4.1. Algemeen
Bij het opbouwen van een plan wordt rekening gehouden met de uiteindelijke doelstelling ervan.
Plannen moeten leesbaar zijn, zowel voor de klant als de
uitvoerder. richtlijnen via een legende kunnen hierbij helpen. Als voorbeeld hiervan zijn de verschillende soorten arceringen en kleuren die de materialen en de doorsneden herkenbaar maken.
Maataanduidingen zijn noodzakelijk om een idee van de werkelijke grootte te verkrijgen. om een plan uitvoerbaar te maken moet het alle gegevens bevatten. Bij grotere projecten zoals een bouw-, interieur- of meubelplan wordt er doorgaans een technische beschrijving of technisch dossier bijgevoegd.
We mogen algemeen stellen dat een plan moet voldoen aan een aantal criteria die al dan niet wettelijk bepaald worden:
• bouwplannen hebben altijd een aantal aanzichten, doorsneden en detailleringen. Afhankelijk van de grootte of de complexiteit van het project worden er meer of minder tekeningen gemaakt.
• interieur- en meubelplannen hebben altijd aanzichten en
doorsneden met maataanduiding. Deze detailtekeningen worden meer en meer uit een 3D tekening gehaald en kunnen in functie van uitvoering op computer gestuurde machines dienen.
4. oPBouW VAn EEn PLAn
4.2. Schaal
Met de computer wordt elke tekening of plan op ware grootte getekend.
De schaal voor het plotten of printen wordt gekozen in functie van een DIn-bladformaat of in functie van de gebruikelijke schaal wordt het papierformaat aangepast.
De schaal is de verhouding tussen de werkelijke afmetingen en de afmetingen op de tekening.
Enkele voorbeelden van gebruikelijke schalen zijn:
• Bouwplannen: 1:50, …….
• Interieurplannen: 1:20, … • Meubelplannen: 1:1, 1:20, …
• Detailtekeningen: 1:1, schaalvergrotingen zoals 2:1, …
De aanduiding van de schaal of schalen die op de tekening wordt gebruikt, komt altijd in de titelhoek of legende van de tekening. De afwijkende schalen worden dan bij de desbetreffende figuren of tekeningen geplaatst.
Voorkeurschalen in tekeningen
Benaming Schaal Zoom Toepassingen en gebruik Ware grootte 1:1 100% • detailtekeningen van constructies
• werktekeningen
• CAd-tekeningen Schalen voor
vergrotingen 2:1 200% detailtekeningen van kleine en/of ingewikkelde voorwerpen
Schalen voor verkleiningen
1:2 50% detailtekeningen 1:5 20% detailtekeningen
1:10 10% aanzichten
1:10 10% binnenhuisinrichtingen 1:10 10% aanzichten sierstukken 1:10 10% aanzichten meubels 1:20 5% details van bouwplannen
1:20 5% aanzichten binnenhuisinrichtingen 1:50 2% aanzichten van bouwplannen 1:50 2% doorsneden van bouwplannen 1:100 1% aanzichten van bouwplannen 1:200 0,5% inplantingsplan
1:500 0,2% verkavelingsplan 1:1000 0,1% liggingsplan 1:2500 0,04% liggingsplannen
Alle schaalaanduidingen worden nu met één dubbele punt aangeduid, in plaats van met een breukteken.
Tip
4.3. Bladformaat
Alle bladformaten zijn steeds afgeleid zijn van het DIn A0-formaat.
Dit is een tekenblad met een oppervlakte van 1 m², 1188 mm x 844 mm.
Door het vouwen worden de reproducties (afdrukken) van alle formaten herleid tot het formaat A4 DIn, 210 mm * 297 mm. na het vouwen blijft de titelhoek of titelblad steeds zichtbaar.
DIn Bladformaten Vouwen van een A0 formaat
Titelblad van een plan
Jacobs architectenbureau bvba
4.4. Lijnen
4.4.1. Lijndiktes
om een duidelijk onderscheid te maken in de tekening worden er verschillende lijndiktes gebruikt. De dikte van de lijn staat in functie tot de duidelijkheid van de tekening en de schaal waarop de tekening wordt uitgeplot.
• Dikke lijn: 0,7 of 0,5 mm • Medium lijn: 0,35 of 0,25 mm • Dunne lijn: 0,18 of 0,13 mm
4.4.2. Lijnsoorten
Voor het manuele tekenen worden de volgende lijnsoorten gebruikt:
Lijndiktes
Benaming Voorstelling Opmerkingen
I = dun
II = medium dikte ii = 2 x dikte i
III = dik dikte iii = 2 x dikte ii
Lijnsoorten voor manueel tekenen
Benaming Voorstelling Toepassingen en gebruik dikke lijn
• kaders en titelhoeken
• voor de omtrek van een doorsne- de (en dan is de zichtbare rand in een medium lijn)
medium lijn
• maatstreepjes
• accentueerlijntjes bij snijlijnen
• voor de omtrek van een doorsne- de (en dan is de zichtbare rand in een dunne lijn)
dunne lijn • maatlijnen en hulpmaatlijnen
• arceringen
lijn uit de vrije hand onderbrekingslijnen bij aanzichten en doorsneden
lijn met zig-zag
patroon onderbrekingslijnen bij aanzichten
en doorsneden
dunne streeplijn verborgen omtrekken en ribben
medium streeplijn omtrekken van funderingsvoeten op plan
dunne gemengde streeplijn met 1 kort, 1 lang
• hartlijnen
• aslijnen
• symmetrielijnen
• scheiding van eigendommen dunne gemengde
streeplijn met 1 lang, 2 kort
• delen gelegen voor het snijvlak
• omtrekken van vorige vorm, o.a.
bij verbouwingen medium gemengde
Bij het CAD tekenen zijn dit de meest gebruikte lijnsoorten met hun toepassingen:
4.4.3. Lijnkleuren
Lijnkleuren zijn een visueel hulpmiddel om een tekening op te bouwen. Het voordeel hiervan is dat elke kleur een bepaald onderdeel of materiaal van de tekening kan vertegenwoordigen.
De keuze van de kleuren verschilt naargelang de tekenaar of de ontwerper en worden verduidelijkt in de legende.
Bij het manueel tekenen worden er, naast de grijswaarde van het potlood, voornamelijk drie kleuren gebruikt, bijvoorbeeld bij een werktekening:
• Rood voor de horizontale doorsnede, • Blauw voor de verticale (dwarse) doorsnede, • Bruin voor de verticale (frontale) doorsnede.
Bij het CAD tekenen worden de kleuren samengesteld met de waarden uit:
• het RGB-kleurensysteem (red-green-Blue),
• of het CMYK-kleurensysteem (Cyan-Magenta-Yellow-Black).
Lijnsoorten voor CAD tekenen
Benaming Voorstelling Lijntype Toepassingen en gebruik Lijndikte
dikke, medium, dunne volle lijn
continuous, solid line
zichtbare omtrekken en
randen 0.35
omtreklijnen bij doorsneden 0.7 kaders en titelhoeken 0.7
maatstreepjes 0.18
accentueerlijntje bij snijlijnen 0.18 maatlijnen en hulpmaatlijnen 0.18
arceringen 0.18
metselverband in aanzicht 0.18 medium,
dunne
streeplijn iSO dash
verborgen omtrekken en
ribben 0.35
omtrekken van funderings-
voeten op plan 0.35
dunne gemengde streeplijn met punt, 1 lang
iSO dash dot
hartlijnen 0.18
aslijnen 0.18
symmetrielijnen 0.18
scheiding van eigendommen 0.18 dunne
gemengde streeplijn met 1 lang, 2 kort
iSO double- dash dot
delen gelegen voor het
snijvlak 0.18
omtrekken van vorige vorm,
o.a. bij verbouwingen 0.18 richting van rioolleidingen en van draineerleidingen 0.18
Voorbeeld van de samenstelling volgens de twee kleurensystemen:
Tabel 5 Kleurensamenstellingen volgens rgB- en CMYK systeem / Bron:
Kleuren gebruikt in het handboek
Kleur Nr Omschrijving Kleursamenstelling
R G B C M Y K
1 doorsnedenaanduidingen, tekst in tekening, afmetingenin tekening 255 0 0 0 87 99 0
2 isolatie 255 255 0 0 11 93 0
3 vloeren, gewelven, bodemgrond 0 255 0 56 0 88 0 4 binnenmuur, bepleistering muren, plafond, metselspecie 0 255 255 38 0 16 0
5 laminaat 0 0 255 100 79 0 0
6 leidingen/nutsvoorzieningen elektriciteit-telefoon-distribu-
tie-verwarming-afvoer-gas-water 255 0 255 39 63 0 5
7
kunststof, vochtisolatie, dichting, kitmateriaal, rookkanaal, asfalt, glasspatiëring, bitumen, siliconen, rubbers, kunststof waterfvoer, vaste en variabele template, aslijnen, constructielijnen, volle arcering voor inkleuring of schaduw, alle arceringen in de tekening
0 0 0 100 100 100 100
8 natuursteen, betegeling 132 130 132 2 3 0 56
9 beton, verharding 198 195 198 2 4 0 26
12 buitenmuur, fundering, dakbe-dekking 206 0 0 0 87 97 13
20 verwarming, sanitair 255 60 60 0 82 99 0
40
spaanplaat, multiplex, MDF, deuren, plint, designfronten, tabletten, inbouwtoestellen, gevelbekledingen, gevelafwer- kingen
255 190 0 0 32 95 0
44
hout, massief, omlijstingen, houten plafond, massieve bekle- dingen, massieve stijlwanden, roostering, scheidingswanden in plaathout, dakoversteek, spanten, tengellatten, onderdak, houten constructieribben in muren, vloerbekledingen
158 113 0 0 38 92 43
111 glas 123 255 189 37 0 34 0
140 metaal, beslag, profielen, metalen verankeringen, metalen
waterafvoer 0 190 255 70 4 0 1
rood, blauw en bruin bij doorsneden
Paul Delcour
4.4.4. Arceringen
Arceringen zijn er om de materialen en doorsneden te herkennen en contrasten te creëren.
Bij het manueel tekenen worden er arceringen in lijnvorm toegepast, voornamelijk in de drie kleuren (rood, Blauw, Bruin).
Bij het CAD-tekenen worden er meer varianten toegepast:
• arceringen in lijnvorm, • arceringen als vlakvulling,
• de combinatie van lijnvorm en vlakvulling.
Philip Deltour
Dwarsdoorsnede van een meubel
Legende arcering bouwmaterialen
Voorstelling Omschrijving materiaal volle baksteen, gevelsteen
holle baksteen (snelbouwsteen)
betonblokken, zware bouwblokken
natuursteen
thermische isolatie
bepleistering
Legende arcering hout en aanverwante materialen
Voorstelling Omschrijving materiaal kopse doorsnede van massief hout
langse doorsnede van massief hout
multiplex
volkern
gefragmenteerde plaat zonder toplaag.
Spaanplaat, OSB, mdF
sppl: spaanplaat met een gefineerde toplaag met structuur X kopse doorsnede, kopshout, van de gefineerde toplaag sppl: spaanplaat met een gefineerde toplaag met structuur
langse doorsnede, langshout, van de gefineerde toplaag
sppl: spaanplaat met toplaag zonder structuur
4.5. Maataanduidingen
Een maataanduiding geeft de werkelijke afmetingen weer. De maataanduidingen worden zo geplaatst dat ze van de onderkant en van de rechterzijde leesbaar zijn.
In de hout- en bouwsector gebruiken we maataanduidingen met schuine streepjes. Daar wordt bij het gebruik van
computerprogramma’s op tekenbureau’s nogal van afgeweken, alhoewel dit de gebruikelijke norm is.
een maataanduiding bestaat uit
• hulpmaatlijn - dit is een dunne lijn die meestal loodrecht op het onderdeel van de tekening staat.
• maatlijn - dit is een dunne lijn die meestal evenwijdig aan het onderdeel van de tekening getekend wordt. De afstand is minimum 7 mm van de rand van het voorwerp.
• maatstreepje – dit is de lijn die door het raakpunt van de maatlijn en de eindlijn getekend wordt, met een dikke lijn onder een hoek van 45° ten opzichte van de maatlijn.
• maatgetal - dit is het getal dat in het midden boven de maatlijn staat.
Soorten maataanduidingen
• totaalmaten en kettingmaten worden veel gebruikt bij bouwplannen. De som van de kettingmaten is altijd gelijk aan de totaalmaat.
• cumulatieve maten gebruikt bij de CnC-uitvoering van rijboringen.
Philip Deltour Paul Delcour
Maataanduiding
Cumulatieve maten
7395
4402
1980 3260
162
250 280
2103
1000
750 900650
900
650
1000 750 1000
750
438 1998 1297 3254 400
Onderste armleuning loopt 0,5m verder om de hoek
armleuning volwassenen
armleuning kinderen
- multiplex 18mm - 70/220mm
- massieve trede 40mm - 70/220mm - multiplex 18mm
eerste trede en laatste trede in felle kleur
SNEDE Totaal- en kettingmaten
EVr-architecten (gent)
Soorten maataanduiding
Benaming Maataanduiding Opmerkingen en referenties
oriëntatie van de maten
de maten zijn naar de bovenzij- de gericht of leesbaar vanaf de rechter zijkant.
hoogtepeilen de afmetingen voor de metse-
laar zijn in cm. Voor de meubel- maker in mm.
muuropeningen bij deuren en doorgangen
Breedte van de muuropening.
Hoogte van de muuropening.
juiste maat de gevraagde maat moet per-
fect gerespecteerd worden.
kettingmaat &
totaalmaat de som van de kettingmaat =
totaalmaat
cumulatieve
maat alle afmetingen worden geme-
ten vanaf een relatief nulpunt.
absolute maat – absolute coördinaten
afmeting gemeten vanaf de oorsprong van het assenstelsel.
relatieve maat – relatieve coördinaten
afmetingen worden genomen vanaf het laatst geselecteerde punt. ingevoerd door @ voor de coördinaten te plaatsen.
4.6. Symbolen
4.6.1. Het ISo symbool
Het ISo-symbool geeft aan hoe de aanzichten geplaatst worden, volgens Europees systeem of volgens Amerikaans systeem. De plaatsing van het kegeltje verwijst naar de projectierichting (kijkrichting).
Het ISo-symbool wordt weergegeven zonder afmetingen en benaming. De aslijnen worden altijd getekend.
4.6.2. De noordpijl
De noordpijl heeft enkel betrekking op liggings- ,situatie- en inplantingsplannen. Deze pijl is wettelijk verplicht op ieder bouwplan en is belangrijk voor de plaatsbepaling van ramen, deuren en de inplanting van de verschillende plaatsen binnen het gebouw. Zelden wordt er nog een volledige windroos getekend.
Men beperkt zich tot een pijl met de vermelding van het noorden.
De pijl bestaat in verschillende uitvoeringen.
Paul DelcourPaul DelcourPaul Delcour
Europees ISo-symbool
Amerikaans ISo-symbool
Voorbeeld van een noordpijl
4.6.3. Symbolen voor het schrijn- en meubelwerk
algemene symbolen
Voor de duidelijkheid worden symbolen van het schrijn- en meubelwerk op een bouwplan niet gedetailleerd weergegeven maar schematisch voorgesteld.
Hierbij worden de volgende conventionele symbolen gebruikt:
Algemene symbolen voor schrijnwerk
Omschrijving Voorstelling Opmerkingen en referenties vaste delen
naar binnen bewegend
naar buiten bewegend
horizontaal schuivend
hef-schuivend
verticaal schuivend
binnenblijvend kantelen
buitenzwaaiend kantelen
Algemene symbolen voor schrijnwerk
Omschrijving Voorstelling Opmerkingen en referenties brandweerstand
Rf 1h
(uitgedrukt in uur - Belgische notatie)
Rei30
(uitgedrukt in minuten - Europese notatie)
het getal geeft de duur van de brandweerstand aan
ventilatierooster
V
raam of deur is voorzien van een ventilatieroosterrolluik
R
raam of deur is voorzien van eenrolluik
zonnewering
Z
raam of deur is voorzien van eenVoorstelling van raam- en buitendeuropeningen
Symbolen voor buitenschrijnwerk - gevelzicht
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties vaste ramen
enkeldraaiende ramen
dubbeldraaiende ramen
tuimelraam het onderste deel (volle lijn) draait naar buiten
wentelraam het rechtse deel (volle lijn) draait naar buiten
vallend raam valt naar binnen
uitzettend raam
uitzettend en tuimelend raam
draai-/kiepraam draait en valt naar binnen
schuivende ramen hefschuivende ramen valschuivende ramen
binnenblijvend kantelend raam buitenzwaaiend kantelend raam schuifvouwend raam
Symbolen voor buitendeuren
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties enkel opendraai-
ende deur
linkse deur (volgens Europese EN 12519 norm)
rechtse deur (volgens -verouderde- Belgische NBN-norm)
enkel opendraai- ende deur
rechtse deur (volgens Europese EN 12519 norm)
linkse deur (volgens -verouderde- Belgische NBN-norm)
dubbel open- draaiende deur (tweevleugel- deur)
het getal geeft de volgorde van openen aan
zwaaideur of doordraaideur
dubbele deur 2 deuren aan beide zijden van de
muur geplaatst
kruisvleugeldeur
vlak pivoterende
deur draaiend op een verticale as die al
of niet in het midden is geplaatst enkel opendraai-
ende deur met
bovenlicht met doorschijnend bovenlicht
enkel opendraai- ende deur met
bovenlicht met ondoorschijnend bovenlicht
deur met rooster V = ventilatierooster
enkel opendraai- ende deur met
deursluiter V = vergrendeling van de deur
enkel opendraai- ende deur met automatische opening en sluiting
V = vergrendeling van de deur bij sluiten en in open stand
Voorstelling van garagepoorten en fabriekspoorten
Voorstelling van draaiende en schuivende binnendeuren
Symbolen voor poorten
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties kantelpoort met
projectie naar buiten
streep-puntlijn geeft de uiterste kanten aan van de bewegende elementen. Niet gebruiken naast openbaar fiets- of voetpad kantelpoort
met projectie naar binnen of sectionaalpoort
streep-puntlijn geeft de uiterste kanten aan van de bewegende elementen.
oprolpoort
harmonicadeur
hefdeur
om de hoek schuivende deur
streep-puntlijn geeft de uiterste beweging van de deur aan. Het rechtse deurelement gebruikt men als dagdoorgang.
Symbolen voor binnendeuren
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties enkel opendraai-
ende deur
linkse deur (volgens Europese EN 12519 norm)
rechtse deur (volgens -verouderde- Belgische NBN-norm)
enkel opendraai- ende deur
rechtse deur (volgens Europese EN 12519 norm)
linkse deur (volgens -verouderde- Belgische NBN-norm)
dubbel open- draaiende deur (tweevleugel- deur)
volle lijn, vleugel wordt eerst geo- pend. Streeplijn opening vleugel gebeurt op de tweede plaats schuifdeur
zwaaideur of doordraaideur
Symbolen voor binnendeuren
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties
dubbele deur 2 deuren aan beide zijden van de
muur geplaatst
brandwerende opendraaiende deur
in de driehoek wordt de brandweer- stand van de deur weergegeven
brandwerende deur met elektro- magneet
rechthoekje duidt op elektromag- neet dat het commando geeft voor sluiting. in de driehoek geeft men de brandweerstand aan. V = vergrendeling van de deur brandwerende
schuifdeur met elektromagneet
rechthoekje duidt op elektromag- neet dat het commando geeft voor sluiting. in de driehoek geeft men de brandweerstand aan
kruisvleugeldeur
vlak pivoterende
deur draaiend op een verticale as die al
of niet in het midden is geplaatst enkel opendraai-
ende deur met
bovenlicht met doorschijnend bovenlicht
enkel opendraai- ende deur met
bovenlicht met ondoorschijnend bovenlicht
deur met rooster V = ventilatierooster
enkel opendraai- ende deur met
deursluiter V = vergrendeling van de deur
enkel opendraai- ende deur met automatische opening en sluiting
V = vergrendeling van de deur bij sluiten en in open stand
Voorstelling van trappen
Voorstelling van het meubilair
Symbolen voor trappen
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties rechte steektrap
• duidt eerste trede aan van trap
duidt laatste trede aan van trap het getal geeft aantal optreden aan Dit geldt voor alle trappen rechte
bordestrap
hoekbordestrap
bordestrap met halve wenteling
hoekkwart-
draaitrap trap met verdreven treden
engelse trap
spiltrap
rechte steektrap met onderlig- gende rechte steektrap
streeplijn duidt de looplijn aan van de onderliggende trap
Symbolen voor meubels
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties
onderkast onderkast, bovenzijde corpus is
lager dan 1.5 m.
hangkast kast waar onderzijde corpus zich
boven een 1.5 m bevindt
kolomkast Het kruis in de kolomkast duidt aan
dat ze muurvast gemaakt is
Voorstelling van aanverwante elementen (technieken)
Symbolen voor meubels
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties
kookplaat Het type plaat geeft men meestal
aan watersteen,
gootsteen het type met afmetingen kan men
erbij vermelden
bed tweepersoonsbed
tafel met stoelen tafel met vier stoelen
zetel éénzit
zetel drie-zit
Symbolen voor aanverwante elementen
Benaming Voorstelling Opmerkingen en referenties
toilet in het bestek verwijst men naar het
type en uitvoering
bad in het bestek verwijst men naar het
type en uitvoering
douche in het bestek verwijst men naar het
type en uitvoering
lavabo • dubbele lavabo
• in het bestek verwijst men naar het type en uitvoering
4.7. Doorsneden
Bij technische en bouwkundige tekeningen die volgens een bepaalde projectiemethode in meerdere aanzichten zijn getekend, is het niet altijd mogelijk om de inwendige of achterliggende delen op een éénduidige en concrete wijze voor te stellen. Hierbij komt nog dat men de onzichtbare delen in streeplijn moet tekenen waardoor het geheel van de constructie verwarrend overkomt.
om een betere tekenvoorstelling te krijgen, maken we gebruik van doorsneden.
Het woord doorsnede wijst op het doorsnijden van het werkstuk:
een woning, een meubel, een deur, raam, trap, enz.
De plaats waar de doorsnede is genomen, noemen we het snijvlak.
De plaats van het snijvlak is belangrijk om een duidelijk zicht te krijgen op de constructie. De tekenaar dient voldoende ruimtelijk en technisch inzicht te hebben om zelf de plaats van het snijvlak te bepalen.
Bij de doorsnede krijgen we zo een voorstelling van de constructie en de samenhang van de verschillende delen die in het
doorgesneden vlak zijn gelegen.
Bij de voorstelling van de doorsnede moeten we nog een
belangrijke keuze maken: als we alleen de doorsnede nauwkeurig wensen te accentueren, worden de delen die achter het snijvlak gelegen zijn niet voorgesteld.
Als het om technische redenen noodzakelijk is volledigheid na te streven, dienen we de achtergelegen delen in streeplijn aan te duiden.
Snijvlakken
Paul Delcour
aanduiding van de doorsneden
Van vlakke werkstukken (vroeger tweedimensionele) zoals ramen en deuren worden meestal 2 doorsneden getekend. Dit zijn de horizontale en verticale doorsnede.
Van werkstukken met een driedimensionele waarde zoals een meubel worden 3 doorsneden getekend.
Dit zijn de:
• horizontale doorsnede = A - A (rood gearceerd) • verticale doorsnede = B - B (blauw gearceerd) • frontale doorsnede = C - C (bruin gearceerd)
De snijvlakken worden in het perspectief of op een aanzicht aangeduid.
Zo geeft men meestal in het vooraanzicht de horizontale en verticale doorsneden weer.
De frontale doorsnede daarentegen wordt bij een driedimensionaal werkstuk (meubel) in een zijaanzicht of op de horizontale
doorsnede aangeduid.
Joris Eikenaar / Paul DelcourJoris Eikenaar / Paul Delcour
Snijvlak verticaal dwars Snijvlak horizontaal
Snijvlakken in een meubel
Snijvlakken in een meubel
Snijvlak verticaal langs
Joris Eikenaar / Paul Delcour
getrapte doorsnede, soms ook half op half genoemd
Als er bij een werkstuk meerdere plaatselijke doorsneden belangrijk zijn, dan worden in een bepaald aanzicht meerdere plaatselijke doorsneden weergegeven. Dergelijke voorbeelden vind je vaak terug in de schrijnwerk- en meubelsector.
arceringen
Voor de duidelijkheid worden de doorgesneden delen gearceerd en/of hun omtrek in dikke volle lijn getekend.
De arceringen worden in principe in dunne volle lijn evenwijdig aan elkaar getekend. Je kan ze best omschrijven als de achtergelaten sporen van het gereedschap dat werd gehanteerd bij het doorzagen of snijden van het werkstuk. om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van de constructie worden de verschillende aangrenzende delen van het werkstuk die in het snijvlak liggen volgens een andere hellingshoek gearceerd. De arceringlijnen zijn onder een hoek 45°, 30° of 60° getekend en zijn ten opzichte van de omtrekslijnen naar links of rechts gericht.
4.8. Legende – materiaalaanduidingen
De legende is niet genormaliseerd. Dit betekent dat iedere architect of ontwerper een eigen materialenarcering mag ontwikkelen. Er bestaan wel voorbeelden die vaak gebruikt worden in de bouw- en houtnijverheid. om alle misvattingen betreffende de materialen te vermijden dient ieder plan voorzien te zijn van een concrete legende. Deze legende is meestal bij de algemene informatie op het bouwplan of op de werktekening terug te vinden.
Joris Eikenaar / Paul Delcour
getrapt snijvlak
4.9. Beschrijving
4.9.1. Algemeen
Elke beschrijving is opgesteld als een verduidelijking van een plan.
Dit betekent dat eerst het plan opgemaakt wordt en pas daarna het technisch dossier voor de aanbestedingen en het technisch dossier voor de vergunningen.
In het technisch dossier hebben we drie grote delen:
• het eerste deel omvat alle wettelijke bepalingen waaraan een ontwerp, een constructie, een uitvoering moeten voldoen. Ze worden omschreven door vermelding aan welke STS-normen, nBn-normen, DIn-normen,…. de bouwmaterialen en de uitvoering van het bouwwerk moeten voldoen.
• het tweede deel omvat een technische omschrijving. Het is een omschrijving van de te gebruiken materialen en de verwerkingsomstandigheden.
• het laatste deel omvat de meetstaat. Dit zijn tabellen waarin alle hoeveelheden per soort materiaal vermeld staan. Een samenvattende meetstaat geeft een algemeen overzicht van materialen, hoeveelheden en kostprijzen per onderdeel van de constructie.
Er is een duidelijk onderscheid tussen een beschrijving voor de publieke bouwheren en de particuliere bouwheren.
4.9.2. Technische dossiers opgesteld voor publieke bouwheren
De publieke bouwheren, Vlaamse overheid, sociale woningbouw,…
maken soms gebruik van typebestekken. Ze worden gebruikt voor meerdere werken en men vult dan aan naargelang de noden en behoeften van het uit te voeren werk. De technische beschrijving, alle producten, werkmethoden, vereisten, enz. zijn volledig uitgeschreven zonder gebruik te maken van merknamen.
4.9.3. Technische dossiers opgesteld voor particuliere bouwheren
In tegenstelling tot de publieke bouwheren, waar je alles
uitgeschreven terugvindt, verwijst men in dossiers voor particulier gebruik meermaals naar de normen (STS, En, … ) en wettelijke bepalingen waaraan het werkstuk moet voldoen.
Als er een nauwe samenwerking is tussen de ontwerper, de particuliere bouwheer en de uitvoerder kan de omschrijving beperkt worden tot een korte omschrijving van de materialen en een meetstaat.
Bij de omschrijving van de materialen gebruikt men soms merknamen om opzoekingwerk en lange omschrijvingen te vermijden.
Bij de technische beschrijving van meubels geeft men de te gebruiken materialen aan met hun eigenschappen en de voorgestelde afwerking.