieven van zijn auteurs omdat hij weer eens een belofte niet houdt, omdat hij van alles uitvindt om af te dingen op hun royalties, omdat hij uiterlijk mooie boeken uitgeeft die wel berucht zijn voor de vele spel- fouten, want hij neemt niet de moeite om een eerste zetsel te corrigeren. Te duur.

Twee ideeën brengen zijn schaapjes op het droge. Hij begint een stroom uitgaven van verzameld werk: liefst van dode auteurs als Ter Braak, Du Perron, Van Ostaijen. Hij maakt hun erfgenamen wijs dat hij dit uit liefde doet, zodat ze geen auteursrechten vra- gen. Via de linkse vrienden harkt hij vervol- gens tonnen subsidies binnen bij ministeries en fondsen. Hij slaagt er zelfs in een peper- dure volledige Multatuli aan “le palais de Lae- ken” te slijten.

Zijn tweede voltreffer is de befaamde Rus- sische bibliotheek. Dostojewski en co moet hij ook niet betalen. De subsidies stromen weer toe (niet van de Sovjet-Unie). Zijn ver- talers zijn jong en hij scheept ze af met een schijntje. Van Oorschot begrijpt vlug dat hij reeksen moet aanbieden, want Nederlandse boekenkopers willen altijd een volledige set in de kast, zelfs al lezen ze de helft niet. De uitgever werkt letterlijk dag en acht, schaakt op vijf borden tegelijk, overspoelt alles met sloten alcohol en laat geen vrouw met rust, zodat zijn eerste en tweede huwelijk eron- der lijden.

Een secretaresse die hij verleidt, schuift hij af naar zijn goede vriend Joop den Uyl. Die verneemt eerst na zijn huwelijk dat zijn vrouw al een relatie had met Van Oorschot en ver- geeft het hem nooit. Van Oorschots relaties met zijn kinderen variëren tussen onverschil- ligheid en pure haat, maar met zijn auteurs probeert hij altijd persoonlijke vriendschap- pen te sluiten. Hij verwent ze met logies, drank en feestjes of overstelpt hen met boe- ken (waarvoor ze soms een week later onge- vraagd een factuur in de bus krijgen). Kortom, een meer dan levensgrote persoonlijkheid en een ideaal onderwerp voor een biografie.

Ondermijnd door sigaren en alcohol wordt hij toch nog 78. Jan neckers

Uitgever

Geert van Oorschot

Vlamingen kennen wel de uitgeverij Van Oorschot, maar over de uitgever (1909 - 1987) zelf weten ze wei- nig. In Nederland is de man een legende die nog altijd opduikt in vele smeuïge verhalen over de letteren en haar beoefenaars.

Gevangeniswezen op de goede weg?

Minister van Justitie Geens kreeg afgelopen week schouderklopjes van de cipiers- bonden omdat hij zijn belofte om de overbevolking in de gevangenissen te bestrijden, was nagekomen. Op 11 augustus was het aantal gedetineerden inderdaad gezakt tot 10.289, of 1.200 minder dan in augustus 2014. Vraag is of dit zo’n hoopgevend nieuws is.

Eindelijk een behandeling voor geesteszieken

De daling van het aantal gevangenen heeft verscheidene oorzaken. De belangrijkste is de oprichting van gespecialiseerde psychiatrische centra voor geïnterneerden in Gent en Ant- werpen. Dit is zonder meer een goede evolu- tie. Geïnterneerden zijn geesteszieken die niet toerekenbaar zijn voor hun daden en zij horen in principe niet thuis in de gevangenis. Toch werden tot voor kort meer dan 1.100 gevaar- lijke geesteszieken opgesloten in de gevange- nissen bij gebrek aan gespecialiseerde opvang.

Het leverde al vele jaren veroordelingen op vanwege verscheidene internationale instan- ties, vooral omdat er voor deze geïnterneer- den binnen het gevangeniswezen nauwelijks of geen behandeling werd voorzien. Een oplos- sing liet eindeloos lang op zich wachten. In mei 2014 werd eindelijk het Forensisch Psychia- trisch Centrum (FPC) van Gent geopend, dat plaats biedt aan 264 geïnterneerden.

Volgend jaar zal er op Linkeroever in Ant- werpen een gelijkaardig centrum worden geopend voor 170 geïnterneerden. Het totaal aantal plaatsen is ruim onvoldoende om alle geïnterneerden op te vangen, maar men hoopt de anderen binnenkort via “externe psychiatri- sche zorgcircuits” te kunnen behandelen. Dit betekent dat een groter aantal gevaarlijke gees- teszieken terecht zal komen in gewone psy- chiatrische klinieken. Dat is niet zonder risico voor de andere geesteszieken, het verplegend personeel en de hele samenleving. Men had beter geïnvesteerd in bijkomende en grotere PFC’s, maar daarvoor ontbraken de wil en de middelen.

Meer illegalen teruggestuurd

Tweede oorzaak van de daling van de gevan- genispopulatie is het opdrijven van het aan- tal teruggestuurde illegale criminelen. In 2014 werden er 625 ex-gedetineerden terugge- stuurd. In 2015 was dit opgedreven tot 1.437.

Het beleid van staatssecretaris Francken heeft op dit vlak dus tot een gevoelige verbetering geleid, ook al blijven er nog altijd veel te veel illegalen vrij rondlopen. Dit terugzendings- beleid leidde tot een rechtstreekse en een onrechtstreekse daling van het aantal gedeti- neerden: de illegalen worden nu sneller van- uit de gevangenis teruggestuurd, ook al is hun straftijd nog niet voorbij; anderzijds zorgen de terugzendingen voor minder gevallen van reci- dive en dus voor minder nieuwe gedetineer- den. Hierdoor is het aantal vreemdelingen in de gevangenissen nu gedaald tot 4.954, terwijl het er begin 2016 nog 5.300 waren. Toch blijft het aandeel vreemdelingen in de gevangenis- sen met 48 procent ontzettend hoog. In 2013 bedroeg het nog 45 procent en ook toen zaten we aan een record. We spreken dan natuurlijk nog niet over het aandeel ‘nieuwe Belgen’, die niet leesbaar zijn in de statistieken.

Kortgestraften nog sneller vrij

De derde oorzaak van de daling van het aan- tal gedetineerden ligt bij de nog snellere vrijla- ting van zogeheten kortgestraften. Sinds begin juli is een nieuwe omzendbrief van kracht van minister Geens, die toelaat dat nog meer veroordeelden onder de drie jaar cel (dat is het gros van de veroordeelden) versneld de gevangenis kunnen verlaten. Deze maatregel

is behoorlijk omstreden en werd door Geens ingevoerd om de cipiersbonden tevreden te stellen na de stakingen van de voorbije win- ter. De bonden eisten dat de overbevolking zou worden tegengegaan, zodat de werkdruk zou verminderen.

Probleem is dat er sinds het desastreuze beleid van Onkelinx (en zelfs voordien onder Verwilghen) al zoveel maatregelen werden genomen om de korte straffen te reduceren, dat het overgrote deel van de veroordeelden tot een effectieve celstraf nooit meer in de gevangenis terechtkomt. Turtelboom maakte van de omzetting van ‘korte’ celstraffen (tot drie jaar) naar een enkelbandregime zelfs een automatisme, zonder de minste controle. Ze verklaarde in De Morgen van 16 oktober 2013 openlijk dat het “tot niets leidt een gevange- nisstraf van een jaar uit te voeren”.

Dit zwakke strafbeleid wordt nu uitgebreid.

Ook ‘Belgen’ zonder een wettige verblijfplaats zullen bijvoorbeeld kunnen genieten van een zacht enkelbandregime. Hoe dit allemaal zal gecontroleerd worden, mag Joost weten. De noodmaatregel van Geens duurt voorlopig tot het einde van het jaar, maar alles wijst erop dat hij nadien zal bestendigd worden, zoals dit gebeurde met alle ‘noodmaatregelen’ van de voorbije kwarteeuw. Geens wil het aantal gedetineerden immers op een duurzame wijze laten zakken tot onder de 10.000, en dat kan alleen maar door de straffeloosheid verder te bestendigen.

Afschrikkingseffect

Het is die straffeloosheid, de massale niet- uitvoering van korte straffen, die nu al jaren de geloofwaardigheid van Justitie ondermijnt. Niet alleen leidt dit begrijpelijkerwijze tot enorme frustraties bij de strafrechters, bovendien werkt dit de criminaliteit in de hand. Jonge crimi- nelen die kleinere vergrijpen plegen, worden door deze straffeloosheid als het ware aange- moedigd om verder te gaan op het ingeslagen pad, waardoor ze steeds driester tekeergaan en in de zware criminaliteit belanden. De extra ruimte die gecreëerd wordt door het wegha- len van de geesteszieken en door de wegzen- ding van illegalen zou men moeten aanwenden om de straffeloosheid terug te schroeven en korte straffen wél uit te voeren. Op die manier creëert men opnieuw een afschrikkingseffect, waardoor de criminaliteit gevoelig blijvend kan dalen.

Nederland gidsland

Nederland is op dit vlak een gidsland geweest. Meer dan twintig jaar geleden heeft men daar de omslag gemaakt naar een correcte strafuitvoering, waarbij besloten werd ook alle korte gevangenisstraffen daadwerkelijk uit te voeren. De celcapaciteit werd drastisch uitge- breid, met een indrukwekkende daling van de criminaliteit tot gevolg. In die mate zelfs dat Nederland het aantal cellen intussen opnieuw sterk kon inperken, zijn gevangenisboten kon verkopen en de grote gevangenis van Tilburg (750 plaatsen) voor veel geld aan België kon verhuren. In plaats van zich te laten leiden door zijn obsessie om het aantal gedetineerden stel- selmatig te laten dalen, zou de minister van Justitie beter eens op de koffie gaan bij zijn col- lega in Nederland. Die zal hem met plezier uit- leggen hoe hij de criminaliteit echt kan bestrij-

den. BL

Minder gevangenen...

(5)

Actueel 25 augustus 2016 5 Over boerka’s en boerkini’s

Het zal u misschien verbazen, maar ik kan Nadia Sminate absoluut niet volgen in haar vraag om de boerkini te verbieden. En neen, ik ben vorige week niet bekeerd tot de islam, laat dat duidelijk zijn.

Nadia Sminate is naast burgemeester van Londerzeel, ook parlementslid voor N-VA én voorzitter van de commissie Radicalisering in het Vlaams Parlement.

Al in 2015 pleitte zij voor een verbod in openbare zwembaden, nu wil ze dat uitbrei- den tot de stranden van onze Vlaamse kust.

Ik citeer Sminate: “We moeten absoluut vermijden dat er in Vlaanderen vrouwen met een boerkini rondlopen. Niet in het zwem- bad, maar ook niet op het strand. Ik geloof niet dat vrouwen in naam van het geloof met zo’n gedrocht op het strand willen rondlopen.”

Kijk, daar is Nadia Sminate al een eerste keer fout. Een boerkini is een modieus bad- pak dat je nauwelijks kunt vergelijken met een boerka. Je moet dus een duidelijk onderscheid maken tussen moslimvrouwen in boerka die op het strand zitten, en moslimvrouwen die een boerkini aantrekken om te gaan zwem- men. Ik heb de moeite gedaan om op internet eens te zoeken waar die boerkini’s vandaan komen, en met enkele klikken zit je ergens in Saudi-Arabië en kun je in een webwinkel een keuze maken. Ik ken weinig van mode, maar om – zoals Sminate doet – de boerkini te omschrijven als een “gedrocht”, die zit er toch wel naast.

Sluier

Islamitische vrouwen bij ons dragen overi- gens geen boerka’s (dat is verboden, want bij een boerka zijn de ogen niet zichtbaar), maar ze dragen een chador. Dat kledingstuk kan aangevuld worden met een nikab (een sluier die alleen de ogen vrijlaat) of een hidjab, en dat is dan het bekende hoofddoekje.

Nu wordt het beeld voorgehouden als zou- den de moslimvrouwen in vol ornaat, met hun boerka, in het zwembad springen. Wat natuurlijk een verkeerd beeld is. Neen, boerki- ni’s zijn elegante zwempakken die in speciaal zwemtextiel gemaakt zijn om in zwembaden te gebruiken. Hygiënische redenen inroe- pen om de boerkini te verbieden in openbare zwembaden, zijn al even absurd.

Boerkini’s op het strand of in het zwembad verbieden? Absurd en onbegrijpelijk. Je kan

een Vlaamse vrouw die enkel graag een bad- pak draagt toch niet verplichten een bikini te dragen? Je kan eender welke vrouw die bij het zwemmen of zonnen graag haar lichaam bedekt, toch niet manu militari verplichten om een bikini aan te trekken?

Symbooldossier

Dat is het basisprincipe. Maar de boerkini wordt nu een overroepen symbooldossier.

Uiteraard weet ik ook wel dat het dragen van een boerkini een uiting is van een religieuze overtuiging. Een symbool dat ook misbruikt wordt omwille van politieke motieven. Linkse jongens en meisjes staan wederom vooraan om het dragen van de boerkini te verdedi- gen. We moeten het allemaal maar aanvaar- den, want “de moslims moeten zich hier thuis kunnen voelen”.

Neen, het probleem van de boerkini is niet het echte probleem. Als ik door het raam kijk van mijn kantoor zie ik mannen rondlopen in typische jelleba’s. Gaan we dat ook verbieden?

Ook het dragen van een jellaba is een “state- ment”, zo van ‘ik hou vast aan onze culturele gewoonten’.

Wie de boerkini wil verbieden, moet recht- lijnig zijn en alle chadors, nikabs, hidjabs en jellaba’s verbieden. Ik rij elke dag over de Turn- houtsebaan in Borgerhout en zie er dan hon- derden rondlopen.

Begin maar. Wat zou ik me ergeren aan een boerkini, terwijl achter mijn hoek een zoveel- ste nieuwe moskee in de steigers staat; al dan niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.

En welke partij deelt er de lakens uit in die Vlaamse regering?

Wie de voortschrijdende islamisering van onze maatschappij wil tegenhouden, zal dus met andere maatregelen dan een boerkini- verbod moeten afkomen. De voorstellen van Nadia Sminate om de boerkini te verbieden lijken stoer, maar zijn in mijn ogen totaal nut- teloos. Het doet me eerder denken aan een potje paniekvoetbal. We kunnen onze energie beter besteden aan de echte problemen rond islamisering. ’t Zal nodig zijn.

Karlvan Camp

Defraigne (MR) pleit voor boerkiniverbod

Muyters en Rio 2016

Op de Antwerpe regionale zender ATV verklaarde Muyters, Vlaams minister voor Sport, fier dat 16 van de 19 top 8-plaatsen tijdens de afgelopen Olympische Spelen op naam staan van het Vlaamse Topsportbeleid. Dat is inderdaad zo. Daartegenover staat dat de verdienste van Vlaanderen nergens aan bod kwam en dat Vlaanderen en Muyters in de media zo goed als onzichtbaar waren.

De minzame Eddy de Smedt, jarenlang Vla- ming van dienst bij het BOIC, zei in een inter- view met de VRT: “Sportbeleid is een continu proces: we hebben een stap voorwaarts gezet, maar nu moeten we dat doortrekken. Een aan- tal successen zijn het gevolg van jarenlange investeringen, waar we nu de vruchten van plukken.” De realiteit is dat niet het BOIC, maar wel Vlaanderen veel geld investeerde in de voorbereiding van de Olympische Spelen, 25 miljoen euro per jaar voor topsport. Een reac- tie hierop van Muyters? Onbestaande.

Typisch Belgisch

Nafi Thiam was één van de topatleten van deze spelen en haar prestatie en die van haar coach Lespagnard verdienen alle sportieve lof en erkenning. Bij de openingsplechtigheid was Olivia Borlée vaandeldraagster voor België, en bij de slotceremonie was het Thiam. Bei- den kunnen of willen geen Nederlands spre- ken. Olivia Borlée woont in het Brusselse en moet gedurende haar studies toch wat Neder-

lands geleerd hebben? Zij was ook ploegge- note van drie Vlaamse atletes en een toffe Vlaamse coach, Rudy Diels, die in Peking nu terecht goud haalden op de 4 x 100m. En toch kan en/of weigert deze hautaine madam een woordje Nederlands te spreken. En de Belgi- sche VRT vindt het vanzelfsprekend de vaan- deldraagsters Thiam en Borlée steevast in het Frans te interviewen.

Dit is België, en ook dit laat Muyters zo graag gebeuren. Is er nu echt niemand bij N-VA die hem kan duidelijk maken dat zijn belgicistisch sportbeleid regelrecht ingaat tegen de doelen waarvoor zovelen in zijn partij zich inzetten?

Oh ja, hoe werd de Belgische delegatie aan- gekondigd bij de openingsceremonie? Inder- daad,...als Belgique. Zo werd bij de 1 miljard kijkers opnieuw de indruk gewekt dat België een eentalig Franstalig land is. Het is mede aan minister Muyters om ervoor te zorgen dat

‘ons’ land (sic) op een correcte wijze wordt aangekondigd.

penanti

De grote waarheid van Ernst Nolte

Alle Nederlandse dagbladen brachten het nieuws, maar u zult het in geen enkele Vlaamse krant gelezen hebben: de Duitse historicus Ernst Nolte is op 18 augustus overleden. Nolte studeerde af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Omwille van een mis- vormde hand werd hij nooit opgeroepen als soldaat. Na de oorlog profileerde hij zich als een gerespecteerd historicus en kenner van het fascisme, ook gevierd door links.

Hij probeerde meer te zijn dan een beschrijvende geschiedkundige. Hij probeerde steeds te begrijpen, te verklaren en te duiden.

In 1986 werd Nolte het voorwerp van een belangrijke controverse. In een artikel in de Frankfurter Allgemeine Zeitung verdedigde hij het idee dat bolsjewisme en nationaal- socialisme eigenlijk veel meer met elkaar te maken hadden dan algemeen wordt aange- nomen. Het tweede kwam er als reactie op het eerste, stelde hij.

Bovendien, betoogde Nolte, zijn er ook heel wat inhoudelijke verwantschappen tussen de twee politieke ideologieën. Hij had die stelling al eerder ontwikkeld, maar het artikel bevatte een zinnetje waar velen zouden over struike- len (Nolte gaf later toe dat hij het beter anders geformuleerd had): “Was de Goelag Archipel niet oorspronkelijker dan Auschwitz? Was de

‘klassenmoord’ door de bolsjewieken niet de logische en feitelijke voorloper van de ‘rassen- moord’ van de nationaalsocialisten?” Som- migen meenden dat hij hierdoor het unieke karakter van de Holocaust in twijfel trok.

Zijn belangrijkste tegenstander in het debat, dat als de “Historikerstreit” bekend zou worden, was de linkse filosoof Jürgen Haber- mas. Het ongenoegen van Habermas kon niet verbazen. Hoewel hij een evolutie had door- gemaakt, waren de ideeën van dit laatste icoon van de Frankfurter Schule nooit hele- maal losgeraakt van de marxistische opvat- tingen van zijn jeugd.

In 1992 noemde hij zichzelf nog “de laat- ste marxist”. Dit kon echter niet verhinderen dat het Nolte was die voortaan het epitheton

“omstreden” zou krijgen, terwijl recyclage- marxist Habermas op steeds meer respecta- biliteit in academische kringen mocht reke- nen. Nolte kreeg in 2000 nog één eretitel, de

Konrad Adenauer Prijs (van een stichting ver- want aan het CDU), en zelfs dat maakte kritiek los. Habermas, daarentegen, werd overladen met titels van alle landen en universiteiten (in 2013 werd hij nog met alle honneurs ontvan- gen door de KUL).

Eén van de grootste successen van de Sov- jetpropaganda was het bestempelen van het nationaalsocialisme als “extreemrechts”. We leven in een wereld waar journalisten en andere opiniemakers politici graag indelen op een links-rechtsas, waar je aan de ene kant van het spectrum het “extreemlinkse”

communisme vindt en aan de andere kant het “extreemrechtse” nazisme. Deze leugen beïnvloedt nog dagelijks ons politiek debat.

Het is dit bedrog dat toelaat om iedereen die zich als rechts of conservatief profileert al halfweg in de richting van nazisme te plaat- sen. Nochtans hebben de “totalitaire twee- lingen” (zoals François Furet ze noemde) veel meer met elkaar gemeen dan links als com- fortabel beschouwt. En allebei hebben ze een afkeer van burgerlijke, conservatieve, liberale en democratische rechtse stromingen.

Het was de grote verdienste van Ernst Nolte om deze belangrijke waarheid aan het licht te brengen. Maar voor links was dat net zijn grote zonde. Hij beging trouwens nog een andere grote zonde in zijn laatste levensjaren. In een interview met Die Welt van 2006 noemde hij het “islamitisch fascisme” een derde variant van het totalitaire gevaar voor onze bescha- ving en vrijheid. We mogen deze waarschu- wing vanwege de grootste kenner van die twee andere totalitaire stromingen best ern- stig nemen. Jurgen Ceder Turkije maakt dezer dagen rare bokken-

sprongen. Enerzijds schreeuwt het van de daken dat het binnen maximaal zeven jaar lid wil zijn van de EU, anderzijds gaat er geen dag voorbij of het land strijkt zijn westerse bondgenoten flink tegen de haren. Niet alleen gaan de zuiveringen na de mislukte coup in Turkije op grote schaal voort: tienduizenden rechters, journalisten, ambtenaren, militairen, academici en zo meer zitten al in de cel. Er is sprake de doodstraf weer in te voeren, zodat het regime van would-bekalief Erdogan pas écht kan afrekenen met zijn tegenstanders.

Ook militair-strategisch lijkt het land de ste- ven te wenden.

De bekoelde relaties met Rusland lijken na het bezoek van Erdogan aan Moskou enigs- zins genormaliseerd, zozeer zelfs dat de Turken de luchtmachtbasis Incirlik willen openstellen

voor Russische vliegtuigen. Maar Incirlik is een NAVO-basis en wordt intensief gebruikt door de VS, die er tactische kernwapens heb- ben liggen. De Amerikanen zijn er al een tijdje niet gerust op.

Meteen na de coup werd die basis een tijd- lang afgegrendeld door (loyale) Turkse troe- pen en de stroom werd afgesneden; dat was al een teken aan de wand. Vandaar dat som- mige bronnen nu hardnekkig beweren dat de VS hun kernwapens aan het weghalen zijn, richting Roemenië. De VS noch de NAVO wil- len dat bevestigen, natuurlijk, maar eigenlijk zou de verplaatsing maar verstandig zijn. Wat Turkije nog bij de NAVO zit te doen, wordt stil- aan een niet meer te vermijden vraag. In Brus- sel en Washington zitten ze in elk geval met de handen in het haar – daar kan men don- der op zeggen.

TuRkSE bOkkENSpRONgEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze maatregelen houden een inbreker niet tegen maar ze zorgen er wel voor dat een eventuele inbraak sneller opgemerkt en geregis- treerd wordt. Wil je meer weten over

De rechtbank overweegt onder meer dat de personen die zijn veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, niet zonder meer onderdeel zijn geweest van een groep als

Nu komt duidelijk aan het licht, dat mijnheer Middelburg niet alleen geen flauw idee heeft, waar dit nest ergens ligt, maar met zijn breede Brabantsche tongval op geen stukken na

Rationeel preventiegedrag vóór slachtofferschap is te verwachten als aan drie voorwaarden is voldaan: (1) potentiële slachtoffers hebben goed zicht op de grootte

Politiecijfers over aangiften zijn op basis van de bevindingen geen goede graadmeter om zicht te krijgen op interne diefstal, omdat interne diefstal niet altijd opgemerkt wordt en

de kosten van bewaking en vervoer van de niet (meer) rijdbare caravan naar een door hem te bepalen adres in Nederland, een en ander voor zover deze kosten noodzakelijk zijn

Met deze dekking bent u verzekerd voor de materiële schade die u lijdt door beschadiging of verlies van de aan- of bijbouw van uw toercaravan.. We dekken deze schade alleen als

In geval van diefstal wordt de vergoeding niet eerder uitbetaald dan nadat de werknemer heeft verklaard dat hij de hem uitbetaalde schadevergoeding aan de UU terugbetaalt in het