• No results found

mr. A. van Hees curator

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "mr. A. van Hees curator"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

mr. A. van Hees curator

Strawinskylaan 2001 Postbus 75640 1070 AP Amsterdam Nederland

T +31 20 546 04 56 of +31 20 546 0 457

info.renevandenberg@stibbe.com www.stibbe.com/renevandenberg Datum 11 maart 2013

Inzake: Verificatie faillissement R.J. van den Berg

Geachte heer, mevrouw,

Op 15 juni 2005 heeft de Rechtbank te Amsterdam het faillissement van de heer R.J. van den Berg uitgesproken. De Rechtbank heeft mij daarbij aangesteld tot curator en mr. R.H.C. Jongeneel be- noemd tot rechter-commissaris. Mr. Jongeneel is later door mevr. mr. M.J.E. Geradts als rechter- commissaris in dit faillissement opgevolgd. U heeft zich bij mij aangemeld als schuldeiser van de heer Van den Berg in verband met door u aan hem ter beschikking gestelde gelden. In deze brief wordt u informatie gegeven over de vervolgstappen die door mij zullen worden gezet in dit faillis- sement en die voor u van belang zijn om een uitkering uit het faillissement te krijgen.

1. HET FAILLISSEMENT VAN DE HEER VAN DEN BERG

Het is – kort gezegd – de taak van de curator om de bezittingen van de failliet (in dit geval de heer Van den Berg) te gelde te maken en verder om bezittingen die mogelijk zijn weggemaakt terug te halen en te verkopen. De opbrengst daarvan dient de curator vervolgens te verdelen onder de schuldeisers volgens de wettelijke rang van hun schulden. Sommige schulden (bijvoorbeeld de meeste belastingschulden) hebben een hogere rang dan andere en dienen als eerste te worden be- taald. De rechter-commissaris houdt toezicht op de werkzaamheden van de curator.

Ik heb u in de afgelopen jaren via mijn openbare verslagen op de hoogte gehouden van de ontwik- kelingen in het faillissement. Deze openbare verslagen zijn onder meer te raadplegen op de website van mijn kantoor (www.stibbe.com/renevandenberg). Zoals u in deze verslagen hebt kunnen lezen, heeft de heer Van den Berg de door u en anderen bij hem ingelegde gelden niet, zoals hij beweerde, belegd maar grotendeels gebruikt om andere (eerdere) inleggers te betalen; er was sprake van een piramidefraude. Veel inleggers zijn daardoor benadeeld. Er zijn echter ook inleggers die aan de fraude van de heer Van den Berg hebben verdiend. Het gaat daarbij om aanzienlijke bedragen, soms enkele miljoenen euro's. Deze personen zijn in de openbare verslagen als "veelverdieners" aange- duid. Ik heb mij vooral ingespannen om de bedragen die deze veelverdieners aan de fraude van de heer Van den Berg hebben verdiend, terug te vorderen.

(2)

Omdat deze veelverdieners in de meeste gevallen niet bereid bleken hun "winst" terug te betalen, heb ik tegen een aantal van hen geprocedeerd. Helaas heeft de Hoge Raad, dat is de hoogste rechter in Nederland, ruim een jaar geleden geoordeeld dat deze veelverdieners hun "winst" mogen behou- den. Er is door mij toen nog een poging gedaan om in een naar mijn mening bijzonder geval, toch nog de "winst" van de veelverdiener op te eisen. Ook die vordering is door de rechter echter afge- wezen. Deze uitkomst is teleurstellend, maar ik zal mij bij het oordeel van de rechter moeten neer- leggen, hoe onbevredigend dat oordeel ook is. Er lopen op dit moment overigens nog twee procedu- res maar die gaan over andere feiten. Het is mogelijk dat deze procedures er toe leiden dat er nog een beperkt bedrag door de boedel zal worden ontvangen.

Nu er voor mij geen mogelijkheid bestaat het geld dat inleggers verloren hebben terug te halen bij degenen waar dat geld grotendeels terecht is gekomen (de hiervoor bedoelde veelverdieners), en voorts de bezittingen van de heer Van den Berg in binnen- en buitenland (waaronder door mij op rekeningen in Zwitserland en Liechtenstein aangetroffen bedragen) zijn verkocht of naar Nederland zijn overgeboekt, is het moment aangebroken om het faillissement af te wikkelen. Ik realiseer mij dat dit moment lang op zich heeft laten wachten. Dit is onder meer het gevolg van het volgende:

(a) door de heer Van den Berg werd geen behoorlijke administratie bijgehouden;

(b) de heer Van den Berg weigerde lange tijd elke medewerking aan de afwikkeling van het fail- lissement;

(c) de informatie die aan de curator werd verschaft bleek in veel gevallen onjuist te zijn en stuk- ken die aan de curator werden overhandigd of op andere wijze in zijn bezit kwamen waren in veel gevallen vervalst;

(d) in binnen- en buitenland moest onderzoek worden gedaan naar mogelijke bezittingen van de heer Van den Berg;

(e) uitgebreid onderzoek moest worden gedaan naar degenen die (mogelijk) van de frauduleuze activiteiten van de heer Van den Berg profijt hadden getrokken;

(f) waarna met deze veelverdieners contact is gelegd om te onderzoeken of zij bereid waren om de door hen gerealiseerde winsten af te staan; en

(g) vervolgens vele jaren lang tegen veelverdieners procedures moesten worden gevoerd bij rechtbanken, in hoger beroep bij het Gerechtshof en vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad.

Ik begrijp verder dat niet alleen de duur, maar ook de uiteindelijke uitkomst van het faillissement teleurstellend is. Doordat de door de heer Van den Berg aan veelverdieners uitgekeerde bedragen niet kunnen worden teruggevorderd, is het bedrag dat ik thans onder mij heb niet veel meer dan

€ 5 miljoen. Van dit bedrag moeten nog kosten en een belastingschuld van € 500.000 worden be- taald. Het resterende bedrag zal over alle overige schuldeisers worden verdeeld. Er hebben zich bij mij in totaal bijna 1500 schuldeisers gemeld. Hoeveel uiteindelijk aan iedere schuldeiser zal kunnen worden uitgekeerd is op dit moment niet duidelijk. Ik ga er vanuit dat de uitkering hooguit enkele procenten van ieders vordering zal bedragen. Voordat een uitkering zal kunnen plaatsvinden, zal nu eerst de vordering van iedereen die zich als schuldeiser bij mij heeft gemeld moeten worden vastge- steld. Dat vaststellen gebeurt in een faillissement in een zogenoemde verificatieprocedure. Ik zal hierna kort uitleggen hoe een dergelijke procedure verloopt en wat van u wordt verwacht. Eerst zal ik echter ingaan op de vraag hoe ik ter voorbereiding van deze verificatieprocedure de vordering van iedere inlegger voorlopig heb vastgesteld.

(3)

2. DE WIJZE WAAROP DE VORDERINGEN OP VAN DEN BERG VOORLOPIG ZIJN VASTGESTELD

De heer Van den Berg heeft geen (behoorlijke) administratie bijgehouden. Meestal werd het geld bij hem ingelegd tegen afgifte van een eenvoudige schuldbekentenis die door de heer Van den Berg was ondertekend. Helaas heb ik moeten vaststellen dat de heer Van den Berg ook valse schuldbe- kentenissen heeft afgegeven, zonder dat daar een inleg tegenover stond. Voor mij is dat, na overleg met de rechter-commissaris, een belangrijke reden geweest om voor de vaststelling van de vorde- ringen op de heer Van den Berg niet uit te gaan van de door hem afgegeven schuldbekentenissen, maar van de bedragen die inleggers op zijn bankrekeningen hebben gestort en de bedragen die via deze bankrekeningen aan hen zijn terugbetaald. Het verschil tussen de ingelegde bedragen en de ontvangen bedragen is dan de vordering op de heer Van den Berg. Dit is in feite ook de schade die een inlegger door de fraude van de heer Van den Berg heeft geleden. Dit betekent dat door mij de door de heer Van den Berg beloofde (extreme) rente niet als vordering is geaccepteerd.

Om op deze wijze de vordering van elke inlegger te kunnen vaststellen zijn de mutatiegegevens verzameld van 12 bankrekeningen die de heer Van den Berg heeft gebruikt. Deze gegevens zijn in één bestand samengevoegd en aan de hand daarvan zijn de betalingen van en aan elke inlegger vastgesteld. Een overzicht van de betalingen die tussen u en de heer Van den Berg zijn gevonden vindt u in de bijlage bij deze brief. U wordt gevraagd de juistheid van dat overzicht te controleren.

In veel gevallen zijn bij de uitbetalingen door de heer Van den Berg de namen van de inleggers na- melijk handmatig ingevoerd; daarbij zijn door de heer Van den Berg en de bank fouten gemaakt.

Verder zijn door de inleggers soms meerdere rekeningen gebruikt. Ook is niet geheel uitgesloten dat de heer Van den Berg ook nog van andere rekeningen gebruik heeft gemaakt waarvan ik de ge- gevens niet heb. Mocht u menen dat het overzicht onjuist of onvolledig is dan verzoek ik u dat aan mij kenbaar te maken. U kunt dat doen per post of per e-mail. Het postadres en ook e-mailadres vindt u in het briefhoofd. U dient dan bewijsstukken (bankafschriften) waarover u beschikt bij te voegen en nauwkeurig, met een bedrag, aan te geven wat volgens u de juiste hoogte van uw vorde- ring is.

Het kan ook zijn dat u op het overzicht van de betalingen tussen u en de heer Van den Berg in de bijlage bij deze brief niets heeft aan te merken, maar dat u meent dat uw vordering op een andere wijze moet worden vastgesteld of dat er andere redenen zijn waarom uw vordering hoger of lager is dan door mij in de bijlage bij deze brief is vermeld. Zo zou het kunnen zijn dat u meent dat uitbeta- lingen aan u moeten worden aangemerkt als "rentebetalingen" of "beleggingswinst" en niet als af- lossing. Mocht u daarom bezwaar hebben tegen de vaststelling van uw vordering zoals vermeld in de bijlage bij deze brief, dan kunt u dat eveneens aan mij per post of per e-mail kenbaar maken. Ik verzoek u nadrukkelijk om ook in dat geval bewijsstukken (bankafschriften) bij te voegen waaruit het door u gestelde blijkt. Ook in dit geval wordt u gevraagd nauwkeurig te vermelden wat volgens u de juiste hoogte van uw vordering is.

3. DE VERIFICATIEPROCEDURE

De verificatieprocedure in een faillissement heeft als doel de omvang van de vorderingen van de schuldeisers van een gefailleerde definitief vast te stellen. Deze vaststelling vindt plaats tijdens een zogenoemde verificatievergadering bij de Rechtbank. De verificatieprocedure verloopt – heel kort samengevat – volgens de volgende vijf stappen.

(4)

De eerste stap is de indiening van een vordering door een schuldeiser bij de curator. In uw geval is dat al gebeurd. Wanneer in het faillissement voldoende duidelijk is dat er waarschijnlijk een bedrag aan de schuldeisers kan worden uitgekeerd, zal de rechter-commissaris een datum bepalen voor een verificatievergadering. In veruit de meeste faillissementen is er geen geld om aan de schuldeisers uit te keren en wordt er dan ook geen verificatievergadering vastgesteld. In dit geval is er wel een verificatievergadering vastgesteld namelijk op 27 juni 2013. De verificatievergadering zal plaats- vinden in één van de zalen van het RAI Congrescentrum in Amsterdam. De exacte plaats en het tijdstip zullen nog aan u bekend worden gemaakt.

De tweede stap is de beoordeling van de ingediende vorderingen door de curator. Van de curator wordt verwacht dat hij de juistheid en de rechtmatigheid van de bij hem ingediende vordering be- oordeelt. De curator doet dat op basis van bijvoorbeeld kopieën van openstaande facturen of een contract waaruit de hoogte van een vordering blijkt en met name op basis van de financiële admi- nistratie van de gefailleerde. Wanneer de curator niet direct de juistheid of rechtmatigheid kan vast- stellen, kan hij hierover in overleg gaan met de schuldeiser. Dit overleg kan gevoerd worden tot ui- terlijk ongeveer drie weken voor de datum van de door de rechter-commissaris bepaalde verifica- tievergadering (zie stap vier). Ook deze stap is reeds gezet. Ik heb de door u ingediende vordering beoordeeld. In de bijlage bij deze brief heb ik vermeld of en ja zo tot welk bedrag ik uw vordering (voorlopig) kan erkennen. Bent u het daarmee niet eens dan kunt u dat aan mij per brief of per e- mail kenbaar maken. U dient bewijsstukken (bankafschriften) bij te voegen. Ik zal dan opnieuw naar uw vordering kijken en u verneemt vervolgens zo spoedig mogelijk van mij.

De beoordeling van de curator kan leiden tot een voorlopige erkenning van de vordering of een voorlopige betwisting ervan. De curator is verplicht om lijsten op te stellen met daarop de namen van de schuldeisers en de door hen gevorderde bedragen. De curator zal twee lijsten maken, een met de schuldeisers met voorlopig erkende vorderingen en een met de schuldeisers met een voorlo- pig betwiste vordering. In dat laatste geval wordt ook de reden van betwisting vermeld. Het kan overigens zijn dat een schuldeiser op beide lijsten wordt vermeld, namelijk in het geval zijn vorde- ring door de curator gedeeltelijk voorlopig wordt erkend. Het gedeelte dat wordt erkend komt dan op de lijst van voorlopig erkende schuldeisers, en het gedeelte dat wordt betwist op de lijst van voorlopig betwiste schuldeisers. Beide lijsten worden voor de te houden verificatievergadering openbaar gemaakt (de derde stap). De informatie op deze lijsten wordt dan ook publiek bekend.

De vierde stap is de verificatievergadering zelf. Deze vergadering wordt voorgezeten door de rech- ter-commissaris. De verificatievergadering is toegankelijk voor alle schuldeisers. Tijdens de verga- dering behandelt de rechter-commissaris de twee door de curator opgestelde lijsten: de lijst met de voorlopig erkende vorderingen en de lijst met voorlopig betwiste vorderingen. Wanneer de vorde- ringen die op de lijst met voorlopig erkende schuldeisers zijn vermeld door niemand worden be- twist, worden deze definitief vastgesteld. Niet alleen de curator maar ook iedere schuldeiser kan de vordering van een (andere) schuldeiser betwisten. Vervolgens zullen de vorderingen worden be- handeld die op de lijst met voorlopig betwiste vorderingen zijn vermeld. Wanneer de curator bij zijn betwisting van de daarop vermelde vorderingen blijft, zal de rechter over de vordering moeten beslissen. Dat laatste gebeurt in een procedure voor de Rechtbank in Amsterdam tussen de curator en de desbetreffende schuldeisers. Deze procedure heet een "renvooiprocedure". Voor het kunnen voeren van een dergelijke renvooiprocedure heeft de schuldeiser een advocaat nodig. Het is voor een schuldeiser overigens niet noodzakelijk om bij de verificatievergadering aanwezig te zijn. Ook wanneer hij niet aanwezig is, zal zijn vordering voor zover deze niet wordt betwist definitief wor-

(5)

den erkend. Voor zover zijn vordering wel wordt betwist zal deze ook wanneer hij niet aanwezig is worden verwezen naar de renvooiprocedure. Een belangrijke reden om wél op de verificatieverga- dering aanwezig te zijn, is wanneer een schuldeiser de door een andere schuldeiser ingediende vor- dering zou willen betwisten.

De vijfde stap is de uitkering. Na de verificatievergadering en na daarvoor toestemming van de rechter-commissaris te hebben gekregen, kan de curator overgaan tot het doen van een uitkering aan de schuldeisers waarvan de vordering definitief is vastgesteld. Zolang er nog procedures zijn van betwiste schuldeisers (de renvooiprocedures) zal de curator niet het hele bedrag dat hij onder zich heeft mogen uitkeren en moet hij een deel reserveren voor deze betwiste schuldeisers.

4. UW VORDERING

Ik beschouw uw vordering als ingediend op basis van de correspondentie die is gevoerd vanaf 15 juni 2005. Indien u zich hebt aangesloten bij de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerde Beleg- gers Van den Berg ben ik uitgegaan van de informatie die ik van deze stichting heb ontvangen.

Verder heb ik, zoals ik hierboven al heb vermeld, uw vordering beoordeeld. Het resultaat daarvan vindt u in de bijlage bij deze brief. Onder A in die bijlage is vermeld wat het bedrag is van de vor- dering die u volgens mijn gegevens heeft ingediend. Onder B en C zijn, steeds volgens mijn gege- vens, de bedragen vermeld die u bij de heer Van den Berg heeft ingelegd (in het overzicht vermeld onder B) en de bedragen die u van hem hebt terugontvangen (in het overzicht onder C). Onder D is tenslotte het verschil tussen uw inleg en de door u terugontvangen bedragen vermeld. Dat is dan het bedrag dat ik voorlopig erken als uw vordering in dit faillissement, tenzij u een lagere vordering hebt ingediend. In dat laatste geval zal vooralsnog slechts de door u ingediende vordering voorlopig worden erkend, maar heeft u de mogelijkheid de door u ingediende vordering te verhogen tot de door mij berekende vordering (het bedrag vermeld onder D).

In de bijlage is vermeld wat van u verder wordt verwacht. Om uw reactie de vereiste aandacht te kunnen geven verzoek ik u in ieder geval voor maandag 8 april 2013 te reageren.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebben, opmerkingen willen maken of nadere bewijsstukken voor geheel of gedeeltelijk voorlopig betwiste vorderingen willen toesturen dan wordt u verzocht dit te doen via het emailadres info.renevandenberg@stibbe.comof via het in het briefhoofd vermelde postadres. Mocht u telefonisch contact wensen, dan verzoek ik u een be- richt achter te laten op telefoonnummer 020-5460456 of 020-5460457. U wordt dan teruggebeld door een medewerker van mij. Het is van groot belang dat u in de e-mail of bij het inspreken van een boodschap duidelijk uw naam, voorletters, adres, woonplaats en telefoonnummer vermeldt.

Hoogachtend,

A. van Hees, curator

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

waarop thans te bogen valt. Maar hiermede is in geenen.. AI dadelijk zij mij hier de vraag veroorloofd, of zij, die dezen laatsten eisch stellen, wel weten, dat

Zodra wij die reactie hebben zullen wij met een voorstel naar Uw Raad komen, naar verwachting zal dat de eerste commissievergadering na de zomervakantie (27 augustus)

[r]

Deze Gemeentepolis is een zorgverzekering met ruime vergoedingen, waar de gemeente Voorst aan mee betaalt. De Gemeentepolis in

nieuwe Wmo-taken rekening houden met innovatie (dat wil zeggen: met initiatieven van burgers zelf en nieuwe vormen van burgerparticipatie); hoe ziet een vernieuwde vorm

Gemeenten staan in 2015 voor de moeilijke taak om voor het eerst zorg en ondersteuning te gaan regelen voor de in hoofdstuk 1 beschreven taken en groepen.6 In dit

Startbatterijen voor wagens met een start- stop systeem zijn krachtiger omdat ze een groter aantal keer geladen en ontladen kunnen worden en dus een hogere laadacceptatie

As described in the Monitor Jeugd en Media [Youth and Media Monitor], it is important that all teachers at school possess the (basic) skills that they need..