• No results found

van het 41e congres van de Leidse Bond van Amateurtuinders, gevestigd te Leiden en aldaar gehouden op 20 mei 1999.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "van het 41e congres van de Leidse Bond van Amateurtuinders, gevestigd te Leiden en aldaar gehouden op 20 mei 1999."

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V.—\.\'

DIEPEN' VAN DER KROEF LENIOR

\lÏ'--.'l \I'C.‘

lli&lssïúì.dgmjg@ van het 41e congres van de Leidse Bond van Amateurtuinders, gevestigd te Leiden en aldaar gehouden op 20 mei 1999.

De voorzitter stelt voor het agendapunt 3 ‘Concept herziene statuten van de Leidse Bond van Ama- teurtuinders’ te behandelen, zoals vermeld in de in maart 1999 aan de leden toegezonden beschrij-

'

vingsbrief van het 41e congres.

De voorzitter stelt vast dat het voor een rechtsgeldig te houden congres (algemene. vergadering) benodigde aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, zodat voldaan wordt aan het bepaalde in

-

artikel 19 lid 4 van de statuten. Voorts stelt de voorzitter vast dat de in artikel 19 vermelde termijnen in acht zijn genomen

De voorzitter stelt de in de beschrijvingsbrief opgenomen concept Statuten, gedateerd 11 maart 1999, aan de orde, welk concept tot geheel nieuwe statuten zal leiden. Het concept wordt hier als herhaald en ingelast beschouwd.

De vergadering besluit met de vereiste meerderheid de navolgende wijzigingen in het concept aan te brengen, waarbij verwezen wordt naar de regelnummers van het concept:

28. Het lidwoord “De" voor Leidse Bond” vervalt.

_

63. Aan het bepaalde van artikel 4 lid_ 1.c. wordt achter (persoonlijke leden) toegevoegd “Tot persoonlijk lid kunnen alleen diegenen worden benoemd die de afgelopen vijfjaar niet als lid

'

van een tuinvereniging van de bond zijn geroyeerd.”

96. Het tweede woord “kan“ vervalt.

179. Na “mate” en voor “strijd" toevoegen “in".

281. Het woord “bestuurs-” vervangen door “bestuursvergaderingen”.

404. Het woord “worden" vervangen door “wordt".

452. Het woord “kascontrole" vervangen door "kascommissie".

Na discussie stelt de voorzitter vast dat de aanwezige en vertegenwoordigde leden met meer dan twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen, zoals vereist conform art. 19 lid 4 van de statuten, de nieuwe statuten met de weergegeven wijzigingen hebben aangenomen en vraagt machtiging aan de het congres om deze statuten te doen verlijden, waartoe het congres besluit.

Leiden, 20 mei 1999

Voorzitter

-

Secretaris

(2)

STATUTENWIJZIGING

Heden, negenentwintig juli negentienhonderd

———————————————————————

negenennegentig, verscheen voor mij, Mr Herman Dirk

———————————————

Teenstra, notaris ter standplaats Leiden:

—————————————————————————

de heer Hendricus Maria de Groot, ambtenaar, ——————-4

——————————

wonende te 2312 EN Leiden, Van Banchemhof 22,

—————————————————

geboren te Leiden op twintig juli negentienhonderd 4

———————————

vijfenvijftig, zich legitimerende met zijn europese

———————————

identiteitskaart, nummer T03223967, uitgegeven te

—————————————

Leiden op twintig april negentienhonderd

——————————————————————

vijfennegentig, gehuwd,

———————————————————————————————————————

ten deze handelende als gevolmachtigde van:

———————————————————————

de statutair te Leiden (feitelijk adres: Boerenpad

————————————

5, 2322 LA Leiden) gevestigde vereniging:

————————_—————————————

DE LEIDSE BOND VAN AMATEUR TUINDERS, ingeschreven

—————————————

in het handelsregister beheerd door de Kamer van

——————————————

Koophandel te Leiden sedert vier juni

—————————————————————————

negentienhonderd achtenzestig onder nummer

————————————————————

40446009.

—————————————————————————————————————————————————————

Van voormelde volmacht blijkt uit een uittreksel van de ——e

————————

notulen van de algemene ledenvergadering de dato

——————————————————

twintig mei negentienhonderd negenennegentig hetwelk

——————————————

aan deze akte zal worden gehecht.

—————————————————————————————————

Van het bestaan van voormelde volmacht is mij, notaris,

———————————

genoegzaam gebleken. ——————————————————-——4

————————————————————————

De comparant is ingevolge voormelde volmacht bevoegd

——————————————

tot het verlijden dezer akte ingevolge artikel 19 lid 4

———————————

van de statuten der vereniging.

———————————————————————————————————

De comparant, handelend als gemeld, verklaarde:

———————————————————

dat genoemde vereniging werd opgericht op vier juni

—————————————

negentienhonderd achtenzestig;

————————————————————————————————————

- dat de statuten laatstelijk zijn gewijzigd bij akte ---

op êénentwintig november negentienhonderd negentig

————————————————

verleden voor Mr Johannes Karstens destijds notaris ter

———————————

standplaats Leiden;

———————————————————————————————————————————————

- dat in de algemene ledenvergadering van twintig mei

—————————————

'negentienhonderd negenennegentig is besloten over te

——————————————

gaan - dat tot van wijziging dit besluit van de statuten; ---

en de inhoud blijkt uit voormeld

————————————

uittrekSel van de notulen van de algemene

——————

»

——————————————————

ledenvergadering; ---

dat derhalve de statuten bij deze akte worden ---

(3)

gewijzigd en geheel luiden als volgt:

—————————————————————————————

———————

…… 1:

Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel

U1|PLIJM

02)

10. 11:

12:

13: 14:

15:

Naam, zetel en duur;

Rechtsbevoegdheid en organen; ______________

Doel;

Leden;

Rechten, plichten en verplichtingen van de

leden;

Rechten en verplichtingen met betrekking

———

tot de tuin;

Tuchtrechtspraak;

——————————————————————————

Einde lidmaatschap;

————————————————————————

Bondsbestuur;

Dagelijks bestuur en voorzitter;

———————————

Taak en bevoegdheden bondsbestuur;

—————————

_Vertegenwoordiging;

————————————————————————

Commissies;

Besluitvorming;

————————————————————————————

Nietigheid en vernietigbaarheid van

————————

besluiten;

Congres;

Bijeenroeping congres;

Toegang congres;

Agenda;

Rekening en verantwoording;

————————————————

Geldmiddelen;

——————————————————————————————

Reglementen en uitvoeringsbesluiten;

Statutenwijziging, en

——————————————————————

Ontbinding en vereffening

——————4 ———————————

NAAM, ZETEL EN DUUR

————————————————

————————————————————————

Artikel 1

l. De vereniging draagt de naam: Leidse Bond van

—————————————————

Amateurtuinders,

verder aan te duiden als:

2. De bond heeft zijn zetel te de Leiden. bond.

in de statuten en reglementen

—————

3. De bond is opgericht op vier juni negentienhonderd

————————————

achtenzestig en is aangegaan voor onbepaalde tijd.

————————————

4. De bond is ingeschreven in het Handelsregister, dat

———————————

gehouden wordt door de Kamer van Koophandel en

————————————————

(4)

Fabrieken voor Rijnland te Leiden.

———————_—————————————————————

5. De bond is lid van het Algemeen Verbond van

———————————————————

Volkstuinders Verenigingen in Nederland (AVVN).

———————————————

——————————

'—-——— RECHTSBEVOEGDHEID EN ORGANEN -——————-——j—————-—-—-—

———————————————————————

Artikel 2 ——_-———---——————————————————-Ä--

1. De bond is een vereniging met volledige

———————————————————————

rechtsbevoegdheid.

—————'———————————————————————————————————————

2. Organen van de bond zijn: het bondsbestuur, het

———————————————

dagelijks bestuur, het congres, de tuchtcommissie

—————————————

en de commissie van beroep, alsmede personen en

———————————————

commissies die op grond van de Statuten door het ————-_-—————f—

congres zijn belast met een nader omschreven taak

————— ————————

en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is

——————————————————

toegekend. -———-————4-——-—-————-—-———————T

—————————————————————

__________________________ @ ___________________________________

_____;;;;Ä ________ ; _____ Artikel 3 _-_________-__ __________________

1. De bond stelt zich ten doel de belangen van het

———————————————

volkstuinwezen in Leiden en omgeving te bevorderen

————————————

en te Stimuleren, een en ander in de ruimste zin

——————————————

des woords.

———————————————————————————————————————————————————

2. De bond_tracht dit doel onder meer te bereiken

————————————————

door:

—————————————————————————————————————————————————————————

a. het trachten te verkrijgen van geschikte

——————————————————

terreinen bestemd voor volkstuinen, zo mogelijk

———————————

met een permanent karakter; —-—————-——--—4

—————————————————

b. het maken van bindende afspraken met de

———————————————————

gemeentelijke overheid en eventuele andere

————————————————

overheden omtrent de exploitatie van de

———————————————————

terreinen bestemd voor volkstuinen en het

—————————————————

beschikbaar stellen van bedoelde terreinen aan

————————————

tuinverenigingen;

———————————————————

Ê-——————-—--———-À

—————

c. het bevorderen van de belangstelling voor het

—————————————

tuinieren als amateur;

————————————————————————————————————

d. het periodiek schriftelijk verstrekken van

————————————————

informatie; ————-—é

————————————————————————————————————————

e. het bevorderen van het oprichten van

——————————————————————

tuinverenigingen in Leiden en omgeving;

———————————————————

f. het samenwerken met andere bonden en/of

———————————————————

tuinverenigingen in Nederland. ---

(5)

--- LEDEN -———————————-—-———-——-—--—-—---———-

--- Artikel 4 ————--——--———--—-——--————-——————

1. De bond kent als lid:

—————————————————————————————————————————

a. verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid

——————————————

die het in artikel 3 gestelde doel beogen ——-——-———Ê

———————

(tuinverenigingen);

———————————————————————————————————————

b. meerderjarige natuurlijke personen die zich

———————————————

voor het lidmaatschap van een tuinvereniging en

———————————

daardoor tevens voor het lidmaatschap van de

——————————————

bond hebben aangemeld en bij de tuinvereniging

———————

r----

een tuin in gebruik hebben (tuinleden);

—————————————————

f-

c. meerderjarige natuurlijke personen, die lid —-——-——

————————

zijn van de bond maar niet van een

————————————————————————

tuinvereniging (persoonlijke leden). Tot_

——————————————————

persoonlijk lid kunnen alleen diegenen worden

—————————————

benoemd die de afgelopen vijf jaar niet door

——————————————

_

een tuinvereniging van de bond zijn geroyeerd.

————————————

2. Het congres beslist over de toelating van

—————————————————————

tuinverenigingen en persoonlijke leden.

———————————————————————

3. Een tuinvereniging beslist over de toelating van de

———————————

tuinleden met inachtneming van het in de statuten

—————————————

van de tuinvereniging daaromtrent bepaalde. Een

———————————————

door een tuinvereniging toegelaten lid is tevens

——————————————

als lid van de bond toegelaten. Een tuinvereniging

————————————

zal in haar statuten bepalen dat niet tot het

—————————————————

lidmaatschap wordt toegelaten degene die voordien‘

—————————————

door een andere tot de bond behorende ———--—————————————f

——————

tuinvereniging is geroyeerd of door die

———————————————————————

tuinvereniging het lidmaatschap is opgezegd.

——————————————————

4. Indien het bondsbestuur niet tot toelating van een

————————————

tuinvereniging of een persoonlijk lid besluit,

————————————————

deelt zij dit de betrokkene met opgave van redenen

————————————

schriftelijk mee. Op verzoek van de betrokkene kan

————————————

de commissie van beroep tot toelating besluiten.

——————————————

5. De wijze van toelating van leden kan nader worden

—————————————

geregeld in een reglement.

————————————————————————————————————

'6. a. Op voorstel van het bondsbestuur kan het

——————————————————

congres een natuurlijk persoon die zich voor

——————————————

het amateur tuinieren in het algemeen of voor ---

u

(6)

de bond in het bijzonder verdienstelijk heeft

—————————————

gemaakt, het predikaat "ere—lid" verlenen.

————————————————

b. Op voorstel van het bondsbestuur kan het -—f

———————————————

congres een natuurlijk persoon die zich voor de

———————————

bond verdienstelijk heeft gemaakt, het

——————————————————

é—‚

predikaat "lid van verdienste" verlenen.

———————4 ——————————

—————————

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN —-————————————————

—————————————ëié

————————

Artikel 5

————————————————————————————————

1. Leden van de bond zijn verplicht:

—————————————————————————————

a. de Statuten en reglementen van de bond, de

————————————————

besluiten van haar organen na te leven; -——————————è

—————

;—

b. de belangen van de bond, van een tuinvereniging ————7

——————

en/of van het amateur tuinieren in het algemeen

———————————

niet te schaden; --———-————————-—————-—e

———————————————————

c. de door de overheid ter zake van het gebruik

——————————————

van tuinen aan de bond gegeven voorschriften

——————————————

en/of aanwijzingen na te leven;

———————————————————————————

d. _alle overige verplichtingen welke de bond in

——————————————

naam van haar leden aangaat, of welke uit het

—————————————

lidmaatschap van de bond voortvloeien, te

—————————————————

aanVaarden en na te komen.

————————————————————————————————

2. Tuinverenigingen zijn bovendien verplicht in hun

——————————————

statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan

————————————

hun tuinleden zich verplichten tot de bond als lid

————————————

toe te treden en de door de bond aan tuinleden

————————————————

opgelegde Verplichtingen na te komen.

——————————————

_

———————————

3. Het congres is bevoegd aan de leden verplichtingen

————————————

van financiële en andere aard op te leggen en ook

—————————————

om ten behoeve van de leden verbintenissen aan te

—————————————

gaan. ———————————---——————————————————--f

——————————————————————

4. De bond kan, voor zover uit de Statuten niet het

————————-————Ê—

tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden

———————————————

rechten bedingen en, voor zover dit in de Statuten

————————————

uitdrukkelijk is bepaald, te hunnen laste

—————————————————————

verplichtingen aangaan. Tenzij een lid zich

———————————————————

hiertegen verzet, kan de bond ten behoeve van een

—————————————

lid nakoming van die rechten en schadevergoeding

——————————————

vorderen.

—————————————————————————————————————————————————————

5. _Tuinverenigingen zijn verplicht de door het congres

———————————

_

(7)

vastgestelde jaarlijkse afdracht aan de bond te ---

voldoen. ______________________________________________________

5- Indien een lid niet tijdig aan zijn financiële ---

verplichtingen voldoet, is het vanaf de vervaldatum ---

_

"in verzuim en aan de bond de wettelijke rente _________________

verschuldigd. Indien het lid na een nieuw gestelde —4

——————————

termijn nog niet volledig aan zijn financiële _________________

verplichtingen heeft voldaan, is het voorts ---

vijftien procent (15%) aan buitenrechtelijke kosten

———————————

verschuldigd. —---_-_-___________-_____-__________l _______

TOELATING EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE TUIN ____________

————————————————————————

Artikel 6 ————————-————————————————ä————-—

1- De tuinvereniging aanvaardt het door de bond aan -—--—----—--__

haar voor de duur van het lidmaatschap in gebruik _____________

gegeven tuincomplex in de staat waarin deze ___________________

verkeert en vrijwaart de bond van alle zichtbare en

———————————

onzichtbare gebreken. --4 ______________________________________

2- De tuinvereniging verplicht zich het tuincomplex ---

door onderhoud in goede staat te houden. ______________________

3- De tuinvereniging is verplicht er op toe te zien ______________

dat de grond van het bij haar in gebruik zijnde _______________

tUincomplex niet wordt vervuild, ______________________________

4- De tuinvereniging verplicht zich het natuurlijk _______________

tuinieren te bevorderen. ______________________________________

5- De tuinvereniging is gehouden voor het gebruik van ____________

het hen toegewezen tuincomplex een jaarlijks door ‚ ____________

het congres VâSt te stellen vergoeding te voldoen, ____________

welke per tuinvereniging kan verschillen. _____________________

6- De tuinvereniging verplicht zich bij beëindiging ______________

van haar lidmaatschap van de bond het in gebruik _____________ ;

verkregen tuincomplex op eerste verzoek van het _______________

bondsbestuur op de uiterlijk door het bondsbestuur ____________

bepaalde datum aan de bond in goede staat op te _______________

leveren. Voor zover de leden van de tuinvereniging ---

hun bouwsels en beplantingen niet ten tijde van de ---

Oplevering hebben verwijderd, zal het bondsbestuur ____________

deze - voor rekening van degene die het _______________________

lidmaatschap opzegt

doen taxeren. De leden‘van de

———————————

tuinvereniging kunnen alsdan hun bouwsels en __________________

(8)

1.

l.

beplantingen voor ten hoogste het bedrag van de

———————————————

getaxeerde waarde te koop aanbieden aan de leden

——————————————

van de nieuwe tuinvereniging aan wie dat

——————————————————————

tuincomplex in gebruik zal worden gegeven. Het

—————————————————

bondsbestuur kan een en ander aan een termijn -—-——————————-é——

binden en voorts die besluiten nemen die het naar

—————————————

-redelijkheid en billijkheid gewenst acht om

——————————————————— »

uiteindelijk tot een afwikkeling van het voormalig

————————————

lidmaatschap van de tuinvereniging te komen.

——————————————————

--- TUCHTRECHTSPRAAK ----—-——--—-———--—f-——---

--- Artikel 7 -—---—--—---———---—---

In het algemeen is strafbaar elk handelen of 4 _________________

nalaten: ______________________________________________________

a. dat in strijd is met de Statuten en reglementen

———————————

van de bond en met de besluiten van een orgaan —————e

——————

van de bond; ______________________________________________

b- dat de belangen van de bond of van een orgaan, ---

dan wel van de volkstuinderij in het algemeen ---

schaadt. __________________________________________________

In geval van overtreding van het bepaalde in lid 1 ____________

\

zijn de leden onderworpen aan de tuchtrechtspraak, ---

als uitgeoefend door de in lid 3 genoemde organen, ____________

Met de tuchtrechtspraak in de bond zijn belast: _______________

a. in eerste aanleg: de tuchtcommissie; "_"”? _________________

b. in hoger beroep: de commissie van beroep, _________________

De leden van de tuchtcommissie en commissie van _______________

beroep worden benoemd op de wijze als bepaald is in

———————————

het TuChtreglement. Het lidmaatschap van deze _________________

commissies is onverenigbaar met het lidmaatschap ______________

van het bondsbestuur en van het congres, _____________________

De competentie, samenstelling, bevoegdheden en ___________

'

_____

werkwijze van de tuchtcommissie en commissie van ______________

beroep, alsmede de overtredingen, straffen en _________________

procesgang worden nader geregeld in het ---

Tuchtreglement.

———————————————————————————————————————————————

-

—————————————

‘-- EINDE LIDMAATSCHAP ---—---—-—-—-f——

—————————————————————

Artikel 8 ——————————————--————————-———--—

Het lidmaatschap van de bond eindigt:

——————°——————————————————

a. van tuinverenigingen door opzegging, door

————————————————

(9)

ontbinding Of door royement; ______________________________

van tUinleden en persoonlijke leden door ---

overlijden, door opzegging door het lid of door

———————————

Opzegging of royement door de bond of door de' _____________

tuinvereniging. ___________________________________________

De bond kan het lidmaatschap opzeggen wanneer

—————————————

een lid heeft opgehouden te voldoen aan de ---

V€reiSten die de Statuten aan het lidmaatschap ---

stellen, wanneer een lid tegenover de bond niet

———————————

aan zijn verplichtingen voldoet, en voorts met

———————————

onmiddellijke ingang wanneer redelijkerwijs van

———————————

de bond niet kan worden gevergd het ---

lidmaatschap te laten voortduren. _________________________

Een lid kan het lidmaatschap met onmiddellijke ____________

ingang beëindigen: ________________________________________

- wanneer redelijkerwijs van hem niet kan _______

________

worden gevergd het lidmaatschap te laten ______________

voortduren; ___________________________________________

- binnen een maand nadat een besluit, waarbij

———————————

zijn rechten zijn beperkt of verplichtingen —-————-——-e

Zijn verzwaard, het lid. is bekend geworden ____________

of meegedeeld, in welk geval het besluit ______________

dan niet op hem van toepassing is. Deze _______________

bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet

———————————

toe wanneer rechten en verplichtingen _________________

worden gewijzigd die in de Statuten en ________________

reglementen nauwkeurig zijn omschreven, _______________

wijziging van geldelijke rechten en ---

verplichtingen daaronder begrepen; ____________________

' binnen een maand nadat hem een besluit is ______________

meegedeeld tot omzetting van de bond in een

———————————

andere rechtsvorm of tot fusie of _____________________

splitsing. ____________________________________________

Opzegging namens de bond gebeurt schriftelijk _____________

door het bondsbestuur. ---—---_-_______________; ...

Opzegging van het lidmaatschap door de ________________ e--_

tuinvereniging of door het persoonlijk lid ________________

gebeurt schriftelijk bij het bondsbestuur. ________________

Opzegging van het lidmaatschap van de bond door

———————————

(10)

een tuinlid geschiedt schriftelijk bij zijn

———————————————

tuinvereniging. Door de beëindiging van het

———————————————

lidmaatschap van de tuinvereniging eindigt ook

————————————

het lidmaatschap van het tuinlid van de bond,

—————————————

tenzij het tuinlid aansluitend lid wordt van ———-—————--4—-

een andere tuinvereniging van de bond.

————————————————————

a. Opzegging van het lidmaatschap van of door een

—————————————

tuinvereniging kan slechts plaatsvinden tegen 1

————————————

het einde van het boekjaar en met inachtneming

————————————

van een opzeggingstermijn van vier weken. Een

—————————————

opzegging in strijd hiermede doet het

—————————————————————

lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten

———————————

tijdstip, volgende op de datum waartegen was

——————————————

opgezegd.

—————————————————————————————————————————————————

b. In ieder geval kan het lidmaatschap door een

——————————————

tuinvereniging worden beëindigd door opzegging

————————————

tegen het einde van het boekjaar volgend op dat

———————————

waarin werd opgezegd en in de genoemde gevallen

———————————

met onmiddellijke ingang.

—————————————————————————————————

c. Tuinleden kunnen hun lidmaatschap van de bond

—————————————

opzeggen met inachtneming van het in de

———————————————————

statuten van de tuinvereniging bepaalde.

——————————————————

a. Royement (ontzetting) kan alleen worden

———————————————————

uitgesproken door de tuchtcommissie en in

—————————————————

beroep door de commissie van beroep wanneer een

———————————

lid in ernstige mate in strijd handelt met de

—————————————

Statuten, reglementen of besluiten van de bond,

———————————

dan wel de bond op onredelijke wijze benadeelt.

———————————

'b. Het besluit tot royement wordt door een

———————————————————

aangetekende brief aan het lid meegedeeld. -—-——--———————f-

c. De betrokkene kan binnen een maand na ontvangst

———————————

van bedoelde mededeling in beroep gaan bij de

—————————————

commissie van beroep. Gedurende de

————————————————————————

beroepstermijn en hangende het beroep is het

——————————————

lid geschorst.

————————————————————————————————————————————

In geval van beëindiging van het lidmaatschap van

—————————————

een tuinvereniging door opzegging, royement of

————————————————

ontbinding is het bepaalde in artikel 6 van

———————————————————

toepassing. -»—

————————————————————————————————————————————————

(11)

7; Behalve in geval van overlijden en royement,' blijft

———————————

'

niet een lid heeft dat heeft voldaan opgezegd aan zijn geldelijke nog lid zolang --- het lid -—:

'

___________

——————————

verpliChtingen tegenover de bond, of zolang enige

—Á

---

andere aangelegenheid waarbij het lid betrokken is ————-—e

—————

niet is afgewikkeld, de tenuitVoerlegging van een- ---

opgelegde straf en het ontruimd opleveren van een 4———---4

—————

" tuincomplex daaronder begrepen. In bedoelde ______ ; ____________

gevallen Stelt het bondsbestuur de datum vast

————————————————

'-

waarop het lidmaatschap eindigt e-'--e---_-_-_-___-______5L___-

——————————————————————

BONDSBESTUUR —---___;______________

————————————————————————

Artikel 9 ————————-—————————————-—————-—--

1- a- Het bestuur van de bond (bondsbestuur) bestaat ____________

uit meerderjarige personen »—---_---__— ______________

b. Drie bondsbestuursleden, zijnde voorzitter, ;1..;

——————————

secretaris en penningmeester, worden door het _____________

congres benoemd uit de tuinleden of de —-_- ________________

persoonlijke leden. --- 1 ______________

c. De overige bondsbestuursleden worden door de ______________

tuinverenigingen uit de tuinledén benoemd, ---

waarbij elke tuinvereniging twee ---

bondsbestuursleden benoemt, zodanig dat een _______________

bondsbestuurslid door het bestuur en één ---

bondsbestuurslid door de algemene vergadering _____________

van de tuinvereniging wordt benoemd. ______________________

2- a. De door het congres te benoemen

———————————

é-__ ____________

bondsbestuursleden worden kandidaat gesteld _______________

door het bondsbestuur en/of door ten minste

———————.

---

twee tuinverenigingen. ____________________________________

b. De kandidaatstelling en benoeming van de door ___-___-_-_4_

de tuinverenigingen te benoemen ___________________________

bondsbestuursleden gebeurt met inachtneming van

———————————

de Statuten van de desbetreffende _________________________

tuinvereniging. -— _________________________________________

3- Van de bondsbestuursleden worden de voorzitter, _______________

secretaris en penningmeester in functie benoemd. De

———————————

overige bondsbestuursleden verdelen hun functies in

———————————

'Onder-ling overleg. __________________________

'

__________________

4. De functie van bondsbestuurslid is niet verenigbaar

———————————

(12)

met het zijn van bondsafgevaardigde en met

———— ————————————————

lidmaatschap van de tuchtcommissie, de commissie

——————————————

van beroep en de kascommissie._—-———--—--————-———-——4

——————————

5. De leden van het bondsbestuur worden benoemd voor

—————————————

de duur van drie jaar. Aftredende bestuursleden ———————————_Á--

zijn terstond aansluitend herkiesbaar.

————————————————————————

6. Ieder bondsbestuurslid is tegenover de bond ———-—À

—————————————

gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn

——— ———————————

taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot

———————————

de werkkring van twee of meer bondsbestuursleden

——————————————

behoort, is ieder van hen voor het geheel —-—5

—————————————————

aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij

———————————

deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig

————————————

is geweest in het treffen van maatregelen om de

———————————————

gevolgen daarvan af te wenden. —-—-

————————————————————————————

7. a. Een bondsbestuurslid kan, ook al is hij voor

——————————————

een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door

————————————

het congres worden geschorst en ontslagen. ———--————-—--———

b. Over de schorsing en het ontslag besluit het

——————————————

congres met een meerderheid van twee/derde van

————————————

de uitgebrachte stemmen. Een schorsing eindigt

————————————

indien het congres niet binnen drie maanden tot

———————————

ontslag heeft besloten. Het betrokken -—————————————4

——————

bondsbeètuurslid kan zich ter vergadering.

—————————————————

verdedigen. —————————————-—————————e

———————————————————————

8. Het lidmaatschap van bondsbestuur eindigt door

————————————————

overlijden, door ontslag en bedanken.

—————————————————————————

FUNCTIES BONDSBESTUUR, DAGELIJKS BESTUUR EN VOORZITTER

————————————

————————————————————————

Artikel 10 -———————————-—f—-—————-—————-—-

1. Het bondsbestuur kent de functies van vodrzitter, —-—-—————---—

secretaris, penningmeester, tweede voorzitter,

————————————————

tweede secretaris en tweede penningmeester en +---—

————————————

overige bestuursleden.

————————————————————————————————————————

2. De bond kent een dagelijks bestuur dat in ieder

———————————————

geval bestaat uit de voorzitter, secretaris en

————————————————

penningmeester.

———————————————————————————————————————————————

3. De voorzitter heeft de algemene leiding van de

————————————————

bond. Hij is bij officiële vertegenwoordiging van

—————————————

de bond de woordvoerder, tenzij hij deze taken aan ---

(13)

een ander heeft overgedragen. In geval van

————————————————————

verhindering wordt de voorzitter vervangen door de_

————————————

vice-voorzitter of bij verhindering van deze

——————————————————

laatste door een door het bondsbestuur aan te

————————————————

Wijzen bestuurslid. ————--———-————

—————————————————————————————

Het bondsbestuurslid dat ontslagen of geschorst is

————————————

of zijn functie heeft beëindigd, is verplicht de in

———————————

zijn bezit zijnde administratie en eigendommen van

————————————

de bond binnen veertien dagen over te dragen aan

——————————————

een door het bondsbestuur aangewezen

——————————————————————————

bondsbestuurslid.

In bestuursvergaderingen heeft elk bondsbestuurslid ———-————-f—

één stem. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.

————————————

In spoedeisende gevallen kan het bondsbestuur in —4

————————————

een telefonisch te houden vergadering besluiten

———————————————

nemen. Alle leden van het bondsbestuur worden voor

————————————

het deelnemen aan deze vergadering uitgenodigd.

———————————————

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BONDSBESTUU'R —-—/ ---

——————-———

——————————————

Artikel 11

———————————————————————————————

Behoudens de beperkingen volgens de Statuten is

———————————

het bondsbestuur belast met het besturen van de

———————————

1. a.

b.

aan de orde komt.

a.

bond. ___________________

Het dagelijks bestuur is belast met de

—————————————————————

dagelijkse leiding van de bond.

———————————————————————

—-——

Indien het aantal bondsbestuursleden beneden vijf

—————————————

is gedaald, blijft het bondsbestuur bevoegd; Het is

———————————

echter verplicht zo spoedig mogelijk een congres te

———————————

beleggen waarin de voorziening in de vacature(s)

——————————————

Het bondsbestuur is bevoegd taken en

—————————————————————

? bevoegdheden te delegeren aan het dagelijks

———————————————

bestuur. ________________

Het bondsbestuur is bevoegd onder zijn -——f

————————————————

verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van

——————————————

zijn taken te doen uitvoeren door commissies,

—————————————

die door het bondsbestuur zijn benoemd. ---

Het bondsbestuur is bovendien bevoegd

—————————————————————

werkzaamheden

al dan niet tegen betaling

---

aan derden Op te dragen.

(14)

4. Het bondsbestuur ziet toe op de naleving Van de ——r=

———————————

statuten en reglementen en is belast met de —:ff

———————————————

uitvoering van besluiten van het congres. ‚———e

—————————*————————

5. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van

———————————

het congres bevoegd te besluiten tot het aangaan

————————————

"_—

van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of,

———————————

bezwaring van registergoederen en tot het aangaan

—————————————

van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg of

———————————

hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een

————————————_

derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling

———————————————

voor een schuld van een ander verbindt.

—————————————————.——————

6; Het bondsbestuur is niet bevoegd beslissingen te

——————————————

'

nemen, waarvan de financiële verplichtingen de voor

———————————

dat boekjaar vastgestelde begroting in totaal met

———————'——————

meer dan tien procent (10%) overschrijden..

————————————————————

————————————————————

VERTEGENWOORDIGING --————-—————_—_—-————---————-

————————————————————————

Artikel 12 ----—:————————————-—-—-—-——————

1. De bond wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd

———————————— »

door het bondsbestuur en ook door twee leden van ———————4

——————

het bondsbestuur gezamenlijk, van wie één de ——4—-—e————5

——————

voorzitter, secretaris of penningmeester is.

——————————————————

2. Personen aan wie hetzij op grond van de Statuten,

—————————————

hetzij op grond van volmacht

——————————————————————————————————

vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, ,

—————————————————

oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe

———————————

een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het --r-—--—*

——————

aangaan van de betreffende rechtshandeling is —f————-———4

——————

besloten.

————————.————————————————————

-—-——<

—————

-f————————4

——————

—-—--—-—---——-—-—…

———————

COMMISSIES

————-_ ——————————————————————————

————————

-——————————————— Artikel 13 ——-f-———4--———————-———————————-

1. a. Het bondsbestuur en het congres zijn bevoegd ———————4

——————

…permanente en tijdelijke commissies in te_r

————————————————

stellen, alsmede hun benoeming, samenstelling,

—————————f——

taken en bevoegdheden te regelen‚_voor zover

——————————————

deze niet geregeld zijn in de Statuten of in —-—————4

——————

andere reglementen. —rf—————---———-———-———--————————f

——————

b. Commissies zijn verantwoording verschuldigd aan

———————————

het orgaan dat hen heeft ingesteld. ——f——fr———-—————è ---

2. &. Bij de instelling van een commissie.wordt het

—————————————

(15)

aantal leden Van die commissie vastgesteld. ---

Tenzij de leden van bedoelde commissie in --- ‚_5 ______

functie zijn benoemd, benoemt elke commissie ---

Uit haar midden een voorzitter en een _____________________

secretaris. --- ;----r __________________________________

b- In de reglementen kan worden bepaald dat in .' ______________

commissies ook niet—leden van de bond kunnen ______________

worden benoemd. ___________________________________________

3- Tenzij anders commissies benoemd wordt bepaald, worden leden van ---

voor de duur van drie jaar. De -———7

————————

leden treden af volgens een door de commissie -———--4

——————————

Opgesteld rooster en zijn aansluitend ---

herbenoembaar. ________________________________________________

——————————————————————

BESLUITVORMING —---—-——-——---————-—'-————————

"-“---?

—————

Artikel 14 ---

1- a. De voorzitter van het bondsbestuur leidt de _______________

bestuursvsrgaderingen en de congressen. ___________________

b. De voorzitter stelt in de vergaderingen de orde

———————————

van de Vergadering vast, behoudens het recht ______________

van_genoemde vergaderingen om daarin wijziging ---

te brengen. De voorzitter sluit de ---

beraadslagingen indien hij meent dat de

—————————

;

—————————

vergadering voldoende is ingelicht

maar is ---

verplicht deze weer te openen, indien een/derde

———————————

van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde _____________

bondsafgevaardigden het verlangen hiertoe _________________

kenbaar maakt. ____________________________________________

2- Op het congres kunnen alleen besluiten worden _________________

genomen over onderwerpen die op de agenda zijn ---

vermeld, ten2ij het congres anders besluit, ---

3. Tenzij in de Statuten of in een reglement anders is

———————————

bepaald, worden besluiten in het bestuur, op het ______________

congres en in Commissies genomen met een ---—---_______r__

meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder ________________

meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de

———————————

uitgebrachte stemmen. Staken de stemmen dan is geen

———————————

meerderheid behaald en is het betreffende voorstel ---

verworpen. ____________________________________________________

4- af De stemming over personen gebeurt schriftelijk ____________

(16)

met gesloten stembriefjes, tenzij de ______

————————————————

betreffende vergadering een schriftelijke.

—————————————————

stemming niet nodig acht…

—————————————————————————————————

b. De stemming over zaken gebeurt mondeling, ---r

—————————————

tenzij de voorzitter of de vergadering een ——————-————-—L——

schriftelijke stemming gewenst acht.

——————————————————————

c. De betreffende vergadering kan ook bij

———————————————————

acclamatie besluiten. ——————-———-—--———f

———————————————————

5. Indien bij een stemming over personen bij de eerste ——-ë

———————

stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte

———————————

stemmen heeft verkregen, wordt een tweede stemming

———————

74Ïî—

gehouden. Verkrijgt ook bij deze tweede stemming

———————— Á

---

niemand de meerderheid van de uitgebrachte stemmen,

———————————

dan vindt een herstemming plaats tussen de personen ——4

————————

die het hoogste aantal stemmen hebben verkregen.

——————————————

6. Bij een schriftelijke stemming benoemt de

——————————————————————

voorzitter een stembureau van drie personen.

——————————————————

7. a. Het door_de voorzitter uitgesproken oordeel

———————————————

over de uitslag van de stemming is beslissend.

————————————

Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen

————————————

besluit, voor zover werd gestemd over een niet

————————————

schriftelijk vastgesteld voorstel.

————————————————————————

b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van

———————————

dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan

—————————————

wordt het te nemen besluit schriftelijk

———————————————————

vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats,

—————

«—1———

indien de meerderheid van de vergadering dit

——————————————

verlangt of

wanneer de oorspronkelijke

——————————————————

Stemming niet hoofdelijk of schriftelijk

——————————————————

gebeurde

wanneer een bondsafgevaardigde dit ——--—————-—<—

verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen

—————————————

de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke

——————————————————

stemming. -——————f

—————————————————————————————————————————

8. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige_

————————————

toepassing op de besluitvorming in commissies.

————————————————

—————————

NIETIGHEID EN VË-RNIETIGBAARHEID VAN BESLUITEN -—---

————-—--_ --- Artikel 15

———————————————————————————————

l. a. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met

———————————

de wet of met de Statuten, is nietig, tenzij

—————————————

\-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze kandidaten zouden op grond van hun plaats op de lijst ook zonder voorkeurstemmen zijn gekozen.. Wel is er sprake van een doorbreking van de

verantwoordelijk is voor de middelen waarmee de kiezer zijn keuze maakt (de stemprinter) en waarmee de stembiljetten elektronisch worden geteld (de stemmenteller) wordt

Om het programma VPT optimaal in te zetten binnen het onderwijs heeft het ministerie van BZK behoefte aan diepgaand inzicht in welke relaties in het netwerk van

In de brief wordt ook gesproken over de kosten die voor deze parkeerkaart moeten worden betaald en dat mensen door hun handicap vaak al extra kosten hebben.. Kan het college de

Voor beide categorieën afzonderlijk stelt u het aantal voor de

Voorbe.de categorieën afzonderlijk stelt u bet aanta, voorde gemeente vast. Mogelijke verklaringen voor het verschil. Hoe vaak heeft een kiezer het stembiljet

Voor een besluit tot schorsing of ontslag is een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen vereist in een vergadering waarin alle leden van de raad

- Kennis te nemen van update stand van zaken voortgang project rwzi Utrecht (Instandhouding, Sliblijn, Waterlijn).. - Het ranken van de bestuurlijke criteria op de