• No results found

Inspectierapport. BSO de Boemerang (BSO) Haitsma Mulierweg CA Winterswijk. Registratienummer In opdracht van gemeente:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport. BSO de Boemerang (BSO) Haitsma Mulierweg CA Winterswijk. Registratienummer In opdracht van gemeente:"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

BSO de Boemerang (BSO) Haitsma Mulierweg 20 7101 CA Winterswijk

Registratienummer 227737544

Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Winterswijk

Datum inspectie: 17-08-2021

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Onderzoeksopzet ... 3

Beschouwing ... 3

Advies aan College van B&W ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

Pedagogisch klimaat ... 7

Personeel en groepen ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Opvanggegevens ... 9

Gegevens houder ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Gegevens toezichthouder (GGD) ... 9

Gegevens opdrachtgever (gemeente) ... 9

Planning ... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Dit jaarlijks onderzoek heeft de toezichthouder uitgevoerd op basis van risicogestuurd toezicht.

De GGD’en in Nederland werken volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dit doen zij om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken. Uitgebreider onderzoek waar nodig, minder uitgebreid waar mogelijk.

Beschouwing

Buitenschoolse opvang de Boemerang maakt onderdeel uit van Kinderopvangorganisatie Stichting Welzijn Winterswijk B.V. (SWW). BSO De Boemerang is gevestigd in de hoofdlocatie aan de Haitsma Mulierweg 20 te Winterswijk.

Er zijn 80 kindplaatsen en 5 basisgroepen;

De Boemerang heeft 5 basisgroepen: groep Krokodil, groep Koala, groep Koeskoes, groep Kaketoe en de Plus-BSO. Groep Krokodil, groep Koala en groep Koeskoes zijn gevestigd in de gelijknamige groepsruimtes. Groep Kaketoe is een flexgroep voor kinderen die onregelmatig naar de BSO komen en is gevestigd in het atelier. De Plus-BSO is gevestigd in de gelijknamige groepsruimte boven. Dit is een BSO voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte

Inspectiegeschiedenis:

3 november 2016: tijdens het jaarlijks onderzoek is een overtreding geconstateerd t.a.v. de Verklaring Omtrent Gedrag van een stagiaire. Deze is ouder dan twee jaar.

6 februari 2017: de BSO voldoet aan de getoetste voorschriften.

17 juli 2018: de locatie voldoet aan de wettelijke voorschriften die zijn getoetst.

29 augustus 2019: er wordt voldaan aan de wettelijke voorschriften die zijn getoetst.

2020: in dit jaar heeft door de corona-crisis geen onderzoek plaats gevonden.

Bevindingen:

Uit het huidige onderzoek wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Voor dit onderwerp gelden de volgende eisen:

De houder moet een pedagogisch beleid hebben. In het pedagogisch beleid beschrijft de houder duidelijk hoe hij/zij zorgt voor verantwoorde kinderopvang. Verantwoorde kinderopvang betekent:

Het bieden van emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en sociale vaardigheden en de overdracht van waarden en normen. Ook beschrijft de houder onderwerpen zoals de indeling en grootte van de groepen, de inzet van beroepskrachten, het mentorschap en het wenbeleid.

De houder is er verantwoordelijk voor dat de beroepskrachten handelen volgens het pedagogisch beleid.

Van de beoordeelde eisen staat een beschrijving van wat bekeken, gelezen en/of besproken is.

Pedagogisch beleid

BSO De Boemerang beschikt over een pedagogisch werkplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.

Pedagogische praktijk

De wijze waarop de houder ervoor zorgt dat er op de locatie sprake is van verantwoorde

kinderopvang, een item binnen het onderdeel pedagogisch klimaat is op basis van een steekproef onderzocht. De steekproef bestaat uit een observatie van de pedagogische praktijk op de groep tijdens het bezoek.

Deze observatie is uitgevoerd op dinsdagmiddag 17 augustus 2021. Er zijn 28 kinderen aanwezig en 3 beroepskrachten. Het is zomervakantie.

Observatiemoment: vrij spel.

Op de alle aspecten van verantwoorde kinderopvang is toegezien, 2 aspecten worden beschreven:

1. A. Er wordt op een sensitieve en responsieve manier met kinderen omgegaan. Er is respect voor de autonomie van kinderen, grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen. Dit gebeurt op een manier dat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen.

2. B. Kinderen worden spelenderwijs uitgedaagd in de ontwikkeling van: motorische vaardigheden; cognitieve vaardigheden; taalvaardigheden; creatieve vaardigheden. Dit gebeurt zodanig dat kinderen in staat worden gesteld steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving.

3. C. Kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden worden bijgebracht. Kinderen worden in staat gesteld steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden.

4. D. Kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij.

(5)

Observatieaspect A:

Individuele aandacht.

Kinderen verblijven in een grote BSO, binnen de BSO zijn basisgroepen en kinderen bepalen binnen het programma waar ze willen spelen. Kinderen zoeken elkaar op. De beroepskrachten kijken naar de kinderen en laten de kinderen het initiatief nemen en zij voegen bij daar waar gewenst.

Kinderen hebben eigen initiatief.

De beroepskracht vertelt dat er structuur is. Er worden activiteiten aangeboden, waar kinderen aan deel kunnen nemen.

Kinderen gaan onderling gesprekjes met elkaar aan. Er zijn verschillende ruimtes waar kinderen kunnen spelen, de deuren naar buiten staan open dus kinderen kunnen zowel gebruik maken van binnen en buiten.

Kinderen komen tot spel.

Als een kind is gevallen en verdrietig is zoekt ze de beroepskracht op, waar zij wordt getroost.

Observatieaspect C:

Kinderen zijn deel van de groep.

Tijdens het vrije spel bepalen kinderen hun eigen spel. De beroepskrachten begeleiden de kinderen in hun spel.

Er is interactie tussen de kinderen onderling. De kinderen zoeken elkaar op en spelen samen.

Er wordt overlegd. ''Ik wil graag 2 armbandjes''. Er wordt een voorstel gedaan.

Er zijn voldoende speelmogelijkheden en spelmateriaal.

Er is mogelijkheid tot samenspel. Samen met de Lego, knutselen, fantasiespel.

Conclusie:

Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden m.b.t. verantwoorde buitenschoolse opvang.

Gebruikte bronnen

• Interview (Beroepskrachten)

• Observatie(s) (17 augustus)

• Website

• Pedagogisch werkplan (maart 2021)

(6)

Personeel en groepen

Voor dit onderwerp gelden de volgende eisen:

Binnen de buitenschoolse opvang is het verplicht om de kinderen op te vangen in vaste

basisgroepen. Er moet voldoende personeel op elke groep zijn. Hoeveel beroepskrachten nodig zijn, is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd.

De schuingedrukte tekst komt uit het pedagogisch werkplan.

Elke beroepskracht moet een geldig diploma hebben en ingeschreven staan in het Personenregister Kinderopvang. Een pedagogisch beleidsmedewerker begeleidt de beroepskrachten in hun werk.

In de basisgroepen spreken de beroepskrachten Nederlands met elkaar en met de kinderen.

Hieronder staat de beoordeling van de toezichthouder. Van de beoordeelde eisen staat een beschrijving van wat bekeken, gelezen en/of besproken is.

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

Op basis van een steekproef; de aanwezige beroepskrachten staan ingeschreven in het kinderopvang en zijn gekoppeld aan SWW Kinderopvang.

Opleidingseisen

Op basis van een steekproef; de aanwezige beroepskrachten beschikken over een passende opleiding.

De pedagogisch beleidsmedewerker beschikt over een voor de werkzaamheden passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang.

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires

De houder zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen, met dien verstande dat: - de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen voldoet.

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen.

Er zijn 4 basisgroepen: Koala, Kaketoe, Krokodil en Koeskoes.

''Bij de groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de groepen baseren we ons op de beleidsregels uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er is bij bso de Boemerang plaats voor maximaal 80 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. De kinderen, uitgezonderd de kinderen van de flexgroep, komen op vaste dagen en worden opgevangen door vaste pedagogisch medewerkers.

De kinderen worden allemaal opgevangen in een vaste basisgroep met een vaste groepssamenstelling.''

Gebruikte bronnen

• Interview (Beroepskrachten)

• Observatie(s) (17 augustus)

• Personenregister Kinderopvang

• Diploma('s)/kwalificatie(s) beroepskrachten

• Personeelsrooster (en kindlijst van week 32)

• Diploma/kwalificatie pedagogisch beleidsmedewerker(s)

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.

(art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Pedagogische praktijk

In het kader van het bieden van verantwoorde buitenschoolse opvang, draagt de houder van een kindercentrum er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:

a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt

geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen;

b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving;

c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en

vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden;

d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij.

(art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

Na inschrijving van een persoon als bedoeld in artikel 1.50 derde lid van de wet in het

personenregister kinderopvang en na koppeling met de houder van een kindercentrum kan de persoon zijn werkzaamheden aanvangen.

(art 1.48d lid 3 en 1.50 lid 4 Wet kinderopvang)

Opleidingseisen

Beroepskrachten beschikken over een passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang.

Een beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang beschikt daarbij over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij de Duitse, Engelse of Franse taal voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken beheerst op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader (ERK) voor talen.

(art 1.50 lid 1 en 2 en 1.60c lid 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 1, 2 en 19a Besluit kwaliteit kinderopvang; art 7 lid 1 Regeling Wet kinderopvang)

(8)

Pedagogisch beleidsmedewerkers beschikken over een voor de werkzaamheden passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9a lid 3 Regeling Wet kinderopvang)

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen, met dien verstande dat:

- de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een basisgroep wordt bepaald op grond van de rekenregels.

(art 1.49 lid 1, 1.50 lid 1 en 2 en 1.60c lid 1 Wet kinderopvang; art 16 lid 1, 2, 3, 4, 8 en bijlage 1 onderdeel b en c Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9c Regeling Wet kinderopvang)

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen. Een kind wordt opgevangen in één basisgroep. De maximale grootte van de basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1, onderdeel b van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 1, 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : BSO de Boemerang

Website : http://www.swwkinderopvang.nl

Aantal kindplaatsen : 80

Gegevens houder

Naam houder : SWW Kinderopvang B.V.

Adres houder : Haitsma Mulierweg 20

Postcode en plaats : 7101 CA Winterswijk

Website : www.stichtingwelzijnwinterswijk.nl

KvK nummer : 09161364

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland

Adres : Postbus 3

Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen

Telefoonnummer : 088-4433000

Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. C. Stijnman

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Winterswijk

Adres : Postbus 101

Postcode en plaats : 7100 AC WINTERSWIJK

(10)

Planning

Datum inspectie : 17-08-2021

Opstellen concept inspectierapport : 27-08-2021

Zienswijze houder : 02-09-2021

Vaststelling inspectierapport : 07-09-2021 Verzenden inspectierapport naar houder : 07-09-2021 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 07-09-2021

Openbaar maken inspectierapport : 10-09-2021

(11)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

GGD Noord- en Oost-Gelderland

t.a.v. Mw. C. Stijnman, toezichthouder GGD Noord- en Oost-Gelderland Postbus 3 7200 AA Zutphen

Winterswijk, 02 september 2021

Betreft: zienswijze houder n.a.v. inspectiebezoek bso de Boemerang, onderdeel SWW

Geachte mevrouw Stijnman,

Hierbij onze reactie op het conceptrapport d.d. 17-08-2021 naar aanleiding van het

inspectiebezoek bij bso de Boemerang op 17 augustus 2021. Wij zijn verheugd te lezen dat, de door u getoetste onderdelen op onze locatie in orde zijn en voldoen aan de kwaliteitsvoorschriften.

Ook zijn wij blij met uw positieve bevindingen betreffende onze pedagogische kwaliteit. Wij zullen in de toekomst aan onze kwaliteit blijven werken.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Vriendelijke groeten, Kim Wopereis

Leidinggevende SWW Kinderopvang/BSO

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling