• No results found

Instituut voor Engineering en Applied Science

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Instituut voor Engineering en Applied Science"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naam deelnemer:

Studentnummer:

0

studentnumm:

Instituut voor

Engineering en Applied Science

Opleiding : Elektrotechniek Cursusnaam : Telecommunicatie

Cursuscode : ENGTEC01

Tentamenperiode : HT2

Toetsdatum : 09-04-2018

Begintijd : 12:30

Duur (in minuten) : 135

Docent : KorER/EijTJ

Collegiale review : KorER/EijTJ

Cesuur : 𝑷 = 𝟓𝟓, 𝑪 = 𝒎𝒂𝒙 ( 𝑷

𝟏𝟎 , 𝟏) Aantal Pagina’s : 4 (inclusief voorblad en formuleblad) Toetsen inleveren : Nee

Kladpapier inleveren : Nee

Toegestane hulpmiddelen: (weghalen wat niet van toepassing is:)

- gewone rekenmachine - formuleblad

- pen - kladpapier

Overige opmerkingen:

Let op: er worden nooit punten gegeven voor alleen het

antwoord!

(2)

1

(20) LD1 a)(8)

b)(5)

c)(7)

Gegeven artikelnummers die bestaan uit 2 cijfers 3 letters en weer 1 cijfer zoals bijvoorbeeld 29ABZ0.

Hoeveel bits zijn er minimaal benodigd om alle mogelijk combinaties van zo’n artikelnummer te kunnen representeren.

𝐻𝑡𝑜𝑡= 3 ⋅ ∑ 1

10log2(10)

10 𝑘=1

+ 3 ⋅ ∑ 1

26log2(26)

26 𝑘=1

= 3 ⋅10

10log2(10) + 3 ⋅26

26log2(26)

≈ 24,07 bits dus minimaal 25 bits.

(Niet afgerond naar boven -2 punten)

Hoeveel verschillende artikelnummers zijn er te genereren met het in antwoord 1a gevonden aantal bits?

225≈ 33,55 ⋅ 106 𝑎𝑟𝑡𝑖𝑘𝑒𝑙𝑛𝑢𝑚𝑚𝑒𝑟𝑠 (Correct maar met foute vraag 1a: 5 punten)

Een database-server verstuurt 400 ⋅ 103 van deze artikelnummers over een 300 kbps verbinding. Hoe lang duurt het voordat al deze artikelnummers zijn verzonden?

400 ⋅ 103⋅ 25 = 10 Mbit (3 punten)

10 Mb

300 kbps= 10 ⋅ 106

300 ⋅ 103= 33,3 seconden (4 punten)

2

(20) LD2

Gegeven onderstaand systeem. De versterkers A en C hebben ieder 22 dB spannings- versterking, het ruisgetal (noise figure) is 2,5 dB per versterker. De kabel B heeft een demping van 6 dB per km. De kabel B heeft een lengte van 2 km. Er wordt een signaal met een spanning van 1 𝑉𝑟𝑚𝑠 en een S/N-verhouding van 42 dB aan de ingang aangeboden van versterker A.

a)(12)

b)(8)

Wat is de effectieve waarde van de uitgangsspanning?

𝐴𝑈𝑖𝑛,𝑎𝑏𝑠= 20 log10(𝑈𝑖𝑛

1mV) ⇒ 𝐴𝑈𝑖𝑛,𝑎𝑏𝑠= 20log10( 1

1 ⋅ 10−3) = 60 dBmV (4 punten)

𝐴𝑈𝑢𝑖𝑡,𝑎𝑏𝑠 = 60 + 22 − 12 + 22 = 92 dBmV (4 punten)

𝑈𝑢𝑖𝑡 = 1 ⋅ 10−3⋅ 10𝐴𝑈𝑢𝑖𝑡,𝑎𝑏𝑠20 = 109220−3= 101,6≈ 39,81 V𝑟𝑚𝑠 (4 punten)

Hoe groot is de effectieve waarde van de ruisspanning aan de uitgang van versterker?

Noise Figure NF (of ruisgetal F)

𝑁𝐹 = 10 log (𝑆𝑁𝑅𝑖𝑛𝑔𝑎𝑛𝑔

𝑆𝑁𝑅𝑢𝑖𝑡𝑔𝑎𝑛𝑔) = 𝑆𝑁𝑅𝑖𝑛𝑔𝑎𝑛𝑔[dB] − 𝑆𝑁𝑅𝑢𝑖𝑡𝑔𝑎𝑛𝑔[dB]

⇒ 𝑆𝑁𝑅𝑢𝑖𝑡𝑔𝑎𝑛𝑔 = 𝑆𝑁𝑅𝑖𝑛𝑔𝑎𝑛𝑔[dB] − 𝑁𝐹 𝑆𝑁𝑅𝑢𝑖𝑡𝑔𝑎𝑛𝑔= 42 − 2 ⋅ 2,5 = 37 dB (2 punten)

𝑆𝑁𝑅 = 20 log10( 𝑈𝑢𝑖𝑡

𝑈𝑛𝑜𝑖𝑠𝑒) ⇒ 𝑈𝑛𝑜𝑖𝑠𝑒 = 𝑈𝑢𝑖𝑡 10𝑆𝑁𝑅20

= 101,6

101,85= 0,562 V (6 punten)

A B

𝑈𝑖𝑛 = 1 𝑉𝑟𝑚𝑠 C 𝑈𝑢𝑖𝑡

(3)

3

(30) LD3

a) (7)

b) (8)

Gegeven een periodieke signaal

𝑢(𝑡) = {2 cos(𝜔𝑡), −𝑇

4≤ 𝑡 ≤𝑇

4 0, −𝑇

2 ≤ 𝑡 ≤ −𝑇 4 𝑒𝑛 𝑇

4≤ 𝑡 ≤𝑇 2 Bepaal 𝑎0 en 𝑎1.

𝑎0=1

𝑇 ∫ 𝑢(𝑡)𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 1

𝑇 ∫ 2 cos(𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 1

𝑇[2 sin(𝜔𝑡)

𝜔 ]

− 𝑇4 𝑇4

=1

𝑇[2 sin (2𝜋 𝑇 ⋅𝑇

4) − 2 sin (2𝜋 𝑇 ⋅−𝑇 2𝜋 4 )

𝑇

] =2 𝜋 (3 punten)

𝑎1= 2

𝑇 ∫ 𝑢(𝑡) cos(1 ⋅ 𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 2

𝑇 ∫ 2 cos2(𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 2

𝑇 ∫(1 + cos(2𝜔𝑡))𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

=

(2 punten)

=2

𝑇 ∫ 𝑑𝑡 +2

𝑇 ∫ cos(2𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4 𝑇4

−𝑇4

= 2 𝑇[𝑡]

− 𝑇4 𝑇4 +2

𝑇[sin(2𝜔𝑡) 2𝜔 ]

− 𝑇4 𝑇4

= 1 +2

𝑇[sin (4𝜋 𝑇 ⋅𝑇

4) − sin (4𝜋 𝑇 ⋅−𝑇

4 )

2𝜔 ] = 1 +2 sin(𝜋) 2𝜋 = 1 (2 punten)

Bepaal 𝑎𝑛 voor 𝑛 > 1 en maak onderscheid voor het geval van 𝑛 is even en oneven.

𝑎𝑛 =2

𝑇 ∫ 2cos(𝜔𝑡) cos(𝑛𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 2

𝑇 ∫[cos(𝜔(1 − 𝑛)𝑡) + cos(𝜔(1 + 𝑛)𝑡)]𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

=

(2 punten)

= 2

𝑇[sin(𝜔(1 − 𝑛)𝑡)

𝜔(1 − 𝑛) +sin(𝜔(1 + 𝑛)𝑡) 𝜔(1 + 𝑛) ]

− 𝑇4 𝑇 4 =

(2 punten)

= 4

𝑇[sin (𝜋

2 (1 − 𝑛)) 2𝜋𝑇 (1 − 𝑛)

+sin (𝜋

2 (1 + 𝑛)𝑡) 2𝜋𝑇 (1 + 𝑛)

] =

(2 punten)

= 2

𝜋(1 − 𝑛)sin (𝜋

2(1 − 𝑛)) + 2

𝜋(1 + 𝑛)sin (𝜋

2(1 + 𝑛))

(4)

Het tentamen wordt vervolgd op de volgende pagina c) (4)

d) (8)

e) (3)

𝑎𝑛=

{ 2

𝜋(1 − 𝑛)sin (𝜋

2(1 − 𝑛)) + 2

𝜋(1 + 𝑛)sin (𝜋

2(1 + 𝑛)) , 𝑣𝑜𝑜𝑟 𝑛 𝑖𝑠 𝑒𝑣𝑒𝑛 𝑒𝑛 𝑛 > 1

0, 𝑣𝑜𝑜𝑟 𝑛 𝑖𝑠 𝑜𝑛𝑒𝑣𝑒𝑛

(2 punten) Bepaal 𝑏1.

𝑏1 =2

𝑇 ∫ 2 cos(𝜔𝑡) sin(𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 2

𝑇 ∫[sin(2𝜔𝑡) − sin(0)]𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

=2

𝑇 ∫ sin(2𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

=

(2 punten)

= 2

𝑇[−cos(2𝜔𝑡)

2𝜔 ]

− 𝑇4 𝑇4

=−1

2𝜋[cos (4𝜋 𝑇 ⋅𝑇

4) − cos (4𝜋 𝑇 ⋅−𝑇

4 )]

− 𝑇4 𝑇4

= 0 omdat cosinus een even functie is (2 punten)

Bepaal 𝑏𝑛 voor 𝑛 > 1 en maak onderscheid voor het geval van 𝑛 is even en oneven.

𝑏𝑛=2

𝑇 ∫ 2 cos(𝜔𝑡) sin(𝑛𝜔𝑡) 𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

=2

𝑇 ∫[sin(𝜔(1 + 𝑛)𝑡) − sin(𝜔(1 − 𝑛)𝑡)]𝑑𝑡

𝑇4

−𝑇4

= 2

𝑇[cos(𝜔(1 − 𝑛)𝑡)

𝜔(1 − 𝑛) −cos(𝜔(1 + 𝑛)𝑡) 𝜔(1 + 𝑛) ]

− 𝑇4 𝑇4

= 0 omdat cosinus een even functie is

(8 punten) Ook wordt geaccepteerd dat cos.sin maakt een oneven functie die wordt geïntegreerd over een periode gelijk is aan 0

Bereken 𝑎4 en 𝑏4. 𝑎4= 2

𝜋(1 − 4)sin (𝜋

2(1 − 4)) + 2

𝜋(1 + 4)sin (𝜋

2(1 + 4)) =−2

3𝜋sin (−3𝜋 2 ) + 2

5𝜋sin (5𝜋 2 )

=−2 3𝜋+ 2

5𝜋≈ −0,085 (2 punten)

𝑏4= 0 (1 punt)

(5)

4

(12) LD4

Voor een bepaalde FET geldt 𝐼𝐷= 𝑈𝐺𝑆+ 2𝑈𝐺𝑆2 [𝐴].

Aan de gate van deze FET wordt wisselspanning 𝑈𝐺𝑆= cos(𝜔1𝑡) + 2 cos(𝜔2𝑡) [𝑉]

toegevoerd, waarin 𝜔1= 1200𝜋 [𝑟𝑎𝑑𝑠 ] en 𝜔2= 1600𝜋 [𝑟𝑎𝑑𝑠 ]. Bereken én teken het frequentiespectrum, waarbij je aangeeft welke frequenties, met welke amplitude in de drainstroom 𝐼𝐷 voorkomen.

𝐼𝐷= cos(𝜔⏟ 1𝑡) + 2 cos(𝜔2𝑡)

𝐴

+ 2(cos(𝜔⏟ 1𝑡) + 2 cos(𝜔2𝑡))2 𝐵 = 2 cos2(𝜔1𝑡) + 8 cos2(𝜔2𝑡) + 8 cos(𝜔1𝑡) cos(𝜔𝐵 2𝑡) = (2 punten)

= 1 + cos(2𝜔1𝑡) + 4 + 4 cos(2𝜔2𝑡) + 4 cos((𝜔1− 𝜔2)𝑡) + 4 cos((𝜔1+ 𝜔2)𝑡) 𝐼𝐷 = 𝐴 + 𝐵

(6 punten)

𝒇 𝑨

𝑓0= 0 𝐻𝑧 5 𝑓1=𝜔1− 𝜔2

2𝜋 = 200 𝐻𝑧 4 𝑓2=𝜔1

2𝜋= 600 𝐻𝑧 1 𝑓3=𝜔2

2𝜋= 800 𝐻𝑧 2 𝑓4=2𝜔1

2𝜋 = 1200 𝐻𝑧 1 𝑓5=𝜔1+ 𝜔2

2𝜋 = 1400 𝐻𝑧 4 𝑓6=2𝜔2

2𝜋 = 1600 𝐻𝑧 4

(4 punten)

5

(12) LD4

Een FM-zender stuurt een informatiesignaal met een maximaal voorkomende frequentie van 15 kHz en een amplitude van 3V. De zender gebruikt in dit geval de maximaal toelaatbare deviatie en de modulatie-index is 5.

Bereken indien we een informatiesignaal van 4 kHz met een amplitude van 5V willen verzenden:

a) (4) de frequentiezwaai.

Δ𝑓 = 𝑘𝑓𝐴𝑚 𝑚 =Δ𝑓

𝑝 =𝑘𝑓𝐴𝑚 𝑓𝑚

⇒ 𝑘𝑓 =𝑚 ⋅ 𝑓𝑚

𝐴𝑚 =5 ⋅ 15 ⋅ 103

3 = 25000 𝑓0 𝑓1 𝑓2 𝑓3 𝑓4 𝑓5 𝑓6

1 2 3 4 5

(6)

Δ𝑓 = 25000 ⋅ 5 = 125 kHz (2 punten)

b) (4) de modulatie-index.

𝑚 =𝑘𝑓𝐴𝑚

𝑓𝑚 =25000 ⋅ 5

4 ⋅ 103 = 31,25 (4 punten)

c) (4) de bandbreedte.

𝐵 = 2(Δ𝑓 + 𝑓𝑚𝑎𝑥) = 2(125 ⋅ 103+ 4 ⋅ 103) = 258 kHz (4 punten)

6

(6) LD4 a) (3)

b) (3)

Een bitreeks wordt overgedragen met behulp van FSK. ‘0’ wordt gecodeerd met 1200 Hz, ‘1’ met 700 Hz. De modulatie-index 𝑚 =2

𝜋. Bereken:

De shift

Shift = 𝑓− 𝑓𝑙= 1200 − 700 = 500 Hz (3 punten)

De modulatiesnelheid

Δ𝑓 =1

2Shift = 250 Hz 𝐵𝐹𝑆𝐾=Δ𝑓

𝑚 =250𝜋

2 = 125𝜋 ≈ 392,7 Hz

Binair signaal dus modulatiesnelheid C is gelijk aan de signaleringssnelheid S 𝐶 = 𝑆 = 2 ⋅ 𝐵𝐹𝑆𝐾log2(2) = 250𝜋 ≈ 785,4 Baud

(3 punten)

Einde van dit tentamen.

(7)

Formuleblad behorende bij TEC01

] [ .

1 ) ( log ).

(

1 ) ( log ).

( ) ( log

1) ( log

1

2 1

2 2

2

bps f H R

p bits k

p m H

p bits k

p H

bits n H

p bits H

s n

k k

tot n

k k

gem gem

] [

1 ) log(

. 20

] [ 1 ) log(

. 10

] [ ) log(

. 20

] [ ) log(

. 10

, ,

mV dBmV A U

mW dBm A P

U dB A U

P dB A P

u abs

u

xu abs

p

i u u

i u p

0 1

0

0 0 0

2 2

0 0

0 0

( ) .cos( . . ) .sin( . . ) 2.

1 2 2

( ). ( ).cos( . . ). ( ).sin( . . ).

; 2. . ; arctan( )

1 1

; .( . ); .( . )

2 2

( ) .

n n

n

T T T

n n

n

n n n n n n

n

n n n n n n

n

f t a a n t b n t

T

a f t dt a f t n t dt b f t n t dt

T T T

A a A a b C C a

b

C a C a j b C a j b

f t C

   

 

   

  

    

    

  

. . . . . .

0

0 0

2

1 1

. ( ). . . ( ).

2.sin .sin cos( ) cos( ) 2.cos .cos cos( ) cos( )

2.sin .cos sin( ) sin( ) 2.cos .sin sin( ) sin( )

sin 2 2.sin .cos cos 1

2

T T

n

j n t j n t

n n

e C f t e dt C f t dt

T T

           

           

   





 

       

       

 

  

2

2 2

^ 2

^

^ ^ ^

,max

1 .cos 2 sin 1 1 .cos 2

2 2 2

2. . log( ) [ ] . log(1 ) [ ] 10.log( ) [ ]

(1 ).

2

. . . .

2.( ) 2.( 1). . .

s s

n n

i

AM AM draaggolf

h

FM

FM FM i FM PM PM i PM PM i

FM h p p PCM

P P

S B n bps C B bps SRA dB

P P

U m

m P P

U

f k U m f f k p U m k U

p

B f f m f B n

  

  

   

  

      

      modulatiesnelheid

1 0

2

s

FSK

f B    f f

𝑈̅ = √4𝑘𝑇𝐵𝑅 𝑚𝑒𝑡 𝑘 = 13.8 ∙ 10−24 𝑊𝑠/𝐾

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[3 punten] Leg uit hoeveel D-flipflops er minimaal nodig zijn om een state-machine te maken die de bitreeks 101101 kan detecteren.. Antwoord: Er komen dan twee toestanden (1) bij,

Antwoord: Eve onderschept het bericht waarin Julia haar publieke sleutel naar Romeo stuurt en vervangt Julia’s publieke sleutel door haar eigen publieke sleutel.. Daarna onderschept

Door het seizoen bepaalde energie-efficiëntie van de ruimteverwarming bij gemiddelde klimatologische omstandigheden steeds voor toepassing. bij gemiddelde temperaturen (Ƞs)

[4 punten] Geef de booleaanse uitdrukking voor deze minimale schakeling en teken vervol- gens deze schakeling.. Antwoord: F = ¯A¯C + ¯A¯D +

[6 punten] Maak een waarheidstabel voor F en minimaliseer deze uitdrukking vervolgens met behulp van een Karnaugh diagramc. [6 punten] Vereenvoudig F zoveel mogelijk met behulp

• Indien een antwoord niet wordt verklaard, worden geen punten toegekend.. • Laat bij alle opgaven duidelijk zien hoe je aan je antwoorden komt en geef dus waar nodig

beoordelingsformulier aangegeven te worden.) Met andere woorden pas nadat is vastgesteld dat alle competenties van minimaal het vereiste niveau zijn, kunnen de

[r]